Column 17: Krankzinnige nachten in Kopenhagen
In de jaren ’80 trok ik vele malen Europa in om toernooien te spelen. Zo ben ik meermalen neergestreken in Kopenhagen waar ik deelnam aan het toernooi om de Politiken Cup. Als ik goed geïnformeerd ben, bestaat het toernooi anno 2010 nog altijd. Het evenement vindt, net als toen trouwens, meestal in de zomer plaats. Ik heb hierover al eens eerder een column geschreven getiteld “Checky baby”.
Als student was ik in die tijd een van de weinigen met een rijbewijs, dus veel van mijn schakende generatiegenoten reden maar al te graag mee. Ik kan me herinneren dat we in Duitsland met de auto de boot opgingen. Toen de boot na een tijd aan de overkant wilde aanmeren, ging in die tijd tijdens het varen de laadklep al open. Dat is tegenwoordig ten strengste verboden, sinds er een flinke ramp mee gebeurd is. Wij stonden met een paar man naar buiten te kijken hoe de boot naar de kade voer. Een van ons stond angstvallig dichtbij de rand, waarop een ander hem waarschuwde. “Zou je daar niet snel weggaan? Stel dat de boot de rand raakt, dan val je misschien in het water”. Het laconieke antwoord was: “Geen enkele reden voor. De hoek van inval is de hoek van terugkaatsing, dus als de boot de rand raakt, val ik alleen maar terug het schip in, onmogelijk om naar voren te vallen”. Waarop de ander riep: “Famous last words…”
Een ander grappig voorval was dat we ’s morgens op een mooie zonnige dag over een prachtige boulevard liepen en daar plotseling een man zagen zitten aan een schaaktafeltje. Hij zat om geld te spelen tegen het publiek. We keken het eens aan en constateerden dat de man niet bijzonder sterk was; in elk geval wel goed genoeg voor de meeste voorbijgangers om ze geld afhandig te maken. Ik was in gezelschap van een paar snelschaakfreaks die het graag ook even wilden gaan proberen. Een van hen was zo gemeen om de eerste paar potjes expres te verliezen om vervolgens zijn slag te slaan. Toen nummer twee daar ook nog eens dunnetjes overheen ging, vond de man het wel genoeg. Hij borg zijn schaakstukken op, klapte zijn tafeltje op en vertrok. Terwijl hij wegging informeerde hij nog even hoe het kwam dat hij zo smadelijk had verloren. Het antwoord was dat er een sterk bezet open schaaktoernooi in de stad gespeeld werd. De volgende ochtend zagen we hem weer zitten, ditmaal met een gitaar om geld op te halen. Het schaakbord liet hij deze week wijselijk thuis.
In 1983 ging ik met mijn Amsterdamse schaakmakker Gert-Jan de Boer naar Kopenhagen. Om de kosten te drukken deelden wij een hotelkamer. Dat heeft hij geweten! In dit pre-computertijdperk konden partijen nog afgebroken worden. Als ik me goed herinner was het speeltempo 2½ uur per speler voor veertig zetten. Nadien moest men 16 zetten in een uur doen en zo verder.
Het zal de jongere garde wat vreemd in de oren klinken, maar na een zitting moest een van beide spelers een zet in een enveloppe stoppen. Dat heette toen heel deftig het afgeven van een zet ‘onder couvert’. Beide notatiebiljetten verdwenen in dezelfde enveloppe en twee uur later ging de partij dan weer verder. Als na twee uur spelen, of afhankelijk van het speelschema in het toernooi na vier uur spelen de partij nog niet beëindigd was, werd opnieuw afgebroken en moest men ’s morgens om 10.00 uur weer verder voor een nieuwe zitting van twee uur. Het kon gebeuren dat de partij dan nog bezig was, zodat men ’s middags met een voorlopige uitslag voor een nieuwe ronde werd ingedeeld. Dit kwam echter bijna nooit voor, maar in het toernooi waar ik in 1982 in Kopenhagen speelde voltrok zich een dergelijke monstervertoning. Tegen de Poolse meester met de onuitsprekelijke naam Pokojowczyk, had ik enorm veel mazzel dat de man vlak voor de 40ste zet in totaal gewonnen stelling een stuk verblunderde. Maar wat er daarna gebeurde tart elke beschrijving.
Zwart staat verloren: twee pionnen achter bij slechte stelling. In tijdnood is mijn tegenstander zo vriendelijk om een stuk weg te geven.
35. Te8? b5! 36. Lb8 bxc4 37. Lxe5+ Kf7 38. Tc8 Pe2+ 39. Kb1 Lxe4
Aardig is dat zwart zijn pion op c4 kan behouden omdat 40. Txc4? faalt op 40. … Td1+ 41. Ka2 Ld5.
40. Tc7 Txc7 41. Lxc7 Pd4 42. Kc1 Pxc2 43. Kd2 Pa1 44. Kc3 Ld5 45. Kb4 Kg6 46. Ka3 Kxg5
Hier werd de partij voor de eerste keer afgebroken en ik moest die avond verder spelen. We hadden twee uur om te eten en om te analyseren. Gert-Jan was uiteraard bereid om een handje uit te steken bij het doorgronden van deze stelling.
47. La5
In de analyse hadden we gevonden dat de witte koning in de hoek moet blijven.
47. … Pb3 48. Ld8+ Kf5 49. Ka2
Ik besloot om na de hervatting in ieder geval door te spelen hoewel we geen winst hadden gevonden. Het is eigenlijk niet voor te stellen. Zwart staat een vol stuk voor, maar toch kan hij niet winnen, ondanks alle pogingen die we deden om een winst te vinden. Probeert u het zelf maar eens. Ik liet deze stelling onlangs (tijdens het WK-jeugd) zien aan grootmeester Chuchelov.
Die kon ook niet geloven dat zwart niet ergens de winst zou kunnen afdwingen…
Ik ging daarom bij de hervatting iets doen wat we niet bekeken hadden, namelijk mijn stukken maar eens in het centrum zetten. Wellicht dat ik dan tot nieuwe inzichten zou komen…
49. … Pd4 50. Kb1
Het is logischer om de koning op een zwart veld te houden: 50. Ka1.
50. … Ke4 51. Lf6 Kd3 52. Lg7 Le4
Een belangrijk moment. De witspeler heeft zich tot taak gesteld om de rest van de partij Lg7-f6-g7-f6 te spelen. Nu mijn stukken in het centrum staan heeft hij niet door dat ik een verborgen valstrik voor hem in petto heb. De enige zet op dit moment is 53. Ka1 (of 53. Ka1). Maar de heer Pokojowczyk is zich niet bewust van het gevaar.
53. Lf6?
Juist deze stereotype zet is fout. Uit het boek Petrosian’s Best Games speelde ik ooit een partij na waarin Petrosian een eindspel dat iets beter voor hem stond aan het uitmelken was. Hoewel de stelling objectief gezien binnen de remisemarge was, wist de oud-wereldkampioen na een groot aantal nietszeggende manoeuvres zijn tegenstander murw te spelen. Toen de opponent een zet speelde die hij al meerdere malen had gedaan, had Petrosian ervoor gezorgd dat op een gegeven moment juist deze zet de verliezende zet werd! Clarke, de auteur van het boek, schrijft helemaal lyrisch over deze geniale vondst. Zijn commentaar ‘Petrosian knows his man!’ was inderdaad ook van toepassing op het geval in mijn partij.
Het gaat om de volgende stelling waarin Petrosian zijn tegenstander begint ‘uit te zitten’:
Sefc – Petrosian, Wenen 1957.
75. Kf1
Biograaf Clarke: “This loses the game! Here 75. Kg1! was necessary, so as to answer 75. … Thg5 with 76. Kh2. White had fallen, or been induced, into the habit of mechanical thinking, and pays the penalty. The fatal difference between having the King on h2 and f1 is not long in being felt.”
75… Thg5 76. Tf2 Kc6 77. Td2 Kc7 78. Tf2 Pe6 79. Tee2 Pf4 80. Td2 Kc6 81. exf5 gxf5 82. Ld1 Tg7 83. Lc2 T3g5 84. Ld3 Kd7 85. Lc2 Ke6 86. Ld3 Tg3 87. Lc2 Tg8
88. Ld3?
Clarke: “Petrosian knew his man and was expecting this. After 88. Lb1 the winning method consisted in … Td8 followed by … d5 and a general invasion by the black army. Now it is rapidly over.”
88. … e4 89. fxe4 Pxd3 90. Txf5 Pc5 91. Tfd5 Txb3 92. Txd6+ Ke7 93. T6d4 Tc3 94. e5 b3 95. Txh4 Tc1+ 96. Kf2 b2
0-1
We keren nu terug naar de partij, waar ik achter het bord ineens een geweldige ingeving kreeg. Met voorgaande fragment in het achterhoofd en de winstmethode scherp op het netvlies, zag ik ineens wat ik kon doen.
53. … Pe6!!
Een wonderbaarlijke zet die zwart nu wel de winst verzekert. In de wereld van de eindspelstudies wordt van dominantie gesproken. De essentie is dat de witte loper niet meer in voldoende zetten op de diagonaal c1-h6 kan komen waardoor hij niet kan verhinderen dat de zwarte koning veld c1 bereikt. Met de koning op c1 kan zwart met … Lb1 werken waarna er een matbeeld met het paard mogelijk wordt. Het is de enige manier om de witte koning de hoek uit te drijven. Pas als de koning verjaagd is, kan zwart proberen de ‘vesting van pion b2 en loper op de lange diagonaal’ te doorbreken.
54. Le5 Kd2+ 55. Ka2 Lc2 56. Lf6 Kc1
Nu zou wit een schaakje moeten kunnen geven, maar dat is hem niet gegeven door het wonderbaarlijke paard op e6. Zo zie je maar weer wat voor fraais er in het eindspel allemaal te vinden is.
57. Le5 Lb1+ 58. Ka3
Noodzakelijk, want 58. Ka1?? gaat mat in drie zetten: 58. … Pc5 59. Lf4+ Kc2.
58. … Kc2
Essentieel, want wit stond klaar om met b2-b3 zwarts laatste pion af te ruilen. De merkwaardige constructie Kc2/Lb1 dient ervoor om de witte koning uit de hoek te houden, waardoor zwart straks in staat is om pion b2 (het potentiële doelwit) te gaan belagen.
59. Lf6 Kd3
Dit kan zwart zich permitteren omdat b2-b3 met c4-c3 wordt beantwoord.
60. Le5 Pd4 61. Lf6 Pc2+ 62. Ka4 La2
Op systematische wijze wordt de witte koning verder weggedreven.
63. Lg7 Lb3+ 64. Kb5
Zwart heeft flink wat vorderingen gemaakt. Toch moet hij zich nog in allerlei bochten wringen om verder te komen. In de volgende fase dient de koning naar a2 te gaan gevolgd door een paard naar d1 waarna pion b2 niet meer te dekken is.
64. … Pd4+ 65. Kb4 Pf5!
Weer maakt zwart misbruik van de actuele positie van de loper.
66. Lf6 Kc2 67. Le5 Pe3
Zeer nauwkeurig want anders krijgt zwart het paard niet zo eenvoudig op de juiste velden.
68. Ld4 Pd5+
Noodzakelijk, want het is nog te vroeg voor … Pd1. De witte koning blijft dan op a3 op wacht staan. Om hem daar weg te krijgen moet zwart met de matdreiging … Pc2 gaan werken.
69. Ka3
(zie analysediagram)
Bovengenoemd plan was door mij en Gert-Jan de Boer nauwgezet uitgewerkt. Een logisch vervolg is nu: 69. … Kb1! 70. Lc5 (Als de loper van de diagonaal g1-a7 af gaat volgt … Pe3.) 70. … Pf4 71. Ld4 (Of 71. Lb4 Pg2 72. Ld2, zie analysediagram:
Zo domineert wit het paard.) 72. … Ka1!! (Tempodwang. Zwart kan niet verhinderen dat ofwel het paard naar c2 komt, ofwel de koning veld a2 bereikt, hetgeen de uiteindelijke bedoeling was.) 71. … Pg2! (en het paard komt via e1 of e3 op c2.) 72. Lg7 Pe3 73. Kb4 (Nu de koning uit zijn veilige schuilplaats gejaagd is kan zwart zijn winstplan vervolgen met) 73. … Ka2! 74. Kc3
zie analysediagram:
74… Pd1+ (De sleutelzet van het gehele plan.) 75. Kd2 Pxb2 (Vervolgens dient zwart zijn stukken te hergroeperen zodat hij de pion naar voren krijgt. Op een gegeven moment moet wit daar dan zijn loper voor geven waarna het matzetten van loper en paard tegen koning kan beginnen. We zijn dan weer zo’n veertig zetten bezig om dat voor elkaar te krijgen. Zet 150 zal ik wel gehaald hebben in deze partij!
69. … Kd3?
Omdat de partij inmiddels al heel wat uurtjes had gevergd en ik tussendoor nog andere partijen zat te spelen, wilde ik het winstproces versnellen. Hoewel ik de zekere winst uit onze analyse al had kunnen spelen, meende ik tijdens de partij dat het veel sneller kon. De constatering: de witte koning staat pat deed me ertoe besluiten hem maar gewoon mat te gaan zetten. Snel formuleerde ik een nieuw plan: Koning naar b5, paard omspelen naar c2 en mat! Zo gezegd zo gedaan.
70. Lg7 Ke4 71. Lh6 Ke5 72. Ld2 Kd6 73. Lg5 Kc6 74. Lh6 Kb5 75. Ld2
Hier werd de partij opnieuw afgebroken en was ik erg tevreden over mijn afgegeven zet.
75. … Pe7
Het paard dreigt nu via drie velden (c6, d5 en f5) op een of andere wijze op c2 binnen te dringen. Kortom: daar zal toch geen kruid tegen gewassen zijn. Maar Gert-Jan de Boer hielp me snel uit de droom. Wit moet 76. Le1!! spelen om op elke paardzet te kunnen domineren. Zwart heeft geen tempozet met de koning omdat hij dan een schaakje aan zijn broek krijgt. Eigenwijs nam ik een pen en papier en begon diagrammetjes te tekenen. Ik had wel eens iets gehoord van pionneneindspelen met corresponderende velden. Je kon dan nummertjes zetten op velden die met elkaar corresponderen (zie voorbeeld).
Je hoeft dan met de koning alleen maar naar velden te lopen waarop de tegenstander geen corresponderend cijfer heeft staan. Kortom, een beetje wiskunde op zijn tijd kan geen kwaad. Zo gezegd, zo gedaan. Maar ook na vele koppige velletjes met diagrammen en cijfertjes verder kwamen we tot de conclusie dat het NIET mogelijk was.
Gelukkig had Gert-Jan nog een positief bericht: "Je hebt altijd nog je oude winstplan". Grrrrr… En tegelijkertijd schoot mij de schrik om het hart. "Hoe zit het dan met de 50-zetten regel?" Een blik op mijn notatiebiljet leerde dat ik op zet 46 de laatste slagzet had gedaan. Pionzetten zouden er in deze stelling niet meer gespeeld worden, dus de eerstvolgende slagzet moest dan Pxb2 worden en daar had ik tot zet 96 voor. Een beetje onhandig manoeuvreren met het paard zou echter grote problemen veroorzaken, dus besteedden wij er die nacht tijd aan om uit te zoeken hoe ik zo efficiënt mogelijk met de koning op weg naar b1 kon gaan, ondertussen het paard op handige wijze meenemend richting c2. En met de moed der wanhoop ging ik de volgende ochtend weer aan de slag. Uiteraard had mijn tegenstander de juiste zet in de enveloppe gestopt:
76. Le1!!
Mijn tegenstander had zijn huiswerk dus ook goed gedaan.
76. … Pc6 77. Lc3 Kb6
Ik probeerde nog even een driehoekje, je wist het maar nooit.
78. Lf6 Kc5 79. Ld4+!
Maar hij is op zijn qui-vive.
79. … Kd5 80. Lg7 Ke4 81. Lf6 Kd3 82. Lg7 Pd4!
Dan is het nu tijd om het paard op een slimme wijze ‘mee te nemen’. De volgende manoeuvres hadden we al eerder bedacht, dus die kon ik zonder al te veel problemen op het bord brengen.
83. Kb4 Pc2+ 84. Ka5 Pe3 85. Kb4 Kc2 86. Ld4 Pd1 87. Ka3 Kb1 88. Lg7 Pe3 89. Kb4 Ka2 90. Le5 Pd1 91. Lf6 Pxb2
Met een zucht van verlichting heb ik eindelijk de pion van b2 eraf gehaald. Precies vier zetten over gehouden voordat de 50-zettenregel in werking treedt, oef! Mijn tegenstander was zo sympathiek (of was hij murw?) om het hier op te geven. Waarschijnlijk was hij mij onderhand beu. We hadden anders tenminste nog een of meer zittingen tegenover elkaar moeten zitten…
0-1
Overzicht columns van Herman Grooten
Onze medewerker Herman Grooten heeft vele jaren door de wereld gezworven om toernooien te spelen. Daarbij maakte hij van alles mee. Toernooien waar het licht uitviel, tot televisieoptredens in de Surpriseshow van Hennie Huisman. Hieronder een overzicht van zijn columns op deze site.
Veel leesplezier!
Machiel de Heer laat weten dat hij de huidige tablebases (met 7 stukken) eens heeft losgelaten op dit eindspel. En wat blijkt: "Met de voortschrijdende techniek is het altijd wel aardig om "oude" (de 7-stukken database was toen nog niet of niet makkelijk beschikbaar denk ik) analyses nog eens opnieuw te bekijken. Je merkt correct op dat 53. Lf6 verliezend is, maar je antwoord 53…, Pe6 is remise (54. Lc3!). Winnend is wel 53…, Kd2!", aldus De Heer.