Ik was blij dat mijn teamgenoten mij het gevoel gaven dat ik nogal overbodig was…
Mijn afwezigheid
Bij thuiskomst uit school nam ik er kennis van dat mijn team in de Olympiade in Turkije weer een nieuwe krachtmeting stond te wachten. Ik had nog maar weinig hoop om daar nog te kunnen aanschuiven, om nog maar te zwijgen van het bereiken van een plaats binnen de gewenste eerste acht.
Na eerst Maleisië te hebben vermorzeld, slaagde mijn team er niet in om dit tegen Venezuela te herhalen en vervolgens verloor het team ook nog van Georgië. Dat was wel een eerlijk gevecht, aangezien Baadur Jobava, de Georgische eerste-bordspeler door ziekte ontbrak.
Mijn afwezigheid was te wijten aan problemen met mijn agenda, maar na twee weken kon ik beter spreken over de paspoortkwestie. Ik was te elfder ure uitgenodigd voor het Grand Prix-toernooi in Londen (dat op 20 september begint). Er zat niets anders op dan mijn Russische paspoort naar Engeland op te sturen in de hoop dat het op tijd geretourneerd zou worden. De vertraging was niet onverwacht, maar ik bleef hopen dat ik nog op tijd naar Istanbul zou kunnen afreizen.
Hoe dan ook, op zeker moment kreeg ik het bevrijdende bericht. Er was nog steeds een theoretische kans om wat plaatsen te winnen en ik was er helemaal klaar voor om me bij het team te voegen en te proberen mijn makkers een hart onder de riem te steken.
Daar was ik dan eindelijk!
Ik arriveerde vlak nadat mijn teamgenoten Sri Lanka met 4-0 hadden verpletterd. Zij waren zo beschaafd om mij niet ter plaatse te executeren voor al het leed dat ik hun had aangedaan. De volgende tegenstander was Monaco en ik was er klaar voor om met zwart aan te treden. Monaco telt slechts één grootmeester, dus mocht gehoopt worden op opnieuw een maximale score. Deze aspiraties hadden hun weerslag op mijn spel en op zeker moment was ik totaal vergeten dat bij het schaken verlies altijd tot de mogelijkheden blijft behoren. Net voor de tijdcontrole had mijn tegenstander het unieke eindspel kunnen winnen met de meest natuurlijke zet. Hij sloeg echter een ander pad in en moest in de verdediging. Ik kon de zaken nu naar mijn hand zetten. Het eindspel was buitengewoon ingewikkeld en mijn tegenstander trapte in een aardig valletje. Het uiteindelijke winstplan diende zich pas in de laatste fase aan, maar ik heb hopelijk al aangetoond dat ik het geluk aan mijn zijde had.
Het is prettig om door elke ronde te winnen de Zwitserse ladder te bestijgen, tien tafels hoger te mogen spelen en je omringd te zien door tegenstanders in hoger aanzien.
Op papier was België nog steeds een gemakkelijke tegenstander. Inderdaad hadden we weinig moeite om hen te verslaan. Mijn tegenstander liet al vrij snel een eenvoudige combinatie toe in een ingewikkelde Franse doorschuifvariant. Jan won een mooie partij geheel in zijn stijl: geleidelijk ruimte winnend op de damevleugel om uiteindelijk het gehele bord te domineren.
Eerste verlies en de verlegenheid daarover
Bulgarije was ons volgende slachtoffer. De kracht van het team komt van de eerste twee borden met Topalov en Cheparinov. De laagste twee borden zijn tamelijk kwetsbaar. Inderdaad, ondanks mijn verlies won het team dankzij Jan en Daniël die hun tegenstanders kansloos vermorzelden. Dat kan niet gezegd worden van mijn partij, aangezien ik lange tijd kansrijk was, maar in hevige tijdnood (helaas niet wederzijds) kwam ik na de tijdcontrole helaas in een verloren eindspel terecht.
Een nederlaag is gemakkelijker te verwerken als het hele team uiteindelijk wint. Al in de volgende ronde had ik geen moeite om met zwart Shirov te weerstaan. Hij komt dezer dagen uit voor Letland. Ons team was weer duidelijk favoriet en we zetten weer een goed resultaat neer. Alleen Loek was wat ongelukkig over deze ronde, aangezien hij een straal gewonnen positie in remise liet verzanden.
Zo langzamerhand kon het bijna niet anders of we zouden het moeten opnemen tegen een zeer sterk team. Inderdaad: wij troffen Israël. Opnieuw was ik de kwaaie pier in het team, maar alweer kreeg ik de steun van mijn teammaten. Toen Gelfand g6 speelde in de Engelse opening, besefte ik dat zwart volgens mijn eigen beoordeling prima staat in deze varianten. Daarom besloot ik een lang gevecht aan te gaan met g3, maar ik zag in dat ik na e6 op volslagen onbekend terrein was gekomen. Ik besloot alle strategische gevaren uit de weg te gaan en stuurde op remise aan. Toen deze beschamende partij voorbij was, had Loek Sutovsky al vernietigd en de twee overige partijen zagen er veelbelovend voor ons uit.
Jan vervolgde zijn succesreeks met een voor hem typische partij. Door zijn voorliefde voor de Botwinnikvariant heeft hij de pionnenmeerderheid op die vleugel leren waarderen en inderdaad slaagde hij erin daar te promoveren. Het werd een overtuigende overwinning, maar aan alle sprookjes komt een eind: we moesten nu tegen een van de gevaarlijkste tegenstanders van de Olympiade: de Armeniërs.
De Armeniërs
Tegen Levon Aronian streefde ik naar een positionele partij, maar na mijn veel te optimistische Dc4 werd het evenwicht verbroken. Later besefte ik dat elke andere zet zwart duidelijk in het voordeel brengt. In plaats daarvan had ik wanhopig op remise moeten proberen aan te sturen met Pd6xc8 waarbij de slechte loper wordt geruild die mogelijk ooit gevaarlijk kon worden.
Ik vond een interessante pionopmars, maar ik besefte dat het te laat was, omdat zwart gemakkelijk wint na het geplande c6 La6 c7? Het is opmerkelijk dat zelfs grootmeesters die deze partij becommentarieerden deze finesse misten. Hierna was de partij tamelijk hopeloos, hoewel ik bij mijn aanvankelijke plan Txc5 had moeten blijven, maar er is onvoldoende compensatie voor het materiaal.
De match als geheel verliep nagenoeg zoals mijn partij. Het begon gedegen, met Jan in het initiatief met zwart in de beginfase. Zijn Df6 en vooral De7 vroegen om moeilijkheden en de kansen sloegen geheel om. Ik probeerde optimistisch te blijven en hoopte dat Ivan’s stuk tegen pionnen ons wat puntjes kon bezorgen, maar Ivan gaf steeds meer pionnen weg. Loek was die dag de rots in de branding, maar het leek te gaan uitdraaien op een 3½-½ nederlaag. De ontsnapping van Jan daarna was prettig, maar 3-1 bleef desondanks pijnlijk.
Het eindschot en de zesde plaats
De laatste ronde moesten we winnen om een plaats bij de beste acht te bereiken, wat ons de Nationale Olympische A-status zou bezorgen. Dat is voor een Nederlandse sporter in beginsel het hoogst haalbare.
We hadden het geluk gepaard te worden aan Argentinië, dat hoewel het een geducht team is met allemaal 2600 spelers of daaromtrent, toch zeker niet de meest gevaarlijke tegenstander was in onze groep.
Toen ik tegen Peralta omstreeks zet 10 het heft in handen begon te nemen, stelde ik al met genoegen vast dat mijn partij vermoedelijk geen invloed zou hebben op het uiteindelijk teamresultaat. (Dit was nagenoeg het hele toernooi het geval, wat mij de uitspraak ontlokte dat ik de volgende keer gewoon thuis kon blijven en we op bord 1 Mr. Bye konden opstellen.)
Mijn partij was heel aardig en die van Loek ook. De grappige blunder van Ivan bleef onopgemerkt. Jan speelde een afgrijselijke partij met wit en werd met remise beloond voor zijn volhardendheid. 3-1 was een prachtig eindschot. Op de rustdag waren Daniël en ik al voorzichtig tot de conclusie gekomen dat we minimaal een plaats bij de top 8 zouden behalen.
Het eindresultaat, de zesde plaats, is al met al tamelijk verrassend, maar anderzijds moet ik bekennen dat al mijn teamgenoten zeer goed hebben gespeeld na mijn aankomst, dus het was allemaal welverdiend. Wat mijzelf aangaat: ik was blij dat mijn makkers mij tamelijk overbodig deden voelen (qua punten in ieder geval) en mijn uiteindelijke Elo-score +0.3 mag middelmatig genoemd worden.
Het verdient wellicht aanbeveling om de volgende keer op tijd aanwezig te zijn en niet te verliezen tegen spelers die ontzag inboezemen.
O ja, ik vergeet nog haast te vermelden dat het toernooi werd gehouden in een prachtige stad (misschien wat te ver van het stadscentrum, tenminste naar de smaak van een Hollandse jongen zoals ik) en goed georganiseerd voor de spelers, althans naar mijn smaak. De traditionele diners en partijtjes waren zoals gebruikelijk uitstekend en de teamsfeer was fantastisch. (Met Nederlandse vrienden verveel je je nooit.)
Afsluitend: ik zie alweer reikhalzend uit naar het volgende team-evenement, wanneer ons onvolprezen Nederlandse team opnieuw een wonder zal verrichten en bewijzen dat we niet zo overschat zijn als men wel denkt.
Wij maar denken dat jij door je onuitputtelijke enthousiasme je makkers (wat is dat voor 2010 woord trouwens) naar een ongekend hoogtepunt had gestuwd !
Wel mooi dat je zo eerlijk bent 😉
Toen Timman op zijn hoogtepunt was, in de jaren tachtig, was een regelmatig terugkerende vraag wie nu eigenlijk de beste Nederlandse schaker aller tijden was: Euwe of Timman? Een lastige vraag, waar eigenlijk nooit een definitief antwoord op is gekomen. Zo langzamerhand kan deze discussie opnieuw geopend worden. Wie is de beste Nederlandse schaker aller tijden: Euwe, Timman of Giri?
Wat deze drie grootheden in elk geval gemeen hebben, is dat ze veel publiceerden/publiceren. Zoals ook weer dit mooie, ingetogen verslag van Giri over de olympiade!
Paspoortperikelen? Waarom heeft deze Hollandse jongen, zoals hij zichzelf noemt nog geen Nederlands paspoort?
Ik vind dat Loek van Wely zijn sporen als grootmeester volkomen verdiend heeft en in aanmerking komt voor beste nederlandse schaker!?