Schaakrubrieken weekend 7 mei 2016
Wekelijks publiceren of verwijzen wij naar deze schaakrubrieken. Wij streven naar publicatie op de woensdag na het voorgaande weekend.
Hans Ree | Gert Ligterink | Hans Böhm | Bab Wilders | Johan Hut | Rini Kuijf | Henk Prins |
Nederland wint de Bundesliga
Het meinummer van het Duitse blad Schach had een interview met Genna Sosonko. Genna won in 1979 samen met Geller en in 1981 samen met Timman het Hoogovenstoernooi, en daarom hangt zijn portret in de ‘Hall of Fa m e’ van het dorpshuis De Moriaan in Wijk aan Zee. Hij vertelde aan Schach dat hij ieder jaar een foto van zichzelf liet maken terwijl hij voor dat portret stond, zodat hij kon zien hoe het verschil met de beeltenis uit zijn glorietijd steeds groter werd. Het deed me denken aan de filmer Luis Buñuel, die behalve een ernstig mens ook een grappenmaker was. Tegen het eind van zijn leven klampte hij in Mexico City, waar hij woonde, vaak een willekeurige voorbijganger aan om die te wijzen op een gebogen en verschrompelde stokoude man, zoals er daar altijd wel een op straat rondliep, en dan zei hij: ,,Ziet u die arme kerel daar? Dat is de filmer Buñuel. Het is toch verschrikkelijk wat er met hem gebeurd is.’’ Genna vertelde ook dat hij zich steeds meer uit het schaken terugtrok, maar nog wel gehecht was aan het schrijven en vertellen over de grote schakers die hij kende en kent. Hij is geboren in 1943 en heeft zijn plicht als toernooispeler wel gedaan. Eind vorige maand werd Solingen kampioen van de Duitse Bundesliga, boven het almachtig gewaande Baden-Baden dat met spelers als Anand, Aronian en Adams aan de top al tien keer achter elkaar kampioen was geweest. Nederland wint de Bundesliga! In de laatste ronde tegen Griesheim werden de beslissende punten voor Solingen gescoord door Jan Smeets en Robin van Kampen. Anish Giri en Erwin l’ Ami zijn ook lid van Solingen, maar die waren er deze keer niet bij. Smeets en Van Kampen zullen niet zo’n lange schaakcarrière hebben als Sosonko. Smeets is al jaren geen profschaker meer en Van Kampen is begonnen aan een managementstudie aan de Erasmus universiteit. Ze gaan wel erg snel bij ons weg.
Jaroslaw Krassowizkij (Griesheim) – Robin van Kampen (Solingen), Bundesliga 2016
1. d4 Pf6 2. c4 g6 3. Pc3 Lg7 4. e4 d6 5. Pf3 0-0 6. Le2 e5 7. 0-0 Pc6 8. d5 Pe7 9. Pe1 Pd7 10. Le3 f5 11. f3 f4 12. Lf2 g5 13. a4 De favoriete zet van Kortchnoi, die er geweldige mee scoorde. 13…a5 14. Pd3 b6 15. b4 axb4 16. Pxb4 h5 Zwart stelt 16…Pf6 even uit, misschien om 17. Pc6 Pxc6 18. dxc6 te beantwoorden met 18…Pc5. 17. Pb5 Het luistert nauw in deze variant. Met 17. a5 bxa5 18. Pd3 Pf6 19. c5 zou wit veel meer spel krijgen dan in de partij. 17…Pf6 18. Ta3 g4 19. Lh4 Dd7 20. fxg4 hxg4 21. Pc6 Pg6 22. Lxf6 Txf6 23. Pca7 Misschien zou het nog net gaan voor wit als hij met 23. Pba7 het andere paard had gespeeld. 23…f3 24. gxf3 g3 25. hxg3 Dh3
Kasparov in vluggertjes af en toe ouderwets flitsend
Nadat Fabiano Caruana er had aangetoond wie op dit moment de sterkste schaker van de Verenigde Staten is, kregen we in de St. Louis Chess Club antwoord op een andere vraag: is Gari Kasparov nog steeds een volwaardige tegenstander voor de topspelers van deze tijd? De oudwereldkampioen liet zijn strijd tegen Poetin twee dagen rusten om het in een snelschaaktoernooi over achttien ronden op te nemen tegen de drie hoogst geëindigden van het Amerikaans kampioenschap. Hoewel Kasparov het schaken op de voet volgt, heeft hij zich sinds de beëindiging van zijn professionele carrière in 2005 zelden gewaagd aan krachtmetingen met serieuze tegenstanders. Klassieke partijen met langere bedenktijd speelde hij helemaal niet meer, maar een enkele keer stemde hij in met een vluggertjesmatch tegen oude WKopponenten. Vorig jaar vernietigde hij in St. Louis Nigel Short met 8,5- 1,5. De tegenstand die Kasparov ditmaal ontmoette was van een ander kaliber. Hikaru Nakamura, Wesley So en de Amerikaanse kampioen Caruana staan in de mondiale toptien en gelden alledrie als experts in het snelle spel met enkele minuten bedenktijd. Tot algemeen genoegen handhaafde Kasparov zich uitstekend. Met ondernemend en af en toe ouderwets flitsend spel behaalde hij een score van 9,5 uit 18. Het eindresultaat zou nog aanzienlijk beter zijn geweest, als hij op de eerste dag niet driemaal in voortreffelijke stellingen een stuk had weggegeven. Slechts eenmaal werd Kasparov finaal overspeeld. In het mooiste vluggertje van het toernooi gelukte So een aanvalspartij die door de Amerikaanse commentatoren met de hoogste lof werd overladen. Kasparov reageerde met zelfspot: ‘De partij deed me denken aan de manier waarop Paul Morphy in de negentiende eeuw afrekende met amateurs.’
So – Kasparov St. Louis 2016
1. Pf3 g6 2. e4 Lg7 3. d4 d6 4. c4 Lg4 5. Le2 Pc6 6. Pbd2 e5 7. d5 Pce7 8. h3 Ld7 9. c5 dxc5 10. Pc4 f6 11. d6 Pc8 12. Le3 b6?
Veel sterker is 12 … b5, waarna het de vraag is of wit voldoende compensatie heeft voor de geofferde pion.
13. 0-0 Lc6 14. dxc7 Dxc7 15. b4! cxb4 16. Tc1 Pge7 17. Db3 h6 18. Tfd1 b5
Geluk?
Het is maar de vraag wat er wetenschappelijk overeind blijft van de gevleugelde uitspraak ‘Geluk dwing je af’. Feit is dat Magnus Carlsen opmerkelijk vaak pas in de allerlaatste ronde de eindoverwinning naar zich toe trok. Zo ook weer in het Norway Chess Festival met als eindstand:
1.Carlsen 6 2.Aronian 5,5 3.Kramnik, Vachier-Lagrave, Topalov 5 6.Li, Harikrishna 4,5 8.Giri 4 9.Eljanov 3 10.Grandelius 2,5
De spanning in het toernooi was volledig teruggebracht in de voorlaatste ronde door een zeldzaam verlies van de wereldkampioen.
Aronian – M. Carlsen
1.c4 Pf6 2.g3 c6 3.Lg2 d5 4.Pf3 g6 5.b3 Lg7 6.Lb2 0-0 7.0-0 dxc4 8.bxc4 c5 9.d3 Pc6 10.Pe5 Pa5?! Dat druist tegen de basisregels in (geen paard naar de rand) maar Carlsen experimenteert vaker in de opening. Bekende voortzettingen zijn 10…Pxe5 of 10.Pd4. 11.Dc1 Dc7 12.Pd2 Pe8 13.f4 Pd6 14.Lc3 Tb8 15.Da3 b6 16.Lxa5 bxa5 17.Pb3 Wit heeft consequent op Pa5 gespeeld en wint nu een pion. Waar gaat zwart compensatie vinden? 17… Pb7 18.Lxb7 Dxb7 19.Pxc5 Dc7 Zwart heeft het loperpaar maar naast een pion achterstand ook nog een dubbelpion. Het moet in hogere zin al gewonnen zijn voor wit en het partijverloop biedt geen andere kijk op dat oordeel. Kortom: experiment mislukt. 20.d4 Td8 21.Tfd1 f6 22.Pf3 e5 23.fxe5 fxe5 24.Pxe5 Lxe5 25.dxe5 Txd1+ 26.Txd1 Dxe5 Ziet er wellicht nog enigszins speelbaar uit maar in werkelijkheid kan wit het geforceerd uitmaken: 27.Td8+ Kf7 28.Df3+ Lf5 29.Txb8 Dxb8 30.g4 Db4 31.Pd3
En zwart gaf op zodat de slotronde beslissend werd voor de hoofdprijzen. Aronian kwam niet door Pentala Harikrishna heen, remise, en dus kon Carlsen toch weer zegevieren als hij won van Pavel Eljanov.
32.Pxg4 fxg4 33.Ld3 g6 34.Lxe4 dxe4 35.Dxb6 Zwart gaf op want de b-pion loopt door en er zit geen eeuwig schaak in: 35…Da3 36.Dc7+ Kg8 37.b6 Da1+ 38.Kg2 Dd1 39.Df4 Db1 40.Db8+ Kh7 41.b7 Dd1 42.Df4. En daarmee won Carlsen toch weer alleen het toernooi. Voor Anish Giri was dit zijn slechtste optreden sinds hij de top tien binnen kwam in 2014. Hij is hot als jongste topspeler en daarom speelt hij veel. Wellicht zou een korte stop om de batterijen op te laden een goede impuls geven.
Na afloop van het Amerikaans kampioenschap werd een bijzonder snelschaaktoernooi gehouden met als eindstand
1.Hikaru Nakamura 11/18 2.Wesley So 10 3.Gary Kasparov 9,5 4.Fabiano Caruana 5,5.
Men kreeg vijf minuten en drie seconden bonus per zet per partij. Zoals altijd met verkorte bedenktijd werden prachtige partijen verziekt door blunders.
Nakamura – G. Kasparov, na 41.Tc6-c4 Zwart kan winnen met 41…Txe5! 42.Pxe5 Ta8. Er volgden nog meer fouten:
41…Pf6 42.Pc6+ Kxd7 43.Pxd8 Td5? Simpel remise is 43.Kxd8 44.Pxf7 En wit won. De blunder is de eerste vijand van de schaker. Er zijn niet voldoende woorden voor de walging en zelfhaat die de schaker overkomt bij de doffe ellende van een blunder.
Bab Wilders
Sommige partijen uit het Kandidatentoernooi in Moskou waren dermate saai (ik noem nu geen namen), dat de medische stand ze uitstekend kan gebruiken als slaapmiddel. Vandaar ook dat het bij de chat al heel snel ging over totaal andere zaken. Nee, dan de nu volgende partij tussen twee mij onbekende grootmeesters: 1.e4 c5 2.Pf3 d6 3. d4 cxd 4. Pxd4 Pf6 5. Pc3 a6 6. Lg5 e6 7.f4 Pbd7 8. De2 Dc7 9. 0-0-0 Le7 10.g4 h6 tot zover niets nieuws 11. Lh4 g5 12.fxg Ph7 13. Lg3 hxg Een stelling om even goed naar te kijken en wit vindt 14.Pf5! exf5 15.Pd5 Db8 16.exf met dreiging Pe5 17. Pxe7 Kxe7 18. Txd6! Dxd6 (Kxd6 verliest de dame) 19.Lxe5 Dd5 20.Lg2 Dxa2 Het zag er natuurlijk al niet best uit maar nu gaat het mat: 21.Ld6+ Kxd6 22. Td1+ Kc7 23.De5+ Kb6 24.Dd6+ Ka5 25. Dc5+ b5 26.Dc7+ 1-0. Wie kijkt op www.mcfarlandpub.com (doen!) treft daar vrijwel altijd bijzondere nieuwe boeken aan. Zo heeft Gino Di Felice de schaakhistoricus weer verblijd met Chess Competitions 1971-2010, met daarin boeken, bulletins en programma’s van toernooien uit die periode (ISBN 978-1-4766-6207-7). Voor de liefhebber. Dat geldt ook voor boeken over specifieke openingen.
Iedere schaakliefhebber kan genieten van de prachtig uitgevoerde biografie van Zavatarelli over Ignaz Kolisch, die leefde van 1837-1889 en vele fraaie partijen speelde (ISBN 978-0-7864-9690-7, € 80). Daarvan staan er meer dan tweehonderd in dit meer dan volledige boek. Ik vraag me tussen haakjes af, of er in de volgende eeuw nog zulke schitterende boeken komen over bijvoorbeeld Carlsen. Ik denk het niet en nu zult u wellicht denken: omdat er dan geen boeken meer bestaan. Nee, omdat het leven van de moderne grootmeester totaal oninteressant is vergeleken met dat van de negentiende-eeuwse schakers over wie McFarland & co Publications standaardwerken publiceert. De Joodse Hongaar Ignaz Kolisch zwierf rond door de toenmalige Donaumonarchie, waar tientallen nationaliteiten door elkaar krioelden, bestuurd vanuit Wenen, de toenmalige schaakhoofdstad van Europa. Tussen alle schaakreizen door, en de toernooien waarin hij de aandacht trok met briljante combinaties, verwierf hij veel geld, stichtte een bank en een krant (om er zelf in te kunnen schrijven). De auteur vergast ons op talrijke anekdotes uit dit veelbewogen leven in de veelbewogen tijd na de golf van revoluties in 1848. Zo versloeg Kolisch Andersen, de Kasparov van de negentiende eeuw, in een voor die tijd typerende partij.
Kolish-Andersen
1.e4 e5 2.f4 exf 3.Pf3 g5 4.h4 g4 5.Pe5 h5 6.Lc4 Th7 7. d4 f3 8.gxf d6 9. Pd3 Le7 10. Le3 Lxh4+ 11. Kd2 Lg5 12.Pc3 Lxe3+ 13.Kxe3 Dg5+ 14. f4 Dg7 15.e5 Lf5 16. Pb5 Pa6 17. exd 0-0-0 18. Pe5 cxd 19.Pxf7! Te8+ 20. Kd2 Kb8 21. Pfxd6 Tf8 22. De2 Lg6 23. Tae1 Pb4? Zwart stond niet best en hier was dus echt bv Pc7 nodig. 24.f5 Dh6+ het schaak der wrake 25. Kc3 1-0. (bv 25..Te7 26. Dxe7 Pxe7 27. Txe7 Pa6 28. Txb7 Ka8 29. Ld5 De3+ 30.Kc4 De2+ 31.Kb3 De3+ 32. c3 Pc5+ 33. Ka3 Pxb7 wit geeft mat in 3).
Probleem 2579 is een 3-zet van Casa:
Probleem 2577? 1.Lf3!
Johan Hut
Karjakin is niet bang voor Carlsen
Nadat Sergei Karjakin verrassend het Kandidatentoernooi had gewonnen, en zich daarmee had geplaatst voor de WK-match tegen Magnus Carlsen, trok hij zich terug voor het elitetoernooi in Stavanger, Noorwegen. Zou hij nu tot die match in het najaar niet meer schaken, vroeg ik me twee weken geleden op deze plaats af. Het wordt wel eens gesuggereerd dat de allergrootsten in zo’n periode hun openingsideeën niet willen laten zien. Toch is die theorie niet heel waarschijnlijk, want als je echt groot bent, kun je ook andere openingen spelen dan je tijdens de match van plan bent. Gert Ligterink gaf in de Volkskrant aan dat Karjakin had gezegd oververmoeid te zijn. Dat kan een gevolg zijn van de emoties van de onverwachte toernooiwinst. Internetjournalist Peter Doggers wees me erop dat Karjakin wel heeft aangegeven nog voor de WK-match te zullen aantreden in de Gashimov Memorial, de match Rusland-China en de Olympiade. Zou hij misschien Carlsen willen ontwijken? Die zal hij zeker in die landenwedstrijd en waarschijnlijk op de Olympiade niet tegenkomen. Hans Ree draaide het in NRC Handelsblad om: Karjakin had beter wel naar Noorwegen kunnen komen. Ree: “Als Karjakin daar van Carlsen had gewonnen, was de marktwaarde van de WK-match een stuk groter geweest, wat misschien wel nodig is.” In een interview met de website Chessbase zei Karjakin zelf: “Ik ben niet bang voor Carlsen. Net als Bobby Fischer zeg ik: ik speel tegen de stukken, niet tegen mijn tegenstander.” Hij voegde er nog aan toe dat Carlsen en hij geen vrienden zijn, maar dat ze wel contact hebben via Skype.
Carlsen won in Stavanger zijn vierde grote toernooi op rij, na Londen, Qatar en Wijk aan Zee. Hij zal ook niet bang zijn voor Karjakin. Anish Giri verloor twee partijen, namelijk van Pentala Harikrishna en Maxime Vachier-Lagrave. Hij versloeg Pavel Eljanov, maar eindigde dus net onder de vijftig procent. Pijnlijk was zijn witnederlaag tegen de Franse opening van Hariskrishna, die in de absolute top niet gebruikelijk meer is.
Giri-Harikrishna
1.e4 e6 2.d4 d5 3.Pc3 Pf6 4.e5 Pfd7 5.f4 c5 6.Pf3 Le7 7.Le3 0-0 8.Dd2 b6 In plaats van 6…Le7 was Pc6 normaal, maar zwart kiest voor een plan dat in het algemeen ook normaal is in het Frans: zijn zwakke loper via a6 afruilen tegen wits sterke. 9.Pd1 a5 10.c3 a4 11.Ld3 La6 12.0-0 Pc6 13.Lxa6 Txa6 14.f5 b5 15.fxe6 Misschien had wit beter de optie f6 in de stelling kunnen houden. Anderszins, zo merkt Dimitri Reinderman op Schaaksite op, moet hij er dan ook steeds rekening mee houden dat zwart een keer op f5 slaat. 15…fxe6 16.De2 Db6 17.Pf2 a3 18.b3 b4 19.dxc5 Slaan op b4 had het wit minder moeilijk gemaakt.19…Lxc5 20.Lxc5 Pxc5 21.c4 Pe4 22.cxd5 exd5 23.e6 Pe7 24.Kh1 Pc3 25.Dd3 h6 Fout is 25…Dxe6 26.Tfe1 Df6 27.Txe7 Dxe7 28.Dxa6 en wit blijft een stuk voor. 26.Pd1
26…Db5 Dwingt dameruil af, waarmee wits aanvalskansen vervlogen zijn. Bovendien kan wit zijn e-pion niet meer redden. Zwart slaat vervolgens toe op de damevleugel. 27.Dxb5 Pxb5 28.Pf2 Txe6 29.Pd3 Pc6 30.Tfc1 Pc3
Eindelijk staat wit actief, maar omdat hij eerst de dreiging op de onderste eruit moet halen, is hij net te laat voor Tff7. 36.h3 a2 Wit geeft het op. Na 37.Tff7 a1D+ 38.Kh2 Dxd4 staat g7 netjes gedekt.
Henk Prins
Eindspelstudies worden nogal eens geïnspireerd vanuit een schaakpartij, waarin een interessant eindspel naar voren komt. Timman, die bekendstaat als sterke grootmeester maar ook als eindspelstudiecomponist, heeft daar voorbeelden van. In de studie (zie eerste diagram) van TImman is het de bedoeling dat wit moet winnen. De eindspelstudie werd geboren uit de vierde partij in de kandidatenmatchfinale van Timman tegen Karpov in 1990 te Kuala Lumpur. Timman verloor die partij doordat Karpov een mindere zet speelde na het afbreken, waar TImman in zijn analyses te weinig aandacht aan had gegeven. Later ontdekte hij een verbetering die hij in zijn studie uitwerkte.