Het leven van Dimitri Reinderman (deel 2)
In de eerste aflevering zagen we dat Dimitri Reinderman in 1992 jeugdkampioen van Nederland werd met de recordscore van 8,5 uit 9. Op twee EK’s en een WK liet hij bovendien zien tot de sterkste jeugdschakers van de wereld te behoren. Op het eerste EK eindigde hij zelfs gelijk met Vladimir Kramnik.
Dimitri Reinderman analyseert tijdens Hoogovens 1999 met Jan Timman. Foto: Johan Hut.
|
De Nederlandse jeugdtitel had Reinderman behaald bij afwezigheid van Loek van Wely, die een paar maanden jonger is maar in 1988 en 1989 al kampioen was geweest en daarna niet meer meedeed. Veel later (2008) werd Reinderman geïnterviewd door het Straatmagazine Z (overigens niet zo serieus) en zei: “Ik had de smaak goed te pakken, speelde veel en won zelfs het jeugdkampioenschap. Maar toen ontstond er een probleem. En dat probleem heet Loek van Wely. Elke keer dat Loek meedeed won hij en werd ik tweede. Dus Loek stond veel meer in de belangstelling. Hij kreeg trainingskampen en zo, ik moest uit mezelf beter worden.” Hier klopt iets niet helemaal, zal de scherpe lezer zien, maar dat Van Wely – die al op jongere leeftijd excelleerde – betere begeleiding kreeg, zou goed waar kunnen zijn.
|
Eerste NK
Drie jaar na zijn jeugdtitel werd Reinderman voor het eerst uitgenodigd voor het Nederlands kampioenschap. In 1995 waren de plaatsen uit de voorwedstrijden gehalveerd van vier naar twee en werden er voor het eerst twee wildcards uitgedeeld. Reinderman kreeg er één ‘vanwege de duidelijk opgaande lijn van de laatste tijd’. Het bleek een gouden greep. Hij begon met een half uit twee, maar won toen vier partijen op rij: van Nijboer, Van der Sterren, Cifuentes en Riemersma. Voor de overwinning op Van der Sterren kreeg hij de prijs voor de beste eindspelprestatie. Daarna scoorde hij nog ‘slechts’ remises, maar daarmee haalde Reinderman wel al na acht ronden de grootmeesternorm over negen ronden binnen. Dat deed hij met een remise tegen Jeroen Piket, waarover Minze bij de Weg in het toernooiboekje schreef: “Het is een korte en vooral merkwaardige partij. Piket wil zijn tegenstander verrassen en kiest de Philidor-verdediging. Hij weet echter niet dat Reinderman op internet veel vluggertjes met de Philidor heeft gespeeld en dus uitstekend op de hoogte is. Beter in ieder geval dan zijn tegenstander. In de slotstelling staat Reinderman duidelijk beter, maar hij laat het belang van het grootmeesterresultaat zwaarder wegen.” Reinderman kwam later bekend te staan als de internetpionier onder de schakers.
Uiteindelijk werd Reinderman derde, achter Sokolov en Piket, maar voor o.a. Van Wely, Van der Sterren, Nijboer, Van der Wiel en Sosonko. Hij scoorde met 7 uit 11 maar liefst 2,8 punten boven zijn Elo-verwachting, wat ook een grootmeesternorm was over het hele toernooi.
Haarspoeling
Zijn tweede grootmeesternorm scoorde Reinderman eind 1996 met een gedeelde derde plaats in de open groep van het Koop Tjuchem Toernooi in Groningen. De derde grootmeesternorm baarde het meeste opzien en is misschien ook wel het beste resultaat uit zijn carrière.
“Half vier persconferentie Anand, Kramnik en Reinderman.” Met die boodschap liep Jeroen van den Berg, toen nog perschef van het Hoogovenstoernooi, in januari 1998 door de catacomben van De Moriaan, tijdens de laatste ronde. De twee wereldtoppers hadden de A-groep gewonnen, Reinderman de B-groep. Het laatste was sensationeler nieuws dan het eerste. Reinderman begon de twaalfkamp als achtste op rating. Hij startte goed met twee overwinningen tussen vier remises door. Maar toen: “Ik won er twee en toen won ik ze opeens allemaal”, zei hij op de persconferentie. De eerste slachtoffers waren Rini Kuijf en Tal Shaked. Het rijtje van vier overwinningen dat volgde bestond uit Erik van den Doel, John van der Wiel, Mikhail Kobalia en Xie Jun. Met acht uit tien zou hij koploper zijn geweest, als voor hem niet een geweldenaar stond. Rustam Kasimdzjanov had negen uit tien! De loting had goed uitgepakt, de onderlinge ontmoeting stond voor de laatste ronde op het programma. Als Reinderman zou winnen, zou hij op basis van SB-punten toernooiwinnaar zijn. De avond daarvoor had Kasimdzjanov in hotel/café Sonnevanck gezegd dat als dat zou gebeuren, hij zijn haar in een nog idiotere kleur zou verven dan Reinderman, die tijdens het toernooi regelmatig een andere spoeling door zijn haar gooide. De vriendin van Friso Nijboer (Karina), hulpvaardig als altijd, zette voor aanvang van de finalepartij een potje blauwe kleurspoeling naast het bord.
Nummer vier van Nederland
Reinderman won met zwart een prachtige aanvalspartij. Toen hij Kasimdzjanov voor ondekbaar mat stelde, barstte er (nog voor de opgave!) in het publiek een donderend applaus los. De Oezbeek verliet direct de zaal, het potje kleurspoeling achterlatend. In de perskamer moest Reinderman aan vele journalisten uitleggen… waarom hij nou eigenlijk zijn haar verfde. Om een vriendin of om zijn tegenstanders te irriteren? “Gewoon omdat het mooi is”, was zijn antwoord. Hij had al een paar dagen twee zeer jonge meisjes achter zich aanlopen en toen journalisten aan hen vroegen wat ze nou zo leuk aan hem vonden, antwoordden zij: “Dat haar, dat is gewoon cool, dat is tenminste apart.”
In mijn zaterdagrubriek herlees ik nu: “Minstens twee van mijn collega’s gingen bij het horen van dat antwoord op zoek naar het achtergelaten potje blauwe spoeling van Kasimdzjanov.”
Op de persconferentie antwoordde Reinderman op de vraag of hij nu profschaker zou worden: “Nee, ik denk dat ik er dan in inkomen op achteruit ga.” Over zijn werk bij internetprovider Demon schrijf ik meer in de volgende aflevering. In 1999 zou hij een uitnodiging krijgen voor de A-groep. Anand op dezelfde persconferentie, nogal voorbarig door een journalist gevraagd wat hij verwachtte van zijn resultaat in 1999: “Dat hangt ervan af wat Dimitri doet.”
Dimitri Reinderman was een held geworden en steeg naar de vierde plaats op de Nederlandse Elo-lijst, achter het supertrio Timman, Piket en Van Wely. Voor de KNSB-site werd hij geïnterviewd door Peter Kemner. Op de vraag wie schaaktechnisch zijn voorbeelden waren, antwoordde Reinderman: “Die heb ik niet. Vreemd? Nee hoor, dat is niet vreemd. In vier op een rij heb ik ook geen voorbeelden. Schaken is gewoon een ander leuk spelletje.”
(wordt vervolgd)