Krantenrubrieken weekend 27 maart 2021
Wekelijks publiceren we de diverse schaakrubrieken van de weekendkranten. Wij streven naar publicatie op de woensdag na het voorgaande weekend.
Hans Ree | Gert Ligterink | Hans Böhm | Dimitri Reinderman | Bab Wilders | Rini Kuijf | Henk Prins |
Naar Jekaterinenburg
Vlak nadat Anish Giri afgelopen zondag het Magnus Carlsen Invitational had gewonnen, vroeg de journalist Kaja Snare, die voor de Noorse televisie vaak schaakprogramma’s presenteert, of hij een dag vrij zou nemen voor een feestje. Giri zei dat hij geen ervaren feestvierder is. Zijn Georgische vrouw Sopiko wel, die vond bijna iedere dag wel aanleiding voor een feestje, maar zelf zou hij zich bij zijn secondanten voegen om te controleren of ‘my boys’, zoals hij ze noemde, wel hard gewerkt hadden toen hij thuis het toernooi speelde. De jongens helpen Giri bij zijn voorbereiding op het kandidatentoernooi. Wie het zijn en waar ze zich schuil houden, liet hij in het midden.
Giri had in de finale Jan Nepomniatsjtsji verslagen, die zelf in de halve finale Magnus Carlsen had uitgeschakeld, de naamgever van het toernooi. In de andere halve finale had Giri gewonnen van Wesley So, en zo kwamen Carlsen en So toch weer tegen elkaar, alleen niet in de finale, zoals in twee eerdere toernooien, maar in de troostfinale om de derde plaats. Carlsen had die twee keer verloren, maar nu won hij met overmacht en achteraf zei hij dat hij met de kwaliteit van zijn spel een stapje voorwaarts had gezet. Het zal hem toch dwars zitten dat hij sinds oktober vorig jaar geen toernooi meer won, al heeft hij niet stilgezeten.
In de finale tussen Giri en Nepo moesten na twee dagen van rapidpartijen twee vluggertjes beslissen. Giri won ze allebei. Over het eerste, dat hieronder staat, kun je zeggen dat er ernstige fouten zijn gemaakt. Zo gaat dat in vluggertjes. Je kunt ook bewondering hebben voor de durf waarmee Giri zich met een speculatief en maar half correct stukoffer in de aanval stortte.
En nu dus gesteund door de jongens naar het kandidatentoernooi! Dat werd vorig jaar maart in Jekaterinenburg halverwege onderbroken vanwege de Russische coronamaatregelen. De tweede helft, nog zeven rondes, begint op 19 april, weer in Jekaterinenburg. Giri staat met drie anderen een punt achter op de leiders Nepomniatsjtsji en Maxime Vachier-Lagrave.
In het videogesprek met Kaja Snare maakte Giri een vastberaden indruk. Het zou moeilijk zijn om de achterstand in te halen, maar er was een kans. En dan, als hij zou winnen en tegen Carlsen om het wereldkampioenschap mocht spelen? „Er wordt gezegd dat de wereldkampioenen van een ander materiaal gemaakt zijn, maar dat beschouw ik als onzin.”
Anish Giri – Jan Nepomniatsjtsji, Magnus Carlsen Invitational 2021
1. e4 c5 2. Pf3 e6 3. c3 d5 4. e5 Pc6 5. d4 Ld7 6. Le2 Pge7 7. Pa3 cxd4 8. cxd4 Pg6 9. Pc2 f6 10. exf6 gxf6
Een agressieve methode. Zwart wil niet rokeren, maar aanvallen op de koningsvleugel.
11. 0-0 Ld6 12. g3 h5 13. Ld3 Pce7 14. Pe3 h4 15. Pg4 Kf7 16. Te1 Df8
17. Pfe5+
Ook wit trekt hard van leer met een stukoffer. 17…fxe5 18. dxe5 Lc5 19. Lg5 hxg3 20. hxg3 Lc6 21. Tc1 Hier was 21. Df3+ Kg8 22. Pf6+ een sterkere voortzetting van de aanval.
21…d4 22. Le4 Lxe4 23. Txe4 Pf5 24. Da4 Tc8 25. Lf6
Wit heeft niet genoeg voor het stuk. Na 25…Tg8 of 25…De8 of zelfs 25…d3 met de dreiging 26…Lxf2+ zou zwart in het voordeel zijn.
25…Th7
Een blunder waarna zwart plotseling verloren is.
26. Dd7+ Pge7 27. Lxe7 Dxe7 28. Dxc8 Lb6 29. Pf6 Tg7 30. Dh8 d3 31. Dh5+ Tg6 32. Tg4 Zwart gaf op.
Partij in viewer:
Schaker Giri tankt zelfvertrouwen met winst in tiebreak tegen Nepomniatsjtsji
Drie weken voor de hervatting van de vorig jaar abrupt afgebroken kandidatenstrijd hoeven we ons geen zorgen te maken over het zelfvertrouwen van Anish Giri. In het vierde toernooi van Magnus Carlsens online-tour verdreef hij de demonen die hem na de verloren tiebreak tegen Jorden van Foreest in Wijk aan Zee af en toe lastigvielen. Ditmaal was hij degene die in de finale ten koste van de Rus Nepomniatsjtsji de beslissende tiebreak won.
Giri dankte zijn overwinning niet alleen aan goede zetten en sterke zenuwen. Omdat hij het toernooi vooral als een nuttige praktische training beschouwde, was hij was niet bang om te verliezen. Die instelling had een heilzaam effect op zijn spel. Tijdens de kwartfinale tegen de Fransman Vachier-Lagrave zei hij dat hij zich in een win-winsituatie bevond: ‘Of ik verlies, waarna ik mijn onderbroken training hervat of ik win, waarna ik probeer zo ver mogelijk te komen in dit toernooi.’
Dat laatste lukte wonderwel. In de halve finale stuitte Giri met opvallend gemak de opmars van Wesley So, die twee van de eerste drie toernooien van de MCC tour had gewonnen. Spannender was de eindstrijd tegen Nepomniatsjtsji, de bedwinger van Carlsen in de halve finale. Twee rapid-matches van vier partijen eindigden in 2-2, waarna Giri de blitz-tiebreak met 2-0 won.
Tevreden zei Giri dat het succes goed is voor zijn zelfvertrouwen en zijn voorbereiding op het kandidatentoernooi: ‘Bovendien helpt deze zege de onzin te weerleggen die soms over mij wordt geschreven. Ik weet zeker dat ik geen twijfel zal hebben als ik ooit de kans van mijn leven krijg.’
In dit fragment uit de halve finale tegen So leek het alsof Giri zijn tegenstander een blunder opdrong:
Giri – So na de 25ste zet van zwart. Als wit de volgende zet achterwege had gelaten, zou het ongeveer gelijk hebben gestaan.
26. g4
‘Zo dubieus en zo misplaatst’, zei Giri na de partij.
26 … Dc7?
Nogmaals Giri: ‘Ik zag deze belachelijke zet en hoopte dat hij die zou kiezen.’ Na 26 … Ld7 blijkt dat 26. g4 vooral wits stelling lelijk heeft verzwakt.
27. Txe6
Zwart gaf op.
Partij in viewer:
In de laatste partij van het toernooi werd Giri’s zenuwgestel niet tot het uiterste getest. Na een ernstige fout bij de 16de zet kreeg Nepomniatsjtsji geen kans meer.
Nepomniatsjtsji – Giri
1.b3 d5 2. Lb2 Lf5 3. d3 c5 4. Pd2 Pf6 5. g3 Pc6 6. Lg2 e5 7. e4 dxe4 8. dxe4 Le6 9. Pgf3 Dc7 10. 0-0 Le7 11. Pc4 Td8 12. Db1 Lxc4 13. bxc4 0-0 14. Te1 Pd7 15. Lf1 Pd4 16. Pd2?
16 … Lg5! 17. Lxd4 Lxd2 18. Td1 cxd4 19. Txd2 Pc5 20. Ld3 Td6 21. Te2 Ta6 22. Dc1 Ta4 23. Dg5 f6 24. Dh5 Ta3 25. Td2 Da5 26. Tdd1 Txa2 27. Tab1 Dc7 28. Tf1 Ta5 29. Dg4 Ta3 30. f4 exf4 31. gxf4 Pxd3 32. cxd3 Txd3
Wit gaf op na de 44 zet.
Partij in viewer:
Rubriek is om de week
Anish Giri heeft eindelijk zijn supertoernooi binnen
“Win voor het eerst in je leven een toernooi en misschien zullen mensen je serieus nemen”, zo tweette Magnus Carlsen naar Anish Giri in 2018. De beste speler van de wereld en de beste speler van Nederland zijn op Twitter al jaren in een trollenstrijd verwikkeld. Niemand weet hoe dat op te vatten, zijzelf waarschijnlijk ook niet. Is het pesten, vijandschap? Zijn het vriendelijke plagerijen in het kader van “Was sich liebt, das neckt sich”? Volgens Giri is bovenstaande tweet onderdeel van een running joke. Natuurlijk wint hij wel eens een toernooi, maar het open snelschaakkampioenschap van Surhuisterveen telt Carlsen niet mee. Supertoernooien winnen, daar gaat het om, en dat lukt Giri niet. Weliswaar won de Hagenaar in 2019 de Shenzen Masters voor o.a. Ding Liren, de toenmalige nummer 3 van de wereld, maar, zo verklaarde Carlsen: “Het is een beetje een slap supertoernooi.” Hij deed immers zelf niet mee. Twee maanden geleden leek Giri het supertoernooi in Wijk aan Zee te gaan winnen, maar struikelde hij vlak voor de eindstreep. Vorig weekend lukte het dan eindelijk toch. Giri eerste in een toernooi met Carlsen en vele andere wereldtoppers! Goed, het was online, het was rapid, maar hij versloeg Vachier-Lagrave, So en “Nepo” in matches van acht partijen. En om het nog erger voor de wereldkampioen te maken: het ging om zijn eigen toernooi, de Magnus Carlsen Invitational! Voor Giri is er ook nog de bonus dat hij zich geplaatst heeft voor het eindtoernooi, dat over een half jaar in San Francisco gepland staat.
In de finale tegen Nepo (die eerder Carlsen had uitgeschakeld) pakte onze landgenoot na vijf remises het eerste volle punt met een succesvol openingsexperiment.
Giri – Nepomniachtchi
1.e4 c5 2.Pf3 e6 3.d4 cxd4 4.Pxd4 Pc6 5.Pc3 Dc7 6.Le3 a6 7.g4!?
Ongebruikelijk: er zijn maar liefst twaalf zetten vaker gespeeld in deze stelling. De zet is agressief maar ook een profylaxe: 7…Pf6 wordt onaantrekkelijk gemaakt wegens 8.g5. Zwart speelt met vertraging toch zijn paard naar f6, waarna wit het iniatief op de koningsvleugel krijgt.
7…h6 8.h4 Pf6 9.Pxc6 bxc6 10.Df3 d5 11.g5 hxg5 12.hxg5 Txh1 13.Dxh1 Pg4 14.Ld2 Lb7 15.Dh3 Pe5 16.0–0–0 d4 17.Pb1 c5 18.f4
Begrijpelijk dat Nepo hier 18…Pg6 19.f5 Pe5 20.fxe6 vermijdt. Toch had hij daar voor moeten gaan: na het verrassende 20…Lc8! 21.exf7+ Dxf7 heeft zwart behoorlijke compensatie voor de pion.
18…Pc6? 19.g6! 0–0–0 20.gxf7 Dxf7 21.Lc4
Zwart verliest pion e6: 21…Te8 22.f5 helpt niet. Giri laat het winnende voordeel niet meer afsnoepen.
21…Kb8 22.Lxe6 Dc7 23.Lc4 Ka7 24.Pa3 Pb4 25.Te1 Le7 26.Kb1 Te8 27.e5 Ld8 28.Lb3 g5 29.Pc4 gxf4 30.Lxf4 Pd5 31.Ld2 Dg7 32.Pd6 Th8 33.De6 Lh4 34.Tc1 Pc7 35.Dc4 Dxe5 36.Pf7 Dh2 37.Dxc5+ Kb8 38.Dxd4 Tf8 39.Lf4 Lg3 40.Lxg3 Dxg3 41.Db4 Zwart geeft op.
Nepo maakte gelijk en er was een snelschaaktiebreak nodig. Daarin offerde Giri met wit een stuk voor vage compensatie. Onder andere 25…Tg8 en 25…De8 zijn goede zetten. Maar niet
25…Th7?? 26.Dd7+ Pge7 27.Lxe7
Het probleem voor zwart nu dat 27…Pe7 28.Tf4+ een dame verliest, en terugslaan met loper of dame de toren op c8.
27…Dxe7 28.Dxc8 Lb6 29.Pf6 Tg7 30.Dh8 d3 31.Dh5+ Tg6 32.Tg4 Zwart geeft op.
Partij in viewer:
Met een zekere regelmaat wordt in schaakboeken en tijdschriften door een liefhebber van lijstjes de vraag opgeworpen wie nu de grootste wereldkampioen uit de schaakgeschiedenis is. Overigens een vrij zinloze discussie die ook wel in andere sporten opduikt. Was het Nederlands voetbalelftal van 1974 beter dan het huidige? Was Ard Schenk een betere schaatser dan Sven Kramer. Ach, als je maar wat te doen hebt, zeker in Corona -tijd. Nu denken schakers daarbij dat ze via de objectieve norm van de ELO iets kunnen opstellen en zo wordt dan aan bv Lasker een fictieve ELO toegedicht want het systeem was er toen nog niet. Wie bij deze spielerei meestal goed scoort is Aljechin die door de onverslaanbaar geachte Capablanca te verslaan wereldkampioen werd in 1927,even werd onderbroken door Euwe,de titel heroverde en in 1945 onder verdachte omstandigheden als wereldkampioen overleed.
Het Publishing House Moravian Chess van Dr Vlastimil Fiala heeft zich tot taak gesteld alle bekende partijen van Aljechin te publiceren in een serie fraai uitgegeven boeken en daarin is nu verschenen Chess Duels 1921-1924, ( € 32.95 ) de periode waarin Aljechin zijn vaderland Rusland (inmiddels USSR ) verliet om er nooit meer terug te keren. Grootheden uit die tijd waren wel gedwongen naast de wedstrijden andere activiteiten te ontplooien zoals boeken, artikelen in tijdschriften en simultaans. Aljechin was een uitstekend analyseerder van zijn eigen partijen en die van anderen. En dat in een tijd zonder computers die overigens heden ten dage maar weinig missers ontdekken. Zo analyseert hij een partij tussen de geniale Rubinstein die op de weg naar een wereldtitel altijd mislukte door zijn zenuwgestel en de betweterige Tarrasch die door zijn fans Praeceptor Germaniae werd genoemd : hij leerde Duitsland schaken. Een partij uit het vermaarde toernooi Hastings 1922.
Rubinstein -Tarrasch 1.d4 e6 2.c4 f5 Hollands 3.g3 c5 Aljechin noemt deze zet voorbarig 4.Pf3 cxd 5.Pxd4 Pf6 6.Lg2 Pc6 7.0-0 Lc5 8.e3 0-0 9.Pc3 a6 10.a3 Aljechin zelf zou hier b3 gevolgd door Lb2 gespeeld hebben maar dat was niet de stijl van Rubinstein 10..Dc7 11.b4 Le7 12.Lb2 Pe5 Tarrasch vermoedt niet was wit van plan is 13.c5 Pc4 14. Pxf5! zwart gaat een pion winnen ten koste van zijn koningsstelling 14..Lxc5 ( 14..exf5 15.Db3 ; 14..Pxb2 15.Pxe7+ K-zet 16.De2 ) 15.bxc Dxc5 16.Ph6+ gxh6 17.Lc1 De5 beter Tb8 18.Dd3 Dc5 19.a4 tegen b5 en maakt veld a3 vrij voor de loper 19..d6 20.e4 Kg7 21.Pd1 Ld7 22.Pe3 b5 23.Pxc4 daarmee verwijdert wit het enige stuk van zwart dat goed staat dxc4 24,Dd2 er dreigt al van alles 24..Pe8 25.e5 Tb8 ( na 25..d5 komt 26.Dxh6+ gevolgd door 27.La3 ) 26.Dxh6+ Kg8 de pion is terug maar dat is niet zwart ‘s grootste probleem 27.Dg5+ Kf7 Wit maakt het verder goed af 28.Lf3 Tg8 29.Dh5+ Kg7 30.Le4 Dxe5 kan dankzij de toren op b8 31.Dxh7+ Kf8 32.Dxd7 Dxe4 33.Lh6+ 1-0 want na 33..Pg7 34.Lxg7+ Txg7 wint 35.Dxd6+ de toren op b8.
Er gaan natuurlijk nog meer delen volgen in deze serie ( deel 1, van 1893 – 1920 is al verschenen ) waarbij ook de bovengenoemde match tegen Aljechin aan de beurt komt, één van de sensationeelste twee-kampen uit de schaakgeschiedenis. Wie kijkt op www.moravian-chess.cz zal ontdekken dat er nog vele andere boeken, de schaakgeschiedenis betreffend, door deze uitgever zijn gepubliceerd. De meeste daarvan zijn van de hand van Dr Vlastimil Fiala die ook de belangwekkende Quarterly for Chess History redigeert. Maar ook boeken over toernooien in de dagen van Olim zoals dat over het Tweede Conres van de Nederlands Schaakbond uit 1874.Een belangwekkende uitgeverij, om in de gaten te houden!
Partij in viewer:
Voor beginners
Voor gevorderden
976 – H. Prins, tweezet
Enkele weken geleden werd tweezet 976 ter oplossing aangeboden. Een tweezet met veel interferenties, een geliefd thema van veel schaakprobleemcomponisten.
In de wereld van het schaakprobleem is de Grimshaw een bekend thema. De wederzijdse interferentie van loper en toren, zoals de definitie luidt, zal in de top drie vallen van de populaire thematieken bij schaakproblemen. Een sleutel of verleidingssleutel op het kruispunt van loper en torenlijn (het Grimshawveld) wordt een Novotny genoemd.
In tweezet 976 is veld e6 een kruispunt van de zwarte loper van c8 en de zwarte toren van b6. Op dit Grimshawveld kan wit de eerste zet doen. Als wit kiest voor de Novotny 1. Le6? dan dreigt er 2. Lf6 en 2. Pf4 mat. Als de zwarte loper de witte loper neemt, dan wordt de toren van b6 geïnterfereerd, en gaat de dreiging 2. Lf6 mat door. Als de zwarte toren neemt op e6, wordt de loper van c8 in de weg gestaan, en is 2. Pf4 mat. Een Novotny heeft in het algemeen twee dreigingen en die worden gesplitst bij het slaan door zwart.
Als zwart 1. … Tf4 speelt, houdt hij de twee dreigingen tegen, maar dan staat de zwarte toren de zwarte loper van h6 in de weg, en is 2. Td2 mat. Zwart kan de dubbele dreiging ook nog tegenhouden door 1. … Lf4! te spelen. Het paard kan dan door penning niet meer naar f5 en de dreiging 2. Lf6 is geen mat meer, omdat de zwarte loper op e5 kan tussenplaatsen. Na 1. … Lf4 had wit graag de mogelijkheid gehad om met 2. Te4 mat te spelen. Dit zou mogelijk zijn omdat de loper de toren van h4 in de weg staat. Het vervelende is dat 2. Te4 niet gaat, omdat de loper van e6 de toren van e8 in de weg staat. De zet 1. … Lf4! weerlegt dus de verleiding.
Een andere verleiding is 1. Te6?, een tweede stuk op het snijpunt. Weer is de dreiging 2. Lf6 en 2. Pf4 mat. Nu komt na 1. … Lf4 wel 2. Te4 mat. Echter nu weerlegt zwart met 1. … Tf4! De matzet uit de vorige verleiding lukt nu niet omdat na 2. Td2 veld c4 vrijkomt voor de zwarte koning. Door de interferentie van de witte loper van f7 door de witte toren van e6 is de dekking van veld c4 niet meer onder controle. Er is op e6 een zwarte Grimshaw aanwezig, dus een wederzijdse interferentie van een zwarte loper en toren, maar ook een witte Grimshaw, een wederzijdse interferentie van witte loper en toren. Op het andere Grimshawveld, veld f4, zijn er ook twee Novotny-verleidingen. Als wit 1. Pf4? speelt, dan dreigt er 2. Td2 en 2. Te4 mat. Als zwart met zijn toren het paard slaat, dan is 2. Td2 mat door interferentie van de zwarte loper van h6. Na 1. … Lxf4 dan is 2. Te4 mat, de loper staat de toren in de weg. De weerlegging van deze verleiding is 1. … Te6! en veld e5 heeft wit niet meer onder controle. Na de andere zet van de Grimshaw op e6, 1. … Le6 is 2. Lf6 mat. De vierde verleiding is 1. f4? Een Novotny. De dreiging is identiek. Na 1. … Te6 komt 2. Pf5 mat. De weerlegging is 1. … Le6! en veld e3 is niet meer onder controle. De oplossing van de tweezet is 1. cxb5! Er dreigt dan 2. Tc4 mat. De Grimshaw op e6 pareert dan met de zetten 1. … Le6 2. Lf6 mat en 1. … Te6 2. Pf5 mat. Na 1. … Pe3 komt de matzet 2. Td2 terug, weer als gevolg van een interferentie. Op 1. … Da4 is 2. Dd5 mat. Volgende week het vervolg van de uitleg van de problemen van het RDMagazine van december.
In welk jaar overleed Aljechin?
Zijn dood in 1946 was in ieder geval niet onder verdachte omstandigheden, volgens de lijkschouwer.
De omstandigheden waren volgens mij wel degelijk verdacht. Sinds 1946 is de politie op zoek naar een verdacht stukje kippenbout. Mocht u dit stukje bot hebben gezien, blijf op veilige afstand want het kan gevaarlijk zijn. En verwittig meteen de politie in Estoril (Portugal) of die in uw woon- of verblijfplaats.
Een uitgebreid artikel over de dood van Aljechin en alles er om heen is op deze link te lezen.
en.chessbase.com/post/alekhine-s-death-an-unresolved-mystery-
Latest update 11 July 2020 chesshistory.com/winter/extra/alekhine3.html
Heb ik gelezen. Indien geen brok biefstuk, dan een hartaanval. Het een kan de oorzaak van het ander geweest zijn, of omgekeerd.
Gisteren buitengewoon interessante links op chessgames.com trefwoord Alexander Alekhine.
Altijd geïnteresseerd, maar zou je iets specifieker kunnen zijn, als het verband houdt met het voorgaande?