Recensie: The Ink War
De ondertitel “Romanticism versus Modernity in Chess” geeft al goed weer wat het onderwerp van dit boek is. Willy Hendriks plaatste in zijn mooie boek “On the Origin of Good Moves” al eerder kanttekeningen bij de heersende ideeën over de schaakgeschiedenis. Dit is in zekere zin een vervolg, maar dan veel uitgebreider en met Johannes Zukertort als een van de belangrijkste hoofdpersonen. De andere is natuurlijk: Wilhelm Steinitz.
Het clichématige beeld is zo’n beetje dat de oude meesters er flink op los offerden en dat het een erezaak was om die offers ook aan te nemen. Het heeft een aantal prachtige partijen opgeleverd. Maar dat ziet men wel eens over het hoofd: ook tal van dramatisch slechte partijen.
Maar dat kun je deze oude meesters ook nauwelijks kwalijk nemen. Want ik vermoed dat ik als doodgewone clubschaker al meer tactische stellingen heb opgelost dan de gemiddelde topper uit de 19e eeuw. Willy maakt dat ook glashelder in zijn boek: schaken stond destijds in de kinderschoenen. Veel, ook patronen en ideeën die voor ons gesneden koek zijn, moest men nog ontdekken of is het uitvinden? Waarschijnlijk waren de wereldtoppers van die periode niet sterker dan een hedendaagse IM.
Willy schetst een helder beeld van de ontwikkelingen in die periode. Men zag schaken eigenlijk niet als een sport. Laat staan dat men veel op had met ‘broodschakers’. Die waren bepaald niet talrijk en daarover oordeelde men ook nogal schamper. Plaats dan de heren Steinitz en Zukertort op het toneel. Beiden kwamen af op het bloeiende schaakleven van Londen. Ze probeerden de kost te verdienen met ons mooie spel. Ze deden dat onder andere via blindseances, spelen om geld in koffiehuizen, af en toe een toernooi en publicaties. Maar dat ging allemaal niet van een leiden dakje…
Tegenstelling tussen Steinitz en Zukertort
Hoewel er weinig bekend is het persoonlijke leven van Steinitz, is er wel veel bekend over zijn houding tegenover andere schakers. Het was zoals ik het lees een tamelijk vervelend en wraakzuchtig heerschap dat ten koste van alles gelijk wilde hebben. Hij viel zelfs over de kleinste dingen die in zijn ogen mis waren. Overigens wil ik hem niet al te hard af vallen. Want het bestaan als beroepsschaker viel destijds bepaald niet mee. Het werkte deze profileringsdwang min of meer in de hand. Zukertort was een ander type. Ook hij had het nodig om zichzelf extra te profileren, maar het beeld ontstaat van een aimabele opschepper die geleidelijk aan steeds beter leerde schaken. En toen ontstond het gevecht om wie de beste schaker was: Steinitz of Zukertort?
Uitvinder van het moderne schaak?
Steinitz klopte zichzelf uitgebreid op de borst en vond niet alleen dat hij de beste schaker van zijn tijd was, maar dat hij ook de wetenschappelijke methode had geïntroduceerd. Daar kunnen we wel wat vraagtekens bij zetten. Want niet alleen de schaaktheorie stond aan het begin van een lange ontwikkeling, maar ook de kunst van het analyseren. Het is ook op dat punt dat de ‘oorlog’ tussen beide heren tot ontbranding (of moet ik zeggen ‘ontploffing’?) komt. Want aanvankelijk konden beide heren nog wel door één deur. Speelden ze zelfs gezamenlijk consultatiepartijen. Maar dat was definitief afgelopen toen Steinitz commentaar begon te leveren op de partijen van Zukertort. De ene reactie lokte de andere uit. De inktoorlog was een feit.
Steinitz ‘wetenschappelijke’ methode
U moet sommige van Steinitz’ theorieën met een korreltje zout nemen. Zo was hij van mening dat de koning best voor zichzelf kon zorgen en dat het geen bezwaar was om die in het midden te laten staan. Een voorbeeld hiervan is het Steinitz gambiet.
Men kan deze openingsopzet eufemistisch als ‘enigszins dubieus’ wegzetten. Maar Steinitz was een andere mening toegedaan. U vindt wel meer van dergelijke voorbeelden in het boek. Steinitz probeert het patent te verwerven op zijn wetenschappelijke/moderne school en heeft de neiging om Zukertort weg te zetten als een traditionele aanvalsschaker. Maar daarmee doet hij Zukertort bepaald geen recht. Want Zukertort was geen blinde aanvalsschaker, maar introduceerde juist ook moderne ideeën. Zukertort ging in plaats van open spelen en de koning aanvallen, ook gesloten openingen spelen. Daarbij richtte hij zijn aandacht ook op de damevleugel. Kortom, Zukertort behoorde tot de top in zijn tijd. Maar zijn gezondheid speelde hem flink parten. Ook was hij een speler die relatief makkelijk blunderde. De volgende stelling ontstond na de 20e zet van wit en is afkomstig van zijn match met Blackburne (1881)
Zukertort speelde hier het afzichtelijke 20. … Lb5?? Ik hoef u niet te vertellen waarom zwart het opgaf nadat wit 21. Lxb5 speelde. Willy geeft meer van dit soort voorbeelden en ook hele mooie staaltjes schaken. Want dat konden de heren natuurlijk ook. Denk daarbij bijvoorbeeld aan de parel van Londen. Willy besteedt er een heel hoofdstuk aan en terecht. Ik geef hier de partij zonder commentaar.
Het is logisch dat Willy uitgebreid op deze en talloze andere partijen ingaat. Dat commentaar is hem natuurlijk prima toevertrouwd. Toch heb ik daarover wel een opmerking. De auteur heeft er voor gekozen om soms bepaalde (reeksen van) zetten niet van commentaar te voorzien. Dat is natuurlijk prima, want je hoeft niet overal commentaar op te leveren. Maar daardoor kan de inruk ontstaan dat hij bepaalde zetten niet gezien zou hebben. Dat kan verkeerd overkomen. In zijn verantwoording aan het einde van het boek gaat hij hier op in. Naar mijn smaak was het beter geweest om deze verantwoording aan het begin van het boek te plaatsen?
Toch geen wereldkampioen
Zukertort kon met recht zeggen dat hij, nadat hij een aantal matches en toernooien won de beste speler van de wereld was. Maar zijn fragiele gezondheid speelde hem parten en is een van de belangrijkste redenen waarom hij zijn match om de wereldtitel tegen Steinitz verloor en laatstgenoemde met de eer ging strijken. Lasker schreef hem de geschiedenis in als de uitvinder van het moderne schaak. Ik kan er alleen maar naar gissen. Maar wellicht heeft het er ook mee te maken dat Lasker zijn wereldtitel op Steinitz veroverde en dan is het natuurlijk wel sluw om je voorganger de hemel in te prijzen. Dat straalt dan ook weer op hemzelf af. Daarbij komt Zukertort er ten onrechte een beetje bekaaid van af en krijgt de dwarse Steinitz te veel eer. Daarmee heb ik natuurlijk lang niet alles gezegd over dit boeiende en goed geschreven boek. Het boek is een onderhoudend relaas van het schaakleven en schaakniveau in de 19e eeuw en hoe het was om indertijd als professioneel schaker het hoofd boven water te moeten houden.
Opbouw van het boek
Het boek telt maar liefst 27 hoofdstukken met natuurlijk heel veel schaakpartijen en fragmenten. Op die manier krijgt de lezer een prima indruk van de kracht en de zwakke plekken van de negentiende-eeuwse schakers. Men heeft er voor gekozen om de lezer zelf ook aan het denken te zetten door een aantal hoofdstukken in te leiden met stellingen. Die variëren van relatief gemakkelijk tot best wel lastig. Kortom, een echte aanrader voor elke schaakliefhebber.
Gegevens
- Titel: The Ink War
- Uitgever: New In Chess
- Auteur: Willy Hendriks
- Aantal bladzijden: 468
- Gepubliceerd: 2022
- Prijs: hardcover € 39,95 / paperback € 32,95
- eBook € 24,95
- Sample pages…
Steinitz had een hard en zeer moeizaam leven. Ook door zijn lichamelijke problemen. Veel daarvan is beschreven in twee dikke boeken door zijn verre achterneef Kurt Landsberger. Ik heb in het algemeen meer sympathie voor mensen die zich omhoog moeten vechten dan voor mensen die voor zichzelf allerlei academische titels en verdiensten verzinnen, zoals Zukertort dat deed.
Het Steinitz-gambiet wordt hier in 4 ,5 zet afgedaan. De HONDERD procent die Steinitz er in 1872 en 1886 mee scoorde tegen Zukertort wordt niet vermeld. Vooral de partij uit 1886 is ontluisterend om te zien. Zukertort, toch al geknakt aan het einde van de match, wordt vernietigend verslagen in 19 zetten. Hij had ook met goed fatsoen al na Wits 13e zet op kunnen geven (+ 2,7 volgens Stoxkfish 5.1, 37 ply.)
Het gambiet zou je kunnen zien als de Bongcloud ( e4 e5 Ke2) van nu, die door Carlsen en Nakamura is gespeeld.
Het Steinitz gambiet zelf wordt recentelijk nog regelmatig gespeeld door Mamedyarov.
“Dubieus” zou ik voor deze opening niet gebruiken. “Provocatief” lijkt me de lading meer dekken.