Boekrecensie – The Anand Files

In oktober 2016 speelde ik in Bastia op Corsica met Hans Groffen en Marcel Peek mee in een sterk bezet toernooi aldaar. Het toernooi bestond uit twee delen. Eerst was er open toernooi met klassiek tempo, waarna de eerste twaalf van dat toernooi zich plaatsten voor de knock-outfase waar Vachier-Lagrave, Anand, Radjabov en Hou Yifan werden toegevoegd aan de geplaatste twaalf.  Ik speelde sterk in het toernooi en voor de laatste ronde was ik al haast zeker van plaatsing. Voor een grootmeesternorm moest ik in de laatste ronde met wit remise spelen tegen Anton Korobov, maar bevangen door de zenuwen maakte ik al snel een fout, waarna ik geen kans meer kreeg. het was een schrale troost  dat ik me desondanks plaatste voor het KO-format en hierin werd ik gekoppeld aan de grote legende Anand. Dit werd voor mij een onvergetelijke ervaring en sindsdien volg ik de partijen van de vijfvoudig wereldkampioen met nog meer aandacht dan ik voorheen al deed.

 

 

The Anand files

Eind november verscheen  het boek The Anand Files van onze landgenoot Michiel Abeln. Het boek gaat over drie wk-matches die Anand speelde in de periode van 2008-2012 en dan vooral over wat er zich achter de schermen allemaal afspeelde. Abeln vertelt over de trainingskampen voorafgaand aan de matches, over de keuzes van de secondanten, over hun openingsvoorbereiding voor en tijdens de matches en alles wat hierbij komt kijken.

Het boek is met meer dan 500 bladzijden een kloek werk en het ziet er mooi uit: een harde kaft, mooi papier en  foto’s in kleur. Het voorwoord is geschreven door Anand zelf en in een mooi interview bij The Perpetual Chess Podcast vertelt Abeln hoe belangrijk dit voorwoord voor het boek was en hoe hij het uiteindelijk bemachtigde.

Michiel Abeln

Bij sommige lezers zal de naam Michiel Abeln misschien niet direct een belletje doen rinkelen. Hij is een Nederlandse FM van 46 jaar die tot en met ongeveer 2010 vrij actief was als speler met een rating ruim boven de 2300 en in de vaderlandse competitie lang de kleuren verdedigde van HMC.  Sindsdien speelde hij nauwelijks meer en de reden hiervoor is, naast een drukke baan, ook dit boek. Het werken eraan nam niet minder dan zeven jaar in beslag. Bij veel toernooien is hij een vaste gast, maar, voor zover ik weet, is dit het eerste echte werk als schaakschrijver van zijn hand.

 

Werkwijze

In The Anand Files lezen we wat er allemaal gebeurde in Team Anand en de lezer krijgt veel informatie. De vraag is natuurlijk hoe een, met alle respect, vrij bescheiden Nederlandse FM deze informatie loskrijgt bij alle betrokkenen om er vervolgens een boek over te publiceren. Abeln heeft betrokken secondanten geïnterviewd, waarbij hij begon bij Peter Heine Nielsen. Via hem komt hij steeds meer te weten en er volgt ook informatie van de andere secondanten. Het boek gaat over de drie matches van 2008-2012 en een reden hiervoor is dat bij deze matches het secondantenteam grotendeels hetzelfde is: Peter Heine Nielsen, Rustam Kasimdzhanov, Surya Sekhar Ganguly en Radoslaw Wojtaszek.

Mij verbaasde het dat, ondanks dat de matches al een tijd geleden gespeeld werden, de secondanten blijkbaar toch bereid zijn om zo veel informatie te delen. Voor dit boek heb ik hierover eerder weinig gelezen. Bij Chess24 verscheen na de laatste match Carlsen-Caruana een videoserie waarin de secondanten van Carlsen Nielsen, Fressinet en Gustafsson alle gespeelde partijen bespraken, maar hoewel dit een fascinerende serie was, was het ook een serie waarin de secondanten veel dingen niet vertelden. Dat gevoel had ik bij The Anand Files niet. Je voelt je een vliegje dat in de verschillende kamers aanwezig is en alle gesprekken en analyses kan meemaken.

Opbouw en inhoud

Het boek bestaat uit zeven hoofdstukken. Na de introductie worden de drie matches behandeld met steeds een korter hoofdstuk over de voorbereiding op de match en een langer hoofdstuk over de match zelf. De eerste match is die in Bonn tegen Kramnik, daarna volgt de match in Sofia tegen Topalov en het boek eindigt met de match tegen Gelfand in Moskou.

In de kortere hoofdstukken over de voorbereidingen op de matches zien we hoe het team tot stand kwam en op welke manier er gewerkt werd. Anand kiest voor een mix van ervaren spelers (Nielsen, Kasimdzhanov) en jongere talenten (Ganguly en Wojtaszek). Ze werken in de Duitse stad Bad Soden lange dagen in hun trainingskamp en doorheen het boek zie je het team steeds meer op elkaar ingespeeld raken. De diepte van de openingsvoorbereiding is verbluffend. Een ervaren ex-Fide-wereldkampioen als Kasimdzhanov realiseert zich bij de eerste match dat zijn eigen openingsvoorbereiding lang niet op hetzelfde niveau is als dat wat nodig is voor een WK-match. Hetzelfde overkomt een dan nog jonge Giri als hij helpt in een latere match.

In de langere hoofdstukken over de matches zelf worden de partijen uitgebreid besproken en we lezen hoe het er binnenskamers aan toe gaat in de matches. Vooral dat laatste interesseerde mij. Het boek leest eigenlijk als een spannende thriller waarbij je meeleeft met de hoofdpersonen. In de match tegen Topalov ontstaat een crisis in de openingsvoorbereiding en uiteindelijk krijgt Anand  veel hulp om Topalov te verslaan. En niet van de minsten: Kasparov en Kramnik zien Topalov overduidelijk niet graag winnen. Het zware werk in de match tegen Topalov eist bij Kasimdzhanov uiteindelijk zijn tol. Na de match is hij zo oververmoeid dat hij wil stoppen met het secondantenwerk om toch weer te zwichten als Anand hem opnieuw vraagt. Voor en in de match tegen Gelfand worstelt Anand met zijn vorm en met zijn geheugen. Het is duidelijk dat deze match de minst goede van de drie is.

Lessen

Omdat het boek voor mij een pageturner was, heb ik minder aandacht besteed aan het schaaktechnische. Veel van de partijen kende ik al en het waren juist de andere verhalen die me erg boeiden. Het regime dat de secondanten tijdens de matches aanhielden, verbaasden me. Nachtem met maar enkele uren slaap waren niet zeldzaam. Het voelt zo een beetje als op het laatste moment nog heel veel moeten leren voor een examen: je weet dat het eigenlijk niet goed is, maar door de omstandigheden is er geen andere mogelijkheid. Gustafsson vertelde dat deze praktijken bij het secondantenwerk voor Carlsen niet meer aan de orde zijn om de simpele reden dat zo weinig slaap leidt tot verlies van kwaliteit. Misschien is het tegenwoordig met alle sterke computers ook wel makkelijker om gezond mee om te gaan.

Een ander interessant aspect voor mij was de hiërarchie in het team. Het is duidelijk dat Nielsen de hoofdsecondant is die de grote lijnen uitzet. De meest interessante rol wordt echter gespeeld door Kasimdzhanov. Hij is degene die belangrijke dilemma’s aan de orde durft te stellen en eigenlijk is hij ook de enige die Anand werkelijk durft tegen te spreken. Zo laat hij zich gelden in de match tegen Topalov waar er discussie ontstaat rondom de variant Elista Endgame. Later vertelt hij Anand dat hij minder voorzichtig en sneller moet spelen en ook hij is hij een van de weinigen die niet zo onder de indruk is van de hulp van Kasparov. De anderen zijn veel voorzichtiger in hun communicatie met Anand en als lezer krijg je de indruk dat de bijdrage van Kasimdzhanov onontbeerlijk is geweest in het welslagen van de tweekampen.

Conclusie

Voor mij is The Anand Files een fascinerende leeservaring geweest. Het is duidelijk dat Abeln veel werk in het boek heeft gestopt en het resultaat mag er wezen. Afgezien van enkele positieve commentaren in interviews heeft het boek nog niet zo veel stof doen opwaaien als het zou verdienen. Waar Game Changer van Sadler en Regan voor mij vorig jaar een absoluut meesterwerk was, geldt dit voor mij, op schaakhistorisch vlak, nu voor The Anand Files. Aan iedereen die graag leest over schaken zou ik het boek van harte aanbevelen.

Titel The Anand Files
Auteur Michiel Abeln
Uitgeverij Quality Chess
Aantal bladzijden 512
Prijs €35,99
Jaar van uitgave 2019

Alleen geregistreerde gebruikers kunnen een reactie achterlaten.