Extra brut!
Wat kan ik als captain van het zegevierende bekerkwartet van HMC Calder nog toevoegen aan de gedetailleerde verslagen die al op de heuglijke dag zelf verschenen op de website van de organiserende (en jubilerende) vereniging BSG? Hmm, misschien de vijf redenen waarom wij op Hemelvaartsdag voor de tweede keer in onze geschiedenis de KNSB-beker naar huis mee kon nemen.
De eerste is de loting. Als je kunt kiezen tussen HSG (2542), SC Utrecht (2389) en Amersfoort (2279), wat kies je dan? Nu valt er bij de KNSB-beker niets te kiezen, maar we kregen van hoofdarbiter Jan van den Ende Amersfoort toebedeeld. Een hoopgevend begin.
Op papier. Want a) Amersfoort beschikt over Matthew Sadler. Toen hij ophield met professioneel schaken was hij ongeveer 15e van de wereld. Niveau Jeroen Piket. Steengoed dus. En b) Amersfoort heeft in de voorronde bijna steevast 2-2 gespeeld om vervolgens toe te slaan bij het vluggeren. De marsroute was dus duidelijk: Jeroen Bosch mocht het keepen tegen Sadler opknappen en de rest moest 2,5 uit 3 halen. Aan bord 2 en 3 lukte dat heel redelijk (we kwamen met 2-0 voor), maar dat kan niet van bord 4 gezegd worden.
De tweede is de uitvluggerfase bij Niels Ondersteijn. Zwart had gedurende een groot deel van de partij minder gestaan vanuit een gesloten Siciliaans en op zet 39 had wit winnend kunnen toeslaan met 39.c7 – passed pawns must be pushed! Wat later koos zwart voor het gooien van een bommetje (43…b5) in plaats van lijdzaam toezien hoe hij weggedrukt zou worden. Die strategie werkte wonderwel. Wit kon op verschillende momenten winnen, maar raakte met de haven in zicht volkomen de kluts kwijt (48.T1e2??) daar waar Niels perfect de kluts wist te vinden: 48…Txc7! Weg 2-2, weg vluggertjes, weg kansen – HMC in de finale.
Tegen HSG natuurlijk dat tegen Utrecht niet in de problemen was gekomen. Het stukoffer van Michielsen werkte niet en Jan Smeets toonde aan dat niet alle eindspelen met ongelijke lopers in remise eindigen. Stellwagen aan bord 4 had zelfs voor een grotere zege kunnen zorgen, als het op zet 39 zijn toren in veiligheid had gebracht. Zoals het ging was het slechts eeuwig schaak.
Winnen van HSG
In mijn verslag van de competitiewedstrijd HSG-HMC Calder ging ik uitgebreid in op de vraag of iemand dezer dagen kan winnen van HSG. Mijn kort-door-de-bocht antwoord luidde destijds: nee, als het erop aankomt niet.
Toch houd je hoop, maar niet als ik naar het wedstrijdformulier keek. Want zoals we gewend zijn trad HSG in Bussum op volle oorlogssterkte aan. Lennart Ootes, de webmaster van het, had zelfs uitgevonden dat de opstelling van de Hilversummers identiek was aan twee seizoenen geleden toen Smeets, Stellwagen, Nijboer en Vedder feilloos de bekerfinale wonnen. Smeets droeg zelfs een identiek T-shirt.
De derde reden is zet 15 van Jan Smeets. Hij produceerde 15.a3?. Deze zet ligt zo voor de hand, dat Karpov hem maar liefst twee keer toepaste. Andere prominente slachtoffers van deze truc op e4 zijn o.a. Predrag Nikolic en Daniel Fridman. Jeroen had het allemaal al eens in een Internetvlugertje gehad en schudde 15…Pxe4 fluks uit zijn mouw. Smeets een pion achter en spoedig ook bijna een uur op de klok. Vanaf dat moment werd langzaam duidelijk dat we bezig waren HSG te verslaan.
Dat hangt samen met de vierde reden. In de tijdnoodfase bood Daniël Stellwagen opeens remise aan. In een daad van lichte balorigheid had hij 1.e2-e4 van Twan Burg beantwoord met 1…Pc6. Ik stond erbij toen hij de zet uitvoerde en glimlachte in de richting van Jan Smeets, die toevallig net voorbij liep op weg naar zijn eigen bord. Verderop in de partij moet Daniël lichte spijt van deze actie hebben gehad, want de hele middag stond hij wat minder. Toen hij eenmaal een paard op d4 geplant had vond hij het klaarblijkelijk welletjes. Of was hij bezorgd om het feit dat Burg op a5 zou gaan slaan? In de feestvreugde achteraf ben ik het vergeten hem te vragen. Hoe dan ook, zelfs met de winst van Nijboer op Broekmeulen in een gecompliceerde Siciliaan (mooie revanche voor zijn hardhandige nederlaag uit de competitie) kon mijn gemoed niet verontrusten. Want naast Bosch hadden wij ons geheime wapen Niels Ondersteijn nog. Hij heeft nu zes keer tegen HSG gespeeld en zes keer tegen Vedder. Of was het zeven? Tot nog toe steeds met wit (Frans dus!), maar ditmaal voor de verandering met zwart. Dat verliep voorspoedig en in no time had hij de nadelen van de witte opstelling ragfijn aangetoond. Hoewel er in de technische fase van alles mis ging (dat heb je zo met weinig tijd op de klok, zelfs in het Fischer-tempo) en Niels met name de onmiddellijke winst middels 48…Te4 achterwege liet heb ik geen moment getwijfeld over de goede afloop, hoewel Henk in de analyse achteraf tot twee keer toe remise bleek te hebben kunnen maken.
Tsja, achteraf.
Ter afsluiting bij wijze van dooddoener nog nummer vijf: kampioen word je op de bank! Want een Final Four winnen is een, maar eerst moet je er komen. Hulde dus aan de acht spelers die ons ongeschonden door poule D wisten te krijgen. In uit- en thuiswedstrijden.
En de pluim van de dag gaat naar Dimitri van Leent, die ons namens Amersfoort een fles champagne aanbood. Extra brut!
Alle fragmenten en partijen via de viewer: