De V is van Dragoljub Velimirovic

Het Schaakalfabet is een serie, geschreven door de ons helaas vroeg ontvallen Huub van Dongen, in oorsprong geschreven voor het Brabantse jeugdblad Minorpromotie, waarin alle letters van het Alfabet aan beroemde schakers, schaaktermen of andere schaakcuriositeiten worden gekoppeld.

En vooral van de vele vervaarlijke verliezers

Dragoljub Velimirovic, geboren in 1942 in Valjevo (Servië), is één van de gevaarlijkste aanvalsspelers uit de schaakgeschiedenis. Hij verzint de meest fantastische offers. Niet om meteen mat te kunnen zetten, maar vooral om in de buurt van de vijandelijke koning te komen en om gaten te schieten in zijn verdediging. Eén van de meest agressieve openingssystemen, de Velimirovic-aanval tegen de Siciliaanse opening, is naar hem genoemd. We nemen Dragoljub Velimirovic echter vooral op in ons schaakalfabet omdat hij twee van de beroemdste verliespartijen uit de Nederlandse schaakgeschiedenis op zijn naam heeft staan.

Verliezers, helden en heiligen

Bij het schaken kun je alleen winnen als de tegenstander minstens één fout heeft gemaakt. Maar je kunt alleen mooi winnen als de tegenstander mooi, scherp, dapper en deskundig tegenspel heeft geboden. Het was wel niet goed wat hij deed. Maar de verliezer kon alleen worden verslagen door een geniaal plan van de winnaar. Dat vinden wij mooi. En dan kom je vanzelf bij Velimirovic terecht. Die probeert altijd zijn tegenstander met ingewikkelde trucs te overdonderen. Als het lukt, is het prachtig. De mislukkingen waren soms nóg fraaier.

Velimirovic is een klein, net een beetje te dik mannetje. Zijn moeder was dameskampioen van Joegoslavië. Zijn opa, Bisschop Nikolay Velimirovic, is officieel heilig verklaard in de Servisch Orthodoxe kerk. Hij heeft vast veel goeds gedaan en hij schijnt een belangrijke theoloog te zijn geweest, maar volgens andere bronnen was het gewoon een christenfundamentalistische schurk die antisemitische praatjes verspreidde. Hoe dan ook, z’n kleinzoon Drasko, zoals Dragoljub in de familie wordt genoemd, werd een echte held. Op het schaakbord dan hè. In het echte leven schijnt hij nog al een schijterd te zijn. Er wordt zelfs een verhaal over hem verteld dat hij tijdens een jachtpartij z’n geweer weggooide om harder weg te kunnen lopen voor een wild zwijn.

Lief klein pionnetje

De Nederlandse grootmeester Hein Donner, de man van de D in dit alfabet, was altijd behoorlijk goed op dreef in het Capablanca Herdenkingstoernooi in Havanna. Zo ook in 1971. In de 3e ronde moest hij tegen Velimirovic. Velimirovic had zwart, maar direct vanuit de opening wist hij een zware aanval op Donners koningsstelling in te zetten. Hij had kunnen winnen, maar Donner verdedigde zich slim. In het eindspel won Donner dankzij een pion die er de hele partij een beetje voor spek en bonen bij had gestaan. De partij en de pion werden beroemd in Nederland. Vooral door de liefdesbrief die Donner aan de pion schreef:

Lieve pion op a5,

Mooi klein ding, randpion ben je, niet meer dan één veldje mag je bestrijken. Je bent zo klein, bijna niets en je hebt de hele partij daar op je plaatsje gestaan, maar al die tijd was mijn hoop op jou gebouwd en al mijn angstig hunkeren was voor jou. Ik zag je wel, zoals je daar stond, kleine bengel. De mensen dachten natuurlijk dat het om de pion op d5 ging, hij trok hun aandacht, ja ze keken allemaal naar hem, maar jij en ik wisten het wel, het ging om jou, om jou en jou alleen.

Je hebt gewacht, stouterd, je hebt je niet opgedrongen, want je wist dat ik al die tijd alleen maar aan jou dacht en dat je niets hoefde te doen, want dat ik vanzelf wel bij je zou komen. Kleine randpion, je bent nu vrij. Ga je gang, op a8 wacht jou en mij de onuitsprekelijke heerlijkheid. Heb mijn dank, lief klein ding. Ik heb je lief,

Je Koning

Wat een prachtige verliespartij van Velimirovic!

De vijftigzettenregel

In 1979 in Rio de Janeiro werd het nóg mooier. De Nederlandse supergrootmeester Jan Timman, die enkel en alleen niet bij de T staat wegens die twee voorkruipers van wereldkampioenen Michael Tal en Veselin Topalov, speelde daar mee in het Interzone-toernooi. Dat was een selectiewedstrijd voor het wereldkampioenschap. Timman speelde in de 8e ronde tegen Velimirovic en wist met voorzichtig spel de agressie van Velimirovic binnen de perken te houden. Sterker nog: Timman bouwde langzaam een behoorlijk voordeel op.

Nu wordt het verhaal ingewikkeld. Vroeger, toen er nog geen sterke computers bestonden, werd een schaakpartij na veertig zetten en vier uur spelen afgebroken. De partij werd dan de volgende dag, of soms nog later, verder gespeeld, met een tempo van 20 zetten per uur. De partij Timman-Velimirovic werd ook afgebroken. Twee keer. En de tweede keer stond het zo.

Hier had Timman geluk. Velimirovic had in het toernooi zoveel afgebroken partijen dat Timman bijna een week mocht wachten voor de partij werd uitgespeeld. Hij had dus alle gelegenheid om op de stelling te studeren. En dat moest ook wel, want er is iets bijzonders aan de hand. De stelling stond namelijk precies hetzelfde in het Lehr- und Handbuch der Schachendspiele van André Chéron. Volgens Chéron zou wit de stelling weliswaar tegen iedere verdediging kunnen winnen, maar werd dat onmogelijk gemaakt door de vijftigzettenregel. Kennen jullie die niet?

9.3 De partij is remise, als een aan zet zijnde speler terecht claimt dat

a. er met de door hem op het notatieformulier genoteerde en aan de arbiter meegedeelde zet de situatie is bereikt, dat er met de laatste 50 opeenvolgende zetten van beide spelers geen pion is verzet en niets is geslagen, of

b. er met de laatste 50 opeenvolgende zetten van beide spelers geen pion is verzet en niets is geslagen.

Het plan in de diagramstelling is vrij simpel.

1. Drijf de zwarte koning zo ver mogelijk weg en snijdt hem af met de toren.

2. Loop dan met de koning naar een veld naast pion a3.

3. Dan laat je de koning los en sla je de toren zo snel mogelijk pion a3.

4. Zwarts koning moet zo ver weg staan dat hij na Txa3 Lxa3 Kxa3 niet snel genoeg richting a8 kan rennen om het pionneneindspel remise te maken.

Dat betekent dat je eerst de zwarte koning ergens naar g1 moet zien te dwingen. Daar doe je lang over. Volgens Chéron zo lang dat je nooit binnen vijftig zetten pion a3 kunt slaan. En als je er langer over doet kan zwart volgens spelregel 9.3 dus remise claimen.

En wat nog erger was: Timman was al 13 zetten bezig met dit eindspel zonder iets te slaan of een pion te verzetten.

Timman en zijn secondant (zo noemden ze vroeger de assistent die moest helpen de afgebroken partijen te analyseren) Ulf Anderson hebben die week een wonder verricht. Ze wisten, zonder schaakcomputers (want die waren er nog niet) de analyse van Chéron zo ver in te korten dat het wél binnen vijftig zetten zou lukken. Wil je zien hoe? De partij staat met uitgebreid commentaar op de website van Minorpromotie.

Verliefd

Dragoljub Velimirovic kon natuurlijk ook winnen. Door de onderstaande partij werd ik verliefd op het schaakspel. En dat ben ik nog steeds. De partij werd gespeeld in hetzelfde toernooi in Havanna waarin Donners partij tegen Velimirovic werd gespeeld. Om precies te zijn in de volgende ronde. Je kunt wel zien dat Velimirovic echt niet voorzichtiger ging spelen als hij een keer verloren had!

Dragoljub Velimirovic – Aivars Gipslis

Havanna 1971

Velimirovic rent graag met z’n pionnen naar voren om in de buurt van de zwarte koning te komen. Maar de zwartspeler snapt hoe hij zich daartegen moet verdedigen: als zwart de witte pionnen op e5 en d5 kan ruilen, zijn al z’n problemen opgelost. Wit wil echter niet ruilen. Hij wil aanvallen. En om er een beetje vaart achter te zetten, offert hij eerst maar eens een pion: nummer één!

13. g2-g4! Lf5xg4

14. Th1–g1 f6-f5

15. h2-h3

Wit wil met z’n toren naar g7. Lekker dicht bij zwarts koning. Op de 7e rij dreigt er altijd wel iets.

15… Lg4xf3

15. … Le7-h4+ 16. Ke1–d2 Lg4xf3 17. Dd1xf3 g7-g6 ziet eruit als een gezonde verdediging. Toch staat wit niet slecht met z’n pion minder. Hij speelt gewoon Kc2 en Td1 en dan heeft hij met z’n grote ruimtevoordeel nog volop kansen.

16. Dd1xf3 0–0?!

Grootmeesters maken ook foutjes. En dit is er zo één. Maar erg groot zijn die fouten niet. 16. … g7-g6 ziet er veiliger uit.

17. Tc1–c2?!

17. Le3-h6 lijkt me de beste zet. Ik denk dat grootmeester Gipslis daarop een kwaliteit wilde offeren met 17. … g7-g6 (17. . . Le7-h4+ 18. Ke1–e2 helpt zwart niet vooruit; ook 17. . .Tf8-f7 18. d5xe6 Le7-h4+ 19. Ke1–e2 Tf7-e7 20. Df3-f4 is heel goed voor wit. ) 18. Lh6xf8 Le7xf8 en met al die zwarte velden die zwart kan gaan bedreigen, lijkt zwart voldoende compensatie te hebben. Wit kan echter een heleboel zwarte velden tegelijkertijd dekken met 19. Df3-f4 en dan heeft wit toch echt een behoorlijk stevig voordeeltje te pakken. Velimirovic ziet van Lh6 af. Met de toren op de 2e rij kan hij snel naar de koningsvleugel verhuizen. Hij wil gewoon meer.

17. … Dd8-d7

18. Tc2-d2 Ta8-e8

Zwart heeft zijn stukken redelijk ontwikkeld en bedreigt nu indirect pion e5. Een keertje ruilen op d5, loperschaak op h4 en de toren kan e5 slaan. Wit verzint natuurlijk weer een pionoffer om het zwarte spel te ontregelen. Nummer twee!

19. d5-d6! c7xd6

20. Df3-h5 Te8-c8

Loper f1 doet nog niet erg mee. Er staat een pion in de weg.

21. c4-c5!

Nu niet meer! Pionoffer nummer 3!

21. . . Tc8xc5

Niet beter is 21. . . Pa6xc5 22. Lf1–b5 Dd7-d8 23. Td2-g2

Alles gaat richting koning. We maken er meteen maar een heleboel opgaves van.

Opgave 1 (stap 2): Hoe wint wit na 23. … g7-g6.

Opgave 2 (stap 3): Hoe wint wit na 23. … Tf8-f7.

Opgave 3 (stap 5 en hoger): De beste verdediging is 23. … Le7-h4+ 24. Ke1–f1 Tc8-c7 Wit kan dan een stuk winnen. Hoe? Maar wie staat er dan eigenlijk beter. Het is een leuke stelling om eens te analyseren of uit te spelen met je trainer.

22. Le3xc5 Pa6xc5

23. Td2-g2 g7-g5

24. Lf1–b5 Dd7-d8

25. b2-b4

25. h3-h4 g5-g4 26. Tg2xg4+ f5xg4 27. Dh5xg4+ Le7-g5!! en zwart houdt zich nog overeind.

25. … Pc5-d7

26. e5xd6 Le7-f6

27. Pc3-e2

Tot nu toe heeft zwart zich heel goed verdedigd. Maar hoe hou je dat vol? Allebei de spelers hebben zich natuurlijk al suf zitten piekeren over allerlei combinaties. De bedenktijd is bijna op. De vlag hangt te bibberen. En die vervelende witte stukken komen al weer een stapje dichter bij die arme zwarte koning.

27. . . Pd7-e5?

27. . . Kg8-h8 was nog een goede verdedigingszet.

28. Pe2-f4 Dd8xd6?

Het was al kritiek, maar nu is het uit.

29. Tg2xg5+!

De partij is bijna uit. We maken er weer een paar opgave van.

Opgave 4 (stap 2): Gipslis speelde 29… Kg8-h8 (maar andere zetten helpen ook niet zoals je zelf gemakkelijk kunt nagaan). Wit geeft mat in twee.

O, wat moet het toch fijn zijn om zo mooi te kunnen winnen. Probeer het maar gerust. Lekker offeren voor de aanval. Maar dan moet je ook bereid zijn af en toe nóg mooier te verliezen!

Oplossingen

Opgave 1: 24. Tg2xg6+ is gewoon snel mat!

Opgave 2: 24. Dh5xf7+ Kg8xf7 25. Tg2xg7+ Kf7-f8 26. Tg7-g8+ Kf8-f7 27. Tg1-g7 mat

Opgave 3: 25. e5xd6 Dd8xd6 26. Dh5xh4 Materieel staat het nu ongeveer gelijk, maar wit heeft nog steeds een sterke aanval. Bijvoorbeeld 26. . . e6-e5 (26. . .Pc5-e4 27. Dh4-h6 Tf8-f7 28. Le3-f4 e6-e5 29. Dh6xd6 Pe4xd6 30. Lf4xe5 en zwart is een pion kwijt, terwijl hij de druk op g7 alleen kan verminderen door alles af te ruilen. Hij houdt dan gewoon een heel slecht eindspel over. 30. . . Pd6xb5 31. Pc3xb5 Tc7-c1+ 32. Kf1–f2 Tc1xg1 33. Tg2xg1 en echt sterkte spelers winnen dit gewoon met wit!) 27. Le3xc5 Dd6xc5 28. Dh4-h6 Tf8-f7 29. Dh6-e6 Dc5-f8 30. Lb5-e8 en wit wint.

Opgave 4: 29. … Kg8-h8 30. Dh5xh7+ 1–0

Het fragment (waarin de oplossingen op de opgaven te vinden zijn) via de viewer:

(De foto’s en illustraties zijn van onbekende bronnen)

A B C D E F G H I J K L M N O P D R S T U V W X Y Z

Voor de overzichtspagina klikt u hier.

Over Herman Grooten

Herman is ruim 40 jaar schaaktrainer. Hij verzorgde lange tijd de schaakrubrieken in Trouw en het ED. Daarnaast was hij Topsportcoördinator bij de KNSB en is hij auteur van diverse schaakboeken en werkt hij voor Schaaksite. Klik hier voor series die hij op Schaaksite heeft gezet.

Alleen geregistreerde gebruikers kunnen een reactie achterlaten.