Schaakrubrieken 23 april 2011
Schaaksite.nl is een site voor iedere geïnteresseerde in het schaken. Daarom mag aandacht voor de schaakrubrieken in de landelijke bladen niet ontbreken. In de afgelopen jaren zijn helaas veel schaakrubrieken veelal wegens bezuinigingen verdwenen. Schaakrubrieken die nu nog over zijn moeten worden gekoesterd en op deze manier geven wij meer aandacht aan dit goede werk.
INTRO
Max Pam in weekblad HP De Tijd
Deze week bespreekt Max Pam het boek van G.H. Hardy getiteld : Apologie van een wiskundige. Hij gebruikt hiervoor de volgende koppen boven zijn boekbespreking :
Het genie van een tweederangs denker
G.H.Hardy was een even briljant als excentriek wiskundige. Zijn apologie is bij vlagen ontroerend, en zelfs te bevatten voor de leek.
Ik noem dit hier omdat ik het begin van zijn boekbespreking wel aardig vond. Dit ging als volgt:
‘ Het is mijn ervaring dat de schaakrubriek in kranten vaak wordt gelezen door mensen die zelf nauwelijks kunnen schaken. Zulke lezers slaan de zetten voor het merendeel over, maar nemen met grote belangstelling kennis vanb het begeleidende stukje, dat gaat over schakers en hun onderlinge competitie.
Het is ongeveer met die houding dat ik van G.H. Hardy het boekje Apologie van een wiskundige tot me heb genomen. Van wiskunde weet ik weinig. De stelling van Pythagoras herinner ik me van de middelbare school. Later heb ik nog eens geprobeerd iets van topologie te begrijpen – de wiskunde van de kauwgomachtige voorwerpen- maar al snel moets ik het opgeven. Toch heb ik ongelooflijk genoten van Hardy’s verdediging van de wiskunde.’
G.H. Hardy werd door zijn tijdgenoten geprezen als ‘een echte wiskundige, de zuiverste in zijn soort’. Deze ‘apologie’, die Hardy schreef toen zijn wiskundig talent tanende was, is een aangrijpend verhaal over de schoonheid en het nut van de wiskunde en geeft een treffend beeld van het leven en denken van een ware wetenschapper.
Vals spelen
Deze week stond er een stukje in het Nederlands Dagblad dat er op neer kwam dat wie moe of gestrest is, vaker vals speelt.
‘Het vermogen om onderscheid te maken tussen goed en slecht valt weg als de zelfdiscipline opraakt. Dat gebeurt niet bewust maar is een gevolg van de mentale vermoeidheid.’ Dit stelt dr. Nicole Mead van de Universiteit van Tilburg.
Zou dit ook van toepassing zijn op schakers?
Canon van het schaken
Johan Hut gaat voor onze site de vensters beschrijven voor de canon van het schaken. Een van de beschreven vensters gaat over Hans Ree. Wekelijks besteden wij aandacht aan zijn schaakrubriek in NRC Handelsblad en ook aan zijn boek Mijn schaken hebben we veel aandacht besteed.
Hans Ree
Zijn rubriek ‘Oude schakers ’ begint met:
‘Hoe ouder een schaker is, hoe groter de kans dat hij Emanuel Lasker als de grootste aller tijden beschouwt, zei de Russisch- Amerikaanse grootmeester Lev Alburt eens. Lasker (1868-1941) kon het in 1936, toen hij 67 jaar oud was, nog opnemen tegen zijn opvolgers als wereldkampioen. Hatelijke begrippen als babyboomers en houdbaarheidsdatum bestonden nog niet; Lasker was een lichtend voorbeeld voor iedereen die niet voortijdig in zijn kist wil kruipen.
Tegenwoordig is dat voorbeeld Viktor Kortchnoi, die 80 jaar is en dezer dagen meedoet aan het Donoistia Open in San Sebastian, waar hij op het moment dat ik dit schrijf 5,5 uit 7 heeft. Kort geleden klaagde hij in een interview dat hij alleen nog maar als curieus fenomeen wordt beschouwd. Er is bewondering alom voor zijn uithoudingsvermogen, hij is overal welkom als eregast, maar uitnodigingen om in mooie toernooien meet te spelen, die waren er volgens hem niet meer bij. Ja, voor het wereldkampioenschap van de senioren boven de zestig jaar, dat wel, maar daar had hij geen zin in.’
Hij behandelt de partij Gata Kamsky – Varuzhan Akobian, Saint Louis, Amerikaans kampioenschapo 2011.
De schaakopgave deze week is een stelling uit de partij Joshua Friedel – Vishal Sareen, Reykjavik Open 2011. Zie hieronder.
‘Oplossing: 1.Ph5 en zwart gaf op. Na 1…gxh5 2.Dh6 gaat hij snel mat en na 1…Lxf6 2.Pxf6 verliest hij door de dreiging 3.Dh6 zijn dame.’
Gert Ligterink
Zijn rubriek´Nish Giri levert nuttige bijdrage in Russische competitie ´ begint met:
‘Zorgen over de nabije toekomst van Anish Giri hoeven we ons niet te maken. Zo groot is het aantal uitnodigingen voor interessante toernooien dat zijn agenda tot in juli is volgeboekt. Op dit moment speelt hij in het vakantieoord Olginka in de buurt van Krasnodar in het teamkampioenschap van Rusland. In de komende maanden volgen toernooien in Malmö en Dortmund en het NK in Boxtel.
Op de een of andere manier lukt het Giri ook nog een tweede leven te leiden. `Na een korte maar belangrijke periode op school ga ik me binnenkort weer aan het schaken wijden’, schreef hij onlangs op zijn website. Wat een heerlijke school. Jaloers dacht ik terug aan mijn oude rector die de zaterdagochtendlessen veel belangrijker vond dan de uitwedstrijden van mijn club in de nationale competitie.
In Olginka vertegenwoordigt Giri HSM-64 uit Moskou. Met acht grootmeesters, die een gemiddelde rating van ruim 2700 punten hebben, is het geen slecht team, al zou Sint Petersburg, met Ivanchuk en Svidler aan de eerste borden, volgens de ratingcijfers nog iets sterker moeten zijn.’
Voor de volledige rubriek, de behandeling van de partijen Najer – Levin en Giri – Grisjenko Kortsjnoi en het naspelen hiervan klik hier.
Hans Böhm
Zijn rubriek]’De sterkste clubcompetitie’ begint met:
‘De sterkste clubcompetitie speelt zich natuurlijk af in Rusland. Op dit moment loopt die krachtmeting af, die om redenen van afstand in een keer wordt verspeeld van 11 tot en met 23 april in Olginka, dat dicht bij Sochi ligt. Het evenement wordt gehouden op een militair-industrieel complex; de hoofdsponsor houdt zich bezig met de ontwikkeling van verdedigingswapens tegen lucht- en ruimteaanvallen. De foldertekst spreekt van ‘de aanwezigheid van een techniek die het hele idee van een aanval op ons land op voorhand moet uitsluiten’, of zoiets. Dit bedrijf, GSKB Almaz-Antey, werd opgericht in 1947 en het eerste resultaat was het anti-raketschild van Moskou en omstreken in 1955 en de laatste prestatie was in 2007 met een anti-raketsysteem voor lange afstand aanvallen. Schaken en oorlog, werd iedere oorlog maar beslist op het schaakbord. Er zijn vele overeenkomsten in denken: doorwrochte strategie, diep vooruitdenken, gedisciplineerd time-management, het gebruik van fantasie in moeilijke situaties, gecalculeerde risico’s, offeren voor een hoger doel, inleven in de tegenstander, aanvoelen van gevaar, de juiste balans tussen aanval en verdediging en nog zo wat. Maar de vergelijkingen blijven academisch, bij ons vloeit geen bloed.’
Voor de volledige column klik hier.
Bab Wilders
Voor zijn schaakrubriek met een driezet , met boekbesprekingen en een analyse van de partij Tal – Champion Klik hier.
Henk Prins
Zijn rubriek begint met :
´In veel kranten verscheen vorige maand een artikeltje dat wereldkampioen Anand bij een toernooi van een 10-jarige Oezbeeks talent had verloren. Het opmerkelijke bericht meldde dat "de 10-jarige Temoer Igonin zelfs de Indiase grootmeester schaakmat zette.”
Igonin wordt beschouwd als een wonderkind. Hij won dit voorjaar al de Aziatische jeugdkampioenschappen. De bron van het bericht was het Oezbeekse persbureau Ria Novosti.
De krantenkoppen zoals “Wereldkampioen schaken verliest van kleuter” zullen voor Anand en zijn fans niet plezierig zijn geweest. Onderzoek wat er nu precies in Tasjkent is gebeurd gaf duidelijkheid. Anand heeft de partij niet verloren in een toernooi maar in een simultaanseance met 20 jeugdtalenten in Oezbekistan. Blijkbaar toch een ander verhaal dan hetgeen het persbureau ons wijs wilde maken.´
Ook verloor Anand in de seance van jeugdkampioene Hulkar. De volgende stelling kwam hier op het bord:
Anand speelde hier 27. Lb4xd6? c7xd6 28. Ta7xf7 De6xf7 en 29. Pe4xd6. Met welke zet weerlegde Hulkar het plan van Anand?
Max Pam
Zijn rubriek ‘ Wat mag een beroemd bord kosten’ begint met :
‘Het Amerikaans kampioenschap, dat momenteel aan de gang is, geeft mij de gelegenheid enige wederwaardigheden over Bobby Fischer te vertellen. Zo is onlangs het schaakbord geveild, waarop Fischer in 1972 de derde matchpartij tegen Spasski heeft gewonnen. Dat is zo’n beetje de belangrijkste partij uit ijn leven geweest. Fischer had de eerste partij verloren en in de tweede partij bleef hij weg, zodat hij met 2-0 achterstond. Als hij weer niet zou opdagen, was de hele match verloren geweest. Maar Fischer kam wel, al stond hij erop dat er in een zijkamertje zou worden geschaakt. Het was een ongelooflijk pandemonium van zenuwachtige mensen, die zich er allemaal van bewust waren dat zij op dat moment deel uitmaakten van de schaakgeschiedenis.
Fischer won die derde partij in grootse stijl. Het was het keerpunt. Ik ben daar toen bij geweest in Reykjavik, en ik droom nog wel eens van dat duel.’
(…) Wat had ik ontzettend graag dat bord met die stukken gekocht! Maar dat zat er niet in. Op de Philip Weiss veiling in New York bracht de schaakset 76.275 dollar op, dus moet ik even passen.
Hij behandelt de partijen Kamsky – Akobian, Stripunsky – Robson en Christiansen – Seirawan van het Amerikaans kampioenschap 2011.
Rini Kuijf
Uit zijn rubriek ‘Dagschaak’ opgave A5461 voor beginners en B5461 voor gevorderden.
Gert Ligterink, 20 april 2011
Zijn e-column´Eén enkele partij´ begint met :
´Vroeger, voordat de Elo-rating bestond, was het mogelijk op grond van één enkele partij een uitnodiging te krijgen voor het mooiste toernooi ter wereld. Ruim vijftig jaar geleden mocht de Indiër Manuel Aaron meedoen aan het Hoogovenstoernooi in 1962 omdat hij twee jaar eerder tijdens de olympiade in Leipzig Euwe had verslagen. Aaron presteerde weinig in Beverwijk, maar hij wist de laatste plaats te ontlopen.
Ik moest aan Aarons invitatie denken tijdens het Europees kampioenschap in Aix-les-Bains. Het duurde lang voor dat toernooi mij in zijn greep kreeg. Ik volgde de Nederlanders tot duidelijk werd dat ze geen rol van betekenis zouden spelen. Daarna verflauwde mijn belangstelling zo ernstig dat ik soms vergat naar de uitslagen te kijken, laat staan naar de partijen.´