Dimitri's NK: de zwartpartijen
In het vorige verslag kon u lezen dat ik uit mijn vier witpartijen drie punten haalde. 1 boven par zou je kunnen zeggen, maar relatief beter ging het nog met zwart: 2.5 uit 3! Het succes begon met de zwartpartij tegen Ivan Sokolov. In theorie is dat lastig, in de praktijk kwam hij goed weg met remise.
Ivan Sokolov – Dimitri Reinderman
1. d4 Pf6 2. c4 g6 3. Pc3 Lg7 4. e4 d6 5. Lg5 h6 6. Le3 Pg4 7. Lc1 c5 8. dxc5 dxc5 9. Dxd8+ Kxd8 10. h3 Lxc3+ 11. bxc3 Pe5 12. f4 Pec6 13. Pf3 b6 14. Le3 Pd7 15. O-O-O
Zwart heeft een duidelijk doelwit hier: pion c4, die hij met Pa5, La6 en eventueel Pd6 kan aanvallen. Wit staat iets voor in ontwikkeling en zal proberen lijnen te openen op de koningsvleugel. Ik was er nog niet zeker van of mijn koning naar c7 of e8 moest en dacht die beslissing wel te kunnen uitstellen.
15… La6 16. h4
Oeps. Na 16…h5 is 17.Pg5 heel vervelend (althans, dat dacht ik, maar na 17….Ke8 18.Pxf7 Kxf7 19.Txd7 Thd8 is er niets aan de hand omdat zwart de pion terug gaat winnen op c4) en h5 toelaten was eigenlijk ook niet de bedoeling. Ik baalde hier dus al een beetje.
16… Kc7 17. h5 Pf6 18. hxg6 fxg6 19. Ph4
Er is niks aan de hand volgens Houdini, maar volgens mijn gevoel in de partij wel, al dacht ik een briljante oplossing gevonden te hebben.
19… g5 20. Pg6 Pg4 21. Lg1 gxf4
Want als wit de kwaliteit pakt, heeft zwart genoeg compensatie.
22. Pxf4 Pce5 23. Pd5+ Kb7
En dit leek me ongeveer gelijk als wit op e7 pakt. In plaats daarvan brengt Sokolov zichzelf in de problemen.
24. Pe3 Pxe3 25. Lxe3 Lxc4 26. Txh6 Txh6 27. Lxh6 Tg8 28. Lf4 Lxf1 29. Lxe5 Lxg2 30. Td7+ Ka6 31. Txe7 Lxe4
En zo heb ik een eindspel met een pion meer gekregen. Weliswaar met ongelijke lopers en pionnen op één vleugel, maar de witte pionnen zijn zwak en Karpov in zijn beste tijd zou het waarschijnlijk gewonnen hebben. Mijn techniek was helaas niet goed genoeg.
32. Lg7 Lg6 33. Kb2 Td8 34. Lh6 Th8 35. Lf4 Tf8 36. Tg7 Ld3 37. Tg4 Te8 38. Tg2 Kb5 39. Th2 Kc4 40. Ld2 Lg6 41. Tg2 Te6 42. Lc1 Lf5 43. Tf2 Le4 44. Te2 b5 45. a3 a6 46. Lf4 a5 47. Te1 b4 48. cxb4 axb4 49. axb4 Kxb4 50. Ld6 Txd6 51. Txe4+ c4 52. Kc2 Th6 53. Te3 Th2+ 1/2-1/2
Maar het Koningsindisch beviel wel, dus speelde ik het in de vijfde ronde weer. Sipke was op het NK duidelijk niet in vorm, maar hij wil wel eens opeens een partij winnen na een paar nullen gepakt te hebben (in Wijk aan Zee 2012 versloeg hij bijv. Harakrishna, de latere winnaar) dus ik was op mijn hoede.
Sipke Ernst – Dimitri Reinderman
1. d4 Pf6 2. Pf3 g6 3. c4 Lg7 4. Pc3 O-O 5. e4 d6 6. Le2 c5 7. O-O cxd4 8. Pxd4 Pc6 9. Pc2 Pd7 10. Ld2 a5 11. Tb1 Pc5 12. b3 f5 13. exf5 Lxf5
De witte stukken staan wat ongelukkig en 14…Pb4 is een vervelende dreiging. Er is nog wel iets aan te doen: 14.Lg4! zoals Kortsjnoi een keer speelde tegen Matulovic, om na 14…Ld3 15.Le2 zetten te herhalen. Sipkes zet is geen verbetering.
14. Pb5?! Pb4 15. Pxb4 axb4 16. Lxb4 Txa2 17. Tc1
Nu begon ik na te denken over alle mogelijkheden, slaan op b3, slaan op e2, Lh6 of Lb2. Die laatste zet wint eigenlijk gewoon een kwaliteit. Wat ik deed zou ook goed zijn als wit niet gewoon 18.Ta1 had kunnen doen…
17… Lh6? 18. f4? Db6 19. Kh1 Pe4 20. Dd5+ e6?
Dit is gewoon stom, na 20…Tf7 moet 21.Dd4 ook en krijg ik een betere versie van de partij.
21. Dd4 Dxd4 22. Pxd4 e5 23. Pxf5 gxf5 24. Lf3 Lxf4
Hier was ik (terecht) bang voor 25.Ta1 al heeft zwart dan nog een klein plusje.
25. Tce1? Pf2+ 26. Txf2 Txf2 27. Ld5+ Kg7 28. Lxd6 Td8 29. Lc7
Na 29.Kg1 had ik op g2 en d6 geslagen. Twee verbonden vrijpionnen, misschien wat kansen tegen de witte koning, dat had ik wel willen spelen.
29… Td7 30. Lb8 e4 31. La7 Td2 32. g3 Le5 33. Tf1 Ld4 34. Lxd4+ Txd4 35. Txf5 Te7
Nu is het niet moeilijk meer.
36. Tf1 Td2 37. Te1 e3 38. Kg1 Kf6 39. Lf3 Tb2 40. c5 Txb3 41. c6 bxc6 42. Lxc6 Ke5 43. Kg2 Tb2+ 44. Kf3 Kd4 45. h4 Tf2+ 0-1
Na de voorlaatste ronde stonden Wouter Spoelman en ik gedeeld bovenaan, een punt los. Hij moest met zwart tegen Erwin l’Ami, ik met zwart tegen Roeland Pruijssers. Ik had goede hoop dat Wouter niet zou winnen of zelfs remise zou spelen, dus had geen bezwaar om zelf remise te spelen.
Roeland Pruijssers – Dimitri Reinderman
1. e4 e6 2. d4 d5 3. Pc3 Pf6 4. e5 Pfd7 5. f4 c5 6. Pf3 Pc6 7. Le3 cxd4 8. Pxd4 Lc5 9. Dd2 Lxd4 10. Lxd4 Pxd4 11. Dxd4 Db6 12. Pb5 Dxd4 13. Pxd4 Ke7
Ik had bij het OKU (gewonnen door Roeland) Ulf Andersson de stofzuigervariant zien spelen en die kreeg er zelfs de beste kansen mee. Toen ik de variant wat beter bestudeerde viel het me op dat als wit het goed speelt, die een theoretisch voordeeltje krijgt vanwege de slechte loper van zwart, maar dat zwart (bij goed spel) een soort vesting krijgt waar wit niet doorkomt. Soms kan zwart ook op activiteit spelen met f6 en/of g5. Er was nog een reden om deze variant te spelen, zoals Herman al in zijn verslag schreef: "De gedachte zal zijn geweest dat Pruijssers zijn speciale kwaliteiten in een dergelijke stelling niet zou kunnen etaleren." Bovendien ging ik er ook vanuit dat hij op winst zou spelen en misschien zou dat mij kansen opleveren?
14. Ld3 Pb8 15. Kd2 Pc6 16. Pb3 Ld7 17. Thf1 g5
Hier had ik al een beetje hoop dat ik een plusje zou kunnen krijgen.
18. g3 Tag8 19. Tf2 gxf4 20. gxf4 Tg7 21. Te1 Tf8
Met het plan f6, waarna f4 misschien een doelwit wordt, of de loper omgespeeld kan worden via e8. Na wits antwoord vond ik het plan toch wat minder aantrekkelijk.
22. c4 dxc4 23. Lxc4 b6 24. Tc1 Tfg8 25. Ke3 Tg1 26. Txg1 Txg1 27. a3 f6 28. exf6+ Kxf6 29. Pd2 Te1+ 30. Kd3 Le8 31. Pe4+ Ke7 32. Pc3 Lg6+ 33. Kd2 Th1 34. Ke3 Te1+
35. Kd2
Ik was eigenlijk een beetje bang voor 35. Te2 Txe2+ 36. Pxe2 In bepaalde varianten waar zwart e5 speelt heeft wit een rij meer en moet zwart werken voor de remise. Maar na 36… Kf6 37. Pg3 Pe7 38. Pe4+ Kf5 39. Pd6+ Kf6 lijkt wit toch niets te hebben.
35… Th1 36. Lf1
"Ik was wel benieuwd wat Reinderman gedaan zou hebben na 36. Ke3, want het is de vraag of hij dan echt iets kan ondernemen." schrijft Herman maar ik was hier dus tevreden met remise! Gelukkig voor mij was Roeland dat niet.
36… Pd4
Dreigt slaan op h2, maar dat leek me nogal opzichtig.
37. a4?
Ik dacht even dat dit een lokzet zou zijn, maar nee, slaan op h2 is toch echt goed. Overigens snap ik de zet sowieso niet, op a3 staat de pion volgens mij beter dan op a4.
37… Txh2 38. Txh2 Pf3+ 39. Ke3 Pxh2
Je ziet vaak dat een fout gevolgd wordt door meer fouten, omdat de irritatie over de eigen feilbaarheid in de weg staat van het vermogen de beste zetten te blijven doen. Hier geeft de computer slechts -0.55 aan maar het voordeel voor zwart wordt snel groter.
40. La6?! Pg4+ 41. Kd4?! h5
Nu had ik zelf ook moeite om 100% focus te houden, maar ik zag wel dat snel lopen met mijn vrijpion kansrijk was.
42. Pb5 h4 43. Pxa7 h3 44. Lb7 h2 45. Pc6+
Ik had in de vooruitberekening eigenlijk gemist dat 45. Lg2 de boel voorlopig tegenhoudt en trucs met Pf2/Pf6 en Le4 dan niet werken, omdat wit met zijn paard naar f3 kan. Om te winnen moet zwart nog een paar nauwkeurige zetten doen:
45… Kf6! 46. Pc6 Lc2 waarna a4 en/of f4 eraf gaat en zwart bijv. gewoon zijn h-pion voor de witte loper kan ruilen. 45… Kd6 0-1
Op dat moment was Wouter nog bezig, maar het werd al snel duidelijk dat hij zou gaan winnen. Dat was een lichte tegenvaller, het scheelde 1200 euro prijzengeld en belangrijker nog, ik moest dus gaan snelschaken om de titel. Gelukkig had ik niet lang geleden in een beetje vergelijkbare situatie gezeten. Het BSG Pinkstertoernooi is natuurlijk wat anders dan een NK, maar toch, ook toen hing de toernooioverwinning van het snelschaken af en ik besloot me net zo voor te bereiden als toen: een wandeling maken, wat inspelen en me niet zenuwachtig maken.
Ik verloor de match tegen Stefan Kuipers, maar toen het er om ging was ik de minst slechte (dat soort termen ga je vanzelf gebruiken als je een snelschaakpartijtje met de engine aan naspeelt…)
Het eindspel is op zich totaal remise, want zwart heeft geen realistisch winstplan, maar Wouter had niet de tijd om te zien dat niets doen simpel remise houdt.
39… Kf7 40. Ke3 Ke6 41. Lb4 Kf5 42. Ld6 Kg4
Nog steeds is het remise: wit moet de zwarte loper niet op e1 toelaten, en de koning niet op e4 of f3, maar dat is niet al te moeilijk. En er is nog iets wat hij niet moet toelaten.
43. Lf4 Ld8 44. Kf2 Lxh4
Nu is het niet meer remise.
45. Le5 Ld8 46. Kg2 La5 47. Kf2 Lc3 48. Lg7 Kh3 49. Le5 g5 50. Kf1 Ld2 51. Kf2 Kg4 52. Kg2 Le3 53. Lg7 Kf5 54. Kf3 Lc1 55. Le5 g4+ 56. Ke2 Ke4 0-1
In de tweede partij kwam ik na de opening gewonnen te staan, maar daarna werd het heel rommelig. In de diagramstelling is nog iets van het rommelige te zien, maar inmiddels was ik twee pionnen voorgekomen en ik had opeens een helder moment:
38. Tfd2 Te7 39. Txc2 Dxc2 40. Dg8# 1-0
En dus: kampioen! Hoera! Wat nu? Laat ik een stukje gesprek op Facebook quoten.
Nederlandse 2700plusser: Gaat de titel je leven nog op een of andere manier veranderen?
Ik:
Ja, dat vroeg ik me ook af.
Het zal wel een paar uitnodigingen opleveren.
Iets hogere marktwaarde.
Dus iets meer inkomsten in het komende jaar.
En bragging rights.
Nederlandse 2700plusser: Ja bragging rights 🙂
We hadden eerder al bedacht dat ‘een uitnodiging voor het Nederlands team’ niet per se op het lijstje staat. Sterker nog… even een flashback naar voorjaar 1989. De toenmalige bondscoach gaf een vrijplaats voor het NK t/m 20 aan Jock Geselschap (Nederlandse rating 2174) in plaats van aan mij (2172). Een paar maanden later had ik 2312 op de nieuwe ratinglijst (die toen één keer per jaar uitkwam).
Nog een flashback: najaar 1991. De bond stuurt Stan van Gisbergen naar het WK jeugd. De reden dat ze mij niet stuurden: mijn rating was ruim honderd punten te hoog. En niet zo lang geleden: een anonieme grootmeester die erg op mij lijkt wordt weer gepasseerd. Enfin, zo langzamerhand is het idee bij mij erin geslopen dat als de bond mij kan passeren, men dat zal doen. In dit geval zou de bondscoach voor Robin van Kampen kunnen kiezen en als argument kunnen gebruiken ‘die heeft een paar ratingpunten meer’. Maar ‘je neemt als bond je eigen NK niet serieus als je de Nederlands kampioen niet voor het nationaal team selecteert’ is ook best een sterk argument, en ik speel graag en goed voor Nederland (een gouden medaille in Batumi 1999). Dus ik heb nog hoop…
Uitnodigingen voor andere toernooien verwacht ik wel, Wolvega schijnt de Nederlands kampioen uit te nodigen, de Haije Kramerzeskamp heeft dat al gedaan, en mijn kansen op Tata Steel zijn vast ook gestegen. En wellicht zijn er ook mensen geïnteresseerd in de Nederlands kampioen als simultaangever of trainer? Maar of ik voor een Nederlandse club uitkom in het seizoen 2013-2014 is nog steeds de vraag.
Bragging rights hoop ik te gebruiken/misbruiken met een variant op een beroemde uitspraak van Henk van Boven: "Wie is hier nou de kampioen, gij of ik?" En ik sta nu eindelijk op gelijke voet met helden als Eddie Scholl, Rudy Douven en Rini Kuijf!
En dan nog! Een paar journalisten wezen op het ontbreken van enige spelers op het NK. Maar stel dat Giri had meegedaan, hoe waren mijn kansen (bij gelijke prestatie) dan? Hij zou in de plaats van Spoelman gekomen zijn, wat betekent dat ik dan 5.5 uit 6 plus het resultaat uit een witpartij tegen Giri haal. Oftewel: goede kansen toch?
De foto’s zijn gemaakt door Lennart Ootes.
Nou, een leuk stukje weer in ieder geval!
In Zoetermeer willen we medio volgend jaar een (gesloten) toernooi organiseren… (sponsors zijn welkom!). Ik hoop dat we in staat zijn om U daarvoor te strikken.
Ik ben benieuwd, zou mooi zijn als het doorgaat!
Grappig. Tijdens het eerste vluggertje (aan het eind) dacht ik live dat je met Lxh4 de loper offerde voor de g- en h-pion. Toen kwamen er geen zetten meer en stond er opeens 0-1. Mij leek het offer alleen winnend in hoge tijdnood van wit. Maar nu zie ik de witte loper op f4 staan, zodat het gewoon pionwinst is. Die loper stond daar op het livebord niet
Dat verklaart ook waarom er op het livebord geen zetten meer kwamen.
Zeg Dimitry, jij houdt nogal van de y hè? Maar het is Eddie en Rini. En Scholl met twee l’s.
In dit verband een leuk weetje over Eddie Scholl: toen hij in 1970 kampioen van Nederland werd, speelde hij op de Olympiade aan het eerste bord! En hij scoorde ook nog goed tegen de wereldtop. De kampioen hoort inderdaad in het Nederlandse team.
Dan heb ik nog even de rubrieken doorgelezen. Ik vind het logisch dat wij (journalisten) erop wijzen dat de sterkste drie niet meespeelden. Maar geen van ons heeft het duidelijk als een negatieve kwalificatie genoemd. Ree schrijft over een NK Light, maar daarmee doelt hij zo te zien op het lage aantal van acht deelnemers. Ligterink schrijft dat de kampioen (die hij op dat moment nog niet kende) vooraf niet tot de favorieten behoorde. Daarmee verwijst hij naar de drie 2600-plussers, niet naar de afwezigen.
Oeps, snel verbeterd!
Even hun olympiadescores opgezocht:
Eddie: 10.5 uit 17, bord 1 (1970)
Rini: 4.5 uit 6, bord 5 (1988)
Rudy: 3 uit 5, bord 6 (1988)
@dimitri, nu snap ik – trage van begrip – wat je bedoelde met je vorige riposte. Maar, jij weet toch ook wel dat als Giri had meegedaan (of wie dan ook, Van Wely – daar hoor ik mensen gek genoeg niet over, naar dat is ook een 2700-speler – bijvoorbeeld, of ik) dat dit het gehele toernooi beïnvloedt? De uitslag was zelfs anders geweest als het NK een dag later was gehouden, of in een andere stad.
ik ben het met je eens dat de kampioen niet mag ontbreken in het nationale team, dat is de consequentie van een kampioenschap. Ik ben benieuwd wat de bond doet!
Als mevrouw van Zetten uit Tiel had meegedaan was de uitslag ook anders geweest, maar toch is het moeilijk voor te stellen dat mijn tegenstanders andere zetten hadden gedaan als Giri ipv Spoelman had gespeeld.
Is dat echt moeilijk voor te stellen? Als Giri speelde in plaats van Spoelman, verandert alles. Denk bijvoorbeeld aan de loting, die met Giri ongetwijfeld anders zou uitpakken, zodat spelers in andere ronden en met andere kleuren tegen elkaar spelen. Dit werkt door op de psyche van de spelers. Stel dat Smeets hierdoor in de eerste ronde had gewonnen? Of Sokolov twee keer achter elkaar? En wat te denken van diegene die wellicht in de eerste ronde had verloren van Giri, remise had gespeeld of had gewonnen? Ook leuk: met Giri was de media-aandacht ongetwijfeld groter.
Het maakt natuurlijk allemaal niet uit, want de winnaar is bekend en degene die wint heeft dit (uitzondering daargelaten) altijd verdiend. Maar het is naïef te zeggen dat iemand dezelfde score haalt tegen dezelfde tegenstanders onder andere omstandigheden.
Van wie er niet is, kun je ook niet winnen! En je staat maar wel mooi in het (hele mooie) rijtje kampioenen! Proficiat!
Als het logisch is dat de nationale kampioen in het olympiadeteam zit, dan is het ook logisch dit door te trekken naar het gehele team. Dus: uitsluitend deelnemers aan het NK komen in aanmerking voor het olympiadeteam. Geen snoepreisjes meer voor schakers die zich aan het NK onttrekken.
Logisch zou zijn geweest dat Dimitri al in de voorgaande 15 jaren de titel had opgeëist,dat hij nu de titel eidelijk heeft, is meer dan verdiend gezien zijn geleverde prestaties in het verleden waarin het hem ook behoorlijk heeft tegengezeten – het lijkt er echter op dat dit laatste helaas tot in lengte van dagen door zal gaan.