Carlsen-Caruana in de media (9): De dagbladen
“Alsof hij het ongelijk van zijn critici op ondubbelzinnige wijze wilde aantonen, won Magnus Carlsen de tiebreak van de WK-match in Londen met 3-0. Twee dagen voor zijn 29ste verjaardag stelde de Noor daardoor zijn in 2013 veroverde wereldtitel voorlopig veilig. Pas eind 2020 zal hij die opnieuw verdedigen.”
Zo begon Gert Ligterink zijn slotverslag in de Volkskrant. Cruciaal volgens Ligterink was de eerste rapidpartij, waarin Caruana de grote problemen had opgelost maar in remisestand een simpel zetje over het hoofd zag.
Carlsen was lang niet zeker van zijn stelling in de tweede partij. “Maar na die eerste partij voelde ik me kalm en zelfverzekerd.”
Na afloop zei Carlsen dat zijn spel de laatste jaren niet al te best is geweest, maar dat het in deze tweekamp een stap in de juiste richting vertoonde.
Gari Kasparov had Carlsen nog bekritiseerd over de twaalfde partij, maar zei na de barrage: “Zijn niveau in rapidpartijen is fenomenaal. We zijn allemaal zwakker als we minder bedenktijd hebben, maar Carlsens speelsterkte daalt hooguit met 15 procent.”
Het artikel van Ligterink is hier te lezen.
De Telegraaf (niet Hans Böhm) geeft een opmerkelijk citaat van Caruana: „Het was tot het laatste moment een hard gevecht met weinig krachtsverschil. Ik denk dat we samen reclame voor onze sport hebben gemaakt en ik hoop dat we een nieuwe generatie hebben geïnspireerd ook te gaan schaken.”
Een hard gevecht met weinig krachtsverschil was het zeker. Bij de volgende zin kun je nogal wat vraagtekens zetten.
NRC-Handelsblad geeft een bericht zonder naam van de schrijver, maar aan de stijl te zien is het niet Hans Ree. Enkele citaten:
“Twaalf partijen, twaalf remises, vanaf het web aanschouwd door miljoenen liefhebbers die haarfijn aanvoelden dat slecht een van hen baat had bij deze reeks onbesliste partijen. De man die maar een fractie van een seconde nodig heeft om de stellingen te doorgronden: Magnus Carlsen.”
“Carlsen is een praktische schaker. Ziet hij de oplossing, dan handelt hij ernaar. Caruana is meer theoreticus.”
“Caruana kan eindeloos doorrekenen en heeft daar bij klassiek schaken ook de tijd voor. Nu kwam hij in tijdnood. Gevolg: drie kansloze nederlagen tegen Carlsen.”
Trouw geeft een artikel van Jan-Cees Butter, een sportjournalist die het schaken goed volgt. Een paar citaten:
“Het genie, de schaakvirtuoos, won het dan toch van de koele rekenaar, die in de twaalf reguliere partijen moedig zijn poot stijf had gehouden. Het dreef Carlsen soms tot razernij. Want voordat Carlsen en Caruana gistermiddag aan de beslissende verlenging begonnen, waren er toch voorzichtig wat twijfels gerezen over Carlsen. Waren de eerste haarscheurtjes zichtbaar in zijn suprematie? Was hij mentaal wel opgewassen tegen Caruana, die de Noor veroordeelde tot een uitputtingsslag van ruim twee weken?”
Butter citeert Kramnik en Kasparov, die kritiek leverden op het remiseaanbod van Carlsen in de twaalfde partij. Kramnik zei dat hij na zo’n raar remiseaanbod een maand niet zou kunnen slapen. Kasparov zei te twijfelen of Carlsen zijn zenuwen nog onder controle had, en dat hij daarom niet meer zijn favoriet was in de tiebreak.
Een dag later herzag Kasparov zijn mening, zoals bijvoorbeeld ook scorebordjournalisten dat doen. (Deze laatste opmerking is van mij, niet van Butter.)
In de bladen van de Holland Media Combinatie, regionale dagbladen in het Gooi en het noordelijk deel van de Randstad, schrijft Wim van der Wijk onder andere:
“Toen Carlsen in 2013 de wereldtitel veroverde op Viswanathan Anand, werd verwacht dat hij lang de schaakwereld zou domineren. Die voorspelling is uitgekomen, nu hij voor de vierde keer wereldkampioen is geworden, maar dan wel zonder te domineren.”
“De Noor stuurde in de laatste fase van de reguliere match bewust aan op de tiebreak met een hoger speeltempo, wetend dat dit het terrein is waar hij onverslaanbaar is. Dat leverde hem kritiek op, het werd ook gezien als zwakte, maar gisteren bleek overduidelijk het tegendeel.”
Schrijft Ligterink echt dat Carlsen 29 wordt?
ha Richard. Fouten in media zijn niet altijd te wijten aan de auteur….
Ik heb het gekopieerd uit zijn tekst en vond het niet nodig het te controleren. Eerlijk gezegd vind ik het ook geen dramatische fout.
Het AD had ook een interessant, stevig stuk waarin commentaar van Loek van Wely. Over hoe de spelers zichzelf slecht verkochten, er geen sprake was van echte tegenstellingen (loek is dus ook niet in het verhaal rekenaar – intuitief denker getrapt). En over Giri als genomineerde voor sportman van het jaar die hij toch echt niet wil vergelijken met Kjeld Nuis (die vindt Loek echt beter). En zo raast Loek, op prettige wijze, lekker door.