KingLoek kwam, zag en …
Loek van Wely kwam dit jaar naar het Hogeschool Zeelandtoernooi in Vlissingen met maar één doel voor ogen: winst in een van de belangrijkste Nederlandse zomertoernooien. Vorig jaar is het toernooi hem niet goed bekomen en voor die prestatie had hij wat goed te maken. In mijn vorige verslag kon u al lezen dat hij als enige met 6 uit 6 was begonnen. In de zevende ronde probeerde hij met wit lange tijd om de solide Rus Konstantin Landa omver te krijgen. Het lukte hem om de minderheidsaanval in een klassiek Damegambiet op voorbeeldige wijze door te zetten, maar vervolgens kwam hij toch niet in de buurt van de overwinning.
De Rus hield de deur keurig op slot en op een gegeven moment vond King Loek dat het mooi geweest was. Dan maar met zwart proberen de onbekende en niet te onderschatten Chinese speler Ke Mu te verslaan. Van Wely pakte de opening heel slim aan. Hij duwde zijn tegenstander in een stelling waarin hij zijn superieure strategische inzicht kon benutten. Vanaf zet vijf zadelde hij zijn tegenstander op met een dubbelpion en toen de Chinees er maar meteen pionoffer van maakte, had Loek wat hij wilde. Een pluspion vindt Van Wely altijd al prettig en de compensatie uit de stelling halen, kan hij als geen ander. Al heel snel tekende zich een overwinning af, maar die moest heel zorgvuldig binnen gehengeld worden. Loek nam er de tijd voor en zonder ook maar een spoor van tegenkansen toe te laten, werd de tegenstander naar de rand van de afgrond geduwd. Met bijna satanisch genoegen offerde Loek een kwaliteit om met zijn reuzenpaard de een na de andere pion het bord te halen. Toen hij er inmiddels vijf had geconsumeerd vond de tegenstander eindelijk dat hij genoeg had gezien. Daarmee stond de toernooiwinst inmiddels vrijwel vast. Overigens scoorde Mu zijn derde IM-norm en is hij hiermee inmiddels Internationaal Meester geworden.
Tegen de Oekraïense grootmeester Mykhaylo Oleksiyenko ging Loek er toch nog even voor zitten. Hij had tenslotte wit! Maar in een dichtgeschoven stelling, waarin hij wat beter stond, vond hij het niet nodig om risico’s te gaan nemen en accepteerde zijn tweede halfje. Daarmee stelde hij deze titel veilig met een prachtscore van 8 uit 9. Hij kwam, hij zag, hij overwon…
Moeten we de bijnaam KingLoek niet veranderen in EmperorLoek?
Achter hem schaarden zich drie spelers met slechts een half puntje minder. Dat waren David Alberto (ITA), onze eigen Sipke Ernst en Zeng Chongsheng.
De op papier sterkste speler, Krishnan Sasikiran gaf teveel remises af: vier en bleef daarom steken op 7 punten. Hij kreeg met dat puntenaantal gezelschap van bovengenoemde Oekraïner Oleksiyenko en Chinees Mu.
Toch kunnen we nog verheugend nieuws melden: Mark Timmermans mag na dit toernooi de titel van Internationaal meester aanvragen. Met 5½ punten en een TPR van 2474 behaalde hij zijn derde norm en gezien het feit dat hij met dit toernooi zijn rating boven 2400 tilde, gaat hij vanaf nu als IM door het leven. Schaaksite feliciteert hem van harte met dit resultaat.
Na zijn sterke begin kreeg Mark tweemaal achter elkaar een nederlaag te slikken (van Landa en Ernst) maar hij boog deze reeks om in twee overwinningen en kwam zo op bovengenoemd resultaat uit.
Het scoreformulier van Mark Timmermans:
Er werden nog twee andere normen behaald. Het 16-jarige Chinese meisjestalent haalde ook een IM-norm binnen en een WIM-norm was er voor de Duitse Sonja Maria Bluhm.
De eindstand aan kop van de ranglijst (klik op plaatje voor link naar volledige uitslag):
Enkele bijzondere verrichtingen
Van Foreest, Jorden – Leenhouts, Koen
- e4 c5 2. Pf3 e6 3. d4 cxd4 4. Pxd4 Pc6 5. Pb5 d6 6. Lf4
Wat is dit? Ja, Fischer speelde het ooit… Hier is 6. c4 de gangbare voortzetting.
6…e5 7. Le3 Pf6 8. Lg5
Drie loperzetten achter elkaar, om zwart te verleiden tot de verzwakkende pionzet e6-e6 waardoor hij veld d5 kwijt is. Maar anno 2016 weten we dat wit hier een tempo minder heeft in de Svesnikovvariant. En die wordt (op topniveau) als volledig speelbaar voor zwart beschouwd. Ik ben benieuwd waarom Jorden – die deze kennis ongetwijfeld ook heeft – dan toch hiervoor kiest. In deze partij krijgt hij in elk geval gelijk!
8…a6 Met 8…Le6 bestaan er twee beroemde partijen van Fischer in 1971. De een tegen Taimanov, de andere tegen Petrosian, waarin de Russen een spectaculair (en vermoedelijk ook winnend nieuwtje hadden voorbereid). Maar Fischer won toch!
- Lxf6 gxf6 10. P5c3 f5 11. Dh5 Pd4 12. Lc4
12…Le6?!
Dit lijkt me geen goede voortzetting. 12…Dc7 is de gangbare voortzetting. Ook mogelijk is 12…Pxc2+ 13. Kd2 Dc7 14. Kxc2 Dxc4 15. Pd2
- Lxe6 Pxe6 14. Pd2 Wellicht is 14. Pd5 nog wel de beste zet.
14…Pd4 15. O-O-O
Wit is vol ontwikkeld, terwijl de witte velden bij zwart enorm zwak zijn geworden.
15…Tc8 16. exf5 Een thematisch idee zou 16. Pf3 kunnen zijn. Wit voelt het enige actieve zwarte stuk (Pd4) aan de tand en verzwakt daarmee de witte velden nog meer.
16…b5?
Dit kan de stelling helemaal niet hebben. Zwart doet geen moeite om zijn ontwikkeling te voltooien en daar wordt hij hard voor gestraft. Misschien had zwart toch zijn best moeten doen om pion f5 te heroveren. Het is overigens geen weelde na bijvoorbeeld 16…Df6 17. Pde4 Dxf5 18. Dxf5 Pxf5 19. The1
- Pde4! d5
- Pxd5
Tja, van dat soort wendingen maakt Jorden graag gebruik.
18…Txc2+ 19. Kb1 Tc6
- Txd4!
Weer de optimale aanvalsvoortzetting en opnieuw fraai.
20…exd4 21. Te1
De pointe. Er dreigt een dodelijk dubbelschaak met Pf6#.
21…Kd7 22. Dxf7+ Kc8 23. f6
Wit heeft een kwaliteit minder, maar zijn ver opgerukte vrijpion valt nauwelijks af te stoppen. Voegen we daar nog het totale gebrek aan samenwerking in het zwarte kamp bij alsmede de onveilige koning, dan moge duidelijk zijn dat wit op winst staat. Nog harder was 23. Pef6! met de dreiging Te8. Er kan dan bijvoorbeeld 23…Lc5 24. Te6 volgen. Na 24…Txe6 25. fxe6 beslist de witte pion de partij.
23…Dd7
- Pe7+!
Jorden blijft het uitstekend spelen.
24…Lxe7 25. fxe7 Te6 Op 25…Te8 zou 26. Pf6 Txf6 27. Dxf6 beslissend zijn.
- Pd6+
En met deze mooie slotzet bekroont de witspeler deze partij. 26. Pd6+ Txd6 [ 26…Dxd6 27. Txe6 Dd7 28. e8=D+] 27. e8=D+ Txe8 28. Txe8+ Kc7 29. Te7
1-0
Timmermans, Mark – Ernst, Sipke
- e4 c5 2. Pf3 e6 3. d4 cxd4 4. Pxd4 Pc6 5. Pc3 Dc7 6. Le3 a6 7. Le2 b5
7…Pf6 wordt gezien als de hoofdvariant.
- Pxc6 Dxc6 9. Lf3 Lb7 10. e5 Dc7 11. O-O
- Lxb7 Dxb7 12. O-O is een andere variant.
11…Pe7
- Pe4
Een nieuwtje, maar misschien niet de beste zet. In Reinderman-Van Oosterom, 2008 en Bologan-Horvath, 2010 koos wit voor het gepointeerde 12. Lc5!? Ook 12. Lxb7 Dxb7 13. Dd3 lijkt mogelijk.
12…Pf5 13. Ld4 Td8
Wit lijkt geen voordeel te hebben behaald in de opening. Pion e5 is zwak maar de witspeler denkt daar iets op gevonden te hebben.
- Pd6+
Na deze zet kan zwart zijn ontwikkeling helemaal voltooien. Maar de rokade moet hij prijsgeven.
14…Lxd6 15. exd6 Dxd6 16. Lxg7
Dat was het tactische grapje dat Timmermans voor ogen stond.
16…Dxd1
16…Lxf3? zou zelfs slecht zijn voor zwart. 17. Dxd6 Pxd6 18. Lxh8 en wit komt een kwaliteit voor.
- Tfxd1 Lxf3 18. Lxh8 Lxd1 19. Txd1 Tc8
Een lastige stelling om te beoordelen. Zwart heeft een massief pionnencentrum en zijn stukken zijn actiever dan die van wit. Daar staat tegenover dat een loper in principe de voorkeur verdient boven het paard aangezien er geen pionnen zijn vastgelegd en er pionnen op twee vleugels aanwezig zijn. Maar met dit mooie paard op f5 zal zwart ook niet ontevreden zijn geweest.
- c3?!
Lijkt mij niet zo’n goede zet. Sowieso geeft het een aanknopingspunt en het is niet zo handig om pionnen op de kleur van de loper te zetten. Misschien had wit het paard tot een verklaring moeten dwingen met 20. g4
20…Ke7 21. Ld4?!
Overziet zwarts volgende zet. Ook na 21. Le5 f6 22. Lf4 d5 staat zwart beter.
21…b4! 22. g3
- cxb4 kan natuurlijk niet vanwege 22…Pxd4 met stukverlies. Omdat Mark later verder gaat met 22. Kf1 had hij dat misschien meteen moeten spelen.
22…Pxd4 23. Txd4 bxc3 24. bxc3 Txc3
De hele transactie heeft wit een kostbare pion gekost.
- Ta4 Tc6 26. Th4
Hij gaat voor een tegenaanval maar het wordt vechten tegen de bierkaai. Kennelijk had hij er geen feducie in om te ‘blijven staan’ met 26. Kg2 En inderdaad zal zwart met 26…d5 zijn pluspion wel tot gelding weten te brengen.
26…d5 27. Kf1 Tc1+ 28. Ke2 Tc2+ 29. Ke3 Txa2 30. Txh7 a5 31. g4
De stelling is verloren. De witte pionnen komen nergens, de zwarte a-pion is uiterst vervelend voor wit. Sipke maakt het karwei kundig af.
31…a4 32. g5 Kf8 33. Th8+ Kg7 34. Ta8 a3 35. h4 Kg6 36. Tg8+ Kh5 37. Kf3 Tc2 38. g6 Tc3+ 39. Kf4 f6 40. Te8 e5+ 41. Kf5 Tf3+
En opgegeven. Er valt inderdaad geen eer meer te behalen.
0-1
Mu, Ke – Van Wely, Loek
- c4 Pf6 2. Pc3 e5 3. Pf3 Pc6 4. g3 Lb4 5. Lg2 Lxc3
De keuze van een strateeg. Het ‘dobbelcomplex’ (de witte dubbelpion op c3/c4) kan wel eens een probleem voor wit worden. Overigens lijkt het met verwisselde kleuren heel erg op de Rossolimovariant tegen het Siciliaans.
- dxc3 h6 7. O-O d6 8. b3
- Pe1 is een van de standaardplannen voor wit.
8…Le6 9. a4 Dd7 10. Te1 a5
Van Wely beoogt om zijn pionnen zoveel mogelijk op zwart te zetten om zo de witte pionnenstructuur heel ‘star’ te maken. Hij gaat er dan vanuit dat zijn paarden in een redelijke gesloten stelling van hogere waarde zijn dan het witte loperpaar. 10…Lh3 11. Lh1 O-O kwam nog voor in Nguyen-Rahman, 2006.
- La3 b6
Dit haalt c4-c5 uit de stelling en daarmee is de witte dubbelpion definitief vastgelegd.
- b4
De witspeler wenst zich hier niet bij neer te leggen en hij gaat op de tactische toer. Dat moet eigenlijk ook wel, maar door het uitgekiende spel van zwart, komt hij straks met de brokken te zitten.
12…Td8
Snel met de toren uit de lange diagonaal. De pointe is dat pion c4 taboe is vanwege 12…Lxc4 13. b5 Pe7 14. Pxe5!
- b5 Hij kon ook de zetten omdraaien met 13. c5 bxc5 14. b5
13…Pe7 14. c5
Hij ziet in dat pion c4 op den duur toch het kind van de rekening zou worden en kiest ervoor om die maar meteen te offeren. Hij kon natuurlijk ook de pion dekken met 14. Pd2 hetgeen na 14…Lh3 15. Lh1 Ph7! ook leidt tot een stelling die voordelig is voor zwart.
14…bxc5 15. Pd2
Mu hoopt dat pion a5 hulpbehoevend wordt.
15…Lh3 16. e4
16…h5!
Typisch een stelling dat rokade voor zwart niet meer aan de orde is.
- Df3 h4 18. Pf1 hxg3 19. hxg3 Lxg2 20. Dxg2 De6 21. f3
21…Pc8!
Een mooie zet. Het paard streeft naar het ideale veld b6. Daar wordt a4 onder schot genomen en tevens houdt hij veld c4 onder controle.
- Lc1 Pb6 23. Pe3 Kd7 24. Da2 Dh3 Hier was 24…Th3! nauwkeuriger. Na 25. Dxe6+ Kxe6 26. Pf1 Tdh8 27. Lg5 Pfd7 zou zwart een heel comfortabel eindspel hebben bereikt. Hij moet dan wel een kwaliteit offeren met 28. Lh4 T8xh4 29. gxh4 maar na 29…Txf3 is alles zwak bij wit.
- Dg2 De6 26. Da2 Th3!
Hij krijgt een tweede kans!
- Dxe6+ Kxe6 28. Pf1 Tdh8 29. Kg2 Pfd7
Haalt de ruil van wits slechte loper uit de stelling.
- Lg5 T3h7
Hij heeft geen zin in het kwaliteitsoffer. Het is ook niet nodig.
- Le3 Pc4 32. Lg1 Pdb6
Er dreigt nu … Pb2 en pion a4 valt.
- Ta2 g6 34. Ph2 Pd7 35. Pf1 f6
Van Wely doet het heel kalm aan. Hij heeft ook alle tijd om dit voordeel volkomen risicoloos in winst om te zetten.
- Kf2 f5 37. Kg2 Pf6 38. Pd2
Dit is precies waar zwart op zit te hopen. De ruil van de paarden werkt in zijn voordeel. De witte loper is een dood stuk in deze stelling; het zwarte paard daarentegen een monster.
38…Pxd2 39. Txd2 fxe4 40. fxe4 g5
- b6?
Dat krijg je als je slecht staat en tegenspel wilt.
41…cxb6?!
Van Wely staat bekend als een pionnensnaaier en natuurlijk is het nummer twee die in de doos verdwijnt. Heel sterk was nu de schwitch met 41…Tb8! 42. bxc7 Txc7 De zwarte torens komen nu beslissend binnen over de b-lijn.
- Tb2 Tb7 43. c4
Dat geeft veld d4 af en daar weet zwart straks heel handig gebruik van te maken!
43…g4 44. Lf2 Kd7 45. Lg1 Th3 46. Te3 Ph5 47. Teb3 Kc6
Van Wely doet niets cadeau.
- Tb1 Pg7 49. Tf1 Pe6 50. Tf6 Pd4
Daar staat het paard dan. Deze reus haalt ook alle tegenspel uit de stelling.
- Td3 Ruil van de loper tegen het paard was ook funest. Vooral als wit pion g4 zou gaan halen. Er volgt dan een leuke mataanval: 51. Lxd4 cxd4 52. Tg6 Tbh7 53. Txg4 Th2+ 54. Kf1 [ 54. Kf3 Tf7+ wint een toren.] 54…Th1+ 55. Ke2 T7h2+ 56. Kd3 Td1#
51…Tg7 52. Td1 Thh7
Heel voorzichtig.
- Tdf1 Kd7 54. Tf8 Pf3 55. Td1 Tg6 56. Ta8 Kc6 57. Tc8+ Kb7 58. Td8 Kc7 59. Ta8 Th3 60. Ta7+ Kc6 61. Tf1
Oppassen… Er dreigt Txf3.
61…Tgh6 62. Kf2 Pd2 63. Te1 Th2+!?
Van Wely besluit nu toch om er een kwaliteit tegenaan te gooien. En hij heeft goed ingeschat dat het paard minstens zo sterk is als een toren. Ook dodelijk was 63…Tf6+ 64. Kg2 Tf3 65. Lf2 Ta3 en met deze binnengedrongen stukken zal wit het niet lang kunnen volhouden.
- Lxh2 Txh2+ 65. Ke3 Pxc4+
Nummer drie.
- Kd3 Pb2+ 67. Kc3 Pxa4+
Nummer vier.
69. Kb3 Pb2 69. Tb1 Pd3 70. Kc3 Pb4 71. Tb2 Th1 72. Td2 Tg1 73. Ta8
Nummer vijf!
73…Txg3+ 74. Kb2 Td3 Van Wely had met 74…c4! er meteen een einde aan kunnen breien.
- Th2 g3 76. Th7 Td2+ 77. Kb3 Kb5 78. Tc7 a4+
Een aardig slotzetje. Wit geeft het eindelijk op. Jammer dat pion e4 ook niet is meegenomen…
0-1
Leenhouts, Koen – Yuan, Ye
- d4 Pf6 2. c4 g6 3. Pc3 d5 4. Lg5 Lg7 5. Lxf6 Lxf6 6. cxd5 c5
6…c6 is de wat oudere variant en ook volledig speelbaar voor zwart.
- dxc5
7…O-O De toppers spelen hier 7…Pd7 8. e3 O-O 9. Lc4 Pxc5 zoals bijvoorbeeld in Tomashevsky-Vachier-Lagrave, 2015.
- Dd2!?
Een nieuw idee en misschien heel sterk.
8…Pd7 Noodzakelijk lijkt mij 8…Lxc3 9. bxc3 Pa6 enn zwart wint tenminste een pion terug met het gebruikelijke tegenspel.
- Pe4
Leenhouts wil graag zijn pion behouden.
9…Lg7 10. Tc1
10…Pe5
Dit kan de stelling niet hebben. Wit heeft twee pionnen geconsumeerd, maar het tegenspel raakt zwart nu definitief kwijt. Het was hoog tijd om aan de noodrem te trekken met 10…f5!? Een mogelijk vervolg is dan 11. Pg5 Pf6 12. e3 h6 [ Slechter is 12…Pxd5 13. Lc4 e6 14. h4!] 13. P5f3 Pe4 en zwart heeft behoorlijke compensatie.
- Pf3 Nog sterker was 11. e3
11…Pxf3+?
Na deze zet ziet de zwartspeelster haar materiaal niet meer terug. 11…Dc7 12. e3 Td8 13. Pxe5 Dxe5 14. Pc3 Lf5 levert ook te weinig tegenspel op, maar misschien kon zwart hier nog rommelen.
- exf3 f5 13. Pg3 b6 14. c6 Dd6 15. Lc4 b5 16. Lb3 a5 17. a3 h5 18. O-O Le5 19. Tce1
19…Lf4 Op 19…h4 zou wit sterk met 20. Txe5! vervolgen. Na 20…Dxe5 21. Pe2 heeft hij zeer ruime compensatie. De zwarte stukken doen hoegenaamd niets.
- Dd4 h4
Mist het sterke antwoord.
- Txe7! Tf6
21…Dxe7?? faalt op 22. d6+
- Te8+ Tf8 23. Txf8+ Kxf8 24. Dh8+ Kf7 25. Dxh4
En met drie pionnen minder, zonder tegenspel gaf zij het op
1-0
(De foto’s zijn allemaal van ‘De Pion’ vanaf de toernooisite)
Naar aanleiding van de partij Van Foreest – Leenhouts: wit heeft inderdaad een tempo minder dan in de Svejsnikov, maar kan het paard van b5 naar c3 spelen, zodat het niet op a3 buitenspel komt te staan.
In de partij Van Foreest-Leenhouts hoeft het paard van b5 niet naar a3, waar het buitenspel staat, maar kan naar c3. Dat is de rechtvaardiging voor het tempo verlies.
Bedankt Ludo, weer wat geleerd!