Schaakrubrieken 12 juni 2010
INTRO
Verloting boek van Hans Ree
De verloting heeft deze week plaatsgevonden en de tien prijswinnaars zijn op onze site bekend gemaakt.
Nieuwe actie
Deze week start er een nieuwe actie met een nieuw boek waarbij weer 10 boeken zullen worden verloot.
Hans Ree
Uit zijn rubriek’ Schaker gevraagd in Berlijn ’ enkele citaten :
‘In de Warschauer Strasse in Berlijn zag ik achter de etalageruit van een kledingwinkel een papier met de tekst: schaker gezocht. Uurloon één euro plus koffie.
Ik kon mij voorstellen dat een schaker nuttig kon zijn voor de bedrijfsvoering. Een vrouw die kleren uitzoekt neemt daar zorgvuldig de tijd voor. Haar man wil meestal het liefst zo snel mogelijk de winkel uit, maar in deze winkel dringt hij niet aan, want hij is verdiept in een spannende schaakpartij.’
‘De volgende dag liep ik weer langs de kledingwinkel. Het papier met de schaakvacature was er niet meer. Zouden ze iemand hebben gevonden , die nu misschien in de winkel al bezig was?
Ik ging naar binnen, maar daar werd niet geschaakt. De winkelier legde uit dat die schaker niet voor de winkel was bedoeld maar voor een zieke man die aan de overkant van de straat woonde.’
Hij behandelt de partij Anish Giri – Peter Svidler uit de Franse clubcompetitie. ‘Een principiële strijd. Giri speelt een door hem geliefde variant tegen Peter Svidler, vijfvoudig kampioen van Rusland en juist in deze opening tot de tanden gewapend.’
Na de 29ste zet van zwart zag de stelling er als volgt uit:
‘Zwarts stukken zijn oppermachtig. 30 Ta2 Lc3, 31 Kd1 Lc4.
Wit gaf op.’
De schaakopgave deze week was een stelling uit de partij Guillermo Soppe – M. Ruben Zacarias, Paraguay 2010.
Gert Ligterink
Voor zijn rubriek ‘Karpov in eigen land nog niet vergeten’, de behandeling van de partijen Sutovsky – Onischuk (Poikovsky 2010) en Riazantsev – Sokolov en het naspelen hiervan. klik hier.
Hans Böhm
Zijn rubriek ’Veel kandidaten op NK’ begint met:
‘Het NK is gisteren van start gegaan en het is een van de meest boeiende NK’s. Waarom? Omdat er vijf kandidaten zijn voor de hoofdprijs. In de tijden van Max Euwe (twaalf keer tussen 1921 en 1955), Jan Timman (negen keer tussen 1974 en 1996) en Loek van Wely (zes keer tussen 2000 en 2005) had een NK een andere charme: wie gaat het de gedoodverfde winnaar moeilijk maken? Maar nu in 2010 zijn er vijf grootmeesters die op voorhand een reële kans maken: Smeets, L’Ami, Giri, Reinderman en Van Wely.’
Hij behandelt de partij L. van Wely – S. Shankland uit Canada (Chicago Open 2010, negende ronde)
Hiermee won Loek van Wely dit toernooi met 7,5 uit 9, Adams, Najer, Mikalevsky en Stocek behaalden ieder 7 uit 9.
Bab Wilders
Voor zijn schaakrubriek met een tweezet van W. Schiff , met boekbesprekingen en een analyse van een partij tussen Haslinger en Hammer klik hier
Henk Prins
Hij begint zijn rubriek met : ‘In schaaktoernooien komt het voor dat beide spelers van een partij een wending missen, terwijl de omstanders iets moois zien waardoor vaak het resultaat van de partij anders zou zijn geweest. Zoiets kwamen we begin dit jaar tegen in de laatste ronde van het Corustoernooi. De grootmeesters Shirov en Dominguez kwamen remise overeen terwijl Shirov met wit had kunnen winnen.’ Vervolgens toont hij dit aan met de partijstelling.
‘Het besluiten tot remise in een gewonnen stand waarbij beide spelers iets over het hoofd zien , komt zelfs voor bij wereldkampioenen.’ Hij behandelt een stelling uit de partij Bouwmeester – Botwinnik (Wageningen 1958). De stelling was als volgt na de 30ste zet van wit.
Grootmeester Salo Flohr zag echter een fraaie winstmogelijkheid voor Botwinnik , de wereldkampioen.
30. .. Tb1, na 31. Dxb1 Pxe3+, 32.Kg1 Dxf3 en ondekbaar mat.
Rini Kuijf
Uit zijn rubriek ‘Dagschaak’ opgave A5193 voor beginners.
Hans Ree , 10 juni 2010
Zijn e-column ‘ Nicolas Rossolimo ’ begint met :
Zoals er mensen zijn die op vakantie dikke boeken meenemen waarvoor ze thuis geen tijd hebben, en op vakantie meestal ook niet, zo neem ik altijd het meest recente nummer mee van EG, het blad van ARVES, de Alexander Rueb Vereniging voor Schaakeindspelstudie.
Je kunt er zorgeloos mee op een onbewoond eiland aanspoelen en het zal heel lang duren voor het blad grondig bestudeerd is en je naar redding gaat uitkijken.
Het bloed kruipt waar het niet gaan kan. Hoewel ik gevoelig ben voor de schoonheid van de studie, kijk ik toch altijd het eerst naar artikelen die met het partijschaak te maken hebben.
In het aprilnummer staat een stuk van Alain Pallier over Nicolas Rossolimo (1910-1975), die weliswaar een aantal eindspelstudies heeft gemaakt, maar in de eerste plaats partijspeler was. Volgens de statisticus Jeff Sonas was hij omstreeks 1950 de 23ste van de wereld.
Voor de volledige e-column, de laatste studie van Rosolimo en de oplossing hiervan klik hier.
