Krantenrubrieken weekenden 1, 8 en 15 maart 2025
Wekelijks publiceren we de schaakrubrieken van Dimitri Reinderman voor HDC Media, Henk Prins voor het Reformatorisch Dagblad, Nick Maatman voor Dagblad van het Noorden / Leeuwarder Courant en Hans Ree in de Groene Amsterdammer.
Dimitri Reinderman | Henk Prins | Nick Maatman | Hans Ree
1 maart: Lagno steekt het bord in brand
In 2003 speelde ik met wit remise tegen een Oekraïens meisje van dertien jaar, Kateryina Lahno.
Dat was niet eens zo’n verrassende uitslag. Ze gold namelijk als een supertalent, een mogelijk toekomstig wereldkampioene. Die belofte heeft ze ook min of meer waargemaakt. In klassiek schaak lukte het net niet: in 2018 speelde ze om de wereldtitel, maar ze verloor na in de tiebreak van titelverdedigster Ju Wenjun. In rapid (2014) en snelschaken (2010, 2018 en 2019) is ze echter wel wereldkampioene geworden. Ook werd ze in klassiek schaak twee keer Europees kampioene. Een wereldtopper dus bij de vrouwen.
In 2014 maakte ze een gevoelige overstap: van Oekraïne naar Rusland (net als de twee weken oudere Sergey Karjakin). Haar achternaam wijzigde daardoor in Lagno. Sinds 2022 is haar overstap met terugwerkende kracht extra gevoelig. Maar waar Karjakin zichzelf internationaal onmogelijk maakte door veelvuldig op sociale media de oorlog tegen zijn geboorteland te prijzen (en deze week zelfs op de sanctielijst van de EU is gezet), hield Lagno zich stil (haar echtgenoot Alexander Grischuk heeft zich overigens wel uitgesproken tegen de oorlog, zonder het woord te noemen). Aan internationale competities neemt ze deel onder neutrale vlag. Aan de FIDE Grand Prix voor dames bijvoorbeeld, die vorige maand in Monaco werd gehouden. Na zeven ronden stond ze bovenaan, mede dankzij de volgende spectaculaire overwinning. In een Geweigerd Damegambiet ontstond na zes zetten al een stelling die niet in de database staat!
Kateryna Lagno – Elisabeth Paehtz
1.d4 d5 2.c4 e6 3.Pc3 h6 4.Lf4 Pf6 5.c5 Ph5 6.Ld2 e5?!
Dit pakt niet zo goed uit.
7.e3 g6 8.dxe5! Lxc5 9.Db3 c6 10.0–0–0 Le7 11.Pf3 Pa6 12.e6? Pc5?
Wit had gewoon op a6 kunnen slaan met groot voordeel. Zwart had 12…Lxe6! 13.Dxb7 Pc5 14.Dxc6+ Kf8! kunnen spelen met goede compensatie voor de pion.
13.exf7+ Kf8 14.Dc2 Lf5
Het voorgaande was dan wel niet allemaal even nauwkeurig, het zorgt wel ervoor dat het bord nu in brand kan komen te staan.
15.e4! dxe4 16.g4! Lxg4 17.Pe5
17.Pxe4! Lxf3 18.Pxc5 was nog beter.
17…Lxd1 18.Pxg6+ Kg7 19.Dxd1
Ik kan begrijpen waarom wit hiervoor ging, maar beide spelers misten hier een verrassende verdediging. Na 19…Dxd2+!! 20.Dxd2 (22.Kxd2 Tad8+) Lg5 21.Pxh8 Lxd2+ 22.Kxd2 Txh8 heeft wit slechts een klein voordeel.
19…e3? 20.fxe3 Kxg6 21.Tg1+ Lg5 22.h4 Pf6 23.hxg5 hxg5 24.Dc2+ Kxf7
Wit staat een pion en een kwaliteit achter, maar haar aanval slaat door.
25.Lc4+ Ke7 26.Df5! Dd6 27.e4 Dd4 28.Tf1 Pcd7 29.Lxg5 Thf8 30.Le6
Iets simpeler was 30.Td1 Dxc4 31.Dxd7 mat.
30…Tad8 31.Lxd7 Txd7 32.e5 Kd8 33.Lxf6+ Kc7 34.e6 Dd2+ 35.Kb1 Td6 36.e7 Te8 37.Le5 Txe7 38.Td1 Zwart gaf op.
Partij in viewer:
8 maart: Hoe Corry Vreeken Boris Spassky dwarsboomde
Mijn verre nicht Corry Vreeken, geboren in Enkhuizen, was niet alleen een sterke schaakster, maar vanaf het begin van de jaren ‘70 ook een invloedrijk voorzitter van Schaakclub Rotterdam. Ze organiseerde een simultaan met Salo Flohr en kwam daarbij in gesprek met een van de deelnemers, ondernemer Joop van Oosterom (in 1955 7e op het WK jeugd, gewonnen door Spassky). Die vroeg haar of ze wel eens aan sponsoring had gedacht. “Ik doe niet anders!”, was het antwoord. Dat gesprek bleek het begin van iets groots: met Volmac als sponsor groeide Rotterdam uit tot een nationale en zelfs Europese grootmacht. Viktor Kortchnoi werd lid, logeerde vaak bij Vreeken en zo ontstond een vertrouwensband.
Boris Spassky probeerde na zijn verloren match tegen Fischer gewoon weer opnieuw wereldkampioen te worden. In 1977 bereikte hij de finale van de kandidatenmatches tegen de toen statenloze Kortchnoi: de winnaar zou Karpov mogen uitdagen. Het was een match met veel gedoe. Spassky was de eerste tien partijen nergens (7.5-2.5). Hij klaagde dat hij door mensen in het publiek gehypnotiseerd werd, ging een zonnebril dragen en trok zich na elke zet terug om in een aparte ruimte na te denken. Kortchnoi protesteerde daar weer tegen en leek van slag: hij verloor vier partijen op rij. En toen werd Corry Vreeken volgens haar eigen verhaal de reddende engel.
“Euwe belde me: “Je moet naar Belgrado, Viktor heeft hulp nodig!” Ik twijfelde geen seconde. Daar aangekomen sprak ik urenlang met hem en zijn vrouw. Ik organiseerde de volgende dag een feest voor hem. Dat hielp; hij had het erg naar zijn zin en verontschuldigde zich daarna op de radio voor zijn gedrag. De volgende dag kreeg hij bij zijn opkomst een groot applaus. Het is helemaal goed gekomen.” Kortchnoi won de match met 10.5-7.5.
Bijna 48 jaar later verbond het lot ze weer: Spassky overleed op donderdag 27 februari, Vreeken een dag eerder. Een van haar beste prestaties was het winnen van het vrouwentoernooi van Biel met 10 uit 11, mede dankzij onderstaande partij.
Helga Hoffmann – Corry Vreeken
1.e4 e5 2.Pf3 Pc6 3.Lb5 a6 4.La4 Pf6 5.0–0 b5 6.Lb3 Lb7 7.Te1 Lc5 8.c3 d6 9.d4 Lb6 10.Lg5 h6 11.Lxf6?! Dxf6 12.d5? Pe7 13.Pbd2 g5!
Vanwege het gesloten centurm kan zwart rustig een aanval opbouwen op de koningsvleugel.
14.Tf1 Pg6 15.g3?
Dit geeft zwart een aanknopingspunt.
15…h5 16.a4 h4 17.Kh1 0–0–0 18.axb5 axb5 19.De2 g4 20.Pe1 Dg5 21.Ld1 Kb8! 22.Pb3 f5 23.Pa5 hxg3 24.fxg3
Nu profiteert zwart van de open h-lijn.
24…Txh2+! 25.Dxh2
25.Kxh2 Dh5+ 26.Kg2 Dh3 mat.
25…Th8 26.Dxh8+ Pxh8 27.Pg2 Dh5+ 28.Ph4 f4 29.Pc6+ Lxc6 30.dxc6 Pg6 31.Lb3 Pxh4 Wit gaf op, In een paar zetten is het mat.
Partij in viewer:
15 maart: Grootmeesterstad Groningen grandioos in de Meesterklasse
Uit welke stad komen de meeste Nederlandse topspelers? Als we uitgaan van spelers uit de top 20 die woonachtig en/of opgegroeid zijn in een bepaalde stad, dan zet ik Apeldoorn op vier (Pruijssers, 18e, en Beerdsen, 20e), Utrecht op drie (Schoppen, 13e, en Ten Hertog, 15e) en Leiden op twee (Van den Doel, 9e, en Smeets, 10e). Maar de sterkste stad is absoluut Groningen met de broers Van Foreest (2e en 16e), Tiviakov (14e) en Ernst (17e). Daarnaast wonen of woonden ook nog de grootmeesters Werle, Brandenburg en Visser in Groningen.
De concentratie van talent in de noordelijke stad leidt geregeld tot succes in de meesterklasse. Een jaar of tien geleden speelden er zelfs twee Groningse clubs in de meesterklasse. Inmiddels is Sissa afgezakt, maar Groninger Combinatie hoort bij de top van Nederland. Momenteel staan ze bovenaan de meesterklasse, een bordpunt voor op LSG, al heeft GC in de laatste twee rondes een iets zwaarder programma. Het gaat heel spannend worden!
Afgelopen zaterdag werd in Leiden de belangrijke onderlinge wedstrijd door de bezoekers gewonnen, mede dankzij de drie uit Groningen komende grootmeesters. Het team bestaat sowieso vrijwel geheel uit lokale spelers. LSG scoorde nog wel op bord 10 met een strategische modelpartij. De zwartspeler had twee weken geleden nog verrassend in Leiden het Noteboomtoernooi gewonnen.
Michiel Bosman – Milan Mostertman
1.d4 Pf6 2.c4 e6 3.Pf3 d5 4.g3 Lb4+ 5.Ld2 Le7 6.Lg2 Pbd7 7.Dc2 c6 8.0–0 Pe4 9.Pe1 Pxd2 10.Pxd2 0–0 11.Pd3 f5
Deze overgang in een Stonewall-positie pakt niet goed uit voor zwart.
12.b4 Pf6 13.e3 Pe4 14.Tab1 a6 15.Pb3 Ld7 16.a4 Tc8 17.Tfc1 b5 18.c5!
In deze dichtgeschoven stelling zijn de witte paarden beter dan het zwarte loperpaar. Wit gaat rustig zijn stelling verbeteren terwijl het zwart niet gaat lukken om tegenspel te krijgen.
18…g5 19.f3 Pf6 20.Ta1 Ta8 21.Ta3 Ph5 22.Tca1 Tc8 23.axb5 axb5 24.Ta7 Lf6 25.f4 Le8 26.Pe5 Pg7 27.T1a6 h5 28.Da2 g4 29.Da5 Lxe5 30.Dxd8 Txd8 31.dxe5
Zwart is tot passief afwachten gedoemd, maar kan zijn stelling gekraakt worden?
31…Tc8 32.Tb6 Tf7 33.Taa6 Tfc7 34.Pa5 Kf8 35.Pb7 Ld7 36.Pd6 Td8 37.Lf1 Pe8 38.Kf2 Ke7 39.h3 Pg7 40.Kg2 Pe8 41.Ld3 Kf8 42.Ta1 Kg7 43.Ta5 Kf8 44.h4
Het plan voor wit is om op het juiste moment op b5 te offeren. Eerst de positie van de koning optimaliseren.
44…Ke7 45.Kf2 Pg7 46.Ke2 Pe8 47.Kd2 Pg7 48.Kc3 Pe8 49.Kd4 Pg7 50.Taa6 Pe8 51.Lf1 Pg7 52.Lxb5! cxb5 53.c6 Lxc6 54.Txc6 Txc6 55.Txc6
Dankzij het schijnoffer heeft wit een beslissende doorgang voor zijn koning op c5 gekregen.
55…Pe8 56.Kc5 Pxd6 57.exd6+ Kf6 58.Tc7 Ta8 59.d7 Ke7 60.Tc8 Zwart gaf op.
Partij in viewer:
28 februari:
De eindspelstudie 1043 van vorige week van S.J. Zjigis uit 1930 kon worden opgelost. Het oplossen van een eindspelstudie is een uitstekende oefening om schaakspelers meer eindspelkennis te laten krijgen. In dit woelige pionneneindspel moet wit alle zeilen bijzetten om de veilige remisehaven te bereiken. De koers moest dus worden uitgezet. Na enige bestudering blijkt dat de zwarte koning op de onderste rij slechts kan pendelen tussen e8 en f8., en dat maakt de oplossing een stuk eenvoudiger. De juiste beginzet is echter bijzonder lastig te vinden en wie het bedaarde 1. d3!! op het spoor is gekomen heeft het halve punt dubbel en dwars verdiend. 1. … Ke8 2. d4 Kf8 3. d5 Ke8 4. g6! Ineens wordt de bedoeling van wits eerste zet duidelijk. De g-pion kan alleen maar worden opgespeeld indien de zwarte koning op e8 staat. Dit betekent als wit met 1. d4? had begonnen zou de koning op f8 staan en dan gaat het effect verloren van de witte zet g6. Het effect van 4. g6 is na 1. d3, dat zwart 4. … hxg6 moet spelen en dat wit daarna pat staat.
Het laatste pionneneindspel is een eindspelstudie van de bekende oud-wereldkampioen Botwinnik. Dit is een voorbeeld van een eindspel waarbij zwart een pion voor staat, maar dat dit zijn verlies betekent. Wit begint en wint. 1.Kf5! (Heel belangrijk het via dit veld te spelen. Wit moet dichterbij komen en moet daarmee de oppositie en de verre oppositie onmogelijk maken. Op 1. Kf6 was 1. … Kb6 gevolgd en op 1. Kg6 1. … Kc6.) 1. … Kb6 2. Kf6! Kb7 3. Kf7! Kb8 (Of 3. … Kb6 4. Ke8 Kc6 5. Kd8 Kd6 6. Ke8 en verder als in de hoofdvariant.) 4. Ke6 Kc7 5. Ke7! (En niet slaan op d5, omdat winst er na 5. … Kd7 niet meer in zit.) 6. Kd8 Kd6 7. Kc8 Kc6 8. Kb8 Kb6 9. Ka8! (Wit wint, omdat zwart een pion te veel heeft. Zonder pion a6 zou zwart immers het veld a6 voor zijn koning hebben en gemakkelijk remise houden. Nu moet hij naar de derde verticaal, waarna wit simpel werk heeft door zwarts pionnen te ophalen en vervolgens met de a-pion de genadeslag toe te brengen,)
7 maart:
Schaker Boris Spassky is vorige week donderdag op 88-jarige leeftijd overleden. De Rus was vier jaar lang wereldkampioen. Hij schaakte gedurende de Koude Oorlog een legendarische tweekamp tegen de Amerikaan Bobby Fischer.
Spassky gold in zijn jonge jaren als een enorm talent. In 1955 werd hij op achttienjarige leeftijd de jongste schaakgrootmeester aller tijden. Dat record werd hem later afgenomen door de Amerikaan Fischer.
Van 1969 tot 1972 had Spassky de wereldtitel schaken in zijn bezit. De meeste bekendheid verwierf hij vermoedelijk met de tweekamp tegen zijn rivaal Fischer in 1972 in de IJslandse hoofdstad Reykjavik. De ogen van de wereld waren op de twee schakers gericht. De tweekamp nam 21 partijen in beslag en duurde van 11 juli tot en met 31 augustus. Fischer nam uiteindelijk de wereldtitel over door met 12,5-8,5 te winnen.
In 1992 speelde Spassky een officieuze ‘revanchematch’ tegen Fischer. Opnieuw won de Amerikaan, die twintig jaar geen schaakstuk had aangeraakt. Fischer ontspoorde op latere leeftijd en overleed in 2008. De Rus emigreerde in de jaren zeventig naar Frankrijk, waar zijn vrouw woonde. Hij nam de Franse nationaliteit aan, maar keerde na een beroerte in 2010 terug naar Rusland.
Spassky was de oudste nog levende schaakwereldkampioen. Een partij van Spasski, met wit, tegen ex-wereldkampioen Petrosjan uit 1969:
1.c4 Pf6 2. Pc3 e6 3..Pf3 d5 4. d4 c5
De scherpste verdediging tegen het Damegambiet.
5. cxd5 Pxd5 6. e4 (Meestal wordt hier het rustiger 6. e3 gespeeld.
6. … Pxc3 7. bxc3 cxd4 8. cxd4 Lb4+ 9. Ld2 Lxd2+ 10. Dxd2 0–0 11. Lc4 Pc6 12. 0–0 b6 13. Tad1
De juiste opstelling van de torens, zo door Keres werd aanbevolen. Vroeger werd meestal 13. Tac1 en 14. Tfd1 gespeeld.
13. … Lb7 14. Tfe1 Tc8 15. d5 exd5 16. Lxd5 Pa5 17. Df4 Dc7 18. Df5 Lxd5 19. exd5 Dc2
De consequentie van zwarts tegenspel; de witte d-pion wordt nu gevaarlijk.
20. Df4 Dxa2
Te riskant, 20. … Dc4 21. Td4 Dc3 is een betere verdediging.
21. d6 Tcd8 22. d7 Dc4 23. Df5 h6 24. Tc1 Da6 25. Tc7 b5
Deze zet pareert het dreigende 26. Te8 waarop nu 26. … Dd6! kan volgen.
26. Pd4 Db6 27. Tc8 Pb7 28. Pc6!
De partij is beslist. Petrosjan helpt mee aan een schitterde slotcombinatie.
28. … Pd6 29. Pxd8 Pxf5 30. Pc6
En wat is er tegen 31. Txf8+ te doen?
1-0.
Partij in viewer:
14 maart:
Tweezet 1042 kon enkele weken geleden worden opgelost. Oplossers die wat kennis hebben van schaakproblemen zien al snel de Grimshaw op g6. Deze wederzijdse loper- toren-interferentie heeft ook, zonder dat de sleutelzet wordt uitgevoerd, al mats gereed liggen. Na 1. … Lg6 interfereert de loper de toren van h6, en wit kan daardoor 2. bxa6 mat geven, de toren kan namelijk niet meer op c6 tussen plaatsen. Na 1. … Tg6 interfereert de toren de loper op h7. Daar maakt wit gebruik van door met 2. Lc3 mat te geven. De witte loper moet veld a5 blijven dekken en de zwarte loper kan de toren op e4 niet nemen.
De sleutelzet is 1. Tg6! Dit heet een Novotny, want wit plaatst een stuk op het Grimshaw kruispunt. Er dreigt nu 2. b6 en 2. Lc5 mat. Als zwart de toren neemt met zijn loper, 1. … Lxg6 dan is 2. b6 mat, door de interferentie, en wit moet ook b7-b5 tegenhouden. Na 1. … Txg6 is het mat met 2. Lc5 mat, de zwarte loper valt de batterij e4-a4 niet meer aan, en wit moet de zwarte loper van a7 afsluiten. Het is gebruikelijk dat een Novotny twee dreigingen heeft, en dat met het slaan van het witte stuk op het snijpunt telkens één van die dreigingen als matzet terugkomen. Maar er is nog meer. Zwart kan zich ook verdedigen tegen de twee matdreigingen met een stuk te plaatsen op b6, de witte zet b6 wordt dan geblokkeerd en het mat Lc5 werkt niet meer, omdat a5 niet meer gedekt is.
Na 1. … b6 komt 2. Lc3 mat. De zwarte pion interfereert de loper op a7, wit kan zetten met de toren-loper-batterij op de 4e lijn, maar wit moet wel veld a5 blijven dekken, dus 2. Lc3 mat. Ook 1. … Lb6 pareert tegen de dreigingen, de matzet is dan 2. bxa6. De zwarte loper interfereert namelijk pion b7. Deze pion kan niet tussenplaatsen in de loper-pion-batterij (d7-a4), maar wit kan wel door de interferentie die batterij gebruiken, en dat kan via 2. bxa6 mat. De wederzijdse interferentie van loper en pion heet een Pickabish. En dat is weer een voorbeeld van een probleem met een pion-thema, die in de miniserie over de pion past. Daarmee wordt deze miniserie afgesloten. De oplettende oplosser zal ontdekt hebben dat de matzetten die na de Pickabish komen, dezelfde zijn als de Grimshaw varianten op g6 uit het spel voor de sleutelzet, het zogenaamde schijnspel. Dit heet paradeverandering. De Grimshaw varianten van g6 vertonen ook nieuwe matzetten t.o.v. het schijnspel, dit heet paradeverandering. De combinatie van mat- en paradeverandering vormen samen het zogenaamde Ruchlisthema.
De combinatie van Grimshaw, Novotny, Pickabish en Ruchlis-thema in een probleem is een hele prestatie geweest, zeker met een stelling met maar 17 stukken. Het mooist is dat alle matzetten plaatsvinden met een batterij, wat een extra dimensie aan dit meesterwerk geeft.
Het probleem behaalde een eerste prijs in dagblad “De Waarheid” in 1985.
1 maart: Passie en willekeur
De sterkste schaker van de wereld, Magnus Carlsen, mocht afgelopen week aantreden bij ‘s werelds grootste podcast van Joe Rogan. Miljoenen mensen kregen daardoor een inkijkje in de schaakwereld. Er heerste een ontspannen sfeer. Rogan ontvangt wekelijks meerdere gasten uit allerlei vakgebieden, waardoor hij niet echt de tijd kan nemen om zich uitgebreid voor te bereiden. Het gesprek blijft daardoor wel op de oppervlakte, en de echte ingewijden zullen dus weinig nieuws leren. Toch komen er wel behoorlijk wat interessante onderwerpen ter sprake.
Volgens verwachting begint Rogan al na 5 minuten over de ‘anale kralen’. Deze speelden een rol in een theorie over vermeend vals spel van Hans Niemann tijdens zijn overwinning op Carlsen in de Sinquefield Cup van 2022. Rogan gaf toe dat hij destijds meer aandacht had gegeven aan deze theorie dan hij zou willen toegeven, maar Carlsen gaf gelijk aan dat deze theorie natuurlijk ver staat van de werkelijkheid. Wat wel opvalt is dat beide mannen de naam van Niemann niet noemen, waardoor hij als een soort Voldemort behandeld wordt. Het onderlinge vertrouwen blijkt nog geenszins te zijn hersteld.
Een boeiend onderwerp kwam ter sprake toen gevraagd werd hoe Carlsen zo goed is geworden. De belangrijkste factoren lijken toch zijn afkomst. Carlsen looft de intelligentie van zijn ouders en zussen, en stelt dat hij in een omgeving nabij Oslo opgroeide waar hij toegang had tot goede schaaktraining. Grappig is dat vader Henrik zelf geen sterke schaker is, waarbij menigeen zich weleens afvraagt hoe ‘zo’n armzalige speler zo’n sterke zoon heeft gekregen’. Opmerkelijk is dat Carlsen toegeeft dat hij zelf bekendstaat als een ‘luie’ schaker. Huiswerk van zijn trainer daar had hij geen zin in, en ook tegenwoordig heeft hij geen enkele structuur in zijn training. Sinds een paar jaar laat hij zijn openingskeuzes zelfs bepalen door het lot van een dobbelsteen.
Toch blijkt Carlsen het schaakspel ‘te ademen’. Het is nog steeds zijn grootste passie, en er gaan geen twee dagen achter elkaar voorbij dat hij niet met het spel bezig is. Zelfs op de stoel tijdens de podcast zit hij in zijn hoofd een internetpotje door te nemen dat hij eerder die ochtend speelde. Belangrijk was ook dat Carlsen in zijn jeugd weinig afleiding had. Zijn ouders hadden hem wijsgemaakt dat computerspellen saai zijn, waardoor hij zich vooral op het schaken richtte.
Een voor mij nieuwe paragraaf ging over trainingskampen. Zijn trainingssessies met Kasparov zijn algemeen bekend, maar ook met Anand bleek Carlsen op jonge leeftijd te hebben samengewerkt. Carlsen had toen al even de nummer 1 positie aangetikt op de wereldranglijst, maar moest zijn meerdere erkennen tegen de Indiase veteraan in een snelschaakmatch. Hij ontdekte toen hoe ongelofelijk snel en nauwkeurig Anand dingen zag, waardoor hij moest vaststellen dat er nog heel veel te leren was.
Toch is zijn favoriete speler een ‘jonge Kasparov’. Kasparov had zo ongelofelijk veel dynamiek in zijn spel, waardoor hij stilistisch eigenlijk de tegenpool is van Carlsen.
Garry Kasparov – Lajos Portisch, 1983
21.Lxg7! Een verbluffend intuïtief stukoffer. De zwarte koning wordt chronisch verzwakt. 21…Kxg7 22.Pe5! Tfd8 23.Dg4+ Kf8 24.Df5! f6 25.Pd7+! Txd7 26.Txd7 Dc5 27.Dh7 Tc7 28.Dh8+! Tactisch alert, want op het logische 28.Td3? heeft zwart 28…Dxf2!! 28…Kf7 29.Td3 Pc4 30.Tfd1 Pe5 31.Dh7+ Ke6 32.Dg8+ Kf5 33.g4+ Dit leidt tot spoedig mat. 33…Kf4 34.Td4+ Kf3 35.Db3+ 1–0
8 maart: Frans leren
De legendarische oud-wereldkampioen Boris Spassky is overleden. Hij is vooral bekend geworden door zijn deelname aan de Match of the century tegen Bobby Fischer in 1972. Ten tijde van de Koude Oorlog keken alle ogen van de wereld even naar het schaakbord, waar een Sovjet-speler het mocht opnemen tegen een Amerikaan. De strijd vond zowel op het bord als buiten het bord plaats en was bijzonder boeiend. Fischer haalde allerlei capriolen uit om Spassky van slag te brengen. Daarop bood FIDE president Max Euwe zelfs aan Spassky aan om Fischer te diskwalificeren. Maar hiermee ging Spassky niet akkoord en de rest is historie. Na een enerverende match ging Spassky uiteindelijk ten onder. Zijn houding in de match tegen Fischer, waarin hij sportiviteit boven controverses stelde, toont zijn karakter als een echte gentleman.
Een ander historisch fragment uit Spassky’s partijen volgt uit een eerdere match, waarbij hij ook aan het kortste eind trok.
Tigran Petrosian – Boris Spassky (1966)
21.Pe3!
Het door Petrosian gepatenteerde kwaliteitsoffer.
21…Lxf1?! Mikhail Botwinnik zei over zijn collega wereldkampioenen: ‘Als Tal materiaal offert, sla het. Als Petrosian materiaal offert, sla het niet.’ Spassky doet het toch en krijgt spoedig spijt.
22.Txf1 Pg6 23.Lg4! Pxf4?
De zwarte koningsstelling leek al niet bijzonder gezond, maar nu gaat zwart op fabelachtige wijze onderuit. Met 23…Df6 kon Spassky nog weerstand bieden.
24.Txf4!
Met een nieuw kwaliteitsoffer wordt een belangrijke verdediger geëlimineerd.
24…Txf4 25.Le6+ Tf7 26.Pe4 Dh4 27.Pxd6 Dg5+ 28.Kh1 Taa7 29.Lxf7+ Txf7
Petrosian maakt het karwei af met het onvoorstelbare 30.Dh8+!! Na alle verwikkelingen houdt hij een extra stuk over. 1–0
Wie leest over de match tegen Fischer, en het bovenstaande fragment ziet, zou wellicht denken dat Spassky’s leven tragisch was. Maar dat was zeker niet het geval. Hij won de volgende match van Petrosian, en werd gekroond als de tiende wereldkampioen. Toch beschouwde Spassky juist zijn periode als wereldkampioen als zijn minst gelukkige, door alle verantwoordelijkheden die erbij kwamen kijken. De nederlaag tegen Fischer was voor hem dan ook een verlossing.
Spassky had een bredere interesse dan alleen schaken en hield van literatuur en sport. Bovendien was hij geliefd onder zijn collega’s. Nadat Bobby Fischer van het pad geraakte, kwam hij met veel mensen in onmin. Maar over Spassky had hij altijd lovende woorden. Een andere vermakelijke anekdote over Spassky is afkomstig van Vladimir Kramnik. Spassky woonde een groot deel van zijn leven in Frankrijk. Hier leerde hij nooit echt goed Frans, en had op zijn bureau een notitie met de Russische tekst: ‘leer Frans, idioot!’ In een veteranen toernooi werd Spassky ingedeeld tegen Viktor Korchnoi, waar hij het moest afleggen tegen diens Franse verdediging. Korchnoi was in een humoristische bui en ondertekende het scoreformulier met de tekst: ‘Leer Frans, idioot!’.
Boris Spassky was een charismatische man. Levensgenieter. En iemand met een goed gevoel voor humor. Hij is 88 jaar geworden.
15 maart: Succes in Leiden
De landelijke meesterklasse nadert een zeer spannende ontknoping. In de zevende ronde kreeg Groninger Combinatie de kans om een achterstand van twee matchpunten goed te maken in een onderlinge strijd tegen LSG in Leiden. Dat lukte, want met een nipte 5,5-4,5 overwinning gingen de punten mee naar Groningen. Dus heeft het Groningse team ineens de koppositie te pakken met een voorsprong van slechts één bordpunt.
Er was nog meer succes in Leiden. Want twee weken eerder wist de Groninger Milan Mostertman het Noteboomtoernooi te winnen. Van de zes co-winnaars had hij de beste tiebreak. Daarmee wint voor het eerst in jaren een speler die nog geen grootmeester is. Bovendien heeft het toernooi een rijke historie. De eerste editie vond plaats in 1936 en werd gewonnen door Max Euwe. In latere edities wonnen ook grootheden als Timman en Botwinnik.
In de KNSB wedstrijd waren er overwinningen voor Sergei Tiviakov, Jorden van Foreest, Leandro Slagboom en mijzelf. Tiviakov (52) mocht het opnemen tegen zijn Schotse generatiegenoot Jacob Aagaard. Sinds korte tijd heeft Aagaard ineens Nederlandse belangen. De grote uitgeverijen Quality Chess en Everyman Chess zijn gefuseerd met New In Chess, dat gevestigd is in Alkmaar. Aagaard geeft momenteel leiding aan de samenstelling van deze uitgeverijen, die overigens nog wel opereren onder verschillende namen.
Sergei Tiviakov – Jacob Aagaard
1.e4 e5 2.Pf3 Pf6 3.Pxe5 d6 4.Pf3 Pxe4 5.Ld3!?
De Russische verdediging heeft tegenwoordig een bijzonder goede reputatie als remisewapen. Met deze zijvariant probeert Tiviakov gelijk een eindspel op het bord te krijgen, waarin hij uren kan gaan melken.
5…d5 6.De2 De7 7.0–0 Pc5?!
Deze ogenschijnlijk natuurlijke paardzet zorgt ervoor dat Aagaard al spoedig moet afzien.
8.Te1 Dxe2 9.Lxe2 c6 10.d4 Pe6 11.c4!
Wit heeft een kleine ontwikkelingsvoorsprong en zet gelijk druk.
11…Lb4 12.Pc3 0–0 13.a3! Lxc3 14.bxc3 Pd7 15.a4 Td8
16.a5!
De openingsfase is een enorm succes voor wit. Hij heeft het loperpaar, spel op de damevleugel en bovendien ogen de zwarte stukken ongelukkig.
16…Pf6 17.Pe5 Pe4 18.Ta3 f6 19.Pg4 Kf7 20.Pe3 Pc7 21.Tb3 Pd6 22.cxd5 cxd5 23.La3 b6 24.Ta1 Pe4 25.f3 Pg5 26.axb6 axb6 27.Txb6
Wit heeft een pion buitgemaakt, en de technische klus is aan Tiviakov wel toevertrouwd.
27…Pge6 28.Lb2 Txa1+ 29.Lxa1 Ld7 30.Lb2 Ta8 31.Ld3 Ta2 32.Lb1 Ta5 33.Kf2 Tb5 34.Txb5 Lxb5
Ik zou er zelf niet zeker van zijn dat deze pluspion voldoende is voor de winst, maar Tiviakov laat zien dat wit in het vervolg allerlei andere voordeeltjes kan boeken door de zwarte stukken langzaam te domineren.
35.g3 Lc6 36.h4 h5 37.La3 g5 38.Pf5 Pg7 39.Pe3 Ke6 40.Lf8 Kf7 41.Ld6 Pb5 42.Lb4 Ke6 43.Lh7 Kf7 44.Ld3 Ke6 45.Ke2 Pc7 46.Lf8 Kf7 47.Ld6 Pge8 48.Lb4 Pe6 49.Kf2 gxh4 50.gxh4 Pf4 51.Lf1 Pg7 52.Kg3 Pfe6 53.Ld3 Pc7 54.La5 Pce8 55.Lc2 Pd6 56.Lb4 Pge8 57.Kf4 Pb5 58.Pf5 Pec7 59.Ld3 Pe6+ 60.Ke3 Pg7
61.Pe7!
Ineens heeft wit het voor elkaar. De zwarte d-pion valt en dus heeft Aagaard genoeg gezien. 1–0 Bij het uitmelken van dit saaoort eindspelletjes is de ervaren Tiviakov op zijn best.
Partij in viewer:
Lees (voor niet-abonnees alleen op vrijdag van verschijning gratis) verder: www.groene.nl/auteur/hans-ree
Nog een opmerking bij mijn rubriek van 8 maart: de in de tweede regel genoemde Salo Flohr was de hoofdarbiter in de match Spassky-Kortchnoi in 1968!
Salo Flohr was ook de auteur van de boeken over de twee WK matches tussen Spassky en Petrosian van 1966 en 1969, die in het Duits werden uitgegeven door Ten Have. De gelijknamige boekhandel in de Kalverstraat in Amsterdam had toen ook een goed voorziene afdeling schaakboeken. In het boek uit 1969 staan ook de analyses van de 5 winstpartijen uit de voorafgaande finale van de kandidatenmatches tussen Spassky en Kortchnoi. Die zijn eveneens van de hand van Salo Flohr. Spassky won 4 partijen en Kortchnoi één partij.