In de schijnwerpers: Harry Gielen
U bent hem vast wel eens tegengekomen op een schaakevenement. Harry is één van de hofleveranciers binnen de Nederlandse schaakwereld. Zijn foto’s verschijnen regelmatig op deze site. Wie is hij? Wat beweegt hem? Wat maakt hij mee?
Wanneer ben je begonnen met schaken en wie heeft het je geleerd?
Een vriendje van de lagere school heeft het me geleerd. Ik was een jaar of zeven of acht. Op elfjarige leeftijd ben ik bij een schaakclub gegaan in mijn geboortedorp Huizen. Daar was ik een hoge uitzondering, destijds waren er geen jeugdleden.
Heb je naast schaken nog andere sporten of hobby’s?
Ik heb lang gevoetbald en fiets zeer regelmatig op de mountainbike. Niet als mountainbiker, maar gewoon als wielrenner. Ik had eerst een fiets met dunne banden en mijn buurman heeft me aangeraden om een fiets aan te schaffen met iets dikkere banden, want dat rijdt gewoon wat comfortabeler. Ik ga niet de Veluwe over, of het zou over de fietspaden moeten zijn, maar niet in het ruwe terrein. Verder wandelen we regelmatig. Af en toe golf ik, maar dat is niet echt mijn sport.
Waarom doe je het dan?
Mijn vrouw golft en ze vindt het leuk als ik meega. Dus heb ik ook mijn golfvaardigheidsbewijs gehaald. Een paar keer zijn we samen op golfvakantie gegaan. Dat is heel gezellig. Maar voor het golfen hoef ik het niet te doen.
Kun je wat meer vertellen over je eigen schaakachtergrond? Dus hoe het gegaan is nadat je als elfjarig lid werd van een schaakclub.
Toen ik als elfjarige bij die club kwam, heb ik geloof ik anderhalf jaar lang alleen maar verloren. Ik begrijp nog steeds niet waarom ik bleef schaken. Toen ik in Utrecht ging studeren heb ik meer tijd aan schaken besteed. Ik was lange tijd lid van Utstud. Men veranderde de naam van de club later in Paul Keres. Voorafgaand aan de clubavond was ik dan ’s middags alleen met schaken bezig. Daar kon ik redelijk meekomen. In die tijd had ik een rating van circa 1.900 tot 1.950. Het was ook niet zo heel hoog maar ook niet heel laag.
Ik woonde lange tijd in Groningen en speelde bij de vereniging Haren. Nadat ik van Haren naar Den Haag verhuisde, aan het einde van de coronatijd, heb ik weinig geschaakt. Ik was nog wel eventjes lid van een schaakclub in Zoetermeer. Daar heb ik een aantal partijen gespeeld, maar ik kwam erachter dat ik het gewoon niet leuk meer vond. Maar ik speel dus wel zeer regelmatig, ik kan rustig zeggen vrijwel dagelijks, enkele rapidpartijtjes via Lichess.org (meestal 10+5). De toernooien volg ik ook.
Maar ik heb weinig ambitie om zelf achter het schaakbord te zitten. Het grappige is dat mijn allerbeste vriend, Harrie Boerkamp, precies hetzelfde heeft. Hij is zelfs ook opgehouden met schaken bij de club. Maar hij is nog wel lid. Overigens ben ik nog wel lid van schaakclub Haren. Het is feitelijk een soort van donateurschap. Ik ben lid om ze te ondersteunen want het gaat ook niet zo vreselijk goed met ze. Dus ik dacht bij mezelf, die € 150 kunnen ze goed gebruiken.
Heb je nog andere dingen in de schaakwereld gedaan?
In de jaren tachtig ben ik een tijdje bestuurslid geweest bij de CSVN (Computer Schaakvereniging Nederland). Ik was betrokken bij diverse Nederlands kampioenschappen voor schaakprogramma’s. Ondanks het feit dat ik zelf programmeer, heb ik nooit de aandrang gehad een programma te schrijven. In die tijd heb ik een WK computerschaak in Köln bijgewoond. Dit was een enerverend toernooi.
Toen draaiden de meeste programma’s ergens op de wereld op een mainframe via een inbelverbinding. Het programma van Ed Schröder was een uitzondering en draaide op een Apple II. Pas na de derde ronde kwamen de Amerikanen erachter dat er bij Ed geen draadje naar een mainframe ging! Ed werd toen bijna wereldkampioen. In de beslissende partij tegen Berliner deed Rebel (zijn programma) in een hele goede stelling, een slechte zet. Ik heb begrepen dat Ed nooit heeft kunnen achterhalen waar in de algoritmes de fout zat. Het waren net mensen! Ed werd later wel wereldkampioen.
Wat vind je het leukste aspect aan schaken? Of misschien moet ik die vraag anders stellen: wat vond je het leukste aspect aan schaken?
Het is natuurlijk toch een clash. De ‘battle of minds’ van twee personen. Dat boeit me. Ik heb ook nauwelijks tegen computers gespeeld. Daar ontbrak dat aspect.
Wat was je beste resultaat tot nu toe?
Het is al weer geruime tijd geleden, maar bij de tienkampen van het toenmalige IBM toernooi ben ik een keertje bovenaan geëindigd in de C-groep. Dat was een zeer fatsoenlijk resultaat. Oh ja in het OKU, toen men dat nog op doordeweekse dagen speelde, ben ik een keer begonnen met vijf uit vijf. De volgende twee ronden verloor ik van Kees Vreeken (tegenwoordig erelid van Paul Keres) en Bruno Carlier.
Kun je iets over jouw schaakstijl zeggen?
Nou, redelijk aanvallend. Dat is het enige wat ik ervan kan zeggen.
Wie is je favoriete schaakspeler?
Dat is toch wel Jan Timman. Dat hangt natuurlijk sterk samen met het feit dat ik bijna al zijn boeken heb. Maar Garry Kasparov vind ik ook geweldig vanwege zijn spel en zijn boeken. Misschien hangt het daar een beetje mee samen.
Wat bracht je er toe om te gaan fotograferen bij schaakwedstrijden?
Rond 2003-2004 was ik teamleider bij het eerste team van Schaakclub Haren. Ze speelden in de derde klasse van de KNSB. Ik maakte altijd de wedstrijdverslagen. In die tijd kwamen betaalbare digitale camera’s op de markt en begon ik met foto’s te maken bij de wedstrijden. Dat is een beetje uit de hand gelopen, want later ging ik ook naar toernooien. Ik kwam uiteraard ook in aanraking met het schaakfestival in Groningen (waar ik woonde). Daar kon ik naar hartenlust fotograferen. Het leukste vind ik fotograferen bij jeugdtoernooien en jeugdwedstrijden.
Toen het Nederlands Jeugdkampioenschap drie jaar achter elkaar werd georganiseerd in Assen, was ik nauw betrokken bij de organisatie en maakte er veel foto’s. Op het recente NJSK in Helmond ben ik ook nog een paar dagen geweest. Dat vind ik leuk.
Bij het Nederlands kampioenschap (senioren) werd ik negen jaar door de KNSB ingehuurd. Maar nu het dit jaar in Venlo wordt georganiseerd zal ik dat niet zijn, want ze willen het zelf doen. Ik ga er wel heen hoor, want die kampioenschappen zijn leuk omdat je er wat meer kans hebt op contact met de spelers. Op die manier leren we elkaar beter kennen.
Overigens heb ik wel een klein beetje een broertje dood aan de nieuwe opzet waarbij er dus op de eerste dag 16 spelers zijn, daarna 8 en daarna 4. Op die laatste twee dagen vraag ik mezelf dan wel af:
“Wat moet ik nu nog fotograferen? Ik heb die mensen al vier keer op de foto gehad?”
De KNSB zou actiever in hun pogingen moeten zijn om een toernooi met twaalf spelers te organiseren.
Wellicht een beetje ten overvloede want je hebt er al het nodige over gezegd: wat is er zo interessant aan het fotograferen?
Jeugdspelers fotograferen vind ik het leukst. Als je jaarlijks jeugdspelers fotografeert, dan zie je ze ook opgroeien. Ik ken vanuit het Groningse de familie Van Foreest heel goed. Van Machteld heb ik de eerste foto gemaakt toen ze zes jaar was. Ze is nu 17. Je ziet ze opgroeien en dat is ontzettend leuk.
Wie zijn de interessantste personages om te fotograferen?
Ik heb niet echt favorieten. Mijn voorkeur gaat uit naar jeugdspelers. Ze hebben de camera meestal niet in de gaten (en storen zich er ook niet aan). Het is natuurlijk het leukste om een foto te maken van iemand die in diepe gedachten zit. Je wilt de emoties die in de hersenen van de persoon zitten zo goed mogelijk naar voren brengen.
Kun je aan de lezers enkele toppers uit jouw collectie laten zien, foto’s waarvan jij zegt dat zijn geweldige foto’s?
Er zijn inderdaad een aantal foto’s waar ik erg blij mee ben. Er is een tentoonstelling geweest in Amersfoort waar ook allerlei dingen ten aanzien van het schaken werden getoond. Daarvoor zijn een aantal schaakfotografen uitgenodigd. Lennart Ootes was de belangrijkste daarvan. Lennart had een aantal grote foto’s. Ik mocht er ook een vijftal foto’s laten zien.
Welke toernooien zijn voor jou het meest Interessant?
Dat zijn, zoals ik al eerder opmerkte, vooral jeugdtoernooien. Ik kreeg een uitnodiging voor het Hutton-toernooi. Dat is het allerleukste toernooi. Daar komen spelers van allerlei pluimage. Hele sterke spelers en ook wat mindere goden. Ze spelen in teams. Daar is altijd een hele goede sfeer. Hutton is nu het toernooi met een soort rapid voor clubteams
Vraagt men je om te komen fotograferen?
Vanuit mijn directe omgeving, zoals Leiden komen er regelmatig verzoeken. Gelukkig is men dan ook bereid om een onkostenvergoeding te betalen. Dat is niet vanzelfsprekend. Toen Hans Böhm me zag fotograferen bij een bekerfinale in Wijchen, voor mij niet naast de deur, kwam hij erachter dat ik het voor niks deed. Hij merkte op:
“Harry, je moet dingen niet voor niks doen, want dan denken de mensen dat het niks waard is!”
Dat heb ik in mijn oren geknoopt. Ooit ben ik naar het Limburg Open geweest. Daar heb ik ook tegen ze gezegd, deze keer kom ik foto’s maken als het mag, maar als ik de volgende keer kom, dan wil ik een vergoeding hebben. De volgende keer is nooit gekomen. Ze maken zelf hun foto’s. Bovendien is Frans Peeters er nu arbiter. En hij neemt zijn camera mee (glimlacht).
Noot: Frans Peeters is naast arbiter ook een bekende schaakfotograaf. U vindt zijn foto’s hier…
Je loopt rond op allerlei plaatsen, kom je weleens rare of interessante dingen tegen?
Een van de meest macabere dingen die ik meegemaakt heb, dat was bij een OKU, al flink aantal jaren geleden. Daar kwam iemand naar me toe en zei:
“U fotografeert de mensen hier, he? U moet die meneer fotograferen.”
Ik vroeg: “Waarom?”
Hij: “Die gaat binnenkort dood.”
Mijn foto stond op zijn kist. Het is al een aantal keren voorgekomen, dat mijn foto op een kist van schakers stond. Gerard de Wit was iemand uit Groningen. Het was een beetje een heremiet, zogezegd. Toen hij overleed bleek dat zijn zussen en broers geen foto’s van hem hadden. Ik kon zo een stuk of vijftien naar ze toe sturen. Ze waren dolblij. Het gebeurt regelmatig bij mensen die overlijden.
De meest opmerkelijke ervaring die ik had, was tijdens het Tata Steel On Tour in Groningen. Toen speelde Magnus Carlsen mee en kregen de spelers een rondleiding in het Groningen Museum. Vervolgens werden ze overgebracht van het Groningen Museum naar het universiteitsgebouw, dat oude en mooie gebouw (zie foto links).
Maar Magnus, hij was daar met z’n vader Henrik, besloot om te gaan lopen. Hij had een specifiek doel voor ogen. Hij kwam langs een sportwinkel op het Zuiderdiep en ging de winkel in. Ik ben niet met hem meegegaan, dat vond ik iets te ver gaan, maar ik heb wel gewacht. Later hoorde ik wat er gebeurd was. Magnus is een groot fan van Real Madrid. Maar wat is nou de overeenkomst tussen Real Madrid en die sportwinkel?
Het bleek heel eenvoudig. Martin Ødegaard, een Noor, speelde op dat moment bij Heerenveen. Magnus ging naar binnen om een shirt van Heerenveen te kopen in Groningen. Dat was daar natuurlijk niet te koop, gezien de rivaliteit tussen FC Groningen en Heerenveen. Vervolgens nam ik telefonisch contact op met diverse personen en vertelde over de wens van Magnus. Uiteindelijk is Ødegaard vanuit Heerenveen met een shirt naar Groningen gekomen. Daar heeft hij het aan Magnus overhandigd. Het was een mooie ervaring.
Heb je wel eens gedoe gehad met privacy?
Dat is wel voorgekomen. Tegenwoordig is het standaard wanneer mensen aan een toernooi willen deelnemen, dat ze op het inschrijfformulier moeten aangeven of ze wel of niet op de foto willen. Het gebeurt een enkele keer. Maar één keer in Assen, dat was voor de tijd dat men er specifiek naar vroeg, kreeg ik achteraf een boze ouder op mijn dak. Die wilde dat er van hun kinderen geen digitale footprint was. Dat waren de letterlijke woorden. Toen heb ik gezegd:
“Luister eens, Ik heb van alle deelnemers een portretfoto. Ik heb de foto van uw zoon verwijderd. Maar er is ook een foto waar uw zoon op staat aan een hele tafel, waar hij ergens in het midden zit. Er staan geen namen bij niks. Die haal ik niet weg. Maar dat is zo een beetje het enige.”
Je had hem kunnen ‘blurren’?
Nee, dan geef je er extra aandacht aan.
Maar daarna geen gedoe meer gehad?
Het komt wel voor. Bij de laatste NJSK waren er twee spelers die niet op de foto wilden. Maar dat vertelt men je van tevoren. Tegenwoordig is het geregeld door de KNSB. Maar dat is op sommige plaatsen anders. Spelers van een NK bijvoorbeeld, krijgen die mogelijkheid niet.
Hoe kijk je aan tegen de laatste ontwikkelingen in de schaakwereld bekeken vanuit jouw fotografische expertise?
Nou ja, ik zie niet veel ontwikkelingen die de fotografie beïnvloeden, behalve dat je misschien met AI straks dingen na kan maken. Waar ik wel een broertje dood aan heb is in feite dat Facebook claimt dat ze dus foto’s mogen gebruiken die je op Facebook publiceert. Vanwege mijn auteursrechten waag ik te betwijfelen of dat klopt. Maar voor de zekerheid publiceer nooit een foto op Facebook. Ik publiceer er alleen een link. Met andere woorden, die foto staat bij Flickr en die staat niet bij Facebook. Tot nu toe heeft dat geen problemen gegeven. U vindt alle foto’s van Harry Gielen hier…
Wat is er interessant aan Flickr?
Flickr is meer professioneel. Dat is het enige interessante. Vroeger gebruikte ik ook wel Pirate software toen iedereen dat nog deed. Ik ben er al snel toe over gegaan om software die ik vaak gebruik te kopen. Op Lightroom heb ik gewoon een abonnement. Ook Microsoft Office heb ik gekocht.
Wil je nog iets kwijt aan de bezoekers van Schaaksite?
Ja, dat iedereen ze financieel moet steunen, dat vind ik heel belangrijk. Zelf steun ik ze uiteraard ook. Het is voor de goede zaak. Ik zou graag zien dat schaaksite en de KNSB met elkaar samenwerken zodat de schaakbond geen eigen website meer nodig heeft. Want de sites van de schaakbond zijn natuurlijk een ramp. Maar schaaksite wil natuurlijk onafhankelijk blijven.
Wilt u schaaksite.nl een steuntje in de rug geven? Dat kan hier…