Geintje, meneer Sonneberg
De dag begint hilarisch. Iets te laat kom ik bij het station aangefietst, zie daar Koen en Maurits al staan. Net komt er ook een auto formaat postmobiel aangereden met voorin iemand met een wuivend helmbos. Hierin meen ik Jan te herkennen. Alleen de kleur van de auto komt mij onbekend voor, maar als kleurenblinde stel je geen eisen aan zo’n gegeven, zwart van wit onderscheiden is op een KNSB-zaterdag voldoende. Tegen Koen, die voor het eerst een uitwedstrijd voor de Spassky’s speelt, zeg ik: "Daar heb je Jan ook al."
Ik zet mijn fiets weg. Echter, bij terugkomst zie ik Maurits en Koen nog op precies dezelfde plaats staan. Koens verslag is kort: hij is bij een wildvreemde vrouw in de auto gestapt en die vrouw moest gillen. Oeps. Geintje, meneer Sonneberg. Even later komt Jan weer aangereden en nu echt.