Krantenrubrieken weekend 14 mei 2022
Wekelijks publiceren we de diverse schaakrubrieken van de weekendkranten. Wij streven naar publicatie op de woensdag of donderdag na het voorgaande weekend.
Hans Ree | Gert Ligterink | Hans Böhm | Dimitri Reinderman | Rini Kuijf | Henk Prins |
Ontembare schaakliefde
In Amsterdam woon ik in de buurt van het St. Ignatiusgymnasium en als ik daar langsliep, keek ik door een raam in een klaslokaal waar schaakborden met stukken stonden en tafels vol schaaktrofeeën. Zouden die bekers allemaal zijn gewonnen door Eline Roebers, die daar op school ging, of had ze schoolgenoten geïnspireerd om zelf ook grote schaakdaden te verrichten?
Vorig jaar stapte ze over van dat gymnasium naar een Topsport Talentschool, waar school en sportcarrière zo goed mogelijk gecombineerd worden. Lang geleden sprak de rector van mijn school de wens uit dat mijn toekomstige studie niet te lijden zou hebben onder teveel schaken. Nu is de zorg van opvoeders vooral dat de studie de sportcarrière niet in de weg mag zitten.
Bij Eline Roebers lijkt die kans klein. Ze is dol op schaken en sinds ze in 2020 het online WK voor meisjes tot veertien jaar won, behaalde ze het ene succes na het andere. Ze won allerlei toernooitjes en op de internationale ratinglijst voor meisjes tot twintig jaar is ze nummer veertien, met de aantekening dat iedereen die hoger staat dan zij een paar jaar ouder is.
Ze scoorde een norm voor de titel van IM bij de vrouwen, maar ze haalde het certificaat niet op, want die titel interesseerde haar niet. Vervolgens scoorde ze twee keer een IM-norm in de grote wereld van mannen en vrouwen.
In de eerste week van mei speelde Eline Roebers, die zestien jaar is, in het Nederlands kampioenschap voor schakers tot en met achttien jaar. Er waren vijftien spelers, dertien jongens en twee meisjes, Eline Roebers en Machteld van Foreest. Die twee stonden na drie ronden samen bovenaan en toen dacht ik even aan de film Gran Torino van Clint Eastwood, waarin een Aziatisch-Amerikaans meisje zegt: „Bij ons gaan de meisjes naar de universiteit en de jongens naar de gevangenis.”
In de vierde ronde versloeg Eline Roebers Machteld van Foreest en ze werd met de score van zes uit zeven Nederlands kampioen bij de U18.
Eline Roebers – Machteld van Foreest, NK U18, Almelo 2022
1. e4 c5 2. Pf3 e6 3. d4 cxd4 4. Pxd4 Pc6 5. Pc3 Pf6 6. Pxc6 bxc6 7. e5 Pd5 8. Pe4 Dc7 9. f4 Db6 10. c4 Lb4+ 11. Ke2 f5 12. Pf2
Met deze variant scoort wit goed, ook na 12…La6 13. Kf3, wat meestal wordt gespeeld.
12…Pe7
Zwart heeft een stuk teveel. Zowel haar paard als haar loper willen naar e7.
13. Pd3 d5 14. Le3 d4 15. Lf2 Pg6 16. h4 h5 17. Da4 Le7 18. Tc1 0-0 19. c5 Dc7 20. g3 Tb8 21. Lg2 Tb5 22. Thd1 a5 23. Kf1 Td8 24. Kg1 La6 25. Lf3
25…Tbb8
Niet goed, maar in haar nood stelt ze een valstrik.
26. Dxc6
Na 26. Lxc6 wint zwart met 26…Lxd3 27. Txd3 Tb4 een stuk.
26…Dxc6 27. Lxc6 Tbc8 28. La4 Lxd3 29. Txd3 Lxc5 30. Kf1
De pionnen die ze met 30. Le1 of 30. Ld1 kon winnen interesseren haar voorlopig niet. Eerst moet de koning naar het beste veld.
30…Pe7 31. Ke2 Kf7 32. Lb3 La7 33. Tcd1 Pc6 34. a3 Tb8 35. T1d2 Pe7 36. La4 Tb7 37. Tb3 Txb3 38. Lxb3 Pc8 39. Kd3 Ke7 40. Tc2
Alles bij wit staat goed en zwart kan geen vin verroeren.
40…Lb6 41. Tc6 Kd7 42. Txe6 Kc7 43. La4 La7 44. Le1 Lb6 45. Tg6 Zwart gaf op.
Partij in viewer:
Joeri Averbach (1922-2022) kende als geen ander het belang van het eindspel
In een Duits tv-programma legde de Tsjech Vlastimil Hort eens uit hoe het leven van de schaakprofessional verloopt: ‘Eerst speelt hij toernooien, daarna wordt hij commentator, arbiter of, als het lot hem slecht gezind is, organisator.’ De Rus Joeri Averbach accepteerde alle functies die Hort noemde en nog vele andere. Vorige week zaterdag overleed ’s werelds oudste grootmeester op 100-jarige leeftijd.
Al tijdens zijn beste jaren werd duidelijk dat Averbach tot meer in staat was dan schaken op hoog niveau. Rond 1955 schreef hij zijn eerste boeken over de eindspeltheorie en begeleidde hij jonge vertegenwoordigers van de Sovjet-Unie bij toernooien in het buitenland. Later assisteerde hij de oud-wereldkampioenen Michael Tal en Tigran Petrosian, redigeerde hij twee vaktijdschriften en werd hij een door de topspelers gewaardeerde arbiter.
In de periode 1950-1960 behoorde Averbach tot de twintig sterkste spelers van de wereld. Zijn grootste succes behaalde hij in 1954, toen hij met anderhalf punt voorsprong op Taimanov en Kortsjnoi het kampioenschap van de Sovjet-Unie won. Maar als hét hoogtepunt van zijn actieve carrière beschouwde hij zijn deelname aan het fameuze, bijna twee maanden durende kandidatentoernooi in Neuhausen/Zürich in 1953. Met een score van 13,5 uit 28 speelde hij een bescheiden rol.
Uit de reacties op zijn dood blijkt hoe belangrijk Averbachs boeken zijn geweest. ‘Dankzij hem begon ik iets van eindspelen te begrijpen en werd ik een sterkere schaker’, schreef een dankbare lezer. Ik sluit me graag bij hem aan. Nooit vergat ik het in samenwerking met Smyslov geschreven boek Theorie der Turmendspiele in te pakken als ik vertrok naar een toernooi.
Ook aan de openingstheorie heeft Averbach een belangrijke bijdrage geleverd. Zijn naam zal eeuwig verbonden blijven aan de door hem ontwikkelde variant van het Konings-Indisch, waarmee de volgende partij uit een landenwedstrijd Argentinië – Sovjet-Unie begint.
Averbach – Panno, Buenos Aires 1954
1.d4 Pf6 2. c4 g6 3. Pc3 Lg7 4. e4 d6 5. Le2 0-0 6. Lg5 c5 7. d5 a6 8. a4 Da5 9. Ld2 e5?
Deze zet is terecht uit de praktijk verdwenen omdat wit nu kan doen wat hij wil op de koningsvleugel. Correct is 9 … e6 of, beter nog, 8 … e6 in plaats van 8 … Da5.
10. g4 Pe8 11. h4 f5 12. h5 f4 13. g5 Tf7 14. Lg4 Dd8
Of 14 … Lxg4 15. Dxg4 Db4 16. hxg6 hxg6 17. Dc8!.
15. Lxc8 Dxc8
Met de ruil van de lopers van de witte velden is alle hoop op tegenspel voor zwart vervlogen.
16. Pf3 Lf8 17. Ke2 Tg7 18. Th4 Pd7 19. hxg6 hxg6 20. Dh1 Le7 21. Th8+ Kf7 22. Dh6 Pf8 23. Th1 Tb8
24. Lxf4!
Dit ‘stukoffer’ kan zwart niet aannemen. Na 24 … exf4 volgt 25. Th4 Pe6 26. dxe6+ Kxe6 27. Txf4 Kd7 28. Pd5.
24 … Dc7 25. Dh2! Pd7 26. Dh3 Pf8 27. Txf8+
Elimineert de enige verdediger van veld e6.
27 … Kxf8 28. De6 Tg8
29. Ph4 Ld8 30. Pxg6+ Kg7 31. Pxe5 Zwart geeft op.
Partij in viewer:
Een historische overwinning/nederlaag
25 jaar geleden, op 11 mei 1997 te New York om precies te zijn, hief wereldkampioen Gary Kasparov de handen ten hemel en legde zijn koning om. Hierdoor won de computer Deep Blue de tweekamp met 3,5-2,5. Een schok ging door de schaakwereld en tot ver daarbuiten. Dat de beste menselijke schaker kon verliezen van een machine was toentertijd in vele kringen ondenkbaar. Inmiddels weten we beter en zijn de beste computers zoveel beter dan de mens dat wij de computers raadplegen in voorbereiding en analyse. En ieder hedendaags telefoonschaakspelletje zou gehakt maken van de IBM-supercomputer Deep Blue uit 1997. Met de kennis van nu kunnen we die historische gebeurtenis beter plaatsen en de gevolgen objectiever evalueren.
Gary Kasparov was veruit de beste schaker van zijn tijd, 1985-2005. In 1996 was dezelfde confrontatie mens-machine geëindigd in een 4-2 overwinning voor Kasparov, dus beide kampen konden zich goed voorbereiden op de revanchematch. De inzet was hoog want de confrontatie werd op melodramatische wijze de media in geslingerd als ‘de strijd van de mensheid’.
IBM nam de uitdaging serieus op, de grote pr-waarde werd onderkend. De kracht van Deep Blue kreeg een enorme impuls. Een speciaal samengesteld team van topschakers en programmeurs werkten het tussenliggende jaar hard door. Toch zou uiteindelijk toeval het pleit beslechten.
Deep Blue – G. Kasparov, partij 6
1.e4 c6 2.d4 d5 3.Pc3 dxe4 4.Pxe4 Pd7 5.Pg5 Pgf6 6.Ld3 e6 7.P1f3 h6?
Kasparov nam hier een bewust risico omdat hij inschatte dat de weerlegging niet in het computerdenken zat. Hij had zich voorbereid met diverse computers en die speelden allemaal Pe4 of Ph3. Groot materiaal offeren voor positionele compensatie deed de computer toen nog niet. Daarin had hij op zich gelijk. Helaas voor hem had het team precies die variant die ochtend in het openingsboek gezet. Ook al was de overwinning op dat moment geflatteerd een paar jaar later zou de computer wel op eigen kracht de weerlegging hebben gevonden.
8.Pxe6! De7 9.0-0 Dxe6 10.Lg6+ Kd8 11.Lf4 b5 12.a4 Lb7 13.Te1 Pd5 14.Lg3 Kc8 15.axb5 cxb5 16.Dd3 Lc6 17.Lf5 exf5 18.Txe7 Lxe7 19.c4
en zwart gaf ontredderd op.
Die kleinst mogelijke overwinning, 3,5 – 2,5, had een grootse impact. Artificiële Intelligentie (a.i.) ging toen nog hoofdzakelijk via brute force, daar zat feitelijk weinig intelligentie bij. De snelheid was tweehonderdmiljoen berekeningen per seconde (acht nullen). Latere ontwikkelingen schroefden de snelheid op tot vijftien nullen per seconde en met deep learning heeft de computer geen mensen meer nodig die feiten (en zetten) invoeren, dat doet de computer zelf wel. De verwachting is dat binnen afzienbare tijd de kwantumcomputer zijn intrede doet, die alle vorige generaties naar musea zal laten afvoeren. Terug naar de mijlpaal in 1997.
De overwinning: die kreeg vooral een symbolische waarde: artificiële intelligentie was menselijke intelligentie aan het inhalen. De zoekmethodes die gebruikt werden om de schaaksport te analyseren (o.a. patroonherkenning) konden natuurlijk gebruikt worden voor meer maatschappelijk relevante zaken. De experts weten wat de computer vermag en heeft geen mijlpalen nodig maar de buitenwereld verandert pas van mening als er iets concreets gebeurt. Tijdens de tweekamp had IBM in vele landen promotionele acties georganiseerd. Ik was betrokken bij symposia, lezingen, simultaans en toernooitjes op het complex van het hoofdkantoor in Amsterdam. Na de overwinning maakte een team met Baby Blue een campagnetocht om achtergrondinformatie te geven en promotie te maken.
De nederlaag: in de media kreeg de schaaksport een devaluatie: dat diepe denken van grootmeesters moest het dus afleggen tegen puur rekenwerk! Redacties bij sportprogramma’s reageerden daar in eerste instantie negatief op. Inmiddels is de situatie genormaliseerd: computers spelen tegen elkaar en de competitie tussen mensen blijft interessant.
Partij in viewer:
Eindelijk is een meisje Nederlands jeugdkampioen
In tegenstelling tot veel andere sporten is er bij schaken geen scheiding tussen de seksen. Er zijn wel aparte toernooien voor vrouwen/meisjes, maar niet voor mannen/jongens. Soms wordt wel gedaan alsof: bijvoorbeeld dat het NK Algemeen als NK Mannen wordt aangeduid. Niet onlogisch, want bijna nooit doet er een vrouw mee. Zo werd vorig jaar het NK uitgebreid naar 24 deelnemers, en nog waren het allemaal mannen. Acht vrouwen speelden in dezelfde zaal in hun eigen NK.
Bij de NK’s jeugd voor de verschillende leeftijden komt het vaker voor dat er een meisje meedoet. In de C-categorie (t/m 14 jaar) is het zelfs twee keer een meisje gelukt om kampioen te worden: Machteld van Foreest in 2018 en Donna Schut in 2006. De laatste deed dat in een veld met vijf toekomstige grootmeesters! Helaas is ze gestopt met schaken, tegenwoordig heeft ze een goede baan bij Google (haar jongere zus Lisa Schut, Nederlands dameskampioen in 2013, schaakt nog wel af en toe.) Bij de oudste jeugd (A-categorie, vroeger t/m 20, nu t/m 18 jaar) was nog nooit een meisje kampioen geworden, maar daar is verandering in gekomen. De trouwe lezer van deze rubriek zal het niet verbazen door wie: Eline Roebers maakte vorige week bij het NK jeugd in Almelo haar favorietenrol waar door met 6 uit 7 te winnen. En dat op 15-jarige leeftijd! Afgezien van de vroeg gestopte Marcel Beulen zijn het vooral grote schakers die in het verleden zo jong jeugdkampioen werden: Jan Timman, Jeroen Piket en Loek van Wely. Eline zal niet vroeg stoppen met schaken dus dat belooft veel…
De eerder genoemde Machteld van Foreest was een ook een kandidaat voor de titel en nam na drie ronden ongedeeld de leiding. In de vierde ronde stopte de latere kampioen haar door te profiteren van een fout in de opening.
Roebers – Van Foreest
1.e4 c5 2.Pf3 e6 3.d4 cxd4 4.Pxd4 Pc6 5.Pc3 Pf6 6.Pxc6 bxc6 7.e5 Pd5 8.Pe4 Dc7 9.f4 Db6 10.c4 Lb4+ 11.Ke2 f5 12.Pf2 Pe7?
Een bekende vergissing. Correct is 12…La6 13.Kf3 Pe7 zodat 14.Pd3 faalt op 14…Lxc4.
13.Pd3! d5 14.Le3 d4 15.Lf2
Nu wordt zwart langzaam ingesnoerd.
15…Pg6 16.h4 h5 17.Da4 Le7 18.Tc1 0–0 19.c5 Dc7 20.g3 Tb8 21.Lg2
Zwart heeft zwakke pionnen op o.a. c6, d4 en h5 en zal die niet allemaal kunnen verdedigen. Wit heeft geen haast en versterkt rustig haar stelling.
21…Tb5 22.Thd1 a5 23.Kf1 Td8 24.Kg1 La6 25.Lf3 Tbb8
Anders pakt wit gewoon op h5 (wat nu overigens ook zou kunnen.)
26.Dxc6 Dxc6 27.Lxc6 Tbc8 28.La4 Lxd3 29.Txd3 Lxc5
Zwart heeft pionverlies nog voorkomen, maar blijft met zwaktes zitten. Weer versterkt wit rustig haar stelling.
30.Kf1 Pe7 31.Ke2 Kf7 32.Lb3 La7 33.Tcd1 Pc6 34.a3 Tb8 35.T1d2 Pe7 36.La4 Tb7 37.Tb3 Txb3 38.Lxb3 Pc8 39.Kd3 Ke7 40.Tc2 Lb6
Nu is het oogsttijd.
41.Tc6 Kd7 42.Txe6 Kc7 43.La4 La7 44.Le1 Lb6 45.Tg6 Zwart gaf op.
Partij in viewer:
Voor beginners
Voor gevorderden
In het schaakspel is de rokade een bijzondere zet. Bijzonder is het niet als deze trouwe ontwikkelingszet in het begin van de partij wordt gespeeld, maar wel als in een partij onverwachts wordt gerokeerd, en de tegenstander daar niet mee gerekend heeft. Ook in schaakproblemen is de rokade vaak een verrassing. Maar ook in de eindspelstudie komt de rokade voor. Zie de eindspelstudie van de in Amsterdam wonende Israëlische grootmeester in compositieschaak Afek. De opgave is wit begint en wint.
(Zo op het eerste gezicht kan wit eenvoudig een loper winnen: 1. Th8? c2 2.Txf8+ Kb7 3.La6+ Kxa6 4.Tc8 Pc5 5.Kd2. De partij kan er echter niet meer gewonnen worden, want nu speelt zwart 5. …Pb4 6. Txc5 bxc5 7.d7 Pc6 8.Pe6 Ka5 9.Pxc5 Pd8 10.Kxc2 Kb4 en de stelling is remise. Wit moet het anders aanpakken. )
1.d7 Kc7 2. Pe6+ Kxd7 3. Pxf8+ Ke8
(Nu lijkt wit in de problemen te zijn. De zwarte pion dreigt naar c2 te gaan, 4. Lc4? kan daarom wit niet spelen. Ook 4. Ld3? is het niet want dan heeft zwart 4. …Pb4! 5. Kd1 Kxf8.)
4. Lb5+ Kxf8 5. Lc4!
(Nu kan deze wending wel.)
5. … c2 6. 0-0+!
(De verrassing. Op de vijfde zet was rokeren overigens te vroeg: 5.0-0+? Ke7 6.Lc4 want zwart heeft een venijnige vork: 6…Pd2 7.Te1+ Kd6 en alles is weer gedekt. De bedoeling van de rokade van wit is om met tempowinst veld c1 te bezitten.)
6… Pf4!
(Een leuk zetje. Het nemen van het paard kost wit tempozetten. Na 7.Txf4+? Ke7 8. Tf1 c1D 9.Txc1 Pxc1 10.Kf2 Kd6 11.Ke3 Kc5 is het remise.)
7. Lxb3! c1D 8. Txc1 Pe2+ 9. Kf2 Pxc1 10. Lc4
(De insluiting van het paard.)
10… Ke7 11. Ke3 Kd6 12. Kd4 Kc6 13. Lb5+ Kd6 14. Kc3
(Nu kan het zwarte paard niet meer naar b3.)
14… Pa2+ 15. Kb3 Pc1+ 16. Kb2 en wit wint.
De studie leverde enkele jaren geleden een tweede prijs op in het herdenkingstoernooi van twee bekende probleemcomponisten Lev Loshinky (1913-1976) en Evgeny Umnov (1913-1989).
Tweezet
Tweezet 990 van grootmeester in compositieschaak wijlen Jaap Haring kan opgelost worden voor geïnteresseerden. Over twee weken zal de bespreking volgen.
Theorie der Turmenspiele is van Smyslow en Löwenfisch.
Turmendspiele
Smyslov was zelf van mening dat Theorie der Turmendspiele / Rook Endings niet van Smyslov en Löwenfisch was, maar van Löwenfisch en Smyslov.
Het origineel is van Löwenfisch en Smyslow is de bewerker.
Als ik het me goed herinner werd er, zo rond 1980, toen ik deelnam aan het NJK tot 20 jaar, nogal puberaal gegniffeld over de waarschijnlijkheid dat ooit een meisje nederlands jeugdkampioen zou worden. “in geen halve eeuw”, of woorden van die strekking. Maar, al kort nadien verschenen de gezusters Polgar op het schaakpodium. En dan nu het jeugdkampioenschap van Eline Roebers. Een prachtig moment dus. Tempora mutantur, et nos in illis (google maar).