schaakstukje
Schaakclichés
Ik moet altijd lachen als ik voetbaltrainers hoor praten. Tussen de linies spelen, met de punt naar voren, kansen creëren, achterin de zaak gesloten houden, enz, enz. Vooral aan het ergerlijke ‘druk zetten’ kan ik me mateloos storen. Vroeger heette dat gewoon aanvallen. Of het woord ’materiaal’ als men de spelers bedoelt. Materiaal gebruik je in de bouw of in de fabriek, maar niet op het veld. Grootmeester onder deze clichémannetjes is Mario Been. Dit heerschap houdt zich staande in een wereld die aan elkaar hangt van gebakken lucht en dikdoenerij, door achter elkaar de ene dooddoener na de ander te spuien. Leer tien clichés uit je hoofd en je komt een heel end. Geef me een paar maanden en ik sla beslist geen modderfiguur bij de eerste de beste hoofdklasser. De voetballers moeten het tenslotte doen op het veld. Ook Gert Jan Verbeek wint met Barcelona de ‘Champions League’.
Wat heeft dit met schaken te maken? Helemaal niks natuurlijk. Toch kunnen wij, modale schakers, liefhebbers van het huis-tuin-en-keukenspel, nog wel wat leren van de voetbaltrainers van deze wereld.
Stel je hebt een simultaan gespeeld tegen een sterke grootmeester. Kansloos verloren natuurlijk. Wat zeg je dan de volgende dag tegen je collega’s op kantoor? Geen schijn van kans. Nee, natuurlijk niet. Je herinnert je kleine Mario en zegt dat je goed uit de opening kwam. De stukken waren al snel ontwikkeld met een stel prachtige loperfianchetto’s die de paarden van de tegenstander in de penning hielden. Daar kwam nog bij dat zijn koning nog niet gerokeerd was en wel erg op de tocht stond. In het middenspel had je een klein voordeeltje dat tot in het eindspel gecontinueerd kon worden. Je dikt het geheel nog wat aan door te zeggen dat de stelling na zet 21 gelijkenis vertoonde met de partij Capablanca-Reshevsky, Moskou 1928. Je stijgt hiermee enorm in achting en geen mens die het controleert. Na nog wat onbeduidend geleuter over promotiekansen en dubbelpionnen, komt natuurlijk uiteindelijk de aap uit de mouw. Door een tactisch zetje van de grootmeester verloor je een stuk waardoor de kans op remise verkeken was. De partij eindigde met een verwoestende koningsaanval resulterend in een fraai mat. Daar hebben ze natuurlijk niet van terug en klinkt een stuk beter dan geplet te zijn.
Toch kijk ik met genoegen weer uit naar de volgende Europacupwedstrijd.
Julius
Tsja, gebakken lucht verkopen is niet gebonden aan tijd en onderwerp ;-).
Kom niet aan Mario Been.
Als trainer van Feyenoord had hij weinig mogelijkheden om de selectie uit te breiden (een bekende oud-topvoetballer had een aantal jaren eerder wat te veel twijfelachtige aankopen gedaan) en toen het grootste deel van de aanvallers in de lappenmand zat, moest hij terugvallen op Jhonny van de Beukering als spits. Zijn bijnaam was niet ‘Van de Beuk-erin’ maar ‘Van de Burgerking’. Niet een speler die het moest hebben van zijn loopvermogen, zullen we maar zeggen.
Toen hij een prachtige pass kreeg en alleen op de keeper af kon gaan kwam dat nogal duidelijk aan het licht. Het commentaar van Mario was onsterfelijk: ‘Ach, hij had wind tegen’.