Schaakrubrieken 17 april 2010
Hans Ree
Zijn rubriek ‘Schaakvogelaars’ begint met :
‘Zoals kenners van de Sovjet-Unie in de tijd van de Koude Oorlog ieder jaar op 1 mei zorgvuldig keken wie van de machthebbers er op de eretribune bij de parade op het Rode Plein in Moskou stonden. En uit de afwezigheid van een gestaald kader of de introductie van een nieuwe ster konden zij dan, als Romeinse priesters die de ingewanden van ganzen en kippen schouwden, opmaken hoe de wereldpolitiek zich in de jaren daarna zou ontwikkelen. Zoals die Kremlinvogelaars van vroeger dus zo keken de kippendarmenkijkers van het komende wereldkampioenschap schaken in het vorige weekeinde naar de spelers die kwamen opdagen voor de laatste rondes van de Duitse Bundesliga. Anand was er natuurlijk niet, die had wel wat anders te doen, vlak voor zijn match tegen Topalov.’
In zijn rubriek analyseert hij de partij Topalov–Anand (Linares 1999), die Topalov verloor.
De schaakopgave deze week is een stelling uit de partij Ljubomir Ljubojevic – Veselin Topalov (Amber blind, Monaco 2003). Zie stelling hieronder.
Gert Ligterink
Voor zijn rubriek ‘Met wie zijn schakers het beste af’, de analyse van de partij Ivantsjoek – Grisjoek (Dagomys 2010) en het naspelen hiervan klik hier.
Hans Böhm
Zijn rubriek ‘Schoonheid’ gaat over het uitloven van een prijs voor de beste partij in de maandelijkse competitie van de KNSB. Enkele citaten:
‘Nou vinden vele schakers vaak dat hun eigen partij de beste is;heel begrijpelijk want je weet zelf het best hoe moeilijk en spannend het was. Dus is er een jury. Die onbezoldigde en ondankbare taak wordt al jaren gedaan door de schaakmedewerkers van de Volkskrant, Gert Ligterink en De Telegraaf.’
‘De ‘schoonheidsprijs’ is een boekje uit de serie SOS (Secrets of Opening Surprises) dat Jeroen Bosch zelf samenstelt en uitgegeven wordt door New in Chess.’
Vervolgens behandelt hij de partijen van twee uitblinkers uit de achtste ronden van de KNSB competitie. Het betreft de partijen Reinderman – Cardon en Dvoretsky – De Jong. Het ging erom of Reinderman of Dvoretsky de prijs zou krijgen. Reinderman ging met de eer strijken!
Bab Wilders
Voor zijn schaakrubriek met een tweezet van F. Taubenberger, met boeksprekingen en een analyse van de partij Keres – Smyslov (Zurich 1953)klik hier.
Henk Prins
In zijn rubriek besteedt hij aandacht aan het Euwe jaar. Et is dit jaar 75 jaar geleden dat Euwe wereldkampioen werd door Aljechin te verslaan. Geen andere Nederlander heeft hem dit nagedaan tot nu toe. Vervolgens behandelt hij de 20ste partij uit de WK match van 1935 waar Euwe wit had tegen Aljechin. Een bijzonder mooie partij die door Euwe werd gewonnen.
Rini Kuijf
Uit zijn rubriek ‘Dagschaak’ opgave A5147 voor beginners.
Max Pam
Zijn rubriek ‘Componist van goddelijke harmonie’ is het laatste deel over Vassily Smislov (1921-2010).
Enkele citaten :
‘Vorige week vertelde ik hier over de match die Smislov tegen Hubner speelde. Na veertien partijen stond het nog gel;ijk en besloten de spelers naat het casino te gaan om het rouletteballetje te laten beslissen. Smislov koos rood en Hubner kreeg dus zwart, maar bij de eerste keer draaide het balletje op groen; 0-nul! Opnieuw proberen en nu kwam het balletje op rood. Smislov ging naar de volgende ronde.’
‘Het schaakbord is een van die slagvelden waarop de duivel actief is, al vindt de werkelijke strijd plaats in de harten van mensen. Ik geef het maar even door, het is maar dat u het weet. Een wereldkampioen is per slot niet de eerste de beste.’
‘Smislov was ook een probleemcomponist en een bedenker van eindspelstudies.. De meeste daarvan – 52 in totaal- heeft hij gebundeld in een klein boekje dat eenvoudig Mijn Studies heet. Vervolgens behandelt hij vier van zijn studies.’ Hieronder de tweede die hij behandelt. (Deze studie komt ook voor in ons artikel naar aanleiding van zijn overlijden. Klik hier.)
‘Je zou niet zeggen dat wit met zijn versprokkelde stukken maat gaat zetten, maar dat is toch het geval. 1. Ld8+ Kb4-b4 2. a3+ Kc5 3. Txf6 gxf6 4. Kc3 d5 5. e5 fxe5 6. exd4+ 7. exd4+ Kb5 8. a4 mat.
E-columns op internet
Hans Ree , 14 april 2010
Zijn e-column ‘ Angst geeft vleugels’ begint met :
‘Op de site van de KNSB stond een interview met David Miedema (20 jaar oud), omdat die net een belangrijk open toernooi had gewonnen en ruim een grootmeesternorm had gescoord.
De titel van het stuk was: Miedema heeft een gebrek aan zelfvertrouwen nodig.
Ik kon me er levendig in verplaatsen, want dat had ik vroeger ook. Als ik pessimistisch gestemd was speelde ik goed. Miedema zei: ‘Omdat ik besefte dat ik tegen iedereen een verliezende zet kan doen, speelde ik beter dan ooit.’’
Voor de volledige e-column klik hier