Schakend Nederland 100 jaar geleden
Op 23 januari 1920 tekenden wereldkampioen Lasker en Capablanca na bemiddeling van de Nederlandse Schaakbond in Den Haag een contract voor een WK-match. Meteen die avond begon Lasker aan een simultaantoernee door Nederland, die tot half februari duurde. Het was het begin van een langdurige betrokkenheid van Nederland bij het internationale schaakleven. Toen in 1924 de FIDE in Parijs werd opgericht, was de eerste voorzitter de Nederlander Rueb.
Hoe het schaken in die tijd toeging kan het best geïllustreerd worden met een foto van één van die simultaans van Lasker in Den Haag zelf.
Lasker had een heel goede score in die simultaans, maar op 9 februari liep hij in Amsterdam toch tegen een nederlaag aan tegen de 18-jarige wiskundestudent Max Euwe. In die tijd speelde de simultaangever zowel met wit als met zwart. In deze partij heeft Euwe dan ook wit.
Capablanca kwam in oktober 1920 weer terug naar Nederland voor een simultaantoernee, maar die duurde korter dan die van Lasker. In 1921 won hij de WK-match in Havana door opgave van Lasker vanwege ziekte, maar hij stond toen al ruim voor met 4 overwinningen en 10 remises. In de herfst van 1921 was er in Den Haag een toernooi met de schaakelite van die tijd, dat met ruim verschil gewonnen werd door Aljechin. Euwe eindigde daar nog in de achterhoede. In 1927 werd Capablanca in een WK-match te Buenos Aires over maar liefst 34 partijen door Aljechin verslagen. Daarop vermeed Aljechin een nieuwe WK-match met Capablanca en zocht schakers op die hij in een match kon verslaan. Intussen was Euwe als schaker veel sterker geworden en speelde hij in de zomer van 1931 in Nederland een match over 10 partijen tegen Capablanca, die hij met 6-4 eervol verloor. Ook toen speelde Capablanca simultaans in Nederland.
Halverwege de jaren ’30 van de vorige eeuw waren het Euwe en Flohr, die in de grote schaaktoernooien vlak achter wereldkampioen Aljechin eindigden. Het was dus niet verwonderlijk dat er een match tussen Euwe en Aljechin kwam. Bij de organisatie daarvan speelde de Nederlandse schaakbond samen met de schaakclubs een hoofdrol. Er werd daarom in het hele land gespeeld zoals in de Militiezaal in Amsterdam, maar ook in plaatsen als Ermelo en Zandvoort.
Ondanks deze winstpartij kwam Euwe, die op de foto achter het bord zit, aanvankelijk op een 5-2 achterstand, maar in het tweede gedeelte wist hij de WK-match naar zich toe te trekken. En op 15 december 1935 werd hem als de nieuwe wereldkampioen de lauwerkrans omgehangen.
In 1935 waren Ermelo en Zandvoort twee van de vier dorpen waar de match Euwe-Aljechin werd gespeeld. De andere twee waren Baarn en Zeist. Verder werd er alleen in steden gespeeld. Ik dacht niet dat de schaakclubs een grote rol speelden, ik dacht zelfs nauwelijks. Baarn had nog geen schaakclub, buurdorp Soest wel (sinds 1922) en die was heel actief met zelfs internationale wedstrijden (het nog steeds bestaande Hemelvaarttoernooi, waar inmiddels geen buitenlanders meer aan meedoen en ook geen wereldtoppers meer), waarvan er nogal wat in Baarn werden gespeeld. Maar de match was vooral in handen van het Euwe-comité.
@ Jaap Amesz Mijn informatie is dat Het Nationaal Schaakgebouw officieel geopend is op 3 januari 1926 en dat Alexander Rueb daar ook het hoofdkantoor van de FIDE vestigde, maar het gebouw kan ook voor die tijd door schaakverenigingen zijn gebruikt. Op de website van DD staat dit te lezen. Zoals de naam al aangeeft is de vereniging Het Nationaal Schaakgebouw van oudsher nauw verbonden met de schaaksport, in het bijzonder met het Koninklijk Schaakgenootschap Discendo Discimus (DD). De vereniging “Het Nationaal Schaakgebouw” heeft eigen leden en een zelfstandig bestuur, dat nauw samenwerkt met dat van DD. Het NSG vierde in 2001 zijn 75-jarig bestaan. Vanaf de oprichting tot en met 1944 was hier het kantoor gevestigd van de wereldschaakbond (FIDE).
@ Johan Hut Inderdaad had het Euwe-comité de centrale regie, maar in het matchboek staan ook sub-comités vermeld, die zich inzetten om de benodigde som gelds bijeen te krijgen. In Amsterdam, Den Haag, Rotterdam en Groningen, maar o.a. ook in het Sticht samen met het Gooi en in Ermelo. Er werd in al die steden en in sommige dorpen daarvan gespeeld. Onder de ruim 500 donateurs staan ook schaakverenigingen vermeld, zoals DD uit Den Haag en andere schaakclubs uit de grote steden. Daaronder was ook de schaakclub Watergraafsmeer, een wijk in Amsterdam, waar een partij gespeeld werd. Ik zie uit het Gooi en Ermelo een paar mensen, die in het sub-comité zaten en samen met anderen gedoneerd hebben. Mijn indruk is dat er wel een verband is tussen die sub-comités met de schaakverenigingen en de plaatsen waar gespeeld werd, al is dat verband niet eenduidig.
In jan/feb 1920 speelde Lasker bij de volgende schaakverenigingen een simultaanseance:
DD, Den Haag, Leidsch Schaakgenootschap, Nwe Rotterdamse Schaakvereniging, Verenigd Amsterdams Schaakgenootschap. SC Parkwijk in Amsterdam en schaakverenigingen in Enschede en Haarlem.
@ Korevaar Een website gaf in totaal 16 simultaans, waarvan 4 in Amsterdam, 3 in Den Haag, 1 in Rotterdam en in Utrecht. Buiten deze 4 grote steden nog 7 simultaans, waarvan je die in drie steden vermeldt. Het aantal tegenstanders per simultaan liep meestal richting 30 schakers.
@wimw
Wim, dat is correct, bovenstaand lijstje ging tot 3 feb. Hij heeft in feb meer steden bezocht o.m. Utrecht, Nijmegen, Hilversum. In sommige steden speelde hij meer dan 1 keer. Hij speelde af en toe ook consultatiepartijen tegen 5 sterke schakers.
Ja, Lasker speelde volgens mijn informatie tegen 5 teams van twee consulterende schakers tegelijk.
Ook hier was Euwe in Amsterdam bij betrokken.
On 13 February 1920 Lasker was again in The Hague in the chess club DD (Discendo Discimus), where the tour had begun.
This time he played simultaneously against five pairs of consulting players.
‘Another five-game simultaneous exhibition was given by Lasker on 16 February 1920, in the ASC (Amsterdamsche Schaakclub).
Again, only four of them are republished here, because the game against M. Euwe and C. Keijzer
is in Emanuel Lasker Denker Weltenbürger Schachweltmeister edited by R. Forster, S. Hansen and M. Negele (Berlin, 2009).