Magnus strandt in het zicht van de haven
De derde partij in de WK-tweekamp tussen Magnus Carlsen en Sergey Karjakin is opnieuw in remise geëindigd. Het werd een heroïsch gevecht waarin de wereldkampioen zijn tegenstander in een complex eindspel zwaar onder druk kreeg. Zodanig zelfs dat Karjakin, die in het circuit als een van de meest taaie verdedigers te boek staat, begon te kraken. Op een gegeven moment had Magnus de winst voor het grijpen, maar ook hij liet een kostbaar steekje vallen. Toen was de Rus weer op zijn best. Er was een smal pad naar de remise en ondanks een vol stuk achter, slaagde hij erin de remise te bereiken.
Op het 1. e4 van Carlsen bracht Karjakin een variant van het Spaans op het bord waarin hij de tegenstander uitnodigde ‘De Berlijnse Muur’ te gaan spelen. Maar Carlsen koos wijselijk voor een andere mogelijkheid die schijnbaar weinig tot niets opleverde. Zo liet Caruana later weten dat hij het knap vond dat “Carlen’s innocuous opening choice” hem toch voordeel had opgeleverd. Er kwam snel een eindspel op het bord met voor beide spelers een toren, voor Carlsen een paard en de tegenstander een loper. Deze materiaalverhouding had de regerend wereldkampioen ook al in de eerste partij op het bord gebracht. Denkt hij misschien dat hij met deze twee stukken de tegenstander op het verkeerde been te zetten? En heeft hij in zijn voorbereiding gezocht naar openingsvarianten waar hij de strijd van het paard tegen de loper aan kan gaan?
Waar hij in de eerste partij nog niet zoveel bereikte, kwam hij ditmaal een heel eind. Vanuit een ogenschijnlijk potremise-eindspel begon hij met het paard flink rond te springen. Karjakin liet zich verleiden tot een compromitterende pionzet (20… f5) en later beging hij wat kleine onnauwkeurigheden die hem langzaam maar zeker in het nauw brachten. Naarmate de partij vorderde begonnen zich steeds meer donkere wolken af tekenen boven zijn hoofd. En inderdaad: een ongeluk zit in een klein hoekje…
Op de 64ste zet (een magisch getal voor schakers!) ging hij daadwerkelijk de fout in:
64…Le7?
Deze fout had hem zomaar de kop kunnen kosten, want het kost een stuk. Toch was het binnenhalen van de winst verre van triviaal. Nadat Magnus de loper had gewonnen moest hij zijn enige overbleven pion (die van b3) zien te redden en ondertussen de gevaarlijke zwarte h-pion zien af te stoppen. Omdat zijn stukken een beetje uit positie gespeeld waren na de stukwinst lukte het de wereldkampioen niet om de winst te vinden. Dat had ook te maken met de plotseling heel taai verdedigende Sergey. Hij speelde een groot aantal zetten de enige zet waardoor hij het de tegenstander uiterst moeilijk maakte om zijn eerste vis op het droge te trekken. Vanuit onderstaande diagramstelling vindt Karjakin de beste kans.
71…Th1
En toen greep de grote eindspelspecialist Carlsen mis met
- Tb7?
Alleen met 72. Tf7+ viel de winst binnen te halen. In mijn analyse hieronder laat ik zien hoe het precies had gemoeten.
Zoals het nu ging wist de Rus het vege lijf te redden. Al met al is nog altijd geen partij beslist. Carlsen zal graag gezien hebben om in een vroeg stadium van de tweekamp afstand te nemen. En hoewel hij nu heel dichtbij was, is het hem toch niet gelukt. Kan de wereldkampioen dit soort teleurstellingen verwerken? We gaan het vanavond al weer zien, want dan spelen de heren met verwisselde kleuren weer tegen elkaar!
Carlsen, Magnus – Karjakin, Sergey (derde matchpartij)
1. e4 e5 2. Pf3 Pc6 3. Lb5 Pf6
De Berlijnse Muur? Nu met Karjakin achter de zwarte stukken!
4. O-O Pxe4
5. Te1
Een andere variant die leidt tot een stelling met een symmetrische pionnenstructuur. Wat zou Carlsen hierin zien? De echte ‘Muur’ ontstaat na 5. d4 Pd6 6. Lxc6 dxc6 7. dxe5 Pf5 8. Dxd8+ Kxd8 waarmee vele partijen op het hoogste niveau zijn gespeeld. Zie ook het volgende artikel van mijn hand met uitleg over deze Berlijnse Muur.
5…Pd6 6. Pxe5 Le7 7. Lf1 7…Pxe5 8. Txe5 O-O 9. d4 Lf6
- Te2
Deze zet is ongebruikelijk. Meestal wordt 10.Te1 gespeeld. Peter Doggers van Chess.com gaf de volgende achtergrond bij deze zet: “Maxime Vachier Lagrave speelde tegen de Play Magnus app en speelde Te2 als een ‘mouseslip’. Achteraf analyseerde hij deze zet en heeft waarschijnlijk geconcludeerd dat het spel geeft voor wit.” Zou MVL onderdeel van het team van Magnus zijn? Na afloop werd Magnus gevraagd of het inderdaad een ‘mouseslip’ was. Daarop antwoordde hij sarcastisch: “Yeah, the Rook slipped out of my hand, so I moved it back to e1.” 10. Te1 Te8 11. c3 Txe1 12. Dxe1 Pe8 13. Lf4 d5 14. Ld3 g6 15. Pd2 Pg7 16. Pf3 [ 16. Pf1 Lf5 17. Lxf5 Pxf5 18. Pe3 Pxe3 19. Dxe3 Dd7 20. Te1 c6 21. Lh6 Lg7 22. Lxg7 Kxg7 23. De7 Td8 24. h4 h5 25. Te3 b6 26. De5+ Kg8 27. Kh2 a5 28. f3 a4 29. Kg3 b5 30. Kf4 Dd6 31. Dxd6 Txd6 32. Te8+ Kg7 33. Ke5 Td7 34. a3 g5 35. hxg5 h4 36. f4 Kg6 37. Tg8+ Kh7 38. Tc8 Kg7 39. Txc6 Te7+ 40. Kxd5 Te2 41. Th6 Txb2 42. Txh4 Tb3 43. Kc5 Txc3+ 44. Kxb5 Txa3 45. f5 Ta1 46. Kb4 a3 47. g4 Td1 48. Kxa3 Txd4 49. Kb3 Tf4 50. Kc3 Ta4 51. Kd3 Ta3+ 52. Kc4 Ta4+ 53. Kb5 Tf4 54. Kc6 Ta4 55. Kd6 Ta6+ 56. Kc7 Ta7+ 57. Kb6 Ta4 58. Kb5 Tf4 59. Kc5 Ta4 60. Kc6 Tb4 61. Kd5 Ta4 62. Ke5 Ta5+ 63. Kd6 Ta6+ 64. Kc5 Ta4 65. Kc6 Tb4 66. Kd5 Ta4 ½-½ (66) Carlsen, M (2855)-Kramnik, V (2812) Leuven 2016] 16…Lf5 17. Lxf5 Pxf5 18. De2 c6 19. Te1 Pg7 20. Le5 Pe6 [ 20…Lxe5 21. Pxe5 Dd6 22. Df3 f6 23. Pd3 Te8 24. Txe8+ Pxe8 25. De3 Pg7 26. h3 Kf7 27. Dh6 Kg8 28. De3 Kf7 29. Dh6 Kg8 30. De3 Kf7 ½-½ (30) Carlsen, M (2834)-Kramnik, V (2796) Doha 2015] 21. Lxf6 Dxf6 22. Pe5 Te8 23. Pg4 Dd8 24. De5 Pg7 25. Dxe8+ Pxe8 26. Txe8+ Dxe8 27. Pf6+ Kf8 28. Pxe8 Kxe8 29. f4 f5 30. Kf2 Kf7 31. b4 b5 32. g3 [ 32. h3 h6 33. h4 h5 ½-½ (33) Carlsen, M (2870)-Anand, V (2775) Chennai 2013 CBM 158] 32…Kf6 33. Kf3 Ke6 34. Ke3 Kf6 35. Kf3 Ke6 ½-½ (35) Carlsen, M (2872) -Anand, V (2773) Zürich 2014
10…b6 Bekend is ook 10…Pf5 11. d5 d6 12. c3 c6 13. Lf4 Lg5 14. Lxg5 Dxg5 15. Pd2 Ld7 16. Pf3 Df6 17. Da4 Tfd8 18. Tae1 h6 19. Db3 b5 20. h3 c5 21. Te4 Tdb8 22. Dd1 Kf8 23. g4 Ph4 24. Pxh4 Dxh4 25. Df3 Te8 26. b4 Txe4 27. Txe4 Tc8 28. a3 ½-½ (28) Vallejo Pons, F (2677)-Tabatabaei, M (2461) Karlsruhe 2016
- Te1 Te8
Deze logische zet is hier al een nieuwtje. Kasimdzhanov is de secondant van Caruana. Er werd gezegd dat Caruana de zet had ‘vrij gegeven’ aan zijn secondant omdat er te weinig in zat. De zwartspeler ging hier overigens verder met 11…Pb7 12. Pa3 d5 13. c3 Pd6 14. Pc2 a5 15. Pe3 Pf5 16. Pg4 Lg5 17. Ld3 Lxc1 18. Txc1 Pd6 19. h3 Te8 20. Df3 Lxg4 21. Dxg4 g6 22. Te5 c6 23. Tce1 Dc7 24. T1e3 Kg7 25. h4 f6 26. Txe8 Txe8 27. Txe8 Pxe8 28. h5 f5 29. Dg5 Pd6 30. hxg6 ½-½ (30) Kasimdzhanov, R (2704)-Melkumyan, H (2622) Germany 2016
- Lf4
Wit ‘dreigt’ met Lxd6 de tegenstander op te zadelen met een dubbelpion.
12…Txe1 13. Dxe1 De7
Zo lijkt zwart dit probleem te kunnen oplossen.
- Pc3
Magnus ruilt niet zelf, maar ontwikkelt zijn laatste stuk.
14…Lb7 De vraag rijst natuurlijk of zwart niet een pion kon winnen op d4. Na 14…Dxe1 15. Txe1 Lxd4?? heeft wit een weerlegging: 16. Pb5! en het is meteen afgelopen. De zwakte van de onderste rij wordt zwart fataal.
- Dxe7
Nu moet hij wel iets doen tegen … Lxd4.
15…Lxe7 16. a4
Hij wil ruimte winnen op de damevleugel. Gezien het verloop van de partij, rijst echter de vraag of deze inlassing voor wit gunstig is. Straks krijgt zwart de a-lijn voor zijn toren.
16…a6 17. g3!?
Een interessant plan. Hij wil graag zwarts sterke loper op b7 ruilen en daartoe bereidt hij Lf1-g2 voor. Het verleidt de zwartspeler tot een wat compromitterende pionzet.
17…g5?!
Gezien de problemen later, zou je kunnen zeggen dat deze opmars hem alleen maar narigheid oplevert. Het neutrale 17…Te8 zou ook een idee zijn geweest.
- Lxd6!
Een opmerkelijke ruil. Hij levert ‘zomaar’ zijn loperpaar in. Flauwekul natuurlijk want een zet later neutraliseert hij de andere loper. Petrosian zei ooit: “het gaat er niet om wat er op het bord staat, het gaat erom wat er over blijft!”
18…Lxd6 19. Lg2 Lxg2 20. Kxg2
Carlsen heeft ingeschat dat deze stelling met wit wat prettiger speelt omdat het paard veel beweeglijker is dan de loper. Daarbij moet de loperpaar altijd oppassen dat er geen pionnen op de voor hem verkeerde kleur worden vastgelegd.
20…f5
Verhindert niet alleen Pe4, maar haalt ook een mogelijk g3-g4 uit de stelling waarna pion g5 zou worden vastgelegd. Carlsen begint nu aan een mooie paardmanoeuvre.
- Pd5 Kf7 22. Pe3 Kf6 23. Pc4
Daar wil hij het paard hebben.
23…Lf8
- Te1 Misschien had hij nog een paardzet moeten doen. 24. Pe5 Td8 maar hiermee wordt de toren gebonden aan de dekking van d7 en ontbeert hij vooralsnog het tegenspel dat hij in de partij wel krijgt. [ 24…d6 is dan onprettig voor zwart vanwege 25. Pc6 en het paard staat hier als een reus.]
24…Td8?!
Ook profylactisch gespeeld. Hij wacht ondertussen af hoe wit zich wil opstellen. Maar na afloop was Karjakin niet te spreken over deze zet die in feite een tempo kost. De Rus gaf aan dat hij een betere versie dan in de partij zou krijgen als hij meteen 24…b5 had gespeeld.
- f4
Een thematische opmars. Het is voor wit prettig om pion f5 te fixeren. Daarbij gaat hij er ook op vooruit om de loper verder in te perken door zijn pionnen op zwart te zetten.
25…gxf4
Hierna komt de g-lijn open en die valt weldra in wits handen. 25…h6 was ook een mogelijkheid.
- gxf4 b5!?
Zwart wil niet werkeloos toe blijven kijken en hij begint een actie op de damevleugel.
- axb5 axb5 28. Pe3 c6
- Kf3 Wit had nu ook zelf de a-lijn in beslag kunnen nemen. Maar misschien beviel 29. Ta1 Te8 hem niet. Na 30. Kf3 Te4 31. c3 Ld6 moet het paard naar een veld waar het heel passief komt te staan: 32. Pg2
29…Ta8
Karjakin neemt nu de a-lijn over.
- Tg1
En Carlsen de g-lijn.
30…Ta2 Ook in aanmerking komt 30…Lh6 om Tg5 uit de stelling te halen.
- b3
De algemene opinie was dat wit een prettig plusje bezat en dat het voor zwart niet gemakkelijk is om zich adequaat te verdedigen.
31…c5?!
Voor mijn gevoel is het deze zet waarmee zwart definitief in grote moeilijkheden komt. Hij geeft zomaar witte velden weg en dat komt de bewegingsvrijheid van het paard ten goede. Heel rigoureus zou 31…d5 zijn. De pionnen staan dan voor zwart op de goede kleur maar ze zijn ook uiterst kwetsbaar geworden. Wit kan verder gaan met 32. Tg5 maar dat levert relatief weinig op. 32…Ke6 33. Th5!? [ 33. Txf5 Lg7 34. Th5 Lxd4 35. Th6+ Kd7 36. Txh7+ en zwart staat zo actief dat er nauwelijks verliesgevaar is.]
- Tg8 Kf7 33. Tg2
Zo verbetert hij zijn toren.
33…cxd4 Als zwart de koning terugspeelt naar f6 om pion f5 te dekken zou 33…Kf6 34. dxc5! ijzersterk zijn. Na 34…Lxc5 heeft wit een aardig tactisch grapje: 35. Pxf5! Kxf5 36. Tg5+ Ke6 37. Txc5 waarna hij een heel gunstig toreneindspel heeft bereikt.
- Pxf5
34…d3!?
Karjakin ziet zich genoodzaakt een pion te geven om tegenspel te arrangeren. Het is inderdaad zijn beste kans.
- cxd3 35…Ta1
Zonder torens zou wit al op winst staan. Maar de zwarte toren is heel actief.
- Pd4
Een logische zet. Pion b3 wordt even gedekt en b5 gaat hangen. Misschien viel 36. Tc2!? te prefereren. Na bijvoorbeeld 36…Tf1+ 37. Ke4 Te1+ 38. Kd5 Tf1 zou 39. Tc7 Txf4 40. Txd7+ Kg6 [ 40…Ke8? 41. Ke6! en wit wint zoals blijkt uit 41…Tf1 42. Txh7 Te1+ 43. Kf6 Tb1 44. Th8 en Lf8 gaat verloren na Pg7+.] 41. Pd4 en wit heeft alle kansen aan zijn zijde.
36…b4 37. Tg5 37…Tb1
- Tf5+
Een nuttig tussenschaak: de zwarte koning wordt naar achteren gedreven.
38…Ke8 39. Tb5 Tf1+ 40. Ke4 Te1+ 41. Kf5 Td1
Zwart kan niet veel beter dan te blijven ‘pesten’.
- Te5+ Hier is 42. Tb8+ heel kansrijk voor wit. Na 42…Ke7 staat de zwarte koning heel onhandig. Wit kan verder gaan met [ 42…Kf7 43. Pf3 en pion d3 is taboe omdat Pe5+ in de stelling is gekomen.] 43. Ke4 Te1+ 44. Kd5 en wit staat er riant voor.
42…Kf7 43. Td5
Ook na deze voortzetting staat wit flink aan het roer.
43…Txd3 44. Txd7+ 44…Ke8 45. Td5
45…Th3
Hier kwam dit twitterbericht: @FabianoCaruana: I am surprised to see Karjakin suffering so much after Carlen’s innocuous opening choice; still very drawisch though.
- Te5+ Kf7 47. Te2
We mogen stellen dat wit een gezonde pion meer heeft, maar omdat er wat pionnen van het bord zijn gegaan, gaat de zwarte loper steeds meer een woordje meespreken.
47…Lg7 48. Pc6
48…Th5+!
Hij trapt niet in de val die Carlsen gespannen had. Je zou zomaar kunnen denken dat zwart een pion kan nemen met 48…Txb3?? Maar dat is een zware misrekening. Hierop had de wereldkampioen 49. Pd8+! Kf8 [ 49…Kg8 50. Te8+ Lf8 51. Kf6! gevolgd door Pe6 met winst.] 50. Pe6+ Kf7 51. Pg5+ Kg8 [ 51…Kf8 52. Pxh7+ Kf7 53. Pg5+ Kf8 54. Kg6] 52. Te8+ Lf8 53. Kf6 gevolgd door Pe6 klaarliggen.
- Kg4 Tc5
Hier toont Karjakin zich van zijn beste kant. Hij blijft actief tegenspel ontwikkelen in een toch zeer netelige situatie.
- Pd8+
Carlsen heeft terecht ingezien dat pion b4 nog even niet geslagen moet worden. Hij blijft het de tegenstander heel lastig maken. Na 50. Pxb4 Tb5 51. Te4 h5+ 52. Kf3 staat hij eventjes twee pionnen achter maar na 52…Lf8 moet wit er weer eentje inleveren zodat de winstkansen na 53. Pd3 Txb3 aardig geslonken zijn. Met zo weinig materiaal op het bord ligt de remise voor zwart binnen handbereik.
50…Kg6 51. Pe6 h5+ 52. Kf3 Tc3+ 53. Ke4
Wit dreigt Tg2+. Ook 53. Te3 was mogelijk maar na 53…Tc2 brengt het wit ook niet veel.
53…Lf6 54. Te3
Dit is in elk geval een betere versie.
54…h4 55. h3
Niet alleen staat de pion hier gedekt, het houdt een eventuele koningsmars van zwart op deze vleugel uit de stelling. De problemen stapelen zich op voor zwart. Afwikkelen met 55. Txc3 zou slechts remise opleveren met 55…bxc3 56. f5+ Kh5 57. Pf4+ Kg4 58. Pd5 c2 59. Pe3+ Kh3 60. Pxc2 Kxh2 En de zwarte h-pion legt voldoende in de weegschaal.
55…Tc1 Karjakin gaf na afloop aan dat hij waarschijnlijk had moeten kiezen voor 55…Kf7 56. Pg5+ Lxg5 57. fxg5 Kg6 58. Txc3 bxc3 59. Kd3 Kxg5 want dit is remise.
- Pf8+
Het paard begint aan zijn zoveelste sprongen. Maar gek genoeg heeft wit toch niet zoveel in deze stelling.
56…Kf7 57. Pd7 Ke6 58. Pb6 Td1 59. f5+ Kf7 60. Pc4 Td4+ 61. Kf3
61…Lg5?!
Volgens Susan Polgar niet de meest nauwkeurige verdediging. Zij liet weten dat 61…Td5 “would make life simpler”.
- Te4 Td3+ 63. Kg4 Tg3+ 64. Kh5
64…Le7?!
Maar pas dit is een ernstige misstap. Noodzakelijk was om uit het schaak te stappen met 64…Kf8 waarna 65. Pe5 beantwoord kan worden met bijvoorbeeld 65…Ld8 en de dreiging …Tg5+ wordt actueel. Remise lijkt hier de meest waarschijnlijke uitslag.
- Pe5+ Kf6 66. Pg4+
66…Kf7
Dit was niet zijn idee. Karjakin liet weten dat zijn oorspronkelijke plan 66…Kxf5 was. Maar dat hij nu pas zag dat wit met 67. Te5+ Kf4 68. Txe7 en wit zou winnen. Het klopt wat de Rus zegt. Bijvoorbeeld: 68…Txb3 [ 68…Txh3 69. Tf7+ Kg3 70. Pf2 Th2 71. Pe4+ zou verliezen.] 69. Kxh4 Tc3 70. Tf7+ Ke4 71. Pf2+ Kd5 72. Kg4 b3 73. Tb7 en de witte vrijpion beslist. Zwart is te laat om zijn eigen vrijpion te kunnen inzetten.
- Te6!
Een mooie zet waarmee wit de zwarte koning verder kan terugdringen. Hij wint praktisch gezien een loper.
67…Txh3!?
De beste kans. De loper valt niet te redden zoals blijkt uit 67…Ld8 68. Ph6+ Kf8 69. f6 en tegen de dreiging f6-f7 valt niets te bedenken: 69…Txh3 70. f7 Le7 71. Tg6 Tg3 72. Tg8+
- Pe5+ Kg7
Hij laat de loper in de steek. Magnus moet hier op winst staan.
- Txe7+ Kf6
- Pc6?
Het goede idee in de verkeerd volgorde. Het was niet eenvoudig te zien maar met 70. Te8! had hij waarschijnlijk zijn eerste overwinning in deze tweekamp binnen kunnen halen. Bijvoorbeeld: 70…Kxf5 71. Pc6 Nu wel! Het verhindert namelijk … Txb3 vanwege de vork op d4. 71…Th1 [ 71…Kf4 72. Tf8+ Ke4 73. Pa5 Zo blijft b2 op het bord, want zonder die pion kan wit niet winnen. Een mogelijk vervolg is 73…Th1 74. Kg4 h3 75. Tf4+ Kd3 76. Tf3+ Kd4 77. Txh3 en wit heeft een duidelijke winststelling bereikt.]
70…Kxf5?
Die gevaarlijke pion moet er zo snel mogelijk af, zal Karjakin gedacht hebben. Maar hij zit mis. De ‘grap’ van Magnus was dat 70…Txb3?? zou falen op 71. Te6+! Kf7 [ 71…Kxf5 72. Pd4+ met torenwinst. Mooi gezien, het paard deelt niet alleen de vork uit, maar het dekt tegelijkertijd de eigen toren.] 72. Pe5+ Kf8 73. f6 en de f-pion is beslissend. Noodzakelijk was 70…Tc3! En gek genoeg gaat het wit niet lukken om een punt te scoren. Niet alleen hangen er bij hem nu een paard en zijn twee pionnen. Tegelijkertijd gaat ook de zwarte vrijpion een rol spelen.
- Pa5
Zo heeft wit in elk geval zijn laatste pion weten te dekken. Zijn taak is allerminst eenvoudig. Hij moet natuurlijk b4 zien te winnen maar ondertussen moet hij die lastige zwarte h-pion in bedwang zien te houden. Het paard staat heel ver weg van die pion, dus hoe moet hij dat voor elkaar krijgen?
71…Th1
De beste kans.
- Tb7?
En zelfs de grote eindspelspecialist Carlsen doet het wel eens fout. Alleen met 72. Tf7+ viel de winst binnen te halen. Het idee is dat de zwarte koning weggedreven moet worden, zodat wits koning kan helpen om de gevaarlijke zwarte h-pion af te stoppen. 72…Ke6 [ Na 72…Ke4 is 73. Kg4 eenvoudig. De koning loopt gewoon mee met de pion en stopt hem zo af. Ondertussen dreigt wit met Th7 en Txh4 de pion definitief onschadelijk te maken.] 73. Tf2 Zo blijft de zwarte pion onder controle. Het gaat er nog wel om pion b3 niet te verliezen. Een mogelijk zetverloop is 73…h3 74. Kh4 h2 En hier moet wit al weer oppassen. Met 75. Ta2! kan hij de winst afdwingen. Hij kan nu met zijn koning naar g2 lopen en de pion op h2 oppeuzelen. [ Vooral niet 75. Kh3?? wegens 75…Ta1 en het is meteen remise.]
72…Ta1!
Goed gezien van Karjakin.
- Tb5+
73…Kf4
De enige zet. Wit mag h4 nu niet nemen op straffe van mat! 73…Ke6 Terug zou heel slecht zijn. Wit wint na 74. Kxh4
- Txb4+ Kg3
De ‘ellende’ voor wit is dat zijn paard hangt en dat de zwarte h-pion te sterk is geworden.
- Tg4+
75…Kf2!
Een vol paard meer en toch is het remise!
- Pc4 h3 77. Th4 Kg3 78. Tg4+ Kf2
En ongetwijfeld heel teleurgesteld ging Magnus op de zetherhaling in.
½ – ½
Noot: Naar aanleiding van de opmerking van Herman is die analyse van Yasser Seirawan toegevoegd aan het artikel:
Inmiddels sijpelen er meer analyses door wereldwijd. Een heel interessante is van Yasser Seirawan op de Chessbasesite: en.chessbase.com/post/newsblog-wcc-carlsen-karjakin-2016-11-15.
Hij vertelt hoe hij aan tafel zit met Fabiana Caruana, Hikaru Nakamura en Viswanathan Anand. Die bemoeiden zich op de smartphone van Caruana allemaal met de analyses van het krankzinnige eindspel dat ontstond in deze derde matchpartij. Yasser analyseert nog veel verder in bepaalde stellingen omdat deze heren niet zeker waren of het eindspel met een stuk meer gewonnen zou zijn, ondanks dat de computer dat soms vindt. Zeer lezenswaardig!
Naar aanleiding van de opmerking van Herman is die analyse van Yasser Seirawan toegevoegd aan het artikel.