(update) WK-match ronde 9: Opnieuw een puntendeling
De partij van ronde 9 eindigde opnieuw in een puntendeling. Wie slechts naar de engine-beoordeling kijkt, ziet een min of meer platte streep rond het nulpunt. Beide spelers speelden nagenoeg perfect volgens de engines. Dit zegt echter alleen iets over de kwaliteit van de partij: deze was op het niveau dat van de absolute wereldtop mag worden verlangd.
Nadat Gukesh met Wit kenbaar gemaakt had dat hij een Catalaan wilde spelen, kwam Ding met een kleine lopermanoeuvre om Wits loper naar een minder doelmatig veld te lokken. Daarna zette hij zijn pionnen zo neer dat ook Wits andere loper voorlopig weinig te doen had. Met dit bolwerk op z’n plaats bereidde hij in alle rust een tegenactie in het centrum voor. Gukesh stelde zich flexibel op en pakte ruimte op de damevleugel, zodat Zwart praktisch gedwongen was om een tegenactie in het centrum te ondernemen. Daarmee werden ook Wits lopers weer actief.
Met de ruil van enkele pionnen en lichte stukken ontstond een spannende stelling met ongelijke lopers waarin Zwart weliswaar twee hangende pionnen had op de b- en c-lijn, maar daarentegen ook aanvalskansen tegen Wits pionnen op a2 en d4. Toen al deze pionnen tegen elkaar geruild waren, ontstond een eindspel met toren + loper voor Wit en toren + paard voor Zwart, met beide vier pionnen op de koningsvleugel. In de regel is toren + loper sterker dan toren + paard, maar zwart kwam nergens in de problemen omdat zijn koning geen gevaar liep en omdat alle pionnen aan één kant van het bord stonden (de loperpartij is in het voordeel als er pionnen op twee vleugels aanwezig zijn).
Uiteindelijk werd het paard voor de loper geruild, waarna Wit in het resulterende toreneindspel drie geïsoleerde pionnen had. De activiteit van Wits koning zorgde ervoor dat geen van de pionnen ooit echt zwak werd; het materiaal was inmiddels zodanig uitgedund dat praktisch iedere doorbraakpoging de stelling ogenblikkelijk veranderde in een remisestelling. Van een serieuze winstpoging was beiderzijds geen sprake meer, en het bord was op zet 54 vakkundig leeg geveegd.
Gukesh Dommaraju – Ding Liren
Singapore, 5 defember 2024
WK-match, ronde 9
1.d4 Pf6 2.c4 e6 3.g3
Wit stuurt aan op een Catalaanse opstelling met de pionnen op d4 en c4 en een gefianchetteerde koningsloper op g2.
3…Lb4+ 4.Ld2 Le7
Dit ziet er op het eerste gezicht een beetje raar uit: twee zetten in de opening met hetzelfde stuk, en nota bene helpt het Wit met de ontwikkeling. Toch zit er een logica achter: Wits loper staat op d2 niet ideaal. Hij valt niets op de damevleugel aan en staat in de baan van de dame waardoor pion d4 tijdelijk ongedekt is. Als de loper later naar c3 wil, moet hij ruzie maken met het damepaard, en als de loper naar e3, f4 of g5 speelt dan maakt het intermezzo van het schaak op b4 geen verschil.
5.Lg2 d5
De loper op g2 kan een heuse moordenaar worden vanuit zijn schuttersputje op g2. Het is dus niet onlogisch voor Zwart om het uitzicht van deze loper te belemmeren.
6.Pf3
Als Wit op d5 ruilt, dan blijft de structuur statisch na 6.cxd5 exd5. Het is voor Wit nu moeilijk om de loper op g2 meer perspectief te bieden omdat het lastiger is voor Wit om pion d5 aan te tasten dan voor Zwart om deze te verdedigen. Bij niet ruilen is dat overigens ook zo, maar het verschil is dan dat Wit meer ruimte overhoudt.
6…0-0 7.0-0 c6
Aldus ontstaat een stelling die doet denken aan het Semi-Slavisch, maar met Wits beide lopers op ietwat merkwaardige posities. Zwart staat nu uiterst solide en heeft geen zwaktes, maar Wit heeft iets meer ruimte in het centrum.
8.Dc2 Pbd7 9.Td1 b6 10.Lc3
Wits dameloper kijkt indirect naar veld e5 en ondersteunt daarmee eventueel een paard dat zich op dit veld wil gaan vestigen. Het is echter nog niet gezegd dat Wit daarmee direct voordeel kan bemachtigen: Zwart kan de stelling van het paard ondermijnen met c6-c5. Indien mogelijk verdient het ondermijnen van zo’n stuk op een sterk veld in veel gevallen de voorkeur boven het afruilen ervan.
10…Lb7
Ook Zwarts dameloper is ontwikkeld, al lijkt dat van niet. Zwart beoogt c6-c5 te spelen, waarna de loper pion d5 en indirect veld e4 verdedigt, analoog aan Wits loper op c3.
11.Pbd2 Dc7 12.Tac1 Tfd8
Waarom gaat juist deze toren juist hierheen? Dit is een vraag die veel spelers tijdens hun partijen geregeld hebben. Er is spanning tussen de pionnen op c4 en d5, en er hangt een verhoging van deze spanning in de lucht omdat Zwart alles klaar aan het zetten is om c6-c5 in de stelling te krijgen (zie de aantekening bij Zwarts 10e zet) en daarmee ook pion d4 aan te vallen. Als deze spanningen worden opgelost door middel van ruil, dan komen er lijnen open, en torens moeten op open lijnen staan. Aangezien er op de d- en c-lijn sowieso iets te gebeuren staat, zullen de torens op de d- en c-lijn waarschijnlijk actief kunnen worden. Vandaar dat de f-toren naar d8 gaat en mogelijk de a-toren naar c8.
In de enige andere partij die met deze stelling in de database voorkwam, speelde Zwart 12…Tac8.
13.b4
13…c5
Dit verscherpt de stelling. Er zijn diverse slagzetten mogelijk, en elk van deze slagzetten kan in principe tot een andere structuur leiden. Concreet in deze stelling is dat Zwart dreigt om op b4 een pion te winnen, dus deze spanning wordt als eerste opgelost.
14.bxc5 bxc5
Dit heet een zenuwblokje: vier pionnen in een vierkant die elkaar kunnen slaan.
15.Db2
Wit anticipeert erop om met dxc5 zowel de d-lijn voor de torens als de lange diagonaal voor zijn loper te openen. Het idee is om een stuk op e5 te krijgen.
15…Pb6
Zwart ondertussen probeert de lange diagonaal voor Lb7 te openen.
16.La5 dxc4 17.Pxc4
17…Lxf3
17…Pxc4 was ook mogelijk geweest. Wit moet nu vervolgen met 18.Txc4 omdat 18.Lxc7 Pxb2 19.Lxd8 Txd8 materiaal kost. Na 18.Txc4 Dxa5 19.Dxb7 Dxa2 20.Tcc1 wordt de stelling enigszins complex door de ongelijke lopers en het feit dat beide dames actief zijn. Wit dreigt op e7 te slaan en tevens om het paard naar e5 te spelen, met druk op de witte velden in Zwarts stelling, dus de activiteit biedt compensatie voor de geofferde pion.
18.Lxb6
De enige zet. Na 18.Lxf3 Pxc4 19.Lxc7 Pxb2 20.Lxa8 Txa8 is Zwart in het voordeel.
18… axb6 19.Lxf3
Op dit moment had Gukesh nog vrijwel anderhalf uur over; de bedenktijd van Ding was inmiddels tot 35 minuten geslonken.
19…Ta6
De toren verdedigt pion a6, maar de communicatie met de rest van Zwarts stukken is tijdelijk weg, en het duurt even voordat deze communicatie is hersteld.
20.Db5
Wit probeert onmiddellijk de verstoorde communicatie tussen Zwarts stukken uit te buiten met druk op de damevleugelpionnen. Volgens de engines was 20.Pe5 het beste.
20…Txa2 21.Pxb6
21…Da7!
Zwart vindt de juiste manier om onder de druk over de c-lijn vandaan te komen: hij maakt gebruik van de onhandige opstelling van Wits dame en paard en bereidt een penning over de b-lijn voor. Daarna hangt er een schijnoffer op c5 in de lucht, waarmee de materiële balans wordt hersteld.
22.Db1 Tb8 23.dxc5 Ta6!
Het paard loopt niet weg. De communicatie tussen Zwarts stukken is inmiddels weer helemaal op orde.
Onmiddellijk 23…Lxc5? zou verkeerd hebben uitgepakt: 24.Txc5 Dxb6 25.Dxb6 Txb6 26.Tc8+ met mat.
24.Db5 Lxc5 25.Dxc5 Dxb6 26.Dxb6 Taxb6
In het resulterende eindspel zijn de kansen gelijk. Alle pionnen bevinden zich aan dezelfde kant van het bord; hierdoor kan de loper het paard niet overvleugelen. In het geval van een torenruil zitten er geen doorbraakmogelijkheden in de stelling. Simplisties gezegd: zonder doorbraak geen promotie, zonder promotie geen dames, zonder dames geen mataanval, zonder mataanval geen winst.
27.Tc6 Txc6 28. Lxc6
Merk op hoe er in de komende zetten helemaal niets noemenswaardigs gebeurt.
28…g5 29.Kg2 Tb2 30.Kf1 Kg7 31.h3 h5 32.Ta1 Tc2 33.Lb5 Tc5 34.Ld3 Pd7 35.f4 gxf4 36.gxf4
f4 is niet zwak omdat Zwart er minimaal twee zetten voor nodig heeft om de pion aan te vallen (e6-e5 niet meegerekend, want die wordt gewoon geslagen), en twee zetten is precies genoeg voor Wits koning om de pion te dekken.
36.Tc3 37.Kf2 Pc5 38.Ke3 Pxd3 39.exd3
De activiteit van Wits koning is genoeg om de stelling bijeen te houden.
39…Tc2 40.Kf3 Td2 41.Ta3
Taakverdeling is ook in een eindspel heel belangrijk: de toren moet pion d3 dekken; de koning houdt de pionnen op f4 en h3 in de gaten.
41…Kg6 42.Tb3 f6
Als Zwarts koning nadert, dan pest Wit hem weg met 42…Kf5 43.Tb5+ Kg6 44.Tb3 en Zwart heeft niets bereikt.
Daarom probeert Zwart het op een iets andere manier:
43.Ta3 Kf5 44.Ta5+ e5
45.fxe5 Txd3+
Het idee. Helaas voor Zwart staat alles bij Wit precies compact genoeg en kan de volgende zet met tempo volgen. Als Zwarts toren op c3 had gestaan, was het eindspel gewonnen geweest.
46.Ke2 Txh3 47.exf6+ Kxf6
De enige overgebleven pion is een randpion, de verdedigende koning staat ruim binnen het vierkant, en de aanvallende koning is afgesneden over de vijfde rij. Er zitten dus geen winstkansen in.
48.Kf2 h4 49.Kg2 Tg3+ 50.Kh2 Kg6
51.Tb5
Wit past en geeft daarmee het signaal af dat het tijd is om de vrede te tekenen. Volledigheidshalve werd het bord leeg gespeeld:
51…Tg5 52.Txg5+ Kxg5 53.Kh3 Kf6
Alvast onderweg ofwel naar het centrum voor het signaal aan de live-borden, ofwel naar e8 voor de volgende partij.
54. Kxh4 1/2-1/2
Tussenstand na 9 rondes:
Ding Liren 4½ – 4½ Gukesh Dommaraju
Voor zover dat nu te zeggen is, laat Ding zien dat hij mentaal sterk in de wedstrijd zit. Hij maakt een sterkere indruk dan hij de afgelopen anderhalf jaar heeft laten zien, hij gaat de persconferenties met humor in en is in staat om een nagenoeg perfecte partij aan de dag te leggen.
In de eerste negen partijen hebben beide spelers veel strijdlust laten zien, en houden ze elkaar behoorlijk goed in evenwicht. Een verpletterende eenzijdige overwinning voor Gukesh, vergelijkbaar met de 12½-4½ overwinning van Lasker tegen Steinitz in 1896-97, lijkt het in ieder geval niet te gaan worden. Maar er zijn nog vijf rondes te gaan, en wie weet wat er dan gebeurt.
~ Michaël van Liempt