Batavia: Smerdon winnaar, norm voor Jorden van Foreest
David Smerdon is de winnaar geworden van het zesde Batavia Schaaktoernooi. Zijn overwinning hing aan een zijden draadje nadat hij in de laatste ronde van Steven Geirnaert verloor, maar omdat achtervolger Twan Burg ook verloor (en daarbij een GM-norm verspeelde) waren de zes punten van de Australiër genoeg om het toernooi te winnen. De derde plaats werd gedeeld door Simon Williams en Jorden van Foreest; de laatste behaalde daarmee een IM-norm.
In mijn vorige verslag vertelde ik u dat de veertienjarige Van Foreest met vier punten uit zes partijen een hoger doel had dan de IM-norm (4.5 punten): namelijk de 6.5 punten die nodig zijn voor een GM-norm. Dat was geen grootspraak, want in de zevende ronde had het in het café aanwezige publiek (drie grootmeesters waaronder een voormalig damwereldkampioen, twee IM’s, paar journalisten, paar organisatoren, noem maar op) het punt al geteld voor de jongeling. "Hij gaat winnen!" riep een NIC-medewerker enthousiast. "Eh, volgens mij staat ie verloren" zei ik twijfelend, na nog een blik op het scherm geworpen te hebben. Of misschien stond het niet goed op het scherm, en had hij gewoon zijn toren naar d7 ipv d6 gespeeld? Maar toen hij een paar zetten later zonder compensatie een stuk achterstond was duidelijk dat hij een verschrikkelijke blunder had gemaakt.
20…Nxe5?
Merijn had het gevoel dat hij al in de problemen zat, maar na 20… f5 21. exf6 Nxf6 er is volgens de computer weinig aan de hand. Ik kan me wel voorstellen dat het niet fijn voelt om het paard op e6 zo in de penning te laten staan, maar de partijzet is tactisch niet goed.
21. Bxe5 f5 22. Bf6!
Het correcte stuk om op f6 te zetten, want 22. Nf6+? Qxf6! is goed voor zwart.
22… Qf7
22… Rxf6 23. Nxf6+ Qxf6 24. Qc4 Re8 25. Rd6 Kf7 26. Nd2 is hopeloos voor zwart.
23. Qxf5 gxf6 24. Qg4+ Ng7
Hier dacht Jorden na over 25.Td7, maar dit wint slechts een pion (die op b7). Hij dacht dat er meer in zou moeten zitten (en misschien is dat wel zo na 25.Pd6) maar vervolgens berekende hij een variant waarin in zijn hoofd de toren zowel op d6 als d7 stond…
25. Rd6?? f5 26. Nf6+ Qxf6
En hier had Jorden 27.Dc4+ Df7 28.Txf7 berekend, maar in de harde werkelijkheid is de laatste zet illegaal. Met een vol stuk meer was de rest niet moeilijk meer voor zwart. Echt blij was Merijn overigens niet na de partij, hij geniet (net als de auteur) meer van een overwinning die met goed spel is behaald.
27. Qf4 Qf7 28. Rh6 Rae8 29. Rf1 Re6 30. Rh3 Rfe8 31. Nd2 Re1 32. Nf3 Rxf1+ 33. Kxf1 h5 34. b3 Qd5 35. Rh4 Qe4 0-1
In de laatste twee ronden likte Jorden zijn wonden met twee remises, ruim genoeg voor de IM-norm. 5 uit 9, TPR bijna 2500, een goed toernooi, maar als hij uit twee gewonnen stellingen twee punten had gehaald was hij toernooiwinnaar en kandidaat-GM geweest..
Ook mijn NAC-collega Twan Burg speelde een goed toernooi, maar ook hij zal met gemengde gevoelens eraan terugdenken. Hij moest in de laatste ronde winnen van Sipke Ernst voor een GM-norm (en naar uiteindelijk bleek ook toernooiwinst). Wat was er gebeurd als hij die rekenfout niet had gemaakt op zet 25?
Sipke Ernst – Twan Burg
1. d4 Nf6 2. c4 e6 3. Nf3 d5 4. Nc3 c6 5. Bg5 dxc4 6. e4 b5 7. e5 h6 8. Bh4 g5 9. Nxg5 hxg5 10. Bxg5 Nbd7
De Botwinnikvariant is een uitstekende keuze als je met zwart wilt winnen, er ontstaan vaak stellingen waarin het volkomen onduidelijk is wie er beter staat. Het is wel de eerste keer dat Twan deze variant speelt (zover ik kan nagaan), terwijl Sipke redelijk wat ervaring met de variant heeft, alleen dit jaar al twee partijen (hij heeft er zelfs met zwart ervaring mee).
11. exf6 Bb7 12. g3 c5 13. d5 Qb6 14. Bg2 O-O-O 15. O-O b4 16. Na4 Qb5 17. a3 Nb8
Deze zet is voor Sipke (qua zijn eigen partijen) nieuw. In een open toernooi in Costa Rica dit jaar won hij snel tegen Perez Rodriguez: 17… exd5 18. axb4 cxb4 19. Qg4 d4 20. Rfd1 Bxg2 21. Kxg2 d3 22. Rac1 Qd5+ 23. f3 Kb7 24. Qxc4 Ne5 25. Qc7+ Ka6 26. Nc3 1-0
18. axb4 cxb4 19. Qd4 Nc6 20. dxc6
Ziet er spectaculair uit, maar het is gewoon theorie. Het saaiere alternatief is 20. Nb6+ axb6 21. dxc6 Bxc6 22. Bxc6 Qxc6 23. Qg4 uit b.v. Carlsen-Smeets, Wijk aan Zee 2010.
20… Rxd4 21. cxb7+ Kb8 22. Be3 e5
In de Botwinnikvariant offert wit vaak zijn dame. In dit geval heeft het twee stukken en een vrijpion op b7 opgeleverd. De pion op b7 geeft wit kansen op een mataanval. De zwarte pionnen kunnen echter ook sterk worden, zeker als wit de kwaliteit pakt op d4. En als wit niet bij de zwarte koning komt is de kans groot dat de extra dame voor zwart beslist. 23. Rfc1
Dit is nieuw. Een Groningse fan suggereerde op USF dat dit voorbereid was door Sipke, maar het lijkt me sterk, want de engine geeft hier +3.6 voor zwart… dat zegt niet alles in deze stelling, maar toch.
23… Bh6! 24. f4 Rhd8 25. Re1
Soms is zoiets heel subtiel, eerst je toren naar c1 en dan naar e1, maar ik denk dat het hier toch een oepsje was, want de zwarte stelling is de afgelopen drie zetten toch meer verbeterd dan de witte.
25… Bf8?
In plaats van hier een pion te geven had zwart er ook een kunnen slaan. Twan dacht echter mat te gaan na 25… exf4 26. Bxd4 Rxd4 27. Nc5 Qxc5 28. Re8+
maar zwart heeft dan een aftrekschaak: 28… Rd8+ en wint. Dat is jammer, want ook b.v. na 27.Tad1 Td3! staat zwart gewonnen.
26. fxe5
Deze pion is om twee redenen belangrijk, f6 dreigt nu een vrijpion te gaan worden en zwart moet nu steeds oppassen voor een mat met Lf4.
26… a5
Zodat na een eventueel Lf4 de koning naar a7 kan.
27. Kh1
Wit kan de toren op d4 pakken, maar zijn loper is een van de belangrijkste aanvalswapens en zonder de loper heeft hij eigenlijk alleen Te1 en Lg2 over (want Pa4 en Ta1 kunnen voorlopig niets doen).
27… R4d5
Het was handiger de toren op d3 te zetten om eventueel op e3 te slaan.
28. Bf4 Ka7?
Alsnog 28…Td3 of 28…Td4 terug voorkomt wat nu volgt.
29. e6 fxe6 30. b8Q+
Een ding dat dit soort stellingen beter begrijpt dan ik suggereert dat 30.Lc7! hier heel sterk is. Meteen slaan op e6 kan overigens niet: 30. Rxe6 Rd1+ 31. Re1 Rxe1+ 32. Rxe1 Qxa4
30… Rxb8 31. Rxe6
Na 31. Bxb8+? Kxb8 32. Rxe6 Rd6 houdt wit weer niet genoeg aanvalsstukken over.
31… Rbd8 32. Be3+
Deze loper had zwart graag kunnen slaan.
32… Rd4?
Lijkt verplicht wegens (32… Kb8 33. Rb6+ maar na 33… Qxb6 34. Bxb6 Rd1+ 35. Rxd1 Rxd1+ 36. Bg1 Ra1 37. Bc6 c3! 38. bxc3 bxc3 39. Nxc3 Rc1 is het nog niet zo duidelijk.
33. h4
Even een luchtgat maken. 34.Te4 is een dreiging en zwart kan sowieso weinig doen.
33… Bc5 34. Nxc5 Qxc5 35. f7
Net als op zet 22 heeft wit twee stukken en een vrijpion voor de dame, maar de situatie is iets anders geworden. De pion op f7 is al levensgevaarlijk (36.Te8 is een dreiging), de loper op e3 pent twee zware stukken en alle witte stukken staan op de zwarte koning gericht…
35… c3 36. bxc3 Qxc3 37. Bxd4+ Qxd4 38. Rxa5+ Kb8
Nu even het mat zoeken, en dat lukt:
39. Rb5+ Kc8 40. Rc6+ Kd7 41. Rb7 mat 1-0
Jammer voor Twan, maar er komen vast meer kansen.
David Smerdon had dus bijna de toernooiwinst verspeeld door in de laatste ronde te verliezen, maar los daarvan is hij de terechte winnaar: hij won zowel van de nummers 2, 3 en 4! Opvallend is wel dat hij tegen de andere deelnemers maar 50% scoorde. De winstpartij in de achtste ronde tegen collegagrootmeester Simon Williams was heel belangrijk.
Zwart heeft een mooi centrum, maar zijn koning staat niet erg veilig. Wit heeft twee lopers en druk op het zwarte centrum.
23… Qc6
Op zich logisch, uit de lijn van de witte toren gaan en daarmee c4 voorkomen. Toch had zwart beter iets actiever kunnen spelen: na 23… e4 24. c4 g6 25. Bh3 d4 heeft hij tegenspel.
24. Rb5 Ra5 25. Bg5! h6 26. Qh3!?
Eigenlijk niet de beste zet, maar het zet wel een sluwe valstrik. Simpel 26. Bxf6 Qxf6 27. Qg4 Rd8 28. Bd7! geeft groot voordeel.
26… Rxa4?
Zwart trapt erin! Had hij 26… hxg5 27. Qxh8 Rxa4 gedaan, dan was alles nog mogelijk.
27. Bxf6 Kxf6 28. Bd7!
Ongetwijfeld hoopte zwart op 28. Rbxd5? Qxd5! maar deze tussenzet verandert alles.
28… Qd6 29. Rbxd5 Qxd5
Want nu wint dit geen toren:
30. Qf5+ Ke7 31. Bxa4!
Zwart moet kiezen tussen dame- of koningverlies, dus gaf op. 1-0
Foto’s gemaakt door Lennart Ootes en Bas Beekhuizen.