De groene slang
Er zijn mensen die in hun eigen verhaal leven. Ed Voortmeijer was zo iemand. Ed was journalist van Het Vrije Volk en het Rotterdams Dagblad. Van amateurvoetbal wist hij alles en daar schreef hij over. Geliefd was hij, op de amateurvelden en in de bestuurskamers.
Over zichzelf liet hij in een interview een paar maanden voor zijn dood weten dat hij in zijn jonge jaren een begenadigd schaker was. Dat viel wel mee, maar een sterk clubschaker was hij zeker. Ed hield van verhalen, maar een korreltje zout moest je wel bij de hand hebben.
Ik zie hem, ergens in de jaren zeventig, nog lopen over de Coolsingel, bepakt en bezakt met spijkerbroeken en andere dingen. Toen ik hem vroeg wat hij daarmee moest, zei hij dat de vrouwen in Rusland daar wild van werden. Hij, niet moeders mooiste, ging daar regelmatig heen.
Uiteindelijk trouwde hij met Russische Olga, Olga Rabinowitsch. Twee zonen kwamen daar uit voort. Zoon Alex kreeg een profcontact bij Feijenoord. Als keeper. Apetrots was hij daarop.
Als Michail Tal in Nederland was, bezocht hij Ed en Olga. Ed klaagde dat na zo’n bezoek en het onvermijdelijke drinkgelag zijn hele drankvoorraad er doorheen was gegaan. Het moet onder meer jonge jenever geweest zijn, want daar spuugde Ed bepaald niet in. De kleine glaasjes zoals hij dat omschreef.