Een dagje Utrecht Centrum…
Al enkele jaren neem ik begin september deel aan de Hans Sandbrink Memorial. Een toernooi ter nagedachtenis aan iemand die, voordat hij op vrij jonge leeftijd overleed, veel betekende in het Utrechtse schaakleven. De eerste keer dat ik meedeed was toen het toernooi tegelijkertijd ook Willem Bor herdacht. Met Hans Sandbrink had ik namelijk niet zoveel. Ik herinner mij één onderlinge ontmoeting bij het SGS snelschaken voor teams. Ik was nog een jeugdspeler, hij de gearriveerde schaker, maar ik won. En daarvoor ontving ik geen complimenten, maar een klaagzang van Hans dat hij “nog nooit zo slecht gespeeld had”.
Maar laat ik Hans niet tekort doen. Tijdens zo’n toernooi leer je hem pas echt kennen omdat zijn gewoontes voortleven. Mensen praten over hem, drinken Duvel, er worden speciale prijzen uitgereikt, dat werk. En dat maakt zo’n toernooi zo leuk. Geen prijzengeld, dus verliezen doet geen zeer en, misschien nog wel belangrijker, geen al te serieuze prijsvechters in de speelzaal. Je zou bijna zeggen: hoe bescheidener het prijzenfonds, hoe leuker het toernooi. Maar dat kan ik, met tien fantastische Kaaiemantoernooien in gedachten, niet staande houden natuurlijk.
Voor zaterdagse begrippen was ik behoorlijk uitgeslapen. De interne competitie van En Passant was nog niet begonnen, dus ik lag bijtijds in bed. Dat weerhield me er overigens niet van om om kwart voor negen op zaterdagmorgen per abuis twee retourtjes Nijkerk – Utrecht uit de kaartjesautomaat te halen. Het loket in Nijkerk is dicht en de NS-reglementen schrijven voor dat een boventallig kaartje binnen 30 minuten geretourneerd moet worden om voor restitutie in aanmerking te komen. En binnen 30 minuten zou ik niet op Utrecht CS zijn, dus dat was een probleem. Gelukkig was de vriendelijke kale conducteur bereid iets op het overtollige kaartje te schrijven dat de NS-klantenservice ertoe zou kunnen bewegen mij 11,40 euro terug te betalen.
Het toernooi dan. Op elo was ik als vierde geplaatst na Wemmers, Karstens en De Haan. Van De Haan win ik meestal, Karstens is huisschaker, dus een plek op het podium lag in het verschiet. En het begon dan ook met een soepele overwinning tegen het als degelijk bedoelde London-systeem van Paul van der Kooij. Paul was overigens niet voornemens na deze pandoering een andere opening te gaan spelen. As we speak zal hij de gaten in zijn repertoire aan het dichten zijn…
In de tweede ronde tegen Guido Jansen ging het aanvankelijk ook van een leien dakje…
Dit is de stelling na de 24e zet van wit. Wit staat ietsje beter zo op het oog, maar Guido meende hier de gelijkmaker te produceren met 24… De5. Dwingt dankzij een onderste rij motief dameruil af. 25.Dxe5 Lxe5 26.g4! Een venijnige. Geeft de koning lucht en anticipeert op Lf6. En ja hoor: 26… Lf6? Ld6 was beter geweest, hoewel hij dan wel had moeten toestaan dat mijn toren via d1 naar d7 zou gaan. Nu echter wordt de bedoeling van mijn vorige zet duidelijk:
27.g5! Lxg5 28.Txf7! Hop! Ook een onderste rij motief en dit dwingt zwart een kwaliteit te geven, waarmee het eindspel natuurlijk hopeloos is. Na 28… Txb3 29.Txf8+ Kxf8 30.axb3 Ld2 miste ik echter het eenvoudige Te6 met heel simpele winst. Maar niet getreurd, ook mijn 31.Ta1 moest goed genoeg zijn, maar helaas… Je kunt het je hier niet voorstellen, maar zwarts h-pion kost mij over een zet of twintig mijn toren. Gelukkig heeft zwart daarna alleen maar een loper over. Remise dus.
De mij onbekende (maar wel ooit kampioen van Paul Keres, zo vernam ik) Jacob Perrenet vloog mij in ronde drie in een woeste aanval naar de keel. Matig time-management zorgde ervoor dat hij zijn aanval niet naar behoren kon bekronen en in de counter zette ik hem mat midden op het bord.
Ook gezellige toernooien moeten gewonnen worden en dus nam ik in de pauze naast een kop soep en een broodje kaas een jus d’orange. Geen bier. En dat legde mij in de vierde ronde geen windeieren tegen de toernooidirecteur…
Richard Vedder – Jan Jaap Janse
1.e4 c6 2.d4 d5 3.e5 c5 4.c4 cxd4 5.Pf3 Pc6 6.cxd5 Dxd5 7.Pc3 Da5 8.Pxd4 Dxe5+ 9.Le3 Ld7 Tegen een gezette Duitse dame kwam ooit, ik meen tijdens een NK rapid in Hellevoetsluis, 9…Pxd4 10.Dxd4 Dxd4 11.Lxd4 op het bord en zwart had ook hier weinig plezier van de pluspion. 10.Le2 Pxd4 11.Lxd4 Da5 12.b4 Dd8 13.0–0 e6 14.Db3 Pf6 15.Tfd1 Le7
16.Lxf6 gxf6? Beter is 16…Lxf6 17.Txd7! (17.Lb5 Lxb5 18.Txd8+ Txd8 lijkt me niet zo duidelijk met die lelijke zwarte lopers) 17…Dxd7 18.Lb5 Dxb5 19.Pxb5 Lxa1 20.Pc7+ waarna wit wel winnend voordeel zal hebben denk ik… 17.Lb5 1–0
En ja, lekker snel klaar deze ronde. We bieden de arme Jan Jaap maar wat te drinken aan. “Doe maar een Duveltje!” En ik dacht, laat ik er dan ook maar een nemen. Weg discipline! Daar moet ellende van komen… En ja hoor. In ronde vijf wachtte koploper Wemmers, die alles nog gewonnen had. Er moest dus gewonnen worden!
Xander Wemmers – Richard Vedder
1.d4 d5 2.c4 dxc4 3.e4 Pc6 4.Le3 Pf6 5.Pc3 e5 6.d5 Pa5 7.Pf3 Ld6 Hier rook Wemmers een rat. 8.Pd2 Niet de beste, maar Xander herinnerde zich ineens de legendarische partij Illescas – Sadler, waarin wit na 8.Da4+ Ld7 9.Dxa5 a6 10.Pb1?? Pxe4 11.Kd1 c3 opgaf. Maar nu krijgt zwart uitstekend spel natuurlijk… 8…0–0 9.Pxc4 Pxc4 10.Lxc4 Pg4 11.0–0 Dh4 12.h3 Pxe3 13.fxe3
13…Lxh3! Niet eens noodzakelijk. Zwart staat ook prima als hij gewoon zijn ontwikkeling voltooit, maar de verleiding is natuurlijk groot, zeker met eeuwig schaak achter de hand als het moet… 14.gxh3 Dg3+ 15.Kh1 Dxh3+ 16.Kg1 Dxe3+ 17.Kg2 Dg5+ 18.Kh3 f5 Maar dat eeuwig schaak doen we natuurlijk niet… 19.Txf5 Txf5 20.exf5 Tf8? Niet de beste voortzetting van de aanval. Beter was 20…Dh6+ 21.Kg2 e4 om zo ook de loper te activeren 21.Dg4 Zwart heeft hier natuurlijk nog steeds compensatie voor het stuk. Desnoods neem je f5 en dan heb je drie pionnen meer. Maar in het vervolg probeerde ik toch die witte koning mat te zetten en dat lukte niet. Sterker nog, de mijne was degene die mat gezet werd uiteindelijk. Helaas pindakaas 1–0
Daarmee zakte ik weer terug en moest ik toezien hoe de Breukelmannen, de Boutensen en weet ik allemaal wie aan de hogere borden mochten plaatsnemen. Het gevecht om de ereplaatsen mislukte ook doordat spreekstalmeester Poppelaars mij van het bord beukte nadat ik dacht gewoon een stuk voor te staan. Gek dat ik van die partij de zetten niet meer kan reproduceren. Weense opening geloof ik. Maar de rest is verdrongen…
Een overwinning in de laatste ronde tegen Maartje de Jonge (vanuit een verloren stelling) was slechts een doekje voor het bloeden.
Waarom weet ik niet meer, maar bij de prijsuitreiking had Jan Jaap als speciale prijs nog een speelgoedpistool voor me. Ging ik toch niet met lege handen naar huis. En na afloop leerde de grote Bouter mij in café de Rat nog boerenbridge. Zijn we toch nog een stuk wijzer geworden deze dag! Toffe kerel toch, die Lukas. Wel in een spijkerbroek overigens… Met gerafelde pijpen.
Dat ik na al die Duvels en Heinekens bij thuiskomst nog de tegenwoordigheid van geest had om mijn laptop op te starten legde overigens ook geen windeieren. Een online-pokertoernooitje leverde nog even 70 dollar op!
En nu een brief naar de NS schrijven…
Mooi verslag, Richard! Het pistool was trouwens voor ‘niet met scherp schieten’ in je pot tegen Poppie.
Vandaag bericht van de NS: Ik krijg 11,40 terug