Otto Normalverbraucher op het bevrijdingsfestival; WSG – Spassky’s 4-4
Mijn goede gewoonte ongetrouw bezocht ik op vrijdag 5 mei het bevrijdingsfestival in Groningen met vrouwlief en dochter en een vriendje van haar. Mijn ergste vrees werd bewaarheid. Lange rijen voor de loketten waar je muntjes kon (c.q. moest) kopen. Lange rijen voor de zaken waaraan je die muntjes vervolgens kon (c.q. wilde) besteden. Soms absurd hoge prijzen, voor 1 muntje van 2,50 had je de kleinste patat nog niet, daar wordt anderhalf voor gevraagd (NB service van het festival: de muntjes kunnen in twee halfjes worden gebroken.) Een grotere zak friet kostte twee, dus 5 euro, elf oud-Hollandse guldentjes. Extreme drukte, opgefokte jeugd, sommigen om 17.00 al behoorlijk aangeschoten. Een zompige tent met een trommelvliezenteisterend kabaal, verstaan kun je elkaar echt niet, al dan niet blijvende gehoorschade verzekerd.
Staan op een bevrijdingsfestival in een snikhete tent waarin je niets tegen elkaar kunt zeggen vanwege oorverdovend harde muziek. Om met Reve te spreken: Erger leed bestaat niet. Het is erger dan alles wat er is. Het is zo erg, dat men er niet over kan praten. Lees verder…