De kraker door de ogen van een groupie
Vaste toeschouwer of zelfbenoemd mental coach? Laten we het beestje bij de naam noemen, ik ben een ordinaire groupie. Mijn idolen: de spelers van Stukkenjagers 1.
De typische groupie volgt de groep waar zij fan van is op de voet, mist geen concert (lees wedstrijd) en maakt haar aanwezigheid duidelijk door luid te gillen, te springen en met haar ondergoed te gooien. Tot nu toe kon ik me redelijk inhouden. Gezien sommige clubs voor wat onschuldig getrommel buiten de speelzaal al een klacht jegens geluidsoverlast indienen, lijkt het me dat het mijn idolen niet ten goede komt als ik toe zou geven aan mijn innerlijke groupie driften.
Voor grote concerten (lees belangrijke wedstrijden) knapt er iets in het groupie hoofd. Weken voor aanvang gaat zij thee met honing drinken om de stembanden te smeren, wordt er extra gebasketbald op de Wii om te sprongkracht van haar kuiten te trainen en haalt zij het mooiste ondergoed van stal. Zal ik me deze keer wel in kunnen houden? Ik heb afleiding nodig. En dus zal ik tijdens het grote concert tussen Stukkenjagers 1 en Voerendaal 1 meedoen met Stukkenjagers 4. Althans, dat was de planning. Op de grote dag zelf bleek dat De Drie Torens met een man minder waren komen opdagen, weg afleiding, alle tijd om volledig in de wedstrijdspanning op te gaan. En wedstrijdspanning was er.
Klokslag twaalf uur was het duidelijk, hier draait het echt om iets. Het was doodstil en doordat er tapijt in de kleine zaal van de Harmonie ligt, hoor je zelfs het verschuiven van de stoelen of het heen en weer lopen van de spelers en toeschouwers niet. Normaal gesproken zou ik hiervan kunnen genieten; spelers bestuderen en opgaan in de stilte. Maar nu werd mijn aandacht ergens anders op gevestigd: concurrentie. Voerendaal had ook een groupie meegenomen: de vriendin van hun vijfde bord speler Hausrath. Nog voor de wedstrijd begon keken we elkaar zijdelings aan, ik probeerde boos te kijken (wat waarschijnlijk meer op een domme grijns leek), zij keek echt boos. Deze blik zei alles: zij hadden grootmeesters, ratingpunten, ervaring en de echte wedstrijdmentaliteit, wij de jeugd(ige papa), de toekomst en gewoon een heel gezellig team. Deze blik zei: het is echt menens en kan wel eens een lange middag worden. En dat werd het.
Ik eigende mij meteen een bescheiden plekje in de hoek van de zaal op, bij de drempel van de balkondeur. Hier zat ik niemand in de weg en kon ik alles overzien. Degene die nu partijfragmenten verwachten moet ik teleurstellen, deze zullen door Herman en anderen op internet of elders in het clubblad uitgebreid besproken worden. Dat is namelijk niet wat de groupie observeert. De groupie kent haar team en kijkt naar gezichten, houding en benen. Wordt er gebloosd, gezweet? Veel schakers hebben zich een soort van pokerface aangemeten, een buitenstaander zal weinig van zo’n gezicht af kunnen lezen, maar voor de groupie is alles duidelijk. Benen verraden alles. Wat een schaker boven tafel in de plooi kan houden trilt onder tafel alle kanten op. Een speler die langer dan 10 minuten rustig met zijn benen over elkaar zit en zijn gezicht in de plooi houdt is tevreden over zijn stelling. Les 1 op de groupie school.
En zo zat iedereen de eerste anderhalf uur. Vanaf half twee wordt het een beetje interessant en begon ik goed naar de spelers te kijken.
Bord 1: Herman, benen over elkaar en gezicht in de plooi; Herman is tevreden.
De tegenstander had zich goed gekleed, dus zweet was niet 1-2-3 te zien, maar de groupie let op alles en de jerrycan met vitell water onder de tafel verried alles. Herman zou zeker niet gaan verliezen (+=).
Bord 2: Maurice, benen over elkaar en geconcentreerde blik op het bord. Tegenstander snuit heel hard z’n neus. Maurice is niet afgeleid. Dit zegt natuurlijk iets over hoe goed hij zich concentreert, maar voor de groupie zegt dit meer. Ik had de vorige externe aan Maurice verteld dat je beter je neus op kan halen dan kan snuiten in verband met druk op je voorholtes. Dit leek mij groot psychologisch voordeel, nee Peek zou zeker ook niet gaan verliezen (+=).
Bord 3: Een Duitse battle. Sprenger zit met z’n benen over elkaar, handen tegen het voorhoofd gedrukt en enigszins blozend door het harde denken. Hmm, lastig. Ik ken Jan nog niet goed genoeg om hem te lezen. De klok (een laatste redmiddel voor een groupie om iets van inzicht te krijgen) verried dat Jan in ieder geval lang aan het nadenken was.
Ik noteerde onduidelijk (?) en gin g op naar bord 4. Cor, benen boers uit elkaar en ongeïnteresseerde blik. Op groupie-school zou je nu leren dat de partij kansloos verloren was. Hiervoor moet je de persoon dus beter kennen, ik noteerde +=.
Bord 5: Anne. Hier moest ik langer stilstaan. Anne speelde tegen Hausrath en de groupie en een kussen. Hausrath wordt een paar dagen na de wedstrijd aan z’n arm geopereerd en moest hem nu steeds ten ruste leggen op een kussen, een groot kussen dat eigenlijk ook deels op de helft van Anne lag. Als hij rondliep zat de groupie aan z’n hand. Anne blijft altijd rustig, niks van haar gezicht af te lezen, ik verwacht ook niet dat zij psychologisch nadeel ervoer, maar èn een groupie èn een kussen…ik noteerde psychologisch nadeel (-=).
Bord 6: Bianca. Die ken ik al de helft van mijn leven. Dat gezicht spreekt voor mij boekdelen. Maar toch begon ik aan mijzelf te twijfelen. Bianca staat vrijwel nooit snel goed. Las ik haar wel goed? Ja benen ook rustig over elkaar; ze leek oprecht tevreden(+-).
Bord 7: Mart. Normaal kijk ik altijd eerst naar de persoon, maar mijn oog viel terloops op de klok: Mart 0:47 – Schebler 1:47. Ik kijk naar het aantal zetten; al over de 20. Oh, Mart ligt gewoon op schema! Maar z’n gezicht zei moeilijke pot (-=) .
Bord 8: Mark C. Eerste gedachte: "hij snapt niks van z’n stelling". Zou de tegenstander het wel snappen? De benen van Temmink trilden alle kanten op: ja hij snapte het wel, maar had ook last van wedstrijd zenuwen, ik noteerde =.
Bord 9: De modieuze bril tegen de stationsklok: Tom Bus tegen Mark Haast. Toen ik kwam kijken had Mark net 14. .. -b5 gespeeld. Tom zette de bril af en legde die naast z’n bord, ik noteerde (Mark H. +-).
Bord 10: Bram. Voor Bram kan je alle groupie handboeken weggooien, ergens in de gang hoorde ik hem zeggen "ik snap niks van mijn stelling" en ik noteerde (-=).
Plusjes en minnetjes tellend keerde ik redelijk tevreden terug naar mijn drempel, maar owee, "opstaan plaats vergaan " is ook een Duits gezegde, mijn plek was ingenomen door de groupie(0-1). Ik moest de zaal uit en op adem komen.
Toen ik weer binnenkwam, viel het me op dat de kleine stille zaal van de Harmonie slecht geventileerd is en dat ik me meer op zweet moest gaan focussen, want deze schakers waren absoluut aan het zweten. Verder gebeurde er een hoop; Maurice sloeg remise af, Bianca sloeg remise af en Herman nam remise aan (1/2-1/2). De kop was eraf en dan gaat het meestal vrij snel.
Ik hoorde een kreun. De tegenstander van Bianca blunderde in een al wat mindere stelling (1 1/2 – 1/2). Clijsen bood remise aan. Slimme zet. Z’n tegenstander vond dat hij iets beter stond en moest dus doorspelen, maar dit betekende wel nog meer zenuwen.
Inmiddels was de zaal volgelopen met supporters, het was vol, naar welk bord moest ik nu toe, in een gedesoriënteerde draai stapte ik op iemands teen; de groupie. Die zat (1-1). Het voelde goed, wat nou GM’s en ratingpunten, wij gaan hier gewoon winnen! Sprenger speelde remise (2-1) en Mark Haast kwam ergens nadat die bril was afgezet met z’n dame binnen op g3 (3-1).
Anne’s partij kan ik niet becommentariëren, laat ik volstaan met te zeggen dat het kussen won (3-2).
We stonden 3-2 voor! En hoe stond het er verder voor? Peek stond inmiddels een pionnetje voor (houtjes naast het bord tellen, kan ik natuurlijk wel) en aangenaam. Cor had een hoop afgeruild en stond een stuk actiever dan z’n tegenstander. Mart stond een pionnetje en een halve dag in tijd achter. Clijsen sloeg op dat moment remise af! Bram hoorde ik in de gang zeggen "ik sta kut". Niet veel later verloor Bram (3-3). Peek kon van een pionnetje meer in een toreneindspel niet meer dan remise maken (3 1/2 – 3 1/2) en Mart kon het niet meer bolwerken tegen de GM (3 1/2 – 4 1/2). Nog twee borden te gaan, op beiden stonden we beter. De spanning was om te snijden en de propvolle, benauwde ruimte niet om uit te houden, de balkon deur moest open.
Ik klampte me vast aan de teamleider, Bianca blijft altijd rustig en zal me wel kunnen kalmeren. In mijn ooghoek zag ik Hausrath en de groupie het balkon oplopen. Kennelijk deed de spanning niks met hen, misschien zagen zij de race al als gelopen, maar dat was hij allerminst. Mark Clijsen bleef cool en tikte de wedstrijd netjes achter elkaar uit (4 1/2 – 4 1/2).
Nog paar één partij, één bord, het lot van Stukkenjagers 1 in de handen van één teamgenoot; Cor. Cor had z’n tegenstander inmiddels twee pionnen afhandig gemaakt, het was toren en twee pionnen tegen een kale toren. En Cor had ook nog iets meer tijd; 1,5 minuut tegen 1 minuut. Het kon niet meer stuk. Cor zou dit gaan winnen! En dan zou Stukkenjagers vrijwel zeker promoveren. Of anders remise en dan zou het aankomen op de laatste wedstrijd tegen Wageningen, maar stonden we wel nog steeds een half bordpunt voor op Voerendaal. Maarja, verliezen kon eigenlijk niet meer. Ik keek naar de groupie die net weer binnenkwam. Ik wilde haar een veelbetekende blik toewerpen, maar wat zag ik in mijn ooghoek? Dit kon ik niet goed gezien hebben…Het enige wat nog mis kon gaan. Röntgenschaak, toren weg. Ik weet nu waarom dat Röntgenschaak heet, het gaat door merg en been. Au, grond die onder je voeten wegzakt en de afgelopen externes die als een film aan je voorbij trekken. Het was donker in de kleine zaal en in de verte zag ik een helder licht vanaf het balkon komen, dit was het dan (4 1/2 – 5 1/2). De andere groupie keek voor het eerst die middag niet meer boos.
Een mental coach zou nu iets zeggen als dat ook deze uitslag al een mooie is tegen het sterk opgekomen Voerenaal, dat iedereen zich voortreffelijk heeft ingezet, als een team heeft gespeeld en gezien we de jeugd en de toekomst hebben, zo dichtbij komen hoop biedt. Ik ben geen mental coach, ik ben een groupie, ik zal altijd van Stukkenjagers 1 houden, maar nu kan ik weinig opbeurends zeggen, ik ben er doodziek van.
Een zeer fraaie beschouwing. Eigenlijk veel leuker dan al die (quasi) schaaktechnische verslagen. En dat na het drama van Cor. Respect!