Ethiek
Jaren geleden zei een vriend tegen me dat verminderd zicht op wat echt en wat onecht is de grootste bedreiging voor de samenleving vormt. Meer dan ooit moet ik hem gelijk geven. Valsspelen is van alle tijden, maar het wordt door nieuwe technologieën in rap tempo geavanceerder en ontmaskering steeds moeilijker.
Dat bedreigt de samenleving als geheel, maar zeker ook een kleine wereld als de schaakwereld.
De integriteit van de bronnen van informatie is belangrijker geworden om te bepalen wie of wat je gelooft. In de kwestie Carlsen versus Niemann geef ik zonder meer het voordeel van de twijfel aan Carlsen. Hij heeft zich kwetsbaar gemaakt om het onechte aan de kaak te stellen en Niemann is een voorbeeld van het onechte en onware geweest. Of hij dat nu ook nog steeds is, doet eigenlijk niet meer ter zake.
Valsspelen is een probleem en Niemann is hoe dan ook onderdeel van dat probleem.
Fischer beschuldigde Spassky al in 1972 en liet zijn stoel onderzoeken. Korchnoi beschuldigde Karpov van informatie ontvangen via bekertjes yoghurt, Topalov is beschuldigd door Kramniks manager, Kramnik vervolgens (Toiletgate) ook weer beschuldigd door Topalovs team. Het is al heel lang aan de gang.
Correctie: in 1972 liet juist Spassky’s team alles in de speelzaal, waaronder de stoelen van de spelers, onderzoeken.
Bron: Donner, Dagboek van een tweekamp, de match Spassky-Fischer, blz 146.