J.H. Pannekoek, van drama naar zegen
Met belangstelling heb ik het artikel Het drama J.H. Pannekoek gelezen in de serie Verhalen uit De Oude Doos van Johan Hut. Hij vertelt hier de anekdote over toiletgate anno 1926. Dit zou de druppel zijn die de emmer deed overlopen en waardoor J.H. Pannekoek zijn lidmaatschap van de SC Utrecht opzegde. Maar er was een belangrijker reden. Zijn ouders vonden dat hij meer aandacht aan zijn studie moest besteden en minder aan schaken moest doen. Op een zeker moment verboden zij hem het schaken. Dit bracht hem er toe soms onder diverse pseudoniemen aan schaaktoernooien mee te doen. (Zie ook: Een steen voor Tartakower, Hans Ree, NRC februari 2008.)
Echter in 1925 rijpte bij hem al het idee dat hij een keuze moest maken tussen zijn studie geneeskunde en het schaken. Toen al besloot hij definitief voor zijn studie geneeskunde. In 1926 deed hij aan het NK mee, het werd zijn laatste optreden. In 1929 legde hij met succes zijn artsenexamen af.
´Ik vond de geneeskunde boeiender dan het schaakspel. Ik geloof dat meer mensen een dergelijke breuk hebben ondervonden, zo zei hij.’ (Bron: website SC Utrecht)
Ook in onze tijd kiezen veel schaaktalenten eerder voor hun studie en maatschappelijke carrière dan voor het schaken.
Bij zijn 50-jarig jubileum als arts lazen wij in het Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde (nr. 31, 1979) het volgende:
J.H. Pannekoek 50 jaar arts
‘Op 3 mei 1979 was het 50 jaar geleden, dat J.H. Pannekoek zijn artsexamen heeft afgelegd. Collega Pannekoek werd op 5 mei 1905 geboren in Batavia. Zijn schoolopleiding kreeg hij op zes lagere scholen en drie HBS’en in Batavia en Utrecht. Hij wilde daarna eigenlijk wis- en natuurkunde studeren, maar deed dit niet, omdat zijn bestemming dan leraar zou zijn. De volgende keus was elektrotechniek, maar uiteindelijk werd het de geneeskunde. Aanvankelijk werd hij meer geboeid door het studentenleven. Hij was een bijzonder goede schaker, die als één van de weinigen EUWE kon bedreigen. Hij had er later weinig tijd voor, maar ik herinner mij dat hij eens op een avond naar Utrecht ging, waar Botwinnik simultaan speelde tegen het jubilerende Utrechtse Studenten Schaakgezelschap Lasker, waarvan PANNEKOEK honorair was. Hij manoeuvreerde Botwinnik in een verloren positie, maar hij bood hoffelijk remise aan om de volgende ochtend weer op tijd op de röntgenbespreking in het Sint Geertruiden Ziekenhuis te kunnen zijn.’
J.H. Pannekoek heeft een vooraanstaande rol gespeeld in de geneeskunde. Bij zijn afscheid als directeur-geneesheer van het Sint Geertruiden ziekenhuis te Deventer kreeg hij van burgermeester Mr. Dr. N. Bolkestein namens de gemeenteraad de zilveren erepenning van de stad en werd zijn naam ingeschreven in het gulden boek van de stad. Zie o.m. het In Memoriam van J. Scholten in het Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde bij zijn overlijden in 1996.
Jop Pannekoek
J.H. Pannekoek heeft nog een belangrijke rol gespeeld. Hij was de oom van Jop Pannekoek, de televisieregisseur en documentairemaker. Jop had de passie en liefde voor het schaken van zijn vader, die vrouwenarts was, en van zijn oom J.H. Pannekoek, de internist. Jop speelde graag schaak met zijn oom.
Jop heeft carrière gemaakt in de media. Hij heeft veel toonaangevende producties op zijn naam staan. Hij was ook de man die schaken met groot succes op de televisie bracht. Zijn schaakhelden waren Jan Timman en Judit Polgar.
Helaas overleed Jop Pannekoek in 2003 op 60-jarige leeftijd ten gevolge van slokdarmkanker. Naar menselijke maatstaven veel te jong. In mijn In Memoriam Jop Pannekoek zijn zijn prestaties nog eens op een rij gezet.
Wat aanvankelijk een drama leek, bleek uiteindelijk een zegen voor de schaaksport.
In de loop van dit jaar zullen we nog nadere aandacht besteden aan Jop Pannekoek en zijn betekenis voor het schaken.