Krantenrubrieken weekend 18 december 2021
Wekelijks publiceren we de diverse schaakrubrieken van de weekendkranten. Wij streven naar publicatie op de woensdag of donderdag na het voorgaande weekend.
Hans Ree | Gert Ligterink | Hans Böhm | Dimitri Reinderman | Rini Kuijf | Henk Prins |
Jan Timman 70 jaar
Hiep hiep hoera! Hij zit niet stil, had ik bijna geschreven, tot ik bedacht dat Jan Timman, die afgelopen dinsdag 70 jaar werd, met een stroom van artikelen, boeken en eindspelstudies hard werkt aan het cultureel erfgoed van de schaakwereld, juist als hij wel stil zit ‘in de rust van zijn studeerkamer’, een uitdrukking van Botwinnik die Jan vroeger graag overnam.
Zelf schaken is er door de pandemie bij ingeschoten. Sinds hij van Amsterdam naar Arnhem verhuisde, speelt hij in de clubcompetitie voor Wageningen. De voorzitter van die club vond veertien jaar geleden toen ze Timman hadden binnengehaald, dat het voelde alsof het mooiste meisje van de school naast hem kwam zitten en zei dat ze verkering wilde.
Snelle partijen op internet heeft Jan wel gespeeld, maar hij houdt er niet erg van, en nog minder van schaken met een mondkapje op, wat zou moeten als hij weer in de Duitse Bundesliga zou spelen. Aan de voortstrompelende Nederlandse clubcompetitie heeft hij sinds maart 2020 niet meegedaan, dat was hem te link.
Bijna ieder jaar verschijnt er een boek van hem, dat internationaal altijd hoog geprezen wordt, zowel om de technische analyses, toegankelijk en als het moet diepzinnig, als om de achtergrondverhalen.
Hij maakt de ene fraaie eindspelstudie na de andere. In een interview voor het Max Euwe Centrum zei hij laatst dat het er tachtig waren geweest in 2018 en dit jaar (tot oktober) 42. Hij wint er in internationale concoursen veel prijzen mee.
Buitenstaanders denken misschien dat het bij de eindspelstudiecomponisten net zo is als vroeger bij de Amsterdamse slagers, waar iedereen wel minstens de zilveren medaille in de categorie ossenworst had gewonnen, maar het tegendeel is waar. Aan die concoursen doet het puikje van een kleine, maar hoogbegaafde gemeenschap mee en de jury is altijd vlijmscherp en streng.
Jan Timman, tweede prijs Neidze Memorial Tournament 2019. Wit begint en maakt remise.
1. Lh3 Zwart zou winnen als hij zijn Th7 met Th8 en Tg8+ kon activeren, dus wit moet actief optreden. 1…Th5+ Na wits zet moet zwart iets bijzonders laten zien om de strijd gaande te houden. 2. Kxh5 Te5+ Een dubbel torenoffer waar het Georgische jurylid David Gurgenidze lyrisch over was. 3. Txe5 d2 Nu blijkt de zin van zwarts torenoffers. Hij heeft wits koning naar h5 gedwongen, zodat hij na 4. Lxd2 met 4. e1D+ zou winnen. 4. Te8+ Wit kan niet meer verhinderen dat zwart een dame haalt. 4…Kb7 5. Lg2+ Ka6 6. b5+ Kxb5 7. Tb8+ Ka4 8. Lc6+ Het wordt duidelijk dat wit aan pat werkt. Na 8. Pa2 dxe1D 9. Pc3+ komt 9…Dxc3 10. bxc3 e1D+ en wit gaat mat. 8…dxc6 9. Tb4+ Ka5 10. Pb3+ cxb3 11. Lxd2 Eindelijk kan wit deze zet spelen, die er al lang inzat, maar steeds tot verlies had geleid. 11…e1D+ 12. Tg4+ Dxd2 Remise. Wit staat pat. Je moet een groot man zijn om de slotstelling dwingend te kunnen verbinden met de diagramstelling.
Carlsen ziet volgende uitdaging al voor zich: supertalent Firouzja verslaan
Begin deze week kondigde Magnus Carlsen in een Noorse podcast aan dat het einde van zijn periode als wereldkampioen misschien nabij is: ‘Als iemand anders dan de Fransman Alireza Firouzja het volgende kandidatentoernooi wint, zal ik mijn titel waarschijnlijk niet verdedigen.’
Carlsen (31) zei dat het moeilijk was geweest zich op te laden voor de WK-match tegen de Rus Ian Nepomniasjtsji. Het vuur was pas gaan branden na de recente eclatante resultaten van de 18-jarige Firouzja, die razendsnel is gestegen naar de tweede plaats van de wereldranglijst. De kampioen verwacht dat het geen moeite zal kosten de juiste motivatie te vinden voor een tweekamp tegen de talentvolste van een veel jongere generatie.
Intussen is in Rusland een zondebok gevonden voor de forse nederlaag van Nepomniasjtsji. Daniël Doebov, een topgrootmeester die al jaren met Carlsen samenwerkt, is door onder anderen voormalig uitdager Sergei Karjakin beschuldigd van hoogverraad. Hij heeft het gewaagd met een buitenlander samen te spannen tegen een vertegenwoordiger van het moederland.
Het is nog onduidelijk wat de gevolgen van de hetze zullen zijn. Op Russische internetfora krijgt Doebov naast verwijten ook steun van schakers die schrijven dat hij toch echt niet degene is die Nepo’s fatale pionzetten b7-b5, c4-c5 en g2-g3 heeft uitgevoerd. Zelfs het EK voetbal in 2008 wordt genoemd: ‘Guus Hiddink is toch ook niet van hoogverraad beschuldigd, toen Rusland onder zijn leiding Nederland in de kwartfinale uitschakelde?’
In hun steunbetuigingen aan Doebov verwijzen sommige fans naar de schitterende overwinningen die hij eind 2020 tijdens het Russisch kampioenschap behaalde tegen Karjakin en Nepomniasjtsji. Omdat de partij tegen Karjakin een jaar geleden al in deze rubriek stond, geef ik nu die tegen de toernooiwinnaar. De aantekeningen zijn mede gebaseerd op die van de Rus Barski in het tijdschrift New in Chess.
Doebov – Nepomniasjtsji, Moskou 2020
1.d4 Pf6 2. c4 g6 3. Pc3 d5 4. cxd5 Pxd5 5. e4 Pxc3 6. bxc3 Lg7 7. Lb5+ c6 8. La4 b5 9. Lb3 a5 10. Pf3 0-0 11. 0-0 a4 12. Lc2 c5 13. Tb1 Pc6 14. d5 Pe5 15. Pxe5 Lxe5 16. Lh6 La6
Een correct kwaliteitsoffer. Na 16 … Te8 volgt 17. De1 Da5 18. Ld2 , gevolgd door f2-f4.
17. Lxf8 Kxf8 18. f4 Lxc3 19. Tf3 Da5 20. e5
20 … Kg8?
Met 20 … Kg7 21. Th3 Ld4+ 22. Kh1 Th8 kan zwart zich voorlopig afdoende verdedigen.
21. Kh1
Nog sterker is 21. e6 fxe6 22. Tg3 met winnende aanval.
21 … Td8 22. e6 fxe6 23. Lxg6 hxg6 24. Dc2 Lg7 25. Tg3! g5 26. Dg6 Dd2 27. Txg5 Dc3 28. Dxe6+ Kf8
29. Te1!
Zwart kan vechten na 29. Dxa6 b4 30. De6 Td6.
29 … Dxe1+ 30. Dxe1 Lf6 31. Dh4! Td6 32. Dh7 Ke8
Of 32 … Lxg5 33. fxg5 Txd5 34. h4.
33. Dg8+ Kd7 34. Da8 Lxg5 35. fxg5 c4 36. h4 b4 37. Da7+ Ke8 38. Db8+ Kf7 39. Dxb4 Txd5 40. Dxa4
Zwart geeft op.
Partij in viewer:
Rubriek is om de week
De WK-matches van 1937 en 2021
Op het Youtubekanaal van het Max Euwecentrum staat sinds begin van deze maand een lezing van Paul van der Sterren die verrassend actueel is. Hij beschouwt de tweede WK-match van Euwe in 1937, waarin die door met 15.5-9.5 te verliezen zijn titel kwijt raakte aan Aljechin. De cijfers suggereren dat Euwe overklast werd, maar dat is scorebordjournalistiek. Hij was superieur in de opening, kreeg veel goede stellingen, maar het afmaken was het probleem. Daarnaast had hij twee inzinkingen gedurende de match en verloor hij veel partijen door blunders. Een belangrijk moment was de zesde partij. Aljechin stond 3-2 achter en bracht toen met 1.d4 d5 2.c4 c6 3.Pc3 dxc4 4.e4 e5 5.Lxc4 exd4 6.Pf3 een dubieus stukoffer. Later bleek dat zwart gewonnen zou staan na aanname, maar na lang nadenken blunderde Euwe: 6…b5?? 7.Pxb5! La6 (7…cxb5 8.Ld5) 8.Db3 De7 9.0-0 en het was slechts uit schaamte dat Euwe deze totaal verloren stelling nog doorspeelde. Deze nederlaag bracht onze landgenoot zo van zijn stuk dat hij in de vier partijen erop slechts een half punt scoorde. De conclusie van Van der Sterren: “De match is beslist op het mentale niveau.”
Dezelfde conclusie kan gesteld worden over de WK-match tussen Carlsen en Nepomniachtchi. In de eerste vijf partijen was de Rus de betere, in de openingen ook, maar toen kwam er een marathonpartij. Nepo miste in tijdnood een paar goede kansen op winst, moest toen een iets minder eindspel verdedigen, deed dat lang goed maar op zet 130 kwam toch de beslissende fout. Zijn tegenstand was gebroken en hij verloor daarna drie partijen door blunders. Het leek of hij in zelfvernietingsmodus was. In de laatste partij (toen hij drie punten achter stond met maximaal vier partijen te gaan) was dat misschien ook wel zo: onder andere omstandigheden had hij remise gemaakt, maar dan had hij nog een partij moeten spelen. Hij was wellicht liever gewoon klaar.
Nepomniachtchi – Carlsen
23.Txd4 Txd4 24.cxd4 Pxd5 25.Pxd5 Dxd5 26.Dxc7 Dxd4 27.b3 is totaal gelijk. De winstpoging van Nepo is totaal onverantwoord.
23.g3?? dxe3!
Enige zet, maar ook voor de hand liggend.
24.gxf4 Dxg4+ 25.Kf1 Dh3+ 26.Kg1 Pf5
Zwart heeft al eeuwig schaak, maar met de witte koning zo slecht verdedigd is het logisch dat hij voor meer kan gaan. 26…exf2+ 27.Dxf2 Td6 was wel zo simpel geweest, de toren gaat naar g6 met winst.
27.d6 Ph4 28.fxe3 Dg3+ 29.Kf1 Pf3
Ook dit is genoeg voor winst.
30.Df2
30.dxc7 Dg1+ 31.Ke2 Dg2 mat
30…Dh3+ 31.Dg2 Dxg2+ 32.Kxg2 Pxe1+ 33.Txe1 Txd6
Tegen veel spelers zou Nepo in dit verloren toreneindspel nog een kans hebben, maar niet tegen Carlsen.
34.Kf3 Td2 35.Tb1 g6 36.b4 axb4 37.Txb4 Ta2 38.Ke4 h5 39.Kd5 Tc2 40.Tb3 h4 41.Kc6 h3 42.Kxc7 h2 43.Tb1 Txc3+ 44.Kxb6 Tb3+ 45.Txb3 h1D 46.a5 De4 47.Ka7 De7+ 48.Ka8 Kg7 49.Tb6 Dc5 Wit gaf op
Partij in viewer:
Voor beginners
Voor gevorderden
Twee weken geleden liet ik wat zien uit een oud schaakboek, getiteld: “Openingsfouten en finesses” uit de serie “Leer goed schaken”. Correspondentieschaker A.C. van der Tak was de schrijver. De serie was populair in de jaren zeventig van de vorige eeuw.
Helaas was er twee weken geleden een diagram afgedrukt, waarop een wit paard op a2 ontbrak. De juiste stelling. Zie diagram 1 voor de juiste stelling. De stelling kwam voor in de partij Benkovitsj tegen Katsjev en werd in 1969 gespeeld in Kazakstan.
Benkovitsj – Katsjev
1. e4 c5 2. Pf3 e6 3. d4 cxd4 4. Pxd4 a6 5. Pc3 b5 6. Ld3 Lb7 7. 0-0 Dc7 8. De2 d6 9. a4 b4 (Siciliaans Modern Paulsen variant. Op 9…bxa4 slaat wit met de toren terug en lijkt minder interessant.) 10. Pa2 Pf6 (Wegens de zwakte van veld b5 komt 10 …a5 ook niet in aanmerking. Op 11. Pxb4 heeft zwart nu 11. …d5 achter de hand.) 11. Lg5 d5 12. e5 Pfd7?
13. Pxe6! Dxe5 (Niet 13. …fxe6 14. Dh5+ en mat. Wit had 13. … Db6 moeten spelen om onmiddellijk verlies tegen te houden. Het leuke mat dat volgt maakt gebruik van de zichzelf pennende zwarte dame.) 14. Pc7 mat. 1-0.
Met dezelfde opening kwam ik nog een korte partij of miniatuur tegen met een prachtige slotcombinatie. Onderstaande partij werd gespeeld in Tsjechië in 1968.
Lechtynsky – Pachman
1.e4 c5 2. Pf3 e6 3. d4 cd4 4. Pxd4 a6 5. Ld3 Lc5 6. Pb3 La7 7. 0-0 Pc6 8. Kh1 Pge7 (Een minder goede zet. Beter is 8. … Pf6.) 9. f4 0-0? (Zwart had de volgende zet van wit moeten voorkomen, daarom 9. … d6.) 10. e5 f6 11. exf6 Txf6 12. P1d2 Pd5? (De derde onnauwkeurigheid. Aangewezen was hier 12. … d5 te spelen. Nu beslist het witte overwicht snel de partij.) 13. Pe4 Tf8 14. f5! h6? (Helpt wit een handje. Wit krijgt gelegenheid de partij met offers te beslissen.) 15. Lxh6! gxh6 16. Dg4+ Kh8 17. Dg6 Le3 (Op 17. … Tf6 komt 18. Pxf6 Dxf6 19. De8+.) 18. f6 Tg8
19. Dxh7+!! (Wit laat ons genieten van de mooie matcombinatie 19. … Kxh7 20. Pg5+ Kh8 21. Pf7 mat.) 1-0
Partij in viewer:
Wat ik niet goed snap: die Karjakin heeft het over “verraad” van Nepo vs Rusland, maar Sergey Karjakin is geboren Oekrainer. Heeft ie zich laten naturaliseren tot Rus ofzo? Waar maakt ie zich anders druk over, wil ie in de Doema?
Ze bestaan echt: schakers die denken dat Steinitz een Tsjech was.
Dat ligt wel iets ingewikkelder dan het geval van Karjakin. Ja, Tsjechië (de naam is verbonden met het Tsjechische woord voor Bohemen) was onderdeel van het Oostenrijks(-Hongaarse) Keizerrijk, maar had als kroonland een aparte status, waarbinnen Duitstaligen weer een aparte status hadden. Steinitz is in Praag geboren. Ook in kringen van schakende historici is het ook weer niet zo buitenissig om Steinitz als een geboren Tsjech te zien.
Steinitz was een Duitstalige Jood.
Karjakin is geen geboren Oekraïner, hij is een geboren sovjetburger en etnische Rus. Oekraïne werd pas in het jaar na zijn geboorte onafhankelijk. Het is me niet bekend of hij als kind ooit geregistreerd is als burger van Oekraïne. Sinds 2009 heeft hij de Russische nationaliteit en is hij inwoner van Moskou.
Hij komt uit de regio Donetsk, net zoals mijn vrouw. Hij moedigde de Russen zo’n zes jaar geleden hartstochtelijk aan bij het wapengekletter. In de familie van mijn vrouw zijn er een aantal uit principe gestopt met Russisch spreken 🙂 … 🙁
Later heeft hij geloof ik ook nog een poos op De Krim gewoond geloof ik.
Zowel de Russische als de Oekraïense Wikipedia geven Simferopol op de Krim als zijn geboorteplaats. Volgens de Russische Wiki heeft hij in zijn jonge jaren ook te Kramatorsk (volgens de Nederlandse Wiki zijn geboorteplaats, lijkt me misinformatie) in de Donjetsk-regio gewoond.
Ja dat hij in Simferopol geboren is, zal wel kloppen. Mijn zwager, een typische sterke Oekraiense thuisschaker, meldde me dat hij ‘uit de Donetsk regio’ kwam, maar het kan best dat hij op De Krim is geboren. Daar is hij regelmatig teruggekeerd. Overigens was Sergei Boebka goed bevriend met mijn schoonvader, ondanks 20 jaar leeftijdsverschil. Kwam ook uit die kennelijk getalenteerde regio!
In de schaakolympiaden 2004, 2006 en 2008 speelde Karjakin voor Oekraïne.
Bij de volkstelling 1989 van de Sovjet-Oekraïne was het Russische bevolkingsaandeel ruim 22, bij de volkstelling 2001 van de onafhankelijke staat ruim 17 procent.
Ja, de MRS zei dat er destijds (ten tijde van de onafhankelijkheid van Oekraine) alleen op de Krim een meerderheid bij Rusland had willen aansluiten.
Persoonlijke geschiedenissen zijn altijd weer iets anders dan politiek. Voor Karjakin (en/of zijn ouders) kan de situatie dat ze ‘wereldburgers’ (Russische sovjetburgers) waren en zich plotseling Oekraïner moesten gaan voelen een tikje problematisch geweest zijn. Zeker als je ziet dat in dat land de situatie voor de gewone burger niet duidelijk beter werd, ook niet in economisch en democratisch opzicht. Bij Karjakin speelde dit alles zich af in zijn ‘formative years’ (hij was 19 toen hij de overstap maakte). Niet zo verwonderlijk dat hij wat heftiger reageert dan ons lief is.
Zoals ook Dubov natuurlijk in een vergelijkbare periode van zijn leven zit, en keuzes maakt. Misschien betere keuzes dan Karjakin, maar wie zijn wij om daar, op een persoonlijk niveau, over te oordelen?
Heel jammer dat die Koude Oorlog sfeer weer wat terugkomt bij het WK schaken. In het verleden was dat vooral gericht tegen Korchnoi, die naar het Westen ‘overliep’. Maar soms kwamen er sancties tegen de eigen Sovjet schakers. Zo werd Petrosian ontheven van het hoofdredacteurschap van het blad 64, omdat hij in 1977 in de verloren kwartfinale van de kandidatenmatches tegen Korchnoi niet genoeg aanvalslust getoond zou hebben.