Krantenrubrieken weekends 20 en 27 juli 2024
Wekelijks publiceren we de schaakrubrieken van Dimitri Reinderman voor HDC Media, Henk Prins voor het Reformatorisch Dagblad, Nick Maatman voor Dagblad van het Noorden / Leeuwarder Courant en Hans Ree in de Groene Amsterdammer.
Dimitri Reinderman | Henk Prins | Nick Maatman | Hans Ree
20 juli: Maaike Keetman wint NK vrouwen
Het NK Algemeen heeft in Max Warmerdam de verwachte winnaar gekregen. In de finale versloeg hij vrij probleemloos Sergey Tiviakov met 1.5-0.5. Zelf werd ik na wat gemiste kansen in de kwartfinale uitgeschakeld, maar ik werd wel blij van het resultaat bij het NK Vrouwen. Daar werd namelijk mijn Waagtoren-teamgenote en oud-pupil Maaike Keetman de winnaar. Ze versloeg in de finale Anne Kuipers-Haast met 2-0.
Je zou kunnen zeggen dat dit een lang aangekondigde titel was, want in 2015 werd Keetman gedeeld tweede bij het EK meisjes t/m 16 jaar en in 2017 al derde bij het NK vrouwen. Sindsdien is de nu 25-jarige Heiloose echter blijven hangen met haar rating. Wellicht mede omdat ze al een aantal jaren bij Chessable werkt, tegenwoordig als manager. Ze is trouwens niet de enige in haar gezin met een schaakbaan: zo werkt zus Sandra bij New In Chess, waar ze o.a. verantwoordelijk was voor de opmaak van mijn quizpuzzelboek. De Keetmannen zijn sowieso erg van de spellen en denksporten: vader Stef is een goede dammer en zoon Dennis is Nederlands kampioen Sudoku. Moeder Delia won in 2005 het eerste NK Sudoku en werd vorig 10e op het WK legpuzzels solo en 30e als paar met Sandra.
In de finale won Maaike de eerste partij dankzij een goede toreneindspeltechniek. Daarna moest ze dus de tweede partij niet verliezen, maar met zenuwen en zo kan dat nog best lastig zijn. Ik gaf haar daarom wat psychologische tips. Wellicht hielpen die, want de tweede partij won ze ook overtuigend. Haar reactie nadat ze kampioen was geworden: “Je had gelijk, veel verandert er niet aan je leven! Ik ben even onhandig als altijd en was in eerste instantie de trofee vergeten mee te nemen naar huis 🙂 Maar leuk is het toch wel! “
Anne Kuipers-Haast – Maaike Keetman
1.e4 e6 2.d4 d5 3.Pc3
Maaike speelde voor het eerst de Rubinsteinvariant, een solide remisewapen in plaats van haar normale 3…Lb4.
3…dxe4 4.Pxe4 Pd7 5.Pf3 Pgf6 6.Pxf6+ Pxf6 7.Ld3 c5 8.Le3 Dc7 9.De2 a6 10.h4!? Pd5 11.Pg5?! h6 12.Pxf7?
Gaat meteen all in. Geen goed idee: niet alleen is het objectief slecht, maar de zwarte spelling speelt ook niet al te moeilijk.
12…Dxf7 13.h5 Pf4!?
Stukken ruilen is goed als je voor staat.
14.Lxf4 Dxf4 15.Th3 Ld7 16.Lg6+ Kd8 17.Tf3 Dg5 18.dxc5
Hier geeft de computer 18.Tg3 Df4 19.Tf3 maar zetherhaling heeft wit niets aan.
18…Kc7 19.b4 Td8 20.g3 Lb5 21.Dxe6?
Maaike was 21.c4 Lxc4 22.Tf7+ Kb8 23.Dxc4 De5+ 24.Le4 Dxa1+ 25.Ke2 Dd1+ 26.Ke3 aan het berekenen en dacht dat dat nog een beetje spannend is, maar zwart heeft gewoon 26…Td7. En toen was de partij opeens voorbij wegens 21…Dd2 mat.
Partij in viewer:
27 juli: Verrassende winnaar SPAchess na spannende ontknoping
Het eerste van de drie grote zomertoernooien in Nederland, het Scienceparktoernooi aka SPAchess, was maar matig bezet. In de sporthal van de Universiteit van Amsterdam speelden weliswaar bijna vierhonderd spelers in verschillende groepen, maar grootmeesters waren er niet bij. Wel vier internationale meesters: van dit viertal deed alleen Manuel Bosboom om de prijzen mee. En zo kon de 12-jarige Noah Ritzerveld uit Wassenaar de ster van het toernooi worden. Bijna! Hij won zijn eerste zeven partijen en stond toen anderhalf punt voor. Hij won het toernooi echter niet. Heel sneu, vooral de manier waarop het ging. De Nederlands kampioen t/m 12 jaar, die al eens een grootmeester verslagen heeft, verloor in de achtste ronde maar stond toen nog steeds ongedeeld bovenaan. En toen gebeurde er dit.
Manuel Bosboom – Noah Ritzerveld
1.Pf3 d5 2.g3 Pf6 3.Lg2 c6 4.d3 Lg4 5.Pbd2 Pbd7 6.h3 Lh5 7.e4 e5 8.0–0 dxe4 9.dxe4 Lc5 10.De1 0–0 11.a4 Te8 12.Pc4 Dc7 13.Ph4 Pb6 14.Pe3 Tad8 15.b3 Pfd7 16.a5 Pc8 17.Lb2 f6 18.b4 Lf8 19.c4 Pb8 20.Lc3 Td3 21.Dc1 Ted8 22.Te1 Lf7 23.Lf1 T3d7 24.Phf5 Pd6 25.Pxd6 Lxd6 26.h4 Le6 27.Dc2 Lf8 28.Le2 Dc8 29.Db2 Pa6 30.h5 Pc7 31.Kg2 Pe8 32.Dc2 Tc7 33.Th1 Pd6 34.Tad1 Pf7 35.Txd8 Dxd8 36.c5 Td7 37.Ta1 a6 38.Pc4 Dc7 39.Ld2 Td8 40.Le3 h6 41.Td1 Le7 42.Txd8+ Dxd8 43.Pd2?! Kf8 44.Pf3 Pg5 45.Lxg5 hxg5 46.Lc4 Lg4! 47.La2 Lxh5 48.Dc4 Ke8 49.Dg8+ Lf8 50.g4 Lg6
Wit heeft de hele partij beter gestaan maar niet doortastend genoeg gespeeld en is zijn voordeel nu kwijt. Hij doet nog een ultieme poging om alsnog te winnen, die met veel geluk slaagt.
51.Pxe5!? Lxe4+ 52.f3 Ld5 53.Lxd5 Dxd5 54.Dxd5 cxd5 55.Pg6
Nu zou na 55…Le7! 56.Pxe7 Kxe7 het pionneneindspel voor zwart gewonnen zijn. Als wit niet ruilt kan het witte paard nergens heen. Maar kan zwart niet op een andere manier een pionneneindspel forceren?
55…Kf7?? 56.Pxf8 Kxf8 57.b5!
Het grote verschil. De zwarte koning staat een veld verder weg en via een doorbraak forceert wit promotie.
57…Ke7 58.c6 Kd6 59.cxb7 Kc7 60.bxa6 g6 61.Kf2 f5 62.Ke3 Zwart gaf op.
En wie won dan wel? Op het bord ernaast waren Sjoerd van Roon en Esper van Baar nog bezig. Van Roon kon eeuwig schaak geven, maar zou gedeeld eerste zijn bij winst en deed daarom net als Bosboom een ultieme winstpoging. Deze werd echter wel afgestraft en zo won de 24-jarige Van Baar, speler van het tweede team van Kennemer Combinatie, met 7.5 uit 9 het toernooi na met 1.5 uit 3 gestart te zijn. Voor Ritzerveld resteerde de gedeelde tweede plek met Bosboom. Maar er komen vast nog meer kansen voor hem.
Partij in viewer:
19 juli:
Probleem 5 van de winterpuzzel is ook weer een moeilijke driezet. Al gauw valt op dat de zwarte pion van d2 kan promoveren en wit het dus lastig kan maken. Dit feit is een deel van de thematiek van de driezet. Het thema wat de componist toont is namelijk de zogenaamde de Holst-promotie. De uitvinder V. Holst maakte in 1866 een driezet met dit thema. Zie diagram. Wit gaat zijn koning spelen om met 2. Pg1+ en 3. Df4 mat te spelen. Na de verleiding 1. Kc3? dreigt er direct 2. Pg1 mat. Maar zwart promoveert dan tot dame met schaak op a1 en wit lukt het niet op de derde zet mat te geven. 1. Kb3! lukt wel, er dreigt 2. Pg1+ Kd2 3. Df4 mat. Zwart speelt nu 1. … a1P+. Zwart promoveert tot een stuk waar hij de volgende zet spijt van krijgt. Wit speelt namelijk 2. Kc3 en nu had graag zwart nog 2. … a1D+ tot zijn beschikking gehad, maar helaas tegen 3. Pg1 mat is geen kruit meer gewassen. De definitie van de Holst-promotie: wit verhindert een zwarte pion tot een bepaald stuk te promoveren door hem te dwingen tot een ander stuk te promoveren.
Nu naar probleem 5. De eerste verleiding is 1. Kb3? Wit dreigt met 2. Lxc2 direct mat. Zwart weerlegt met 1. … d1D/L! Een andere verleiding is 1. d5?. Wit dreigt met 2. Dc3+ Kxe4 3. Lxc2 mat, of 2. … dxc6 3. Dd5 mat. Zwart weerlegt nu met 1. … d1P! De twee soorten promotie die we uit het probleem bij van Holst zagen, zien we hier ook terug. De sleutelzet is 1. f3! Wit dreigt nu met 2. Pef2+ Kc3 en 3. d5 mat. Zwart kan de dreiging tegenhouden met de promotiezetten. Op 1. … d1D volgt 2. d5, dreigt 3. Dc3 mat. En nu ontdekt zwart dat hij niet meer tot paard kan promoveren. Na 2. … Dd2 of 2. … Lf2 is 3. Pef2 mat. De andere promotie is 1. … d1P. Dan volgt 2. Kb3, waarna er 3. Lxc2 mat dreigt. Zwart komt er nu achter dat hij niet meer tot dame kan promoveren om de dreiging te pareren. Na 2. … Pe3 is 3. Pgf2 mat.
De witte zetten Kb3/d5 zien we als verleidingssleutelzetten en in de oplossing als tweede zetten terug na de twee promotiezetten. De weerleggingen van de verleidingen zijn juist die twee promotiezetten, al moet wel opgemerkt worden dat de matzetten verwisseld zijn. Deze thematiek komt uit de familie van de schemaproblemen en heet het Bannij-thema, genoemd naar de Russische componist D.N. Bannij.
Zomerschaakpuzzel
In RD magazine van 29 juni, het zomerpuzzelblad, is ook weer een schaakpuzzel geplaatst met het bekende recept. Vergeet dit blad niet mee te nemen in uw koffer voor de vakantie. De oplossing van deze schaakpuzzel kan tot 1 september a.s. ingezonden worden.
26 juli:
Het laatste probleem, driezet van de Franse componist Alex Casa, nummer 6 van de serie, is een logisch te beredeneren vraagstuk. Om het probleem op te lossen beginnen we met het creëren van dreigingen. Als wit 1. c5? speelt dan dreigt hij direct mat met 2. Pc4. Wit dreigt op het veld dat wit verlaat. Zwart weerlegt dit met 1. … Tg4! Een volgend probeersel is 1. Lxc6? Weer dreigt wit mat te geven op het veld wat werd verlaten: 2. Tb5 mat. Nu weerlegt zwart met 1. … Tb5! De zwarte toren speelt een zetje minder ver dan in de vorig verleiding. De derde verleiding is 1. Pb4 of 1. Pd4? Wit dreigt dan 2. Pxf6 mat. Nu weerlegt zwart met de zwarte toren, maar dan met nog een veldje eerder: 1. … Tb6!
De moeilijk te vinden sleutelzet is tenslotte 1. Tb1! Wit dreigt nu 2. Txc1 en 3. Pb3 mat. Op de tweede zet in de dreiging kan zwart nog iets doen tegen de dreiging 3. Pb3, namelijk 2. … Tg3. Maar ja, dan interfereert zwarts toren de loper op h2 en zet wit mat met 3. Lxc7 mat. Zwart moet er dus voor zorgen in zijn varianten dat hij niet de loper op b3 interfereert op zijn tweede zet. Dat betekent dat hij tegen de dreiging de toren op de zevende lijn moet spelen. We beginnen daarom de toren naar f7 te spelen. Op 1. … Tf7 komt 2. c5, de eerste verleidingssleutel, er dreigt 3. Pc4 mat. Zwart kan nog spelen 1. … Tf4, maar ja dan interfereert hij zijn loper op h2 en is het mat met 3. Lxc7. Ook heeft zwart nog 2. … cxb5 tegen de dreiging, maar dan komt er 3. Txb5 mat. Het idee van de interferentie van de loper door de toren op zijn tweede zet komt ook naar voren in de volgende varianten van de toren.
Op 1. … Te7 speelt wit 2. Lxc6, de tweede verleidingssleutel, met als dreiging 3. Tb5 mat. Zwart kan spelen 2. …. Te5 en door de thematische interferentie van de zwarte loper is 3. Lxc7 mat. Ook is hier speelbaar 2. … Pxa2 en 2. Pb3 waarop wit mat geeft met 3. Pb3. De derde zet op de zevende lijn van de zwarte toren is 1. … Txd7. Wit zet dan voort met 2. Pb4, de derde verleidingssleutel. Er dreigt 3. Pxc6 mat. Zwart kan nog spelen 2. … Td6, maar dan is de interferentie van zijn loper hem voor de vierde keer fataal, er volgt dus 3. Lxc7 mat.
Als de oplosser denkt dat dit alles is van het probleem dan vergist hij zich. De zwarte loper kan namelijk ook wat doen tegen de dreiging. Door over het veld g3 te spelen is de zet 2. … Tg3 een weerlegging van de dreiging. Wit kan dan geen gebruik maken van de interferentie. Het veld g3 wordt in de probleemwereld daarom een kritisch veld genoemd. Als variant tegen de dreiging is dus mogelijk 1. … Lf4, Wit speelt dan weer de eerste verleidingssleutel 2. c5 met als dreiging 3. Pc4 mat. Zwart heeft nu niet de mogelijkheid effectvol te pareren met 2. … Tg4 tegen deze laatste dreiging. Dit idee is vergelijkbaar met de eerdere varianten maar nu is sprake van een indirecte interferentie van de zwarte toren door zijn loper. Zwart heeft een nieuwe variant 2. … Lxc2 waarna 3. Lxc7 mat is. De tweede variant met de zwarte loper geeft hetzelfde thema. 1. … Le5 2. Lxc6, de tweede verleidingssleutel, Er dreigt 3. Tb5 mat. Op 2. … Lxb2 komt 3, Lxc7 mat en op 2. Pxa2 en 2. Pb3 is 3. Pb3 mat. De laatste variant is 1. … Ld6 waarna wit met 2. Pd4/Pb4, de derde verleidingssleuitel, zijn doel bereikt. De zwarte toren kan niet met effect naar b6 en is 3. Pxc6 mat niet te verhinderen. Een laatste variantje is nog 1. … Lg1 dan gaat wit mat geven via 2. c5. Componist Casa laat ons genieten van een prachtig schouwspel.
20 juli: Warmerdam Nederlands kampioen
Afgelopen weekend heeft Max Warmerdam (24) voor de tweede keer het Nederlands kampioenschap gewonnen. Hij deed dit door in de finale af te rekenen met Sergei Tiviakov. Zijn prestaties op het NK hebben ook gevolgen voor de wereldranglijst. Hij is inmiddels gestegen naar 57e plaats, waardoor hij voor het eerst in zijn carrière de beste Nederlander is achter Anish Giri.
Warmerdam maakte met name bijzonder veel indruk in zijn witpartijen. Door zijn brede openingsrepertoire kan hij de opening speciaal afstemmen op de tegenstander, waarbij de opponent geen idee heeft wat hem te wachten staat. Hij kwam in geen enkele partij serieus in de problemen en won al zijn matches zonder een tiebreak te hoeven spelen.
Ook de prestatie van de Groninger Sergei Tiviakov was indrukwekkend. In de kwartfinale slaagde hij er zomaar in om Erwin L’ami uit te schakelen na een werkelijk zinderende tiebreak. Tweemaal kwam hij terug van een achterstand. Ook tegen Sokolov won Tiviakov na een snelschaakmatch. Je zou bijna denken dat hij stiekem op het internet heeft geoefend.
Het dameskampioenschap werd gewonnen door Maaike Keetman (25), die daarmee haar eerste titel in de wacht sleept. In de finale won ze overtuigend met 2-0 van vijfvoudig kampioene Anne Haast.
De witpartijen van Warmerdam zijn eigenlijk allemaal het analyseren waard. In deze rubriek behandelen we zijn overwinning in de halve finale tegen zijn voornaamste concurrent.
Max Warmerdam – Benjamin Bok
1.e4 e5 2.Pf3 Pc6 3.Lc4 Lc5 4.d3 Pf6 5.Lg5!? h6 6.Lh4 Le7!?
Een opmerkelijke terugtocht, maar op deze wijze wordt de zwartveldige loper van wit onschadelijk gemaakt.
7.Lg3 d6 8.a4 0–0 9.a5!?
De opmars met de a-pion is zeer populair geworden in het Italiaans. Toch komt deze zet slechts viermaal voor in de database, waarvan driemaal … Fabiano Caruana! De topspelers kijken bij elkaar de kunst af. Het idee is om ruimte te winnen, zodat zwart later in de partij niet zelf actief kan worden op de damevleugel.
9…a6 10.c3 g6 11.Pbd2 Ph5 12.h3 Lg5 13.Lh2 Kg7 14.Pf1 Lf4?!
Een poging om de witte loper levend te begraven. Actiever is het directe 14…f5!. Warmerdam liet na afloop zien dat hij dan 15.exf5 gxf5 16.d4!? in petto had. Het is ongelofelijk hoe diep de voorbereiding gaat in deze niche varianten.
15.g3 Lg5 16.h4 Le7 17.Pe3 De8?!
Dit is te langzaam, en wit kan nu actief worden.
18.g4! Pf4 19.Tg1 Le6 20.Dd2 Ph3!? 21.Th1 Dc8
22.Lxe5+!
Hiermee initieert wit lange tactische complicaties.
22…Pxe5 23.Pxe5 Pxf2?!
Het Trojaanse paard geeft zich op met een soort desperado offer, maar Warmerdam heeft de consequenties fenomenaal ingeschat. Relatief beter was 23…dxe5 24,Lxe6 Dxe6 25.Txh3 Tad8. Wit staat dan goed vanwege de pluspion, maar zwart heeft in ieder geval actieve stukken.
24.Dxf2 dxe5 25.Dg3! Lxc4 26.Pxc4 Ld6
27.0–0–0!
Een schoolvoorbeeld van goed paard tegen slechte loper. Bovendien heeft wit ook de meer flexibele structuur. In de komende zetten dwingt Warmerdam concessies af in het zwarte kamp.
27…De6 28.Tdf1 f6 29.Df3 Lc5 30.h5! g5
De chronische verzwakking van veld f5 zorgt ervoor dat de stelling op termijn niet houdbaar is. De volgende stap is vorderingen boeken op de damevleugel.
31.Df5! De8 32.d4! Ld6 33.Td1 Td8 34.Kb1 Df7 35.d5! De8 36.Kc2 Lc5 37.Td3 Kh8 38.b3 Ld6 39.Ta1 Kg7 40.De6!? Dxe6 41.dxe6 Tfe8 42.Pe3 Kf8 43.Pf5
Het witte paard domineert het bord.
43…Lc5 44.Txd8 Txd8 45.Td1 Ld6 46.c4 Ke8 47.Pxh6 1–0
Als Warmerdam zo blijft schaken dan ligt de befaamde ratinggrens van 2700 absoluut in het verschiet.
Partij in viewer:
27 juli: Extreme moeilijkheidsgraad
Paul Morphy zei ooit over het schaakspel: “Het vermogen om te kunnen schaken is een kermerk van een heer. Het vermogen om goed te schaken is het teken van een verspild leven.” Het schaakspel is zo rijk en diepzinnig dat zelfs een levenslange studie er niet voor zorgt dat je alle aspecten meester bent. Volgens Morphy kunnen we dus beter onze tijd aan andere zaken besteden…
Belangrijkste reden is het exponentiële karakter. Wit heeft op de eerste zet 20 opties, waarna zwart met 20 verschillende zetten kan reageren, enzovoorts. Dit leidt tot een vermenigvuldiging waarbij uiteindelijk een getal ontstaat dat groter is dan het aantal atomen in het universum.
Kenmerkend aan het schaakspel is dat de hoeveelheid stukken gedurende een partij afneemt nadat stukken geslagen worden. Je zou denken dat zodra het materiaal op het bord reduceert, ook de complexiteit afneemt. Inmiddels zijn er immers zogenoemde tablebases ontwikkeld waardoor alle eindspelen tot maximaal zeven stukken met 100% nauwkeurigheid zijn uitgerekend.
In de praktijk blijken ook veel eindspelen zeer complex, waardoor schakers specifieke eindspelen zijn gaan bestuderen. Bekende voorbeelden zijn: toren en loper tegen toren. Toren en paard tegen toren. Matzetten met loper en paard. Toch heb ik deze eindspelen zelf alle drie nog nooit in een klassieke partij op het bord gehad. De kans dat je een dergelijk eindspel op het bord krijgt is niet levensgroot. En mocht je dan toch zo’n eindspel krijgen, dan kun je het altijd nog achter het bord uitvogelen – zoals de Assenaar Ivo Maris in 2012 op indrukwekkende wijze liet zien tegen Vojtech Plat, toen hij zijn meesternorm scoorde. Het loont dus meer om aspecten van het schaakspel te bestuderen die gegarandeerd van pas komen. Denk hierbij aan openingsstudie en rekenvaardigheid.
Toch zijn er zeldzame eindspelen met een extreme moeilijkheidsgraad waarbij ook grootmeesters verdwaald kunnen raken. Zo’n eindspel kwam tijdens het Nederlands kampioenschap op het bord tussen twee zeer ervaren en technisch onderlegde schakers.
Tiviakov-Sokolov
Ook de opening en het middenspel van deze fascinerende tweede matchpartij zijn zeer de moeite waard om eens rustig door te nemen. De spelers hebben zojuist afgewikkeld naar een eindspel met slechts zeven stukken. Het oordeel van de tablebase: remise!
50.Kd2 Lf3 51.Pc1+! Kc4 52.Ke3 Lh5 53.Kd2?
Na deze fout is het verloren. Alleen 53.Pd3! houdt remise. Het winstplan voor zwart is nu om de koning over te brengen naar de koningsvleugel. Zwart heeft immers de loper van de juiste kleur, waardoor wit niet het paard kan offeren. Toch blijkt dit plan in de praktijk verre van gemakkelijk te realiseren.
53…Lg4! 54.Kc2 Lh5 55.Kd2 Lf7?
En het is weer remise!
56.Pe2 Le8 57.Pf4 La4 58.Pe2 Ld7 59.Pc1? Kd5! 60.Ke3 Lb5! 61.Pb3 Lc4? 62.Pd2! La2 63.Pe4 Kc4 64.Pf6 Lb1 65.Pd7 Lf5 66.Pb6+ Kc3 67.Pd5+! Kc2 68.Pb6 Kb3 69.Pd5 Le6 70.Pf4 Lc4 71.Kd2 h6 72.Pg2 Lf7 73.Pe3 Lg6 74.h4 h5 75.Pg2 c4 76.Pf4 c3+ 77.Kc1 Le8 78.Pe2 Ld7 79.Pf4 Lg4 80.Pd5 Kc4 81.Pf6 Lf3 82.Kc2 Kd4 83.Kc1 Ke5 84.Pd7+ Kd5 85.Pf6+ Kd4 86.Pd7 Lg4 87.Pf6 Ke5 88.Pe8! Lf5
Na een uitstekende fase is Tiviakov nu zeer dicht bij de remise, maar op zeer knappe wijze blijft Sokolov de druk erop houden. In het zicht van de haven gaat wit nu in de fout.
89.Pc7??
Het paard komt nu op een verkeerd circuit terecht. Het paradoxale 89.Pg7!! houdt remise, waarna wit een soort vesting heeft.
89…Ld3! 90.Kd1 Lg6! 91.Kc1 c2!
De laatste cruciale beslissing. Zwart wint een tweede pion.
92.Kd2 Kf4 93.Pd5+ Kg3 94.Pe7 Le4 95.Pg8 Kxh4 96.Pf6 Lf5 0-1
Partij in viewer:
Lees (voor niet-abonnees alleen op vrijdag van verschijning gratis) verder: www.groene.nl/auteur/hans-ree