Belevenissen van een arbiter: Belevenissen in Hoogeveen
Het is weer oktober. En dat betekent dat in het gemeentehuis van Hoogeveen in het zuiden van de provincie Drenthe een start wordt gemaakt met de voorbereidingen voor het 15e Univé Schaaktoernooi, wat daar van 14 tot en met 22 oktober wordt gehouden. Het is een internationaal sterk bezet toernooi wat bestaat uit een Kroongroep, een Open groep en twee amateurgroepen. De Kroongroep kent weer een prachtige bezetting met oud-wereldkampioen Vladimir Kramnik (2791), sterkste nederlander Anish Giri (2722), sterkste vrouw Judith Polgar (2701) en de jonge winnaar van vorig jaar Maxime Vachier-Lagrave (2715). Ook de Open Groep staat garant voor top-schaak met zo’n 25 GM’s en IM’s aan de start.
Voor mij is het de zesde keer alweer, als ik half oktober de trein instap naar Hoogeveen, dat ik samen met collega Aart Strik de Open Groep voor mijn rekening mag nemen. Hoe ging dat in het begin? Ik kreeg de kans om stage te lopen bij de Open Groep voor mijn IA-titel. Ik moest zelf voor onderdak zorgen want de bungalows op het zeven kilometer van de speelzaal gelegen vakantiepark, waar de organisatie en veel spelers overnachten, waren vol. Het is geen ongebruikelijke situatie bij het volgen van stages om je eigen slaapplaats te regelen. Goed voor je zelfstandigheid, toch? Het was even zoeken en bellen zo kort voor het toernooi, maar uiteindelijk had ik een bed gevonden in Hoogeveen, op 25 minuten lopen van de speelzaal bij een alleenstaande man. Zijn telefoonnummer had ik van een bed & breakfastlijst van de VVV gehaald. Toen ik belde voor een slaapplaats was hij verbaasd dat hij nog op die lijst stond. “Eigenlijk wil ik er niet meer aan beginnen” was zijn voor mij niet bepaald bemoedigende antwoord, maar uiteindelijk kreeg ik toch te horen: “Nou, kom dan maar, ik doe het nog wel een keer!” Er viel een last van mijn schouders. Niets kon meer een verblijf in Drenthe in de weg staan!
Toen ik voor het eerst de perskamer van het toernooi in het gemeentehuis binnenliep op vrijdagochtend, een paar uur voor de eerste ronde, zaten Aart Strik en hoofdarbiter Koos Stolk de deelnemerslijsten door te nemen. Na de begroeting nam Koos gelijk het woord: “Jan, ik heb goed én slecht nieuws voor je!” Wat zullen we nu allemaal gaan beleven, was mijn eerste gedachte. Eerst het slechte nieuws dan maar. “Er is een arbiter ziek en dat betekent dat jij zo nu an dan naar boven moet om bij de amateurgroep assistentie te verlenen”. Wel, dat was niet bepaald slecht nieuws, het betekende alleen maar meer afwisseling bij de werkzaamheden, op voorhand geen straf! “En het goede nieuws is, dat er daardoor nu een plaats is vrijgekomen in de bungalows van de wedstrijdleiders op het vakantiepark, zodat je toch bij ons kunt overnachten!” Hier moest ik even over nadenken. Was dit goed nieuws? Op de een of ander manier kwam het zo niet bij mij binnen. Na een korte overpeinzing sloeg ik het aanbod beleefd af. Ik had net mijn eerste nacht bij mijn gastheer erop zitten, hij had zijn best gedaan om het mij naar miijn zin te maken en nu moest ik hem vertellen dat het bij één nacht bleef? Ik besloot te blijven waar ik was en heb daar geen spijt van gehad.
Mijn gastheer heette Arie Peeks, een ex-melkboer in Hoogeveen. Zijn vrouw was een paar jaar geleden gestorven en vanwege haar ziekte had hij aan de achterkant van zijn wat oudere twee-onder-een-kap woning met garage en ruime achtertuin een aanbouw laten plaatsen waar zijn slaapkamer en badkamer gesitueerd waren. Dit betekende dat ik op de eerste verdieping ‘alleenheerser’ was. Ik sliep in een ruime slaapkamer en buiten de douche waren er nog twee slaapkamers waar ik, als dat nodig was, nog wat bagage kwijt kon. Wel, dat was met zo’n slaapkamer niet nodig! Na drie jaar bij Arie te hebben gelogeerd ben ik toch maar overgestapt naar de bungalows, maar ik ben er niet op vooruitgegaan! Als laatst erbij gekomene werd het kleinste kamertje – de bezemkast – mijn deel. Mijn koffer moet ik op het bovenste bed van het stapelbed leggen, want ik heb geen ruimte om hem op de grond te zetten. Aan- en uitkleden moet ik met de deur open doen om mijn ledematen uit te kunnen laten zwaaien! Ik denk dan vaak met weemoed terug aan de zee van ruimte op die eerste verdieping in de Holtienstraat.
Ook het contact met Arie verliep uitstekend. We konden het goed met elkaar vinden. Vaak dronken we ’s avonds samen een biertje in de huiskamer als ik terug kwam na weer een schaakronde. Het gebeurde ook wel eens dat ik de lichten en de tv uit moest doen als laatst overgeblevene in de kamer. Ik heb hem wel een aantal keren horen zeggen: “Wat heb ik het toch getroffen met jou!” Mijn vrouw heeft dat mindere keren tegen mij gezegd in een veeeel langere periode. Maar ja, daar zal ik het wel naar gemaakt hebben. Als het regende en hij had tijd, dan reed hij mij naar het gemeentehuis en we hebben zelfs een keer een tour gemaakt rond Hoogeveen waarbij ik de bezienswaardigheden te zien kreeg in de omgeving. Het leek wel een ‘all inclusive arrangement’!
Ieder jaar brengt hij steevast een paar keer een bezoek aan het toernooi waarbij ik hem op koffie trakteer en een aantal van mijn consumptiebonnen schenk. Dat is een vast ritueel geworden en zonder de consumptiebonnen te geven kom ik niet van hem af! Ja, Ik heb het fantastisch gehad bij hem maar ik blijf er voor betalen! Wel, het is bijna weer zover. Voor de thuisblijvers is alles te volgen op www.univechess.nl. En Arie: de koffie staat klaar!