Schaakrubrieken weekend 11 januari 2013

Schaaksite.nl is een site voor iedere geïnteresseerde in het schaken. Daarom mag aandacht voor de schaakrubrieken in de landelijke bladen niet ontbreken. Wekelijks publiceren of verwijzen wij naar deze schaakrubrieken. Wij streven naar publicatie op de woensdag na het verschijnen van de veelal zaterdagse schaakrubrieken.

Hans Ree Gert Ligterink Hans Böhm Bab Wilders Johan Hut Rini Kuijf Henk Prins

Hans Ree

De getruukte en duivelse Aronian

In 1990 deed ik in Rotterdam mee aan een vreemde wedstrijd die ik nog wel eens over zou willen doen. We speelden zes partijen tegelijk tegen dezelfde tegenstander, met in totaal een half uur bedenktijd, dus vijf minuten per partij. Je rende ademloos langs de borden; het was verschrikkelijk, maar ook heerlijk.

Het was een idee van David Bronstein, die zelf ook meedeed. John van der Wiel won het toernooi.

Het idee van Bronstein was, dat er als je zes partijen tegelijk speelde, geen ruimte was voor neurotisch gepieker. Je speelde vrij uit, want als het op een bord mis ging, waren er nog vijf andere.

Een paar jaar geleden werd in San Sebastian een versie geïntroduceerd die nu bekend staat als het Baskische systeem: twee partijen tegelijk tegen dezelfde tegenstander. Het Rotterdamse systeem, maar dan voor watjes, dacht ik even. Helemaal rechtvaardig was dat niet, want bij twee partijen is de psychische druk zwaarder. Zes partijen leidden tot een vrolijke onverschilligheid, zoals Bronstein het ook bedoeld had.

Vorige maand waren in Beijing the World Mind Games; schaken, chinees schaak, bridge, dammen en go, en alles op een frivole manier. Voor het schaken betekende dat snelschaak, rapidschaak en een wedstrijd volgens het Baskisch systeem.

Een van de twee Baskische partijen tussen Levon Aronian en Anish Giri laat ik hier zien als een lichtzinnige inleiding op de zware ernst van het Tata Steel toernooi, dat deze zaterdag in Wijk aan Zee begint. Aronian, tweede op de wereldranglijst, is nu Magnus Carlsen er voor het eerst sinds 2004 niet bij is, de topman van het toernooi. Nederlands hoop Anish Giri is nummer 19 van de wereld. Ze speelden in Being vier keer tegen elkaar in twee vluggertjes (1,5-0,5 voor Giri) en twee rapidpartijen op zijn Baskisch (2-0 voor Aronian).

Bewonderenswaardig is de soevereine rust waarmee ‘de getruukte en duivelse Aronian’- de woorden zijn van Giri – met eerst een, dan twee en vervolgens drie pionnen minder kalme zetjes blijft doen. Hij neemt de tijd om zijn koning een vakje dichter bij het centrum te brengen en om Giri’s pionnenstelling te verzwakken. Rustig smoren, in twee pannen tegelijk.

Anish Giri – Levon Aronian, Beijing 2013

1. d4 Pf6 2. c4 e6 3. Pf3 d5 4. g3 c5 5. cxd5 cxd4 Een pionoffer dat heel geschikt lijkt voor een Baskische partij. 6. dxe6 Lxe6 7. Dxd4 Pc6 8. Dxd8+ Txd8 9. Lg2 Lb4+ 10. Ld2 Pe4 11. a3 Le7 12. Pc3 Pxd2 13. Pxd2 0-0 14. 0-0-0 Pe5 15. Lxb7 Ambitieus en een beetje riskant. Wit verdubbelt zijn materiële winst, maar ook de kracht van wits tegenspel. 15…Tb8 16. Le4 Tfc8 17. Kc2 f5 18. Lf3 Lf6 19. Tc1 Kf8 Bewonderenswaardige rust. 20. The1 a5 21. h3 a4 22. Lg2 h5 23. f4 Pc6 24. Pxa4 Nu staat wit zelfs drie pionnen voor.

24…h4 25. gxh4 Lxh4 26. Tf1 Pd4+ 27. Kd3 Dit is meer dan ambitieus, het is roekeloos. Beter was 27. Kb1. Zwart kan dan met 27…Txc1+ 28. Kxc1 Pxe2+ een pion terugwinnen, maar wit kan iets missen. 27…Td8 28. Ke3 Pb3 Heel sterk was 28…Td6 met de dreiging 29…Te8+. 29. Pxb3 Lxb3 30. Pc3 Tb6 31. Lh1 Lf7 32. Tfd1 Wits stelling was precair, maar misschien had hij het met 32. b4 kunnen houden. 32…Te8+ 33. Kf3 Lh5+ 34. Kg2 Lxe2 Nu heeft zwart groot voordeel. 35. Pxe2 Txe2+ 36. Kf3 Tbe6 Wit is in een matnet geraakt. 37. Tc8+ Kf7 38. Tc7+ Kf6 Wit gaf op.

Gert Ligterink

Het grootste schaakevenement van 2013 vond kort voor de jaarwisseling plaats in Al Ain in de Verenigde Arabische Emiraten, waar zo’n 1.900 jeugdspelers streden om wereldtitels in zes leeftijdscategorieën. Denk niet dat het een veredeld vakantiekamp is, de vertegenwoordigers van de toonaangevende schaaklanden worden zorgvuldig voorbereid om zo veel mogelijk medailles te verzamelen.

De Nederlandse bond vaardigde slechts twee deelnemers af. Zij toonden aan dat hun uitzending terecht was. Anna-Maja Kazarian werd bij de meisjes tot 14 jaar gedeeld negende; bij de jongens tot 12 jaar miste Robby Kevlishvili op een haar een medaille. Hij eindigde met vier anderen een punt achter de Armeense winnaar, maar werd door het tiebreaksysteem verwezen naar de vierde plaats.

Als de resultaten in Al Ain een beeld geven van de stand van zaken in de schaakwereld over vijftien jaar, dan mag de traditionele grootmacht Europa zich zorgen maken. Slechts in drie van de twaalf categorieën eindigde een Europese deelnemer op de eerste plaats. Azië overtrof dat ruimschoots met zeven overwinningen. India en China leverden elk drie winnaars, de belangrijkste gouden medaille in de groep tot 18 jaar ging naar Iran.

Het toernooi trok internationaal de aandacht door de behandeling van de vijf vertegenwoordigers van Israël. Zij mochten meedoen. Niet onder eigen vlag, maar anoniem onder de banier van de wereldschaakbond FIDE. Helaas speelde Israëls troef Alon Mindlin een ondergeschikte rol in de categorie tot 18 jaar. Als hij bovenin had meegedraaid, zou een ontmoeting met de Iraanse winnaar Pouya Idani onvermijdelijk zijn geweest met voorspelbare gevolgen. Idani zou opdracht hebben gekregen niet te verschijnen en geen wereldkampioen geworden zijn.

Uit het toernooi twee partijen van licht kaliber. Eerst een goede aanvalsoverwinning van Robby Kevlishvili op een Azerbeidzjaanse deelnemer.

Kevlishvili – Asadli Al Ain 2013

1. e4 c5 2. Pf3 d6 3. d4 cxd4 4.Pxd4 Pf6 5. Pc3 a6 6. Le3 e5 7.Pb3 Le6 8. h3 Le7 9. f4 exf4 10.Lxf4 Pc6 11. De2 Pe5 12. 0-0-0 Dc7 13. g4 Tc8 14. g5 Pfd7

De opening is door beide spelers met kennis van zaken behandeld. Wit kan nu onmiddellijk 15. Pd5 spelen, maar met de volgende voorzorgsmaatregel is niets mis.

15. Kb1 0-0 16. Pd5 Lxd5 17. exd5 Tfe8 18. Dg2 Lf8 19. h4 g6

Om de loper emplooi te geven. De verzwakking van de koningsvleugel geeft wit een gemakkelijk aanknopingspunt.

20. Pd4 Lg7 21. Lc1 Pc4 22. Lxc4 Dxc4 23. b3 Dc3 24. Lb2 De3 25. h5 De4 26. Df2 De3

Hierna wordt het moeilijk de verdediging bijeen te houden. Misschien gaat 26 … Dxd5, waarna 27. hxg6 fxg6 28. Dh4 Pf8 onvoldoende oplevert. Ook het spectaculaire 27. hxg6 fxg6 28 Pb5 Dxb5 29. Lxg7 (29 … Kxg7? 30. Txh7+ en mat) is na 29 … De2! niet overtuigend.

27. Dh2 Le5

Taaier is 27 … Pf8 28. hxg6 fxg6 29. Pe6 Le5, waarna wit goed staat, maar nog niet gewonnen.

28. Dh4 Pf8 29. hxg6 hxg6?

Verliest op slag. Na 29 … fxg6 30. Tdf1 Te7 31. Tf3 Dd2 kan zwart nog vechten in slechte stand.

30. Pf5! gxf5 31. Dh8+!

Met mat op de volgende zet. Zwart geeft op.

Dat ging hard, maar het kan nog harder. In het toernooi tot 18 jaar versloeg de Indiër Grover een gezien zijn rating zeker niet zwakke deelnemer uit Kazachstan in 14 zetten:

Grover – Igambergenov Al Ain 2013

1. d4 f5 2. c4 Pf6 3. Pc3 g6 4. h4 Lg7 5. h5

Een verantwoord pionoffer.

5 … Pxh5 6. e4 Pf6 7. e5 Pe4 8. Pxe4 fxe4 9. Dg4

Deze uitval leidt tot een spectaculair succes. Toch is 9. Dc2 sterker.

9 … d5 10. e6 Lxd4?

Blind voor gevaar pakt zwart een pion mee. Na 10 … 0-0 had wits aanval geen kracht gehad.

11. Txh7! Txh7 12. Dxg6+ Kf8 13. Lh6+ Txh6 14. Df7

Mat

Hans Böhm

Simultaan

Een van de mooiste propagandistische evenementen in de schaaksport is de simultaan. Op marktpleinen of het strand, in Gemeentehuizen of in het clubgebouw nemen zo’n dertig simultaannemers het op tegen de simultaangever. Die loopt zijn rondjes en alle deelnemers hebben 29 borden de tijd om na te denken. De spanning die toeneemt naarmate je meer en meer aan zet komt kan aardig oplopen.

Er zijn al flink wat huisschakers onwel geworden en ik heb helaas ook eens een definitief einde meegemaakt. Het eerste uur is iedereen nog vrolijk bezig maar dan worden langzaamaan de rondjes korter als er hier en daar koningen omvallen. In die inkrimpende bedenktijd kunnen de hardere noten worden gekraakt. Het is een kat en muis spel waarbij je soms iemand een extra rondje de tijd geeft als hij/zij er echt niet uitkomt en in lichte paniek raakt. Een van mijn mooiste herinneringen is het wereldrecord simultaan uit 1988 tijdens het Hoogovenstoernooi, nu Tata, in Wijk aan Zee. 560 tegenstanders in 26 uur met 94% winst: allemaal leuk en geslaagd maar ik kon weken later nog niet normaal denken, moest ieder artikel drie keer lezen en begreep de plot van films niet. Tijdens het schaakfestival in Groningen twee weken geleden speelden Jan Timman en ik een wisselsimultaan. Onze tegenstanders kregen de ene zet de gipsen hand van Jan, en de volgende zet mij tegenover zich. Dan kan zich soms een typische wisselsimultaansituatie voordoen.

J.Timman/H.BöhmN.N.

Hoe wint wit hier nou het makkelijkst? Ik speelde 30.Te7 Dd8 en Jan speelde weer 31.Td7 De8 en ik weer 32.Te7 Dd8. Het is not done om als simultaangevers onder elkaar te praten dus keek ik van een afstandje toe hoe de partij verder ging. “Ik moet nu wel 33.Dd7 doen, anders is het drie keer dezelfde stelling”, zei Jan. Hij had liever in de aanval gewonnen. Onze tegenstander zag echter het hopeloze van het eindspel na 33…Dxd7 34.Td1xd7 in en gaf gelijk op. Sneller kon het niet. We haalden samen keurig netjes 90% met enkele remises. Het was voor iedereen een bijzondere ervaring.

’s Avonds gaf Jan een publieksinterview waarbij ik de onderwerpen introduceerde. We begonnen met gezondheid, wat heeft conditie met schaken te maken? Jan gaf enkele interessante voorbeelden van toernooien waar hij uiterst fit aan de start verscheen en opvallend slecht presteerde en toernooien waar hij ziek, zwak en misselijk begon en de sterren van de hemel speelde. Maar bovenal staat dat de huidige wereldtop bewust gezonder leeft dan de professionals van weleer. Wat betekent leeftijd voor een schaker? Jan houdt van schaken, zowel van het spelen als erover schrijven maar ook van het componeren van studies. Ook al komen er meer fouten, is de concentratie niet altijd optimaal, hij zal altijd een schaker blijven.

Waarom ambieert hij geen baan als FIDE-president, zoals Kasparov en Karpov wel doen en wat onze Max Euwe in zijn nadagen deed? “Dan moet ik overal op de wereld vergaderen en daar heb ik een hekel aan”, was het korte antwoord. En hoe gaat hij nou met zijn schrijfhand in het gips het Tata-toernooi spelen? “Ik zal met de organisatie overleggen of er een mouw aan te passen is, tenslotte registreert het digitale schaakbord tegenwoordig ook de zetten”. De Engelse grootmeester Tony Miles speelde eens een toernooi liggend op een brancard, vanwege rugklachten. Nood breekt wet, vandaag bij de eerste ronde zal blijken wat er geregeld is met de notatie van de partijen van Jan Timman.

De tweekamp tussen de ervaringsdeskundige grootmeester Jan Werle en het talent Nick Maatman, jeugdkampioen van Nederland, is onderbelicht. Dat kwam niet alleen door Karpov-Timman maar ook door het gebrek aan spanning: Werle won met 4-0. Onze jeugdspeler hoeft niet te wanhopen, hij kan met serieus trainen een eind komen en er zijn genoeg grootmeesters in het Noorden die hem wat kunnen leren.

N. Maatman –J. Werle, derde partij.

1.d4 Pf6 2.c4 e6 3.Pf3 b6 4.a3 Lb7 5.Pc3 d5 6.Lg5 Le7 7.Da4+ c6 8.cxd5 exd5 9.e3 O-O 10.Le2 Pbd7 11.O-O a6

Zwart heeft de opening gecontroleerd gespeeld en kan flexibel reageren op de damevleugel met het opspelen van een van de drie pionnen. Wit kan het beste rustig verder gaan (Tf-d1 en Ta-c1) en alles ligt nog open. Maar hij verkiest actie op de damevleugel.

12.b4 a5 13.b5 c5 14.dxc5 Pxc5 15.Dc2 Tc8 16.Db2 Pe6 17.Pa4 d4

daarmee lost zwart zijn zwakte op en komen al zijn stukken tot leven. De normale reactie is nu 18.Ta-d1 Lxf3 19.Lxf6 Lxe2 20.Lxe7 en het ziet er naar uit dat wit kan afruilen naar remise.

18.Lh4 d3 19.Tfd1?

De laatste kans lag in 19.Ld1 ook al heeft zwart al het spel. Nu komt het einde snel: 19…Tc2 20.Dxc2 dxc2 21.Txd8 Txd8 22.Lxf6 gxf6 23.Pe1 Td2 en wit gaf een beetje vroeg op. Hij zag geen heil meer in 24.Kf1 Pc5 25.Pxc5 Lxc5 26.a4 La3 en de c-pion beslist evenals na 24.Lf1 Lc5 25.h3 Le4 26.Pc3 Lg6 27.Pa4 Td1. Dat kan allemaal waar zijn Nick maar met opgeven is nog nooit een partij gewonnen.

Bab Wilders

Het wordt tijd weer wat ruimte te maken op de schaakboekenplank want New In Chess uit de stad waar de victorie begon heeft een schitterend en lijvig standaardwerk afgeleverd over niemand minder dan Aron Nimzowitsch, één van de schilderachtigste figuren van het schaakleven uit de 1e helft van de vorige eeuw. Zijn legendarische boeken Mein System en Praxis worden nog altijd door topschakers geroemd.

Het was een tijd waarin de wereldtoppers in kranten en bladen elkaar bestreden waarbij de kunst om elkaar netjes te beledigen tot grote hoogte steeg. Kom daar nu eens om. Rudolf Reinhardt heeft alles verzameld, uit de periode 1928-1935, daarbij ook bv partijen uit simultaans en de vele al of niet polemische artikelen en dat heeft geleid tot een prachtig boek van ruim 400 pagina’s ( 978-90-5691-416-5) Nimzowitsch mocht dan als mens wat merkwaardig in elkaar zitten, hij heeft een enorme bijdrage geleverd aan de ontwikkeling van de schaaktheorie en ons vele indrukwekkende partijen nagelaten.

En nu we het toch over de schaaktheorie hebben,(waaraan tegenwoordig New In Chess het nodige bijdraagt) een ander boek uit Alkmaar is van Or Cohen: A Vigorous Openings Repertoire (978-90-5691-439-4) waarin de auteur ons deelgenoot maakt in alles wat hij weet over de Russische Opening, beter bekend als de Petroff Verdediging (en menigeen denkt dan direct aan het magistrale boek van Nabokov, nee, ik bedoel niet Lolita). De eerste zetten zijn 1.e4 e5 2. Pf3 Pf6. Op de club zegt men dan soms : Wil je remise? Maar het boek van Cohen laat zien dat zwart met deze 2e zet wel degelijk boze plannen kan hebben waarvan de argeloze witspeler wel degelijk het slachtoffer kan worden.

Als wit geen zin heeft in een mogelijke Petrof kan hij al op de 2e zet afwijken en daar zijn de eerste 90 bladzijden aan gewijd maar verder komt oud en nieuw over de Petrof voorbij in vele partijen. Zowel voor wit als voor zwart een uitstekend leerboek.

Eén van de beroemdste partijen van Nimzowitsch is zeker die van 1923 Sämisch – Nimzowitsj: 1.d4 Pf6 2.c4 e6 3. Pf3 b6 4.g3 Lb7 5. Lg2 Le7 6. Pc3 0-0 7.0-0 d5 8. Pe5 c6 9. cxd cxd 10. Lf4 a6 bereidt b5 voor en de paardmanoeuvre Pc6-a5-c4. 11. Tc1 b5 12. Db3 Pc6 13. Pxc6 verhindert de manoeuvre van zet 10 maar het kost hem wel zijn sterke paard Lxc6 14.h3 Dd7 15. Kh2 Ph5 16. Ld2 f5 17.Dd1 “dreigt “e4 met aanval op het paard. b4 18. Pb1 Lb5 verhindert opnieuw e4 19. Tg1 Ld6 20. e4 eindelijk echter 20..fxe4!! 21. Dxh5 Txf2 22. Dg5 Tf8 zwart heeft goede compensatie 23. Kh1 T8f5 24. De3 Ld3 25. Tce1 h6 de zet die deze partij de bijnaam heeft gegeven van De Onsterfelijke Zetdwang Partij. Wit kan alleen nog de pionnen op de damevleugel iets verschuiven maar dat helpt niets. Op Lc1 volgt Lxb1. Speelt de toren op e1 komt Te2 met damewinst.Tf1? Lxf1. Na Lf1 wint Tf5-f3 de dame. Na Kh2 wint Tf5-f3 de dame. Na 26. g4 komt weer Tf5-f3 met damewinst of mat na 27. Lxf3 Th2 mat. Sämisch gaf dan ook op, zich troostend met de gedachte dat er meer schakers zijn die bekend zijn geworden door een verliespartij.

Probleem 2459: tweezet van Smeekes: Kh1, Da1, Lh7, Lh8, Ph3, pi b5,c2,d3. Zwart: Kd5, Lb1, pi b4,c5,c6,d6,e6,f5,g5.

Sleutelzet van 2457: 1.Ld6!

Johan Hut

De Graaf mist briljante voortzetting

Een gewonnen stelling winnen, dat is nog een vak apart. In de eerste diagramstelling staat wit geweldig en als je Nederlands kampioen bent en je tegenstander een zwakke schaker, dan win je moeiteloos. Dat deed Dimitri Reinderman dan ook, afgelopen maandag in een simultaanpartij. Op Facebook vroeg hij hoe wit het beste kon voortzetten en daar gaven maar weinigen het goede antwoord op.

Iemand schreef: zwart is ingesnoerd en dat gaan we nog even verergeren met 1.f4, met bedoeling f5. Dat is zeker fout, want na 1…Dd6 raakt wit een van zijn pionnen kwijt omdat Pg3 ongedekt staat. De zet 1.Dg4 springt in het oog, is ook goed, maar Reinderman gaf 1…f5 2.Pxf5 Dc8 en zwart gaat een beetje tegenspartelen, al stelt het niet veel voor. Nee, meteen winnend is 1.Ld3. De lopers worden geruild en wit staat klaar om met Dg4 de hele zwarte koningsvleugel in te snoeren. Een niemendalletje, maar het fragment trof me omdat het me sterk deed denken aan een partij twee dagen eerder, waar Reinderman bij aanwezig was. Zijn club En Passant won in de competitie met 7-3 van Utrecht. Dick de Graaf, speler en cosponsor van de Bunschotens ploeg, werd na afloop minstens een uur belaagd door zijn grootmeesterlijke ploeggenoten, die hem wilden laten zien welke voortzetting hij had gemist.

De Graaf-Diepeveen

1.e4 c6 2.d4 d5 3.Pc3 dxe4 4.Pxe4 Lf5 5.Pg3 Lg6 6.h4 h6 7.f4

De gebruikelijke voortzetting is 7.h5 Lh7 8.Pf3 Pbd7 9.Ld3 Lxd3 10.Dxd3. Een wat tamme variant.

7…Pf6

Normaal is 7…e6, want wit wil natuurlijk f5 spelen.

8.Pf3 Ph5

9.Pxh5

De Graaf na afloop van zijn verloren partij: “Tja, waarom speel je f4? Om f5 te spelen natuurlijk!” Maar na geruime tijd nadenken durfde hij dat toch niet aan, omdat het een torenoffer zou inhouden. Dat had hij echter rustig (nou ja, rustig) kunnen spelen: 9.f5 Pxg3 10.fxg6 Pxh1 11.gxf7+ Kd7 (na 11…Kxf7 12.Pe5+ wordt zwart snel mat gezet) 12.Pe5+ Kc7 13.Pg6 Th7 14.Lf4+ Kc8 15.Dg4+ Pd7 16.Ld3 en wit wint de toren terug, om daarna eens rustig het paard op h1 op te halen.

De analyses van de grootmeesters richtten zich nog op 10…f6, in plaats van meteen Pxh1. Wit doet er dan verstandig aan 11.Th3 te spelen, waarna hij materieel gelijkstaat en zwart moeite heeft zijn koningsvleugel te ontwikkelen. De grootmeesters, in de analyse aan de bar, brachten na 10…f6 echter de meest fantastische varianten op het bord waarin wit op h1 laat slaan en zelf met Lc4, Pe5 en Dg4 ten aanval trekt. Volgens mij kwamen er geen overtuigende winstvarianten op het bord. Soms moet je gewoon eerst even je toren in veiligheid brengen.

Na vier ronden staat titelverdediger En Passant bovenaan, maar LSG (Leiden) heeft ook alle vier de wedstrijden gewonnen. Dat lijkt opmerkelijk, want de ploeg promoveerde vorig seizoen uit de eerste klasse. LSG heeft echt al jarenlang een homogene ploeg van bijna alleen meesters. Dit jaar kwam grootmeester Predrag Nikolic, die in Leiderdorp woont, erbij, alsmede Jan Sprenger, een Duitse meester die ook tegen grootmeestersterkte aanzit. Hij studeert in Nederland. Die twee spelers maken het verschil en LSG is opeens een topploeg, die zaterdag thuis nipt met 5,5-4,5 won van Voerendaal, de kampioen van 2012. Eerdere overwinningen met 7-3 op Groninger Combinatie en HMC Calder (Den Bosch) waren overtuigender. In de vijfde ronde, op 8 februari, komt LSG naar Bunschoten voor de wedstrijd die waarschijnlijk over het kampioenschap gaat beslissen.

Rini Kuijf

Voor beginners A6297

Wit aan zet, wat is sterk?

Voor gevorderden B6297

Wit aan zet, hoe wint hij?

Henk Prins

Er zijn van die stellingen waarbij je denkt dat er niets aan de hand is. In een partij Uhlmann tegen Espig in Eggesin 1978 stond de volgende stelling (zie diagram) na de 21e zet van wit op het bord. Op het eerste gezicht lijkt er inderdaad niets aan de hand. Wit staat een pion voor, maar veel betekenis heeft dat niet. Voor zwart lijken er weinig mogelijkheden te zijn, maar….

21. … Pe5-f3!! (Een voorbeeld van een offer dat niet aangenomen mag worden: op 22. gxf3 speelt zwart namelijk 22. … Dxh2 en in wat voor bochten wit zich ook wringt, hij komt de kwaliteit achter: 23. Txe8 schaak, Txe8 24. Le3, enige zet, 24. …Dh1 schaak 25. Ke2 Dxa1 en zwart wint.)

22. g2-g3 (Noodzakelijk, omdat zwart 22. … Dxh2 dreigde. De witte velden op de koningsvleugel worden nu akelig zwak.)

22. … b7-b6! (Dient ter voorbereiding van spel over de diagonaal a8-h1. Wit lijkt nu met de loper eenmaal op f4 een prima stelling te krijgen.)

23. Lc5-e3 c6-c5!, 24. Ta1-d1 c5xb4, 25. Le3-f4 Dc7-c6, 26. Td1-d6 (Beter was 26. h4 om de pion te behouden. Wit overschat zijn stelling; zwart komt nu simpel een pion voor.)

26. … Pf3xh2 schaak, 27. Kf1-g1 Ph2-f3 schaak, 28. Kg1-f1 Dc6-b7 (De dame blijft natuurlijk op de belangrijke diagonaal a8-h1.) 29. Td6-d5 (Wit onderbreekt nu de diagonaal en zet een val. Indien nu namelijk 29. … b5 dan wint wit met een fraaie zet: 30. Txe8 schaak, Txe8 31. De2!! De toren en het paard worden aangevallen, terwijl de toren de onderste lijn niet mag verlaten op straffe van mat. Na 31. …Ph2 schaak 32. Kg2 gaat het paard verloren. Zwart speelt daarom:

29. …h7-h6 30. Dc2-d3 (Duidelijk beter was 30. Dd1 met de dreiging 31. Txe8 schaak, Txe8 32. Dxf3. Op d1 bestrijkt de dame bovendien het veld g4, zodat zwart niet in staat zou zijn tot de manoeuvre die hij in de partij uitvoert. Na 30. …Pg5 31. Lxg5 hxg5 en wit heeft goede remisekansen.)

30. …Pf3-h2 schaak 31. Kf1-g1 Ph2-h4, 32. Td5-d7 Db7xd7 33. Dd3xd7 Te8xe2

(Met twee torens voor de dame heeft zwart een goede ruil gedaan. Wit had nu het beste kunnen voortzetten met 34. f6 Pxf6 35. Db7, hoewel ook dan de zwarte stelling te prefereren is. Met zijn volgende zet stelt wit zijn tegenstander in staat tot een mooie slotcombinatie.)

34. Dd7-d1 Ta8-e8 35. Lf4-e3 (De e-lijn lijkt nu voldoende afgesloten, echter…)

35. …. Te8xe3!! 36. f2xe3 Te2xg2 schaak!! (Wit gaf het op, want na 37. Kxg2 volgt 37. …Pxe3 schaak met damewinst en een gewonnen eindspel, wat ook komt na 37. Kf1, terwijl na 37. Kh1 de winst voor het grijpen ligt met 37. …Pf2 schaak.)

Alleen geregistreerde gebruikers kunnen een reactie achterlaten.