Krantenrubrieken weekend 14 augustus 2021
Wekelijks publiceren we de diverse schaakrubrieken van de weekendkranten. Wij streven naar publicatie op de woensdag of donderdag na het voorgaande weekend.
Hans Ree | Gert Ligterink | Hans Böhm | Dimitri Reinderman | Bab Wilders | Rini Kuijf | Henk Prins |
Aan de schandpaal
Vorige maand stond in The New York Times een artikel met de titel ‘The Dark Side of Chess: Payoffs, Points and 12-Year-Old Grandmasters’. De auteurs waren Ivan Nechepurenko, een Rus die in Moskou voor die krant werkt, en Misha Friedman, een Amerikaanse fotograaf en journalist.
Het eerste deel gaat over Sergej Karjakin, tot voor kort de jongste grootmeester uit de geschiedenis. Volgens het artikel was hij in 2002 niet op eerlijke manier aan die titel gekomen. In het toernooi waarin hij zijn laatste norm scoorde, zou hij of zijn vader een andere deelnemer, Vasili Malinin, hebben overgehaald om hun partij, die in remise was geëindigd, nog eens over te spelen om Sergej het punt te bezorgen dat hij nodig had.
Vreemd. Kun je zomaar een toernooipartij opnieuw spelen? Het is waar dat Malinin kort voor zijn dood in 2020 schreef dat ze toen inderdaad nog een vluggertje speelden met de afgesproken uitslag. Dat was in een brief aan mensen die vonden dat Malinin zelf zijn grootmeestertitel niet verdiende.
Karjakin ontkende iedere onregelmatigheid en ik weet niet wie er gelijk heeft. Het was overigens wel een beeldschoon vluggertje dat Karjakin won.
Misschien voor het objectieve evenwicht, eerst een Rus aan de schandpaal en dan een Amerikaan, ging het tweede deel van het artikel onder de sarcastische tussenkop ‘Een waardig opvolger over Abhimanyu Mishra’. Die werd niet van persoonlijk bedrog beschuldigd, maar de Hongaarse toernooien waarin hij zijn normen scoorde werden wel als een poel van ontucht beschreven.
Sinds hij Karjakin opvolgde als jongste grootmeester aller tijden kreeg Mishra veel felicitaties, maar ook schampere reacties. Jan Nepomniatsjtsji stelde voor om het systeem om grootmeesters te benoemen te veranderen. Nigel Short wil de titel helemaal afschaffen.
Ik zag Mishra in een video van Chessbase met de Duitse eindspelkenner Karsten Müller. Nu was ik vroeger toch lang niet slecht en ik heb halfgoden als Tal, Kortchnoi en Larsen verslagen, maar ik dacht: die twaalfjarige jongen weet meer van toreneindspelen dan ik ooit geweten heb.
Over de volgende partij zei Mishra op YouTube dat hij in de diagramstelling de stelling van 15 zetten later al had voorzien. Ik ben geneigd hem te geloven.
Abhimanyu Mishra – Dey Shahil, Boedapest 2021.
25. a4 Da5 26. g4 g5 27. Df3 Ph4 28. Df6 Dd5 29. f3 Kh7
Misschien was 29…c5 30. Dxh6 cxd4 31. Dxg5+ Pg6 32. f4 dxe3 33. Tae1 Tc8 beter.
30. Pxf7
Hier moest scherp berekend worden dat het paard niet verloren gaat. 30…Pg6 31. e4 Db3 Eerste pointe: na 31…Dd7 komt 32. Dxg6+ Kxg6 33. Pe5+ en wit wint.
32. f4
Een mooie zet, de enige die winstkansen geeft.
32… De3+
Na 32…gxf4 33. Ta3 wint wit meteen.
33. Tf2 gxf4 34. Ta3 De1+ 35. Tf1 Dh4
Na 35…De2 komt 36. Taf3 en tegen h2-h4-h5 is er geen verdediging.
36. Dxh4 Pxh4 37. Txf4 Kg7
Even lijkt het of Pf7 toch verloren gaat.
38. g5 hxg5
Met 38…h5 39. Txh4 Txf7 kon zwart nog goed vechten.
39. Pxg5
Volgens Mishra had hij de paardvork op e6 al gezien toen hij 25. a4 speelde.
39…Txf4 40. Pxe6+ Kf6 41. Pxf4
Met twee pionnen meer staat wit gewonnen.
41…Kg5 42. Pe2 Te8 43. Tg3+ Kf6 44. Tg4 Pf3+ 45. Kf2 Pd2 46. e5+ Ke6 47. Ke3 Pc4+ 48. Ke4 Pd2+ 49. Kd3 Pf3 50. Tg7 c5 51. Pf4+ Kf5 52. Tf7+ Kg4 53. Pd5
Zwart gaf op.
Partij in viewer:
Karjakin boekt tijdens World Cup weer eens een aansprekend resultaat
Bijna even tevreden als de winnaar van het World Cuptoernooi, de Pool Jan-Krzysztof Duda, was de verliezende finalist. Voormalig WK-uitdager Sergey Karjakin (31) was dringend toe aan een topresultaat om zijn enigszins vastgelopen carrière een nieuwe impuls te geven. Door de finale te bereiken plaatste de Rus zich voor het kandidatentoernooi van volgend jaar.
Het liep de laatste tijd met Karjakin niet zoals het zou moeten gaan met een man die vijf jaar geleden één zet verwijderd was van de wereldtitel. In de negende partij van de tweekamp tegen Magnus Carlsen kreeg hij een gouden kans op een vrijwel beslissende 5,5-3,5-voorsprong. Karjakin liet het moment voorbijgaan, verloor een dag later de volgende partij en ging later ten onder in een rapid-tiebreak.
Lang heeft Karjakin geprobeerd het niveau terug te vinden dat hij in 2016 bereikte. Hij was toeschouwer bij de kandidatenstrijd in 2020 en hij verloor ratingpunten. Niet veel, maar genoeg om belangrijke invitaties mis te lopen. Hij ontbrak bij de laatste drie edities van Tata Chess in Wijk aan Zee, waar hij na zijn eindzege in 2009 lang vaste gast was.
Karjakins bijnaam is de minister van Defensie. Het is een eretitel die hij dankt aan de vele succesvolle verdedigingen die hem vooral met de zwarte stukken zijn gelukt. Maar misschien is het tijd dat hij de taaie zoektocht naar evenwichtige stellingen achter zich laat en vaker ook met zwart net zo agressief speelt als in de partij die hem naar de finale van de World Cup leidde.
Karjakin – Fedosejev, Krasnaja Poljana 2021
1.e4 e5 2. Pf3 Pc6 3. Lb5 a6 4. La4 Pf6 5. 0-0 Le7 6. Te1 b5 7. Lb3 d6 8. c3 0-0 9. h3 Lb7 10. d4 Te8 11. Pbd2 Lf8 12. a3 h6 13. Lc2 d5 14. dxe5 Pxe5 15. Pxe5 Txe5 16. Pf3 Te8 17. e5 Pe4 18. Lf4 c5 19. a4 f5 20. h4
Een nieuw idee in een bekende openingsvariant. Fedosejev reageerde impulsief.
20 … Le7
Aardig lijkt 20 … b4 21. cxb4 c4 22. Pd4 Dxh4 23 g3 Dh3, maar dan heeft wit 24. Te2! met de dreiging f2-f3, gevolgd door Te2-h2.
21. h5 Tf8?
Het plan om met … De8 de pion op h5 aan te vallen blijkt na de volgende zet een illusie. Beter is 21 … Db6.
22. axb5 axb5 23. Txa8 Lxa8 24. e6!
24 … Te8
Na een lange denkpauze. Zwart zal aandacht hebben besteed aan 24 … Ld6 25. Lxd6 Dxd6, waarna 26. Lxe4 fxe4 27. Txe4 d4! niets oplevert. Sterker is 26. Ph4! Df4 27. Lxe4 fxe4 28. Pg6 Dxf2+ 29. Kh2.
25. Pe5 Lg5 26. Pg6 d4
Of 26 … Txe6 27. Lxg5 Pxg5 (27 … Dxg5 28. f3) 28. Lxf5.
27. cxd4
27 … Pxf2 28. Kxf2 Lxf4 29. Pxf4 Dh4+ 30. Kg1! Dxf4 31. d5 Dg3 32. Te2 Dg5 33. Dd2
Zwart geeft op.
Partij in viewer:
Rubriek is om de week
Jonas Hilwerda kampioen in door corona geteisterd jeugdkampioenschap
Het is misschien minder erg dan de olympische atleten die na vijf jaar trainen niet aan de Spelen mochten meedoen vanwege een positieve pcr-test, maar ook voor Amsterdammer Khoi Pham waren de druiven zuur. Hij was op het NK jeugd favoriet in de categorie t/m 16 jaar en leek met 5.5 uit 6 op weg om kampioen te worden. Maar helaas: een huisgenoot bleek met het coronavirus besmet. Dat betekende dat hij vanwege de verplichte quarantaine de laatste ronde niet kon spelen: weg titel. Het was niet het enige corona-incident: de laatste ronde bij de meisjes t/m 14 jaar werd helemaal afgelast, al was daar gelukkig de winnaar al bekend. Heel vervelend allemaal. Ondanks deze tegenslag was toch iedereen blij met het doorgaan van het toernooi: eindelijk schaken achter een echt bord, fijn!
In de hoogste categorie, de jeugd t/m 18 jaar, was op papier de strijd open, maar in de praktijk werd het een onemanshow. Jonas Hilwerda werd een ronde voor het einde al kampioen door te winnen van Gilian Honkoop uit Assendelft (die met 4 uit 5 goed gestart was). Heel verrassend was de winst van de Groninger niet: hij had eerder dit jaar ook het online jeugdkampioenschap gewonnen en gold bij de jonge jeugd als een groot talent. De laatste jaren bleef hij wel wat hangen, maar nu lijkt hij de weg naar boven weer gevonden te hebben. Hilwerda mag dat in oktober proberen te bewijzen bij het NK voor volwassenen, waar een plek voor de jeugdkampioen gereserveerd is. Helemaal soepel verliep het toernooi voor hem overigens niet: her en der zat het mee, zoals in onderstaande partij uit de vierde ronde.
Hilwerda – Bruil
1.e4 c5 2.Pf3 g6 3.d4 cxd4 4.Pxd4 Lg7 5.Pc3 Pc6 6.Le3 Pf6 7.Lc4 0–0 8.De2
Een ongebruikelijke zet, maar uiteindelijk krijgen we een vrij normale Drakenstelling met tegengestelde rokades waarin beide spelers op de aanval zullen spelen.
8…d6 9.f3 Pa5 10.Ld3 a6 11.0–0–0 b5 12.Dd2 Ld7 13.Lh6 Db6
Hier had wit iets als 14.Pf5 moeten proberen. Hij speelt het echter passief en zwart profiteert door het initiatief te nemen.
14.Lxg7 Kxg7 15.Pce2 Tab8 16.Kb1 Pc4 17.Dc1 e5! 18.Pf5+ Lxf5! 19.exf5 Pe3 20.Tdg1 d5 21.g4
Zwart heeft een mooi centrum en een actief paard, maar concreet spel is nodig om daar iets mee te doen. 21…e4! 22.fxe4 dxe4 23.g5 exd3 24.gxf6+ Kg8 25.cxd3 Tbc8 geeft hem winnend voordeel.
21…g5? 22.h4 h6 23.Pg3 d4 24.hxg5 hxg5 25.Th5 Pxh5 26.Pxh5+ Kg8 27.f6 Tfd8 28.Dd2 Td6? 29.Dh2 Te8?
Zwart had de volgende krachtzet van wit gemist. Het is meteen uit.
30.Pg7! Txf6 31.Dh7+ Kf8 32.Dh8+ Ke7 33.Dxe8+ Kd6 34.Df8+ Kd7 35.Lf5+ Kc6 36.Dc8+
Hulde voor zwart dat hij hier een helpmat boven opgeven verkiest.
36….Dc7 37.Dxc7+ Kd5 38.Le4 mat
Partij in viewer:
Andere uitgevers wil ik zeker niet kleineren maar het is onweerlegbaar dat er geen mooiere schaakboeken zijn dan de standaardwerken van McFarland Publishers. Altijd in prachtband, mooi papier en dan hebben we het nog niet eens over de inhoud gehad, meestal het niveau van een wetenschappelijk proefschrift. Het afscheidsgeschenk van Catherine Lawn ( Eurospan ) mag er wezen: Een topprestatie van Andrew Soltis : Smyslov, Bronstein, Geller, Taimanov and Averbakh, Multibiography with 220 games ( € 75) Een briljant overzicht van de glorieperiode van het Sovjet -schaak, in Appendix A een chronologie van 1921 -2017. Het is een wetenschappelijk werk, dus ook een uitgebreid register van noten. Een omvangrijke bibliografie. Indexen van de openingen, van de spelers en een algemene index. De partijen zijn voorzien van uitvoerig commentaar, niet alleen van de varianten maar ook van de biografische gegevens ,vele anecdotes. Diagrammen en foto ‘s vergroten de leesbaarheid. Naar buiten straalde het team van de Sovjet Unie een grote eenheid uit maar er was natuurlijk ook veel rivaliteit tussen deze grootmeesters die allen aasden op de troon van Botwinnik maar van de bovengenoemde 5 slaagde allen Smyslov daarin, voor korte tijd want al snel volgde de revanche. Bronstein was er dichtbij maar ook na het lezen van dit boek ben ik er nog niet uit of zijn verlies in de laatste partij, waardoor Botwinnik de titel behield, wel zuivere koffie was. Uit de vele biografische gegevens blijkt niet alleen dat de joodse achtergrond van spelers soms een rol speelde maar ook dat de communistische partij een groot aantal vingers in de pap hield. Dat gaf soms bescherming en voorrechten maar dan moesten de prestaties wel van dien aard zijn dat heel de wereld de suprematie van het Sovjet-communisme kon zien. Anders zwaaide er wat, zoals Taimanov na zijn debacle tegen Fischer moest ervaren, hij mocht zelfs van hogerhand geen pianoconcerten meer geven.
Daarom nu van hem een partij die hij beschouwde als DE partij van zijn leven: Lutikov – Taimanov, Moskou 1969 , Siciliaan, Taimanov variant 1.e4 c5 2.Pf3 Pc6 3.d4 cxd4 4.Pxd4 e6 5.Pc3 Dc7 6.Le3 a6 7.Ld3 b5 8.Pxc6 Dxc6 9.Ld4 ( verhindert Lb4) Lb7 10.De2 Pe7 wil via g6 naar f4 11.f4 b4 12.Pb1 Pg6 13.Df2? Niet de beste manier om de pion te verdedigen 13..Ld6 14.Le3 ( 14.e5? Pxf4!) 0-0 15.Pd2 Tac8 16.h4 Dc7 17.e5 Lc5 de opening is zeker niet ongunstig voor zwart verlopen 18.h5 Lxe3 19.Dxe3 Pe7 20.Pc4 Pf5 21.Dd2 Ld5 22.Pe3 Pxe3 Het is misschien nuttig te vermelden dat Taimanov persé wilde winnen om een tweekamp met Geller te vermijden 23.Dxe3 Dc5 24.Dg3 beter was dame-afruil 24..h6 25.Th4 Dg1+ ( een enigszins zinloos schaakje immers 26.Kd2 Dxa1?? 27.Tg4 en wit wint) 26. Kd2 Dd4 Taimanov heeft deze stelling in latere boeken eindeloos geanalyseerd en laten analyseren en uiteindelijk bleek, met hulp van de computer, dat 26..Txc2+! het beste was met 27.Kxc2 Tc8+ 28.Kd 34. Dxa1. Nu komt 27.f5 Txc2 28.Kxc2 b3+ 29.Kd1? ( beter 29.axb3) 29..Dg1+ 30.De1 Dxg2 31.Df1? (Opnieuw mist wit de sterkste voortzetting nl 31.Tf4 Lf3+ 32.Kc1 Tc8+ 33.Kb1 Tc2 34.axb Txb2+ 35.Kc1) 31..Lf3+ 32.Ke1 Dxb2 33.Tb1 Dxe5+ 34.Kf2 bxa2! 35.Te1 Df6 volgens het boek stonden toeschouwers op hun stoel te applaudisseren voor deze zet. 36.Kg3 Lg2? wel een mooie studie-zet ( afleiding van koning of dame) maar gewoon Lc6 gaf zwart meer voordeel. Maar wit raakt het spoor een beetje bijster 37.Dg1 exf5 38.Dd4? Dg5+ 39.Kh2 Le4!! Een ander studie-motief : Interferentie: hoe wit de loper ook slaat, hij verliest of de dame, of 2 torens of zwart promoveert naar dame op a1. Of 40.Thxe4 fxe4 41.Dxe4 De partij werd hier afgebroken .Een toeschouwer meldt: “ik dacht dat ik stierf “. Taimanov moest een zet afgeven en dat werd 41..Dxh5+. Taimanov stak een sigaret op en Lutikov gaf alsnog op.
Partij in viewer:
Voor beginners
Voor gevorderden
Samuel Loyd was in de 19e eeuw een bekend Amerikaans probleemgenie. Hij maakte bijzondere problemen waarbij hij zijn gevoel voor humor kwijt kon. Hij vermaakte ook de schaakwereld met de dolste invallen. De volgende droompartij “componeerde” de Amerikaan. Het humoristisch commentaar bij de zetten is van Loyd en heeft te maken met de tijd waarin hij leefde.
Wit: Het offer
Zwart: De grootmeester
1.d4 (Een lievelingsopening van grootmeester Zuckertort.) 1. … d6 (Een sterke verdediging, die door moderne autoriteiten wordt aanbevolen.) 2. Dd2 (Door Gunsberg in het toernooi te Blendheim gespeeld.) 2. … e5 (Typisch Steinitz. Speelt wit nu: 3. exd5 dxe5 4. Dxd8+ Kxd8, dan heeft zwart, daar in het eindspel de rokade overbodig is, een tempo gewonnen.) 3. a4 (Deze zet werd door professor Ware in het toernooi te Wenen met groot succes tegen Steinitz toegepast.) 3. … e4 (Zeer gewaagd en in strijd met Laskers leerboek, maar toch een sterke zet.) 4. Df4 (Valt de pion op e4 aan.) 4. … f5 (Voorbereiding tot g7-g5, waarmee de witte dame wordt verjaagd.) 5. h3 (Hiermee wordt een tijdelijke terugtocht van de dame voorbereid, die een pionnen-opmars mogelijk maakt.) 5. … Le7 (Klaarblijkelijk met het plan Le7-g5 te spelen.) 6. Dh2 (Een scherpzinnige, meesterlijke terugtocht, die zo karakteristiek voor het moderne meesterspel.) 6. … Le6 (Om de opmats c2-c4 tegen te gaan.) 7. Ta3 (Een zeldzame variant van het veld-, bos- en weidegambiet, bedacht door een van Bostons vele grootmeesters.) 7. … c5 (Een geslaagde poging de diagonaal d8-a5 te openen.) 8. Tg3 (In de hoop als compensatie voor d4 de pion op g7 te veroveren.) 8. … Da5+ (Een sterke zet, want op Pc3 volgt cxd4 en op Ld2 Dxa4, 10. … Da1, 11. … Dxb2 enz.) 9. Pd2 (Zeer intelligent, daar zwart de pion nu nog niet mag nemen.) 9. … Lh4 (Een schitterend plan, want op Txg7 wint e3 onmiddellijk.) 10. f3 (Wit, dat de toren niet durft te spelen, probeert door pionzetten zijn stelling te bevrijden.) 10. … Lb3 (Zwart staat zo goed , dat hij zijn loper aanbiedt om te verhinderen dat wit met c3 de damelijn sluit.) 11. d5 (Een wonderbaarlijke zet, zoals het vervolg laat zien.) 11. … e3 (Een verpletterende zet, die door de opmars van de f-pion zowel de toren als de dame dreigt te veroveren.) 12. c4 (Waarschijnlijk de fijnste zet in deze positie, die de veelgestelde vraag wegwuift of een speler een slechte zet mag doen, wanneer hij gelooft dat zijn tegenstander de weerlegging over het hoofd zal zien. Wit heeft alles op één kaart gezet, door zich opzettelijk aan een mat in vijf zetten bloot te stellen, dat hoogstens door een superieure klasseproblemist bij beperkte bedenktijd opgelost had kunnen worden. Zwart intussen liep in de val en in plaats van het mat in vijf zetten deed hij wat 999 van de 1000 grootmeesters ook gedaan zouden hebben en speelde: ) 12. … f4. (Nu is opgave diagram 985 bereikt, wat moet wit spelen ? Volgende week de ontknoping.)
Tsja, het is zomer, de tuin lonkt en je moet ook nog je wekelijkse column schrijven. Dan zijn schaar en lijmpot een welkome oplossing. Ik weet niet of Henk Prins daarvan de digitale variant heeft gebruikt, maar het valt op dat de spelling van Zuckertort overeenkomt met die van Bouwmeester in Schaakboek 1 (9e druk, pag. 176). Ik weet niet wat men daar in Amstelveen van vindt.
Overigens staat Prins niet alleen in het kopiëren zonder bronvermelding. Het geldt namelijk ook voor Sam Loyd zelf. Zoals T.R. Dawson in 1938 schreef in het boek Ultimate Themes: ‘Loyd wrote an amusing anecdote round the solution in Lasker’s Magazine, January 1906, and thereby scooped all the credit!’ Loyd heeft alleen het commentaar zelf geschreven; de partij is gevonden door C.H. Wheeler en in 1887 door hem gepubliceerd in Sunny Side. En dit heb ik natuurlijk niet zelf gevonden; het complete verhaal is te vinden op Edward Winters website Chess Notes (www.chesshistory.com/winter/winter08.htm).
Het was in de wereldkampioenschapsmatch van 1951 de VOORlaatste partij die Botwinnik met zijn twee lopers tegen de twee paarden won. Partij 24 werd in 22 zetten remise.
Een vriendelijk verzoek aan de editors:
Zouden de partijcommentaren in de replayer opgenomen kunnen worden zoals Dimitri Reinderman al tijden zo vriendelijk doet?
Dat zou enorm bijdragen aan het genot van naspelen.
Jan van der Steen