Van Kampen en Bok grootste Elo-winnaars
In jeugdtoernooien waren ze jarenlang grote rivalen. Robin van Kampen brak eerder door en werd in 2011 grootmeester. De twee maanden jongere Benjamin Bok (beiden zijn nu negentien) werd het na het Tata Steel Chess Tournament van dit jaar. Op de ratinglijst van de FIDE per 1 april bereikten beiden een persoonlijk Elo-record. Op de Nederlandse ranglijst steeg Van Kampen ermee van tien naar zes en Bok van twaalf naar elf.
(Benjamin Bok. Foto: René Olthof.)
Veel veranderde er in maart niet op de Nederlandse ranglijst. Anish Giri (nummer 1) en Ivan Sokolov (4) speelden geen partij en behielden hun posities, Giri behield ook zijn achttiende positie op de wereldranglijst. Vijftien was zijn hoogste positie tot nu toe.
Loek van Wely (2), Sergei Tiviakov (3) speelden enkele competitiepartijen en wonnen minder dan een heel Elo-punt. Erwin l’Ami (5) won drie punten bij het Reykjavik Open en behield ook al zijn positie.
Succes was er zoals gezegd voor Robin van Kampen. In november had hij met 2618 zijn hoogste rating bereikt, daarna zakte hij wat. Nu bereikte hij met 2630 en een zesde plaats een nieuw record. Van Kampen werd gedeeld tweede bij het Reykjavik Open (dus boven Erwin l’Ami) en won daar negentien Elo-punten. In de IJslandse en andere competities won hij er nog acht bij.
Jan Timman zakt hierdoor een plaatsje en bovendien door zeven Elo-punten die hij verloor met één partij in de Bundesliga. Timman verloor van de Canadees Hambleton, nota bene een vriend en reisgenoot van Van Kampen. Je zou bijna zeggen dat hij zijn vriend geholpen heeft, al zullen Van Kampen en Timman niet wakker liggen van de vraag of ze op de zesde of zevende plaats van de Nederlandse ranglijst staan.
Op acht volgt dan Jan Smeets, die twee punten won. Daarachter Dimitri Reinderman, die in vier partijen in drie competities zeven punten won. Hij hoeft nu maar vier punten te winnen om van negen naar zeven te stijgen. Tiende staat de inactieve Daniel Stellwagen.
Normaal gesproken beperk ik me tot de top tien, maar nummer elf Benjamin Bok moet deze keer ook genoemd worden. Hij speelde een geweldig Europees kampioenschap, waarin hij goed scoorde tegen spelers ruim boven de 2600. Zo versloeg hij Alexei Drejev en Maxim Rodshtein. Omdat hij ook een paar mindere partijen speelde, bleef de Elo-winst beperkt tot ‘slechts’ twaalf punten. In de competities won hij er nog drie bij en met 2590 klopt hij nu zowel aan de deur van de top tien als aan de grens van 2600.
De lijst van de vrouwen blijft voorlopig nog wel aangevoerd worden door Zhaoqin Peng, de enige Nederlandse vrouw in de mondiale top honderd, op plaats 65. In negen partijen in het Batavia-toernooi verloor ze vier punten. In één competitiepartij tegen Ewoud de Groote won ze die vier punten terug. Ook de andere vrouwen in de Nederlandse top tien wonnen of verloren nauwelijks Elo-punten.
Dat deed wel de nummer veertien Arlette van Weersel. Zij speelde in het Reykjavik Open bijna alleen tegen veel zwakkere tegenstanders. Haar score van vijftig procent leverde een verlies op van maar liefst 33 Elo-punten.