Canon (54): Nederland op de Olympiade
Nederland nam 36 keer deel aan de Olympiade, het grootste schaakevenement ter wereld. Een tweede plaats in 1976 was de hoogste klassering, een derde plaats in 1988 de meest opmerkelijke.
Bij de eerste officiële Olympiade, in 1927 in Londen, werd Nederland vierde. Hongarije, Denemarken en Engeland pakten de medailles, Tsjecho-Slowakije, Oostenrijk en Duitsland eindigden achter ons land.
De Sovjet-Unie (opgericht in 1922) deed pas in 1952 voor het eerst mee. Het Nederlandse team bestond in 1927 uit Euwe, Weenink, Kroone, te Kolsté en invaller Schelfhout.
In 1950 (Dubrovnik) en 1954 (Amsterdam) werd Nederland netjes vijfde en achtste, beide keren met Euwe, Donner, Van Scheltinga, Prins, Cortlever en Kramer, een sterk team. Nog sterker werd het team in de jaren zeventig: achtste in 1972, vijfde in 1974 en tweede in 1976. De Olympiade van 1976 in Haifa (Israël) werd om politieke redenen geboycot door de Sovjet-Unie en de andere Oostbloklanden. Dat scheelde, maar de Nederlanders waren ook enorm op dreef. Timman en Sosonko behaalden een individuele gouden medaille op het eerste en tweede bord, Ligterink en Kuijpers wonnen brons en Donner en Ree scoorden ook boven de vijftig procent. Nederland haalde de meeste matchpunten, maar de Olympiades werden altijd beslist op bordpunten en daarvan hadden de Verenigde Staten een half meer dan Nederland. Engeland eindigde als derde, voor Argentinië, Duitsland en Israël, toch een indrukwekkend rijtje schaaklanden. De strijd om de eerste plaats werd beslist in de allerlaatste partijen. Kuijpers kon een goede stelling tegen een Fin na meer dan honderd zetten net niet winnen. De laatst spelende Amerikaan kreeg tegen Wales in verloren stelling remise aangeboden, tot woede van de Nederlanders. Nooit was de kans van Nederland op Olympisch goud groter. Nederland had nota bene de onderlinge wedstrijd tegen de VS gewonnen.
Opmerkelijk was de derde plaats in 1988 in Thessaloniki, achter de Sovjet-Unie en Engeland, maar voor de VS, Hongarije en Joegoslavië. Op matchpunten was Nederland zelfs tweede. Opmerkelijk was het vanwege de afwezigheid van Timman. Op de eerste borden hielden Van der Wiel (halfje boven de vijftig procent) en Sosonko (vijftig procent) tegen de wereldtop stand, op de lagere borden deden Van der Sterren, Piket, Kuijf en Douven het ook goed. In de laatste ronde, die begon met een wereldwijd eerbetoon aan de daags daarvoor overleden Hein Donner, won Nederland met 2,5-1,5 van Engeland. Dat was mooi, maar het was een half punt te weinig om de Britten van de tweede plaats te stoten.
Later volgden nog twee zesde plaatsen (1994 en 2002) en een achtste in 2004.
De meeste partijen voor Nederland speelden Jan Timman (101 punten uit 169 partijen), Lodewijk Prins (97,5 uit 166) en Hein Donner (92 uit 153). De hoogste percentages haalden Frans Kuijpers (65,6% uit 45 partijen), Hans Bouwmeester (62,8% uit 94), Max Euwe (62,6% uit 87) en Genna Sosonko (62,5% uit 96). Behalve Timman en Sosonko (in 1976) behaalde Kick Langeweg een gouden medaille in 1966, naast brons in 1970 en zilver in 1980. Frans Kuijpers behaalde goud in 1974 (score 11 uit 13) en brons in 1976.
Aanverwante vensters:
Nederland twee keer Europees kampioen
Enkele partijen van Frans Kuijpers om na te spelen in de viewer: