Nieuwsbrief nummer 81 van het Max Euwe Centrum en nummer 81 Extra!
Gisteren plofte de nieuwsbrief van het MEC op de mat. Snel kijken want men zou uitgebreid aandacht besteden aan onze nieuwe drager van de Euwe-ring en aan 50 jaar schaak in Groningen. In een drieluik wordt aandacht besteed aan Cor van Wijgerden, de nieuwe drager van de Euwe-ring.
Deel 1 : Euwe-ring voor Cor van Wijgerden
In dit deel wordt uitgebreid stilgestaan bij de betekenis van Cor voor de Nederlandse schaakwereld.
Enkele citaten:
‘In 1976 wist hij zich voor het eerst te plaatsen voor het NK, een sportief hoogtepunt maar ook een ‘eyeopener voor de toekomst. “Na mijn eerste NK besefte ik dat ik nooit profschaker wilde worden.’’
‘De ijverige Van Wijgerden werd steeds actiever in de schaakwereld : hij werkte mee aan toernooiboeken van Gasunie (1978 – 1984), schreef de ‘Schaakjaarboeken’ (1979-1984), herschreef enkele delen van de eindspelcyclus van Euwe (‘Het doet mij oprecht genoegen dat een zo serieus practicus als Cor van Wijgerden de taak op zich heeft genomen om deze materie in een strak schema te ordenen en vervolgens met kennis van zaken uit te werken.’ Aldus Euwe in het voorwoord.), maakte analyses voor Schakend Nederland en gaf steeds meer trainingen.’
‘Als bondscoach gaf Cor individuele trainingen. Menige Kerst verbleef hij vanwege het Europees Jeugdkampioenschap in Groningen. De resultaten kwamen snel, want John van der Wiel werd in 1979 Europees jeugdkampioen en andere pupillen uit die beginjaren (onder andere Gert-Jan de Boer, Piet Peelen, Coen Stehouwer, Peter Gelpke, Rudy Douven, Marcel Piket en Friso Nijboer) gingen met sprongen vooruit.’
Ook komt in dit deel zijn grote betekenis voor het damesschaak aan de orde, zijn breuk met de KNSB en de samenwerking met Rob Brunia toen de KNSB hem vroeg een vervanger van Juniorenschaak te ontwikkelen.
Deel 1 eindigt met:
‘Na het “Euwe-effect” en de “succesjaren van Timman” kunnen we gerust spreken van het “tijdperk van de Stappenmethode (Van Wijgerden)” !
Deel 2: Van Wijgerden en de Max Euwe Academie
Een bijdrage van Ignace Hendriks, oud-directeur MEC
Enkele citaten:
‘Eigenlijk leerde ik Cor enigszins kennen in de eerste jaren van zijn functie als bondscoach van de Koninklijke Nederlandse Schaakbond. Zijn werkterrein betrof toen vooral de ontwikkeling van het jeugdschaak. Als competitie- en toernooischaker was Cor nauwelijks meer actief. Met des te grotere toewijding stortte hij zich samen met Rob Brunia op de uitwerking van ideeën voor een totaal nieuw leerplan op schaakgebied. De samenwerking met de op psychologisch gebied uiterst deskundige Brunia, gecombineerd met Cors achtergrond als onderwijzer, zijn geweldige werkdrift en zijn grote analytische gaven bleek uiterst vruchtbaar: de Stappenmethode was geboren en Cors carrière was daardoor min of meer bepaald.’
‘Het bestuur van het Max Euwe Centrum, onder leiding van de voortreffelijke Kees Snoep, stuurde aan op de oprichting van een Schaakacademie, waarvan een heel belangrijke poot de professionele training van de Nederlandse schaaktalenten moest zijn. De andere zou de organisatie van schaakcursussen voor de Nederlandse clubschakers worden. Voor de schaakinhoudelijke uitvoering van de trainingen waren Genna Sosonko als vaste trainer en Cor van Wijgerden als hoofddocent gevraagd; ik zou de organisatorische kant ervan verzorgen. Zo ontstond een zeer intensieve samenwerking met Cor, waaraan ik de beste herinneringen bewaar.’
‘Overigens schrokken de docenten er aanvankelijk niet voor terug om de leerlingen artikelen in het Engels, Frans en Duits voor te leggen. Het zou te ver voeren om hier een lijst van de onderwerpen te geven die in de loop van de jaren aan de orde kwamen. Naast de schaaktechnische thema’s werd er ook ruimte gegeven voor schaakpsychologische overpeinzingen, adviezen en vragen.’
‘Omdat de trainingsweekenden mogelijk werden gemaakt door de financiële bijdragen van derden, mocht inderdaad een flink beroep gedaan worden op de inzet en betrokkenheid van de leerlingen. Toen tijdens een niet nader te noemen trainingsweekend een niet nader te noemen leerling er ’s nachts blijk van gaf niet helemaal te voldoen aan de gestelde eisen en verwachtingen en Cor en ik daarmee rond 04.00 uur werden geconfronteerd, viel er helaas geen andere maatregel te nemen dan verwijdering. Dit was overigens de eerste en tevens de laatste keer dat het voorkwam. De betreffende leerling is later een verdienstelijk grootmeester geworden.’
(Nadere informatie over de Schaakacademie in de jaren 1989 – 1997 is te vinden in Nieuwsbrief 78, een uitgave ter gelegenheid van het 25-jarig bestaan van het Max Euwe Centrum. Daarin ook veel meer namen van personen die een rol hebben gespeeld bij de trainingen en cursussen).
Deel 3: Reactie op de overdracht van de Euwe-ring
De volgende personen hebben een artikel geschreven:
IGM Jeroen Piket, WIM Jessica Derksen–Harmsen, Tom Bottema, IM Jeroen Bosch, WIM Heleen van Arkel–de Greef, IGM Erwin l’Ami, IGM Dimitri Reinderman, GM John van der Wiel, IGM Jan Smeets en IGM Daniel Stellwagen.
Een mooie bloemlezing over de lotgevallen van een schaaktrainer! En er waren nog veel meer reacties, zoals hieronder zal blijken!
50 jaar schaak in Groningen rond de jaarwisseling
De Euwe-ring werd bij de opening van het 50e schaakfestival te Groningen uitgereikt. Een reden voor een historische terugblik door Poppe Dijkhuis.
Van harte aanbevolen
Wij willen deze Nieuwsbrief (pdf) aan iedereen van harte aanbevelen. Nog veel meer reacties zijn te vinden in een Nieuwsbrief Extra (pdf). Naast extra foto’s en het interview uit 1992 met Cor over het vrouwenschaak (gepubliceerd in de Beverwijkse Courant van 18 januari 1992), bevat deze nieuwsbrief bijdragen van: IGM Karel v.d. Weide, IGM Dennis de Vreugt, WIM Anne-Marie Benschop, Jeroen van den Berg, IM Thomas Wiilemze, IM Marc Erwich, WIM Linda Jap-Tjoen San, IM Li Riemersma en IM Robert Ris.
Tot slot was er afgelopen zaterdag ook nog een bijzondere ontmoeting…
For ever young.
k verdenk Sir Van Wijgerden ervan nog steeds tegen muren op te lopen(letterlijk),hurkend trappen te bestijgen,te springen over 4 naast elkaar geplaatste fietsen en over op elkaar gezette schaakstukkendoosjes want hij is er nauwelijks ouder op geworden.Zo zie je als buitenstaander ook de andere kant van Van Wijgerden.Mooi om te lezen!
Wat ik opvallend vind is dat Van Wijgerden, nadat hij zijn eerste NK had gespeeld, zeker wist geen profschaker te willen worden.Dat neemt niet weg dat hij het toch in zekere zin is geworden! 32 Jaar oud nog maar en hij nam al ontslag als school-onderwijzer en vanaf dat moment kwamen zijn inkomsten uit de schaakwereld.Waarom zag hij er dan tegenop geen profschaker te willen worden?