Weigeren te schaken tegen een ander
Weigeren te schaken tegen een ander
Staf: uitsluiting van het toernooi
Sport en politiek, ze botsen soms. Niets wordt een arbiter bespaard. Ook over dat onderwerp moet een arbiter een mening hebben. Het zal hem maar overkomen: volkomen onvoorbereid moet hij beslissen in een geval waarin een speler op grond van politieke redenen weigert te spelen tegen de speler tegen wie hij is ingedeeld. Wat beslist u?
Slechts een kleine greep van de botsingen tussen sport en politiek.
1936: Olympische Spelen in nazi-Duitsland (Berlijn). In die tijd werd over het doorgaan daarvan nooit getwijfeld. Het Engelse voetbalteam bracht zelfs collectief de Hitlergroet. Nederland, dat neutraal was, had ook geen bezwaar van betekenis, een enkele uitzondering daargelaten.
Peter Norman, Tommie Smith en John Carlos
200 meter atletiek
de foto die de sportwereld schokte
twee spelers protesteren tegen het racisme in Amerika
1972: 20ste Schaakolympiade in Skopje, Joegoslavië, het team van communistisch Albanië weigert te spelen tegen Israel.
1978: het wereldkampioenschap voetbal in Argentinië ten tijde van het schrikbewind van de junta-Videla.
1980: boycot Olympische Spelen in Moskou.
2008: Olympische Spelen in China. ‘Sport en politiek moeten bij de Olympische Spelen in China gescheiden blijven.’ Dat vindt 85 procent van de Nederlanders volgens een peiling van TNS NIPO in opdracht van RTL Nieuws. Ruim driekwart van de ondervraagden denkt dat de Olympische Spelen geen invloed hebben op de mensenrechtensituatie in China. Ongeveer evenveel mensen vinden dat sporters niet belast moeten worden met het mensenrechtenvraagstuk. Negen op de tien vindt dat Nederlandse sporters moeten meedoen aan de Spelen.
Overzicht van aantekeningen
- Ghaem Maghami – Shachar, 0-1
- De reactie van Ehsan Ghaem Maghami
- De opvattingen van Eljanov en Afek
- De resolutie van de Algemene Vergadering van de FIDE
- De opvatting van Donner
- De opvatting van Gijssen
- Mijn mening
1. Ghaem Maghami – Shachar, 0-1
Van 22 tot 29 oktober 2011 wordt in Ajaccio op Corsica het jaarlijkse Corsican Circuit gehouden. Het is inderdaad een groot festijn. In totaal doen 800 spelers mee, uit 30 landen, verdeeld in verschillende categorieën.
In de hoofdgroep doen onder meer 40 grootmeesters en internationaal meesters mee. Onder hen de grootmeesters Cheparinov (2650), Fressinet (2696), Gawain Jones (2625), Grigoryan (2614), Ghaem Maghami, Mamedov (2660), Mamedyarov, Sasikiran (2689) en Tregubov (2606). Het kampioenschap in de hoofdgroep bestaat uit negen ronden. Bedenktijden: één uur en dertig minuten plus 30 seconden per zet vanaf de eerste zet.
De Sofia regels zijn van toepassing op het toernooi.
Wit: Ehsan Ghaem Maghami (GM, 2583, Iran, negenmaal nationaal kampioen van Iran)
Zwart: Ehud Shachar (FM, 2355, Israel)
15de Corsican Circuit
Bastia, 24 oktober 2011
Corsica (Frankrijk)
Vierde ronde
Hoofdarbiter: Vilaisarn Akkhavanh
Toernooidirecteur, tevens medesponsor: Léo Battesti
Peter Doggers, ChessVibes, Iranian GM refuses to play Israeli opponent, gets excluded from Corsican Circuit’ 25 oktober
Dylan Loeb McClain, The New York Times van 26 oktober 2011 ‘Iranian, Refusing to Play Israeli, Expelled From Chess Meet’
Zonder één zet te doen: 0-1.
De verklaring van de organisator:
Mr. Léo Battesti verklaart: ‘De Iraanse grootmeester Ehsan Ghaem Maghami heeft mij bericht dat hij weigert te spelen tegen zijn tegenstander voor de vierde ronde, de Israëlische FIDE meester Ehud Shachar.
Ik heb de heer Ghaem Maghami meegedeeld dat als organisator van een Internationale sportcompetitie ik zijn verzoek niet kan behandelen om de indeling te veranderen door hem te laten spelen tegen een andere speler.
Alle deelnemers weten sinds zaterdag 22 oktober dat vijf Israëliërs aan dit toernooi meedoen. Hun aanwezigheid is een aanwinst voor het toernooi net als die van de Iraanse spelers en ongeveer dertig andere nationaliteiten.
Het motto van onze Bond is Gens una sumus (wij zijn één familie, pdg). Op Corsica maken we onze jeugd bewust van de positieve aspecten van het schaakspel, die elke vorm van medeplichtigheid aan uitsluiting verwerpt, als zijnde geheel in strijd met de grondslagen van onze sport.
Daarom heb ik tot mijn spijt de speler moeten verwijderen uit het toernooi die ondanks mijn duidelijke afkeuring, helaas bij zijn beslissing blijft. Ik betreur dit. Maar ik kan niet voor mijn verantwoordelijkheden weglopen,’ aldus Battesti.
Battesti reageert op ChessVibes, 25 oktober om 17.44 uur: ‘Vijf Israëlische en twee Iraniërs behoorden tot de groep van 40 spelers. Kun je nagaan het aantal verliespartijen … Voorafgaand aan de vierde ronde ben ik niet geïnformeerd. Als hij mij voor het toernooi op de hoogte had gesteld, had ik hem geadviseerd niet eraan deel te nemen. Het is een bijzonder Open toernooi met een prijzengeld van € 6.000 voor de eerste veertien. Kunt u zich de gevolgen voorstellen van aangepaste indelingen voor het verkrijgen van een sportief evenwicht van deze kwalificatie? Dus zal men uiteraard voortdurend moeten beseffen dat schaken een sport is.’
The New York Times: ‘De heer Battesti zei tegen de heer Maghami dat hij hem van te voren had moeten vertellen dat hij bezwaren had om tegen de Israëliër te spelen. Aangezien vijf van de 186 spelers op het toernooi Israëliërs zijn is de kans dat hij op het toernooi van negen ronden tegen een van hen moet spelen ’99 procent’ aldus de heer Battesti. ‘Ik vertelde hem, u kunt mij niet uw regels opleggen op mijn toernooi,’ verklaarde hij.
De heer Shachar zei dat een voorval zoals dit hem nooit eerder is overkomen, hoewel dat wel zo is geweest met andere Israëlische spelers die hij kende. Meestal verliest iemand de partij als hij weigert tegen een bepaalde tegenstander te spelen, zei hij, maar ‘in dit geval nam de organisator een stevig standpunt in.’
Op andere internationale sportevenementen hebben Iraniërs geweigerd te spelen tegen Israëliërs, zoals in Istanbul in september op het wereldkampioenschap Worstelen en in Sjanghai in juli op het kampioenschap Zwemmen,’ aldus the New York Times.
2. De reactie van Ehsan Ghaem Maghami
Op ChessVibes van 25 oktober geeft Ehsan Ghaem Maghami telefonisch een toelichting aan Peter Doggers.
‘Ik doe het altijd zo. Zo nu en dan word ik ingedeeld tegen een Israëlische speler. Ik wil benadrukken dat ik persoonlijk geen enkele slechte ervaringen heb met mensen uit Israel. Ik respecteer mensen overal ter wereld en ik begrijp heel goed dat we allen sporters zijn.
Ik had niet verwacht dat ik uit het toernooi zou worden verwijderd. Het kan iedereen overkomen dat hij niet tegen iemand wil schaken, maar moet hij daarom onmiddellijk worden weggestuurd? Ik had liever gehad dat de partij voor mij verloren was verklaard en verder had mogen spelen op het toernooi. Dit maakt de situatie ingewikkelder. Het is niet goed voor het schaken of voor de politiek.
Schaken is mijn middel van bestaan en mijn hobby, waar ik van hou. Ik speel al bijna 22 jaar. Daarom blijf ik verder gaan met deelnemen aan toernooien. Ik wil gewoon de organisatoren adviseren dat we dit probleem voor toekomstige gevallen moeten zien op te lossen.’
3. De opvattingen van Eljanov en Afek
Pavel Eljanov twittert: ‘Ik begrijp niet wat er op Corsica is gebeurd, waarom GM Ghaem uit het toernooi is verwijderd. Hij is een heel gewone jongen en hij kan het niet helpen dat de politiek in zijn land hem het recht ontzegt te schaken tegen spelers uit Israel!’
De opvatting van IM Yochanan Afek die op dit gebied enige ervaring heeft: ‘Dit gebeurt de hele tijd. In Biel overkwam het bijvoorbeeld Sacha Kaplan twee jaar geleden in twee verschillende ronden. Beide keren won hij reglementair, maar natuurlijk kon hij op deze manier geen norm scoren. In feite is het mij ook overkomen met de heer Ghaem Maghami in de eerste ronde van het toernooi op het Isle of Man. In mijn geval veranderden ze de indeling. In de eerste plaats lopen arbiters voor dit probleem gewoonlijk weg. Je kunt bepaalde ‘verboden indelingen’ invoeren in het computersysteem. Zolang dit consequent gebeurt, accepteert de FIDE het. Ervaren arbiters weten dit van te voren.’
Wat betreft het voorval op Corsica meent Afek: ‘Ik heb respect voor wat de heer Battesti heeft gedaan, zoals ik eveneens sympathie heb voor de Iraanse spelers en de onmogelijke positie waarin zij verkeren. Eens moet er een eind aan komen. FIDE moet maatregelen nemen. De gedraging is op grove wijze in strijd met de sportiviteit van de FIDE, zuigt smerige politiek in de zuivere sport en het veroorzaakt ook nog schade, omdat het vaak gebeurt dat spelers de kans missen een norm te halen nadat zij hebben betaald om naar het buitenland te gaan, en soms heeft het ook direct invloed op de uitkomst van het toernooi,’ aldus Afek, ChessVibes van 25 oktober.
4. De resolutie van de Algemene Vergadering van de FIDE
Anders dan sommigen menen, hoeft de FIDE zich niet meer te verdiepen over het vraagstuk hoe te handelen in toekomstige gevallen. Het hoogste orgaan in de FIDE, de Algemene Vergadering, heeft dat namelijk al gedaan. Dat orgaan is te vergelijken met onze Tweede Kamer plus de Eerste Kamer plus de Koningin. Dat orgaan heeft beslist niet te zullen buigen voor dreigementen van dergelijke spelers.
Zie het Reglement voor de Schaakolympiade waarin een artikel voorkomt dat de situatie regelt als een speler niet wil spelen tegen een speler uit een bepaald land.
Artikel 6.3.8.4 van dat reglement luidt: ‘De Algemene Vergadering heeft een resolutie aangenomen, dat elk team dat deelneemt aan de Schaakolympiade van te voren moet verklaren dat het bereid is te spelen tegen teams van elk ander aangesloten Bond. De enige uitzondering is in het geval van oorlog. De Algemene Vergadering heeft een voorstel van de president aangenomen dat als een wedstrijd in geval van een staat van oorlog niet kan worden gespeeld, de uitslag wordt bepaald op basis van de waarschijnlijkheid die kan worden afgeleid aan de hand van de FIDE ratingen van de spelers.’
Hoewel de term ‘resolutie’ is gebruikt, is het gewoon een besluit van de Algemene Vergadering.
Het IOC: Regels zijn regels, sporters mogen op de Spelen niet aan politiek doen (‘Wij zijn niet de Verenigde Naties’). Dit is ook de opvatting van het Nederlandse NOC*NSF. Het gaat om de scheiding tussen sport en politiek.
In Khanty-Mansiysk, Rusland, werd van 20 september tot 3 oktober 2010 de 39ste Schaakolympiade gehouden.
Aantal deelnemende teams: 148 (inclusief Senegal dat niet verscheen)
Aantal deelnemers: 741 (inclusief 242 grootmeesters, 123 internationaal meesters, 88 FIDE meesters, twee vrouwen internationaal meesters en 33 kandidaat meesters
Aantal gespeelde partijen: 3240 (15 partijen reglementaire nul)
Formule competitie: vier borden, elf ronden Zwitsers.
Israel – Jemen
Emil Sutovsky (2665) – Al-Hadarani Hatim (2264)
Ilia Smirin (2657) – Al Quadaimi Basheer (2428)
Maxim Rodshtein (2632) – Abdul Moula Sabri (2189)
Victor Mikhalevski (2610) – Al-Zendani Zendan (2400)
39ste Schaakolympiade 2010
Khanty-Mansiysk, 22 september 2010
Toernooidirecteur: Valey Bovaev (Rusland)
Hoofdarbiter: IA Sava Stoisavljević (Servië)
Eerste ronde
Jemen weigert te schaken tegen Israel, uitslag: 0-4.
5. De opvatting van Donner
Grootmeester Donner: ‘Iedere international sportman moet tegenwoordig een klein ministerie van Buitenlandse Zaken zijn en men komt er niet omheen: men kan niet alleen maar ethisch oordelen, men moet politiek partij kiezen. Ook Bram en Freek die hun actie vol gruwelijkverhalen alleen op morele gronden willen voeren, zagen zich al spoedig gedwongen Argentijnse socialisten en communisten, die niet zo erg met de Monteneros weglopen en Videla eerder als een verademing beschouwen na Isabel Perón, voor ‘landverraders’ uit te maken. De normen van Amnestie International kan men alleen maar van harte bijvallen, maar de kracht van deze organisatie is nu juist dat zij zelf zeggen niet politiek te zijn en ook geen adviezen geven wat er nu verder gedaan moet worden. (…) Wie er daarom niet aan mee wil doen en weigert zo’n land te bezoeken, heeft mijn respect, maar van mijzelf verg ik een andere gedragscode, want ik geloof niet dat men met alleen maar weigeren en negeren erg ver komt in de strijd tegen het kwaad,’ aldus Donner 21 oktober 1978, De Koning, blz. 298.
6. De opvatting van Gijssen
In zijn column van april 2004 geeft Gijssen een uiteenzetting van het probleem.
In 1984 was hij voor het eerst betrokken bij de indeling van een Olympiade. Hij schrijft dat er in die tijd een lijst bestond van namen met landen die niet tegen elkaar mochten spelen. Het verbaasde hem dat die lijst bestond, maar hij accepteerde die lijst als een vaststaand gegeven.
In 1988 werd hij aangesteld als voorzitter van de indelingscommissie van een Olympiade. De commissie maakte een fout bij de indeling door twee landen die niet tegen elkaar mochten spelen toch tegen elkaar in te delen. Het gaf de nodige opschudding en het kostte veel overleg en energie een nieuwe indeling te maken.
Vervolgens citeert hij het Handboek van de FIDE over de resolutie, zonder dat hij verwijst naar artikel 6.3.8.4 van het Reglement voor de Schaakolympiade en vervolgt:
Gijssen: ‘Als het mogelijk is, en de wijziging geen effect heeft op het normale verloop van het toernooi, denk ik dat het beter is de indelingen te wijzigen. Ik weet dat het heel gemakkelijk is op deze opvatting kritiek te hebben, maar laat me het geval uitleggen. Er zijn regeringen die de spelers van hun land uitdrukkelijk verbieden te spelen spelers uit een bepaald land. Laat ik vooropstellen dat het de regeringen zijn die het verbod uitvaardigen, en dat nogal vaak de spelers een andere opvatting hebben. Zij zouden eigenlijk wel willen spelen, maar zij hebben geen keus.
Welnu, de arbiter kan beslissen om de indelingen niet te veranderen, maar hij weet dan van te voren dat een van de spelers niet komt opdagen en zijn partij daardoor verliest. Dit is, uiteraard, een vervelende situatie. Maar er is meer – een partij die op zo’n manier eindigt, wordt niet meegeteld voor de ratingberekening. Dat is niet een groot probleem, maar het telt ook niet mee voor een norm. Het betekent bijvoorbeeld in een toernooi van negen ronden, dat beide spelers niet de mogelijkheid hebben een norm te halen, omdat negen partij moeten zijn gespeeld om in aanmerking te komen voor een norm. Op deze manier zijn beide spelers het slachtoffer.
Ik hoop dat iedereen het ermee eens is dat het de voorkeur verdient de indelingen te veranderen. En ik ken al de volgende vraag: stel, dat de twee spelers aan top van een toernooi weigeren in de laatste ronde tegen elkaar te spelen, omdat een van de spelers dat van zijn regering niet mag. Wat beslist u dan in dat geval? Welnu, in zo’n bijzonder geval heb ik waarschijnlijk geen keus, maar dit geval zou zeer uitzonderlijk zijn,’ aldus Gijssen, april 2004, Forbidden Pairings.
7. Mijn mening
De resolutie van Algemene Vergadering van de FIDE luidt, dat elk team dat deelneemt aan de Schaakolympiade van te voren moet verklaren dat het bereid is te spelen tegen teams van elk ander aangesloten Bond. Op die regel bestaat slechts één uitzondering (‘de enige uitzondering’) en dat is het geval van oorlog.
De Algemene Vergadering buigt dus niet voor een speler die (of een land dat) niet wil schaken tegen een speler uit een bepaald land. Daartegen treedt de Algemene Vergadering op.
Vandaar dat scheidsrechters en schakers zich niet hoeven te vermoeien met ingewikkelde discussies over dit soort moeilijke vraagstukken. Daar komen ze toch niet uit. Het leidt alleen maar tot ruzies; lees de reacties op ChessVibes. Recht is emotie en kiezen wie van de twee mensen gelijk heeft. Het is de politiek die dit oplost door een regel te formuleren. Alles afwegende heeft de Algemene Vergadering van de FIDE de knoop doorgehakt. Een arbiter kan de resolutie naar analogie uitvoeren, zodat hij buiten de discussie kan blijven. ‘Bent u het er niet mee eens? Ik verwijs u naar de Algemene Vergadering van de FIDE. Gaat u daar maar aankloppen voor een andere oplossing. Ik heb het druk genoeg, ik heb nog genoeg andere zaken te doen.’
Op de Schaakolympiade van 2011 handelde Jemen dan ook in strijd met artikel 6.3.8.4 van het Reglement voor de Schaakolympiade. De straf – verlies voor Jemen – die de hoofdscheidsrechter Jemen oplegt, is te laag. De overtreding van Jemen is aanzienlijk ernstiger dan het te laat komen aan het bord of het afgaan van een mobiele telefoon. Los van het feit, dat de ratingverhouding tussen beide teams aanzienlijk groot is. De straf is een lachertje. Op deze wijze kunnen teams met een houding zoals Jemen toch deelnemen aan de Schaakolympiade, en dat nu is juist uitdrukkelijk niet de bedoeling van de resolutie. De teams kunnen erop gokken niet te worden ingedeeld tegen een land waartegen ze niet willen spelen. Zo wordt de resolutie uitgehold op een Schaakolympiade.
Voor het op een Schaakolympiade willens en wetens zich niet willen houden aan een regel uit een toernooireglement hoort een aanzienlijk zwaardere straf te worden toegekend dan een reglementaire nul.
De opvatting van Gijssen is dan ook onjuist en verdient geen navolging. Gijssen ontkracht een democratisch aangenomen resolutie van het allerhoogste orgaan in de FIDE. Dat is ernstig. Het is bovendien onjuist om te sjoemelen met de indelingsnormen. Het is het verhaal van de zachte heelmeester en de stinkende wonden.
Over de zaak op Corsica heb ik de volgende opmerkingen.
Ehsan Ghaem Maghami wendt zich voorafgaande aan de vierde ronde tot de toernooidirecteur, en niet tot de hoofdscheidsrechter. Dat is ook het verwarrende bij schaken. De toernooidirecteur doet de indeling, en de hoofdscheidsrechter leest een boek, en kijkt het liefst een andere kant op dan waar een probleem is. Tenzij het gaat om pietluttigheden waar zware straffen voor kunnen worden gegeven, daar heeft een toparbiter wel een neus voor. De hoofdarbiter had tegen de toernooidirecteur moeten zeggen: ‘Léo Battesti, beste vriend, hou je er buiten. Ook al heb jij Rechten gestudeerd aan de Sorbonne in Parijs, jij gaat niet over het al of niet straffen van spelers. Ik heb op grond van artikel 13.4 van de FIDE-regels die bevoegdheid.’
Léo Battesti was dus onbevoegd Ehsan Ghaem Maghami te verwijderen uit het toernooi. Hij had contact moeten opnemen met de hoofdarbiter voor het treffen van nadere maatregelen.
Tot slot, het gaat in dit geval om een melding van een voornemen van een overtreding. In dat geval had de arbiter Ehsan Ghaem Maghami eerst moeten waarschuwen voor de grote gevolgen van zijn voorgenomen gedrag. De hoofdarbiter had hem de mogelijkheid moeten bieden zijn standpunt te herzien:
‘Meneer Ghaem Maghami, ik waarschuw u! Uw gedrag is onaanvaardbaar. Uw voorgenomen weigering te spelen tegen de heer Shachar is in strijd met de resolutie van de Algemene Vergadering van de FIDE. De strekking daarvan is dat elke speler bereid moet zijn te spelen tegen elke andere schaker. De enige uitzondering op die regel is het geval van oorlog.
Voor het schaken zijn alle schakers gelijk. Het doet er niet toe, man of vrouw, jong of oud, wat iemands huidskleur is, iemands seksuele voorkeur, iemands religieuze opvattingen, iemands politieke opvattingen, iemands afkomst, of iemands nationaliteit. Als u volhardt in uw weigering zal ik u zwaar straffen. In de eerste plaats zal ik de partij voor u verloren verklaren. In de tweede plaats zal ik u op grond van artikel 13.4 sub g van de FIDE-regels uitsluiten van het toernooi. U zegt het maar. Wilt u wel of niet spelen tegen Ehud Shachar? U mag hierover nadenken tot het aanvangstijdstip van de vierde ronde. Gegroet.’
Als Ehsan Ghaem Maghami blijft weigeren, en op het aanvangstijdstip van de vierde ronde niet verschijnt, verwijdert de arbiter hem uit het toernooi.
Nu Ehsan Ghaem Maghami geen bezwaar heeft aangetekend tegen de onbevoegd gegeven beslissing waaraan bovendien een procedureel gebrek kleeft, is deze beslissing onaantastbaar geworden. Zo werkt het wel.