Een oud eindspel
Even genoeg over dress codes, gedeelde kampioenschappen en schakershuwelijken. Daarom heb ik een eindspel opgedoken dat ik 38 jaar geleden voor Man & Paard, het clubblad van mijn oude vereniging SV Voorschoten, uitgebreid geanalyseerd heb. Gewoon met een zakschaakbordje en een typemachine, want toen was geluk nog heel gewoon en computers bestonden (voor mij) nog niet.
Het is een eindspel met zeven stukken, en sinds enkele jaren kun je daar de seven men tablebase op loslaten (syzygy-tables.info/). Het bleek dat mijn conclusie (wit wint) niet klopte, maar ik was een aardig eind gekomen. Alle tactische mogelijkheden hieronder had ik gevonden, maar de narigheid is: winst en remise liggen dicht bijeen en die stellingen lijken nogal op elkaar.
In 1986 speelde het eerste team van Voorschoten tegen het eerste team van het Haarlemse VHS, in de derde klasse van de KNSB. Het was in de tijd dat partijen nog afgebroken werden. Wie aan zet was, schreef zijn te spelen zet op en stopte hem in een envelop, de ‘afgegeven zet’. Die zet was niet meer te wijzigen, maar onbekend voor de tegenstander. Vóór de hervatting kon je de stelling uitgebreid analyseren, eventueel met je teamgenoten. Computers waren nog niet echt in staat om daar een rol van betekenis in te spelen.
Dat leidde ertoe dat je, als je het kon vermijden, vlak vóór het afbreken liever geen beslissingen nam met onoverzienbare consequenties. Ook probeerde je te vermijden een gedwongen zet af te geven – dat zou het analyseren voor de tegenstander een stuk makkelijker maken.
In de genoemde wedstrijd speelden aan het laatste bord twee jeugdspelers: Marcus Driessen voor Voorschoten met wit tegen Rob Duijn voor VHS. Na de 68e zet van wit stond het zo:
Stelling na de 68e zet van wit
In het vervolg betekent een uitroepteken ‘enige zet’ en een vraagteken ‘zet die het resultaat verandert’. Dat heeft in zoverre zin dat eenieder, als er wel alternatieven zijn, zelf aan de slag kan.
Zwart staat verloren. Als je het paard tegen de a-pion zou kunnen offeren, kan wit niet winnen (de loper is van de verkeerde kleur om de h-pion te kunnen laten promoveren), echter het paard kan daar niet in de buurt komen. Maar voordat je het opgeeft, kun je altijd nog een schaakje geven.
68… Pf3+
Nu is 69.Kd5! winnend. Maar de afbreektactiek komt hier om de hoek kijken (of misschien gewoon vermoeidheid): je neemt geen beslissingen die je liever na huisanalyse zou nemen. Dus snel even een ‘neutrale’ zet, voordat de zes uren voorbij zijn en je de zet moet afgeven.
69.Kc3?
Maar deze is bepaald niet neutraal; hij geeft de winst weg. 69.Kd5 Pd2 70.La2 is het snelst; na 70… Kg5 71.Kc6 Pe4 72.Kxb6 Pc3 73.a5 kun je de loper missen.
69… Pe5 70.Lb5 Pf7!
En hier moest Driessen zijn zet afgegeven.
Het ziet er nog steeds goed uit voor wit. Je zou toch zeggen dat een samenwerkende koning en loper het paard uit de buurt van de a-pion kunnen houden, in deze stelling het veld c5. Dan moet je om te beginnen b7, d7, e6 en e4 onder controle houden. 71.Lc6, om na 71… Pg5? 72.Ld5 te spelen, lijkt logisch. Helaas, 71… Pe5! maakt remise. Omdat je d7 onder controle moet houden is 72.Le8 de enige om verder te komen, maar na 72… Kg5 73.Kd4 Pf3+! moet wit ook veld b3 in de gaten houden, dus 74.Ke3 Pe5 75.Lb5 Pf7! (dreigt Pd8 gevolgd door Pb7 dan wel Pe6) 76.Lc4 Pe5! 77.Le6 Pc6 78.Ke4 Pb4 (dreigt nu weer Pa6) 79.Lc4 Pc6 (voorkomt 80.Kd5 vanwege Pa5) 80.Lf7
Stelling A. Door een tactische wending wordt pion a4 afgeruild.
en nu is 80… b5 het eenvoudigst: 81.axb5 Pa7! 82.b6 Pc8! 83.b7 Pd6+! Deze kleine combinatie geeft het probleem voor wit aan: de witte koning heeft niet zomaar alle velden ter beschikking om naar voren te gaan. Driessen doet het anders.
71.Ld7
De afgegeven zet. Op de clubavond van Voorschoten werd de stelling geanalyseerd en het zag er goed uit. Maar Driessen vond thuis een variant die remise leek te zijn. Echter, de stand in de wedstrijd was 4-3 voor Voorschoten. Duijn moest komen uitspelen op een volgende clubavond van Voorschoten en had daar begrijpelijk niet zo veel zin in, en stelde daarom telefonisch remise voor. Driessen had dáár begrijpelijk ook niet zo veel zin in, waarna Duijn de partij opgaf. Ondertussen was ik ook thuis aan het analyseren geslagen, en mijn conclusie was: toch winst voor wit. Daarbij ging ik uit van de remisevariant die Driessen gevonden had: 71.Ld7 Pd8 72.Lc8 Pc6 73.Kc4 Pe5+ 74.Kb5 Pd3 75.Kxb6 Pb2 76.a5 Pc4+ en Pxa5.
71… Pd8?
Ik had ook 71… Pe5 bekeken, en gezien dat 72.Lc8 Kg5 niet wint. Na 73.Kd4 Pc6+ 74.Kc4 komt weer 74… b5 als in stelling A.
Mijn oplossing was 72.Le8 Ke7? 73.Lb5 Pf7 (73… Pg4 duurt een zet langer) 74.Lc4 Pe5 75.h6 Kf6 76.Lb5 Pf7
Stelling B. Zwart kan na Lc6 op h6 slaan.
en nu niet 77.Lc6? (Ik schreef: ‘als dit juist is, dan betekent dat dat 71.Lc6 ook wint’ Nee dus.) 77… Pxh6! Zo op het oog zou wit dit moeten winnen, maar de zwarte stukken blijken net dichtbij genoeg te staan. 78.Kc4 Ke5 79.Kb5 Kd6 80.Kxb6 Pf5 81.a5 Pe3! 82.a6 Pc4+! 83.Kb5 Pa3+! met remise. Ook niet 77.h7 Kg7!, bijvoorbeeld 78.Lc6 Pg5 79.Ld5 Pxh7! Maar de zetten omdraaien helpt, 77.Kd4 wint vrij eenvoudig, omdat wit nu of h7, of Kd5 heeft. Maar het mag niet zo zijn, want opnieuw maakt 72… Kg5 (of Kg7) remise. 73.Kd4 Pf3+! 74.Kc4 Pe5+! 75.Kb5 Pd3! 76.Kxb6 Pb2! 77.a5 Pc4+! en Pxa5.
71… Pd6 is ook remise, alleen moet zwart dan na 72.Lc6 weer Kg5 spelen (zie de viewer). Indertijd analyseerde ik 72… Pf5? maar dan wint 73.Lf3! Pd6 74.Kd4! (andere koningszetten duren langer en komen op hetzelfde neer) 74… Pf5+ 75.Kc4! Pd6+ 76.Kc3! Pf7 77.h6! Pxh6 (anders 78.Lh5, zie stelling C) 78.Kb4 Ke5 79.Kb5 Kd6 80.Kxb6 Pf5 81.a5 Pe3 82.a6 Pc4+ en nu kan 83.Kb7 wél.
Stelling C. Het paard tegen de a-pion offeren brengt zwart nu in tempodwang. De zwarte koning kan niet meer naar h8!
Later bleek me dat ook 71… Pg5 remise maakt. En ten slotte zijn 71… Kg5 en Kg7 ook remise. Het paard blijkt dus een lastiger tegenstander dan verwacht, maar het ‘logische’ 71… Pd8? is dus wél verliezend!
72.Lc8! Pc6
Op 72… Kg5 is nu 73.Kc4 de enige koningszet die wint, aangezien 73… Pc6 nu geen schaak is. Wit speelt 74.Le6 zodat zwart na 74… Pe5+ 75.Kb5! Pd3 76.Kxb6! Pb2 77.a5! geen Pc4+ heeft.
Na 72… Pf7 moet wit heel precies spelen. 73.Kd4! Pd6 74.La6! Ke6 Nu zou zwart aan zet remise maken met Pf5+.
75.Kd3!! Wit moet even terug. 75… Pf7 en 75… Pf5 zijn nu niet mogelijk vanwege een loperschaak. (In plaats daarvan leidt 75.h6? Pf5+76.Kc4 Pxh6 weer tot iets vergelijkbaars met stelling B: de loper staat de a-pion in de weg, 77.Kb5 Kd6 78.Kxb6 Pf5 79.a5 Pe3! 80.Ld3 Pd5+ 81.Kb7 Pc7 82.Le2 Pe6! 83.Lf3 Pc7 84.Kb6 Kd7! 85.Lb7 Kd6! 86.Lc6 Het lijkt toch nog te gaan lukken middels tempodwang, maar zwart heeft hier 86… Pa6!) 75… Kf6 76.h6! Pf5 77.h7! Kg7 78.Ke4! en wit loopt naar de b-pion. Echter niet te snel: 78.Kc4? Pe3+! 79.Kb5 Pd5! en wit komt niet verder, 80.Kc6 Pc3.
73.h6!
73.Kc4? b5+, zoals bekend.
73… Pe5
Hier gaat 73… b5 niet, omdat zwart uiteindelijk geen schaakje op d6 heeft. Na 73… Kg6 kan 74.Kc4 wél: 74… b5+ (74… Pe5+ 75.Kb5 Pd3 76.Lf5+!) 75.axb5! Pa7 76.Lf5+! Kxh6 77.b6 Pc6 78.Kc5 Pd8 79.Le4 Kg7 80.Kd6 en wint. 73… Kf7 verliest onder andere vanwege 74.Le6+ en ten slotte 73… Pa5 74.Lg4 dreigt zowel 75.Lh5 als 75.Lf3 gevolgd door 76.Ld5 en het paard gaat verloren.
74.Lh3
Een tempozet waarvan ik indertijd dacht dat het de enig winnende was, maar dat klopt niet. Wat ik wel in de gaten had, was dat de stelling met zwart aan zet gewonnen is. Dat kan ook bereikt worden met 74.Kd4 Pc6+ 75.Kd3! Pe5+ 76.Kc3. Helaas is ook het simpele 74.h7 winnend: 74… Kg7 75.Le6! Kh8!? (Na 75… Kxh7 76.Kd4! verliest 77… Pg6 78.Lf5 gelijk) 76.Kd4! Pg6 77.Ke4 (Ook 77.Kc4 wint, maar zwart maakt het nog aardig lastig: 77… Pf4 78.Lf7 Pe2 79.Kd3 Pf4+80.Ke3 Ph3 81.Lc4 Pg5 82.Kd4 Pf3+ 83.Kd5 Pd2 84.La2) 77… Pe7 78.Ke5 Pc6+ 79.Kd6! Pd4 80.Lc4!
74… Pf7
Na 74… Kg6 75.Kd4 Pc6+ 76.Kc4! Pe5+ 77.Kb5 Pd3 heeft wit weer 78.Lf5+! en na 74… Kf7 75.Kd4 Pc6+ 76.Kc4 Pe5+ 77.Kb5 Pd3 78.Kxb6 Pb2 79.Le6+!
Of 74… Pc6 75.Kc4 Pe5+ 76.Kb5 Pd3 77.Ld7 Pc5 (77… Kg6 78.Lf5+!) 78.Le8! en zwart is weer in tempodwang.
75.Kd4 Pd6
75… Pd8 76.Lc8! Pc6+ 77.Kd3 Pe5+ 78.Kc3 Pc6 79.Ld7 Pa5 80.Kb4 Pb7 81.Kb5 Pc5 82.Le8, vergelijk stelling C. En na 75… Pxh6 verovert wit de b-pion waarna de a-pion ditmaal geen hindernissen heeft, vergelijk stelling B.
76.Lg2! Pf5+
77.Kd3!
De koning moet weer terug, want 77.Kc4 Pe3+ is remise.
77… Pd6 78.Ld5
Verdedigt weer het veld c4, zodat de h-pion naar voren kan en de witte koning via e5 richting b-pion kan gaan.
78… Pf5
78… Kg6 79.Kd4! Kxh6 80.Ke5 Lc6 (even oppassen: 81.Ke6? Pc7+ en Pa6-c5)
79.La8
Dit zou de snelste zijn! Het slot is in ieder geval leuk.
79… Pd6 80.Kd4 Pf5+ 81.Ke4 Pd6+
81…Kg6 82.h7
82.Kd5 b5 83.a5 Pc4 84.a6! Pb6+ 85.Kc5 Pxa8 86.a7
En dus niet Kxb5…
86… Pc7 87.Kb6 Pa8+ 88.Kb7
Voor de galerij, Kxb5 wint natuurlijk ook.
88… b4 89.Kxa8 b3 90.h7! Kg7 91.h8L+ Kxh8 92.Kb7 b2 93.a8D
Met schaak.
En dan nu even kijken of iedereen het echt snapt. Zwart aan zet, wat is het resultaat en waarom?
Vooruit, we doen er nog één. Nu is wit aan zet, zelfde vragen.
Oplossingen mogen in de commentaren gegeven worden en bediscussieerd. Wie die oplossingen niet wil zien, moet even uit de buurt van de commentaarsectie blijven. Wie het goed heeft, krijgt bij de eerstvolgende gelegenheid een schouderklopje, van mij persoonlijk. Volgende week geef ik de oplossingen in een update.
Tot slot een quote uit een conversatie tussen Nigel Short en Robert Hübner: When I said to him, “Robert, nobody reads this,” he replied: “I know nobody reads this. I do it for myself.”