Krantenrubrieken 21 en 28 juni 2025
Wekelijks publiceren we de schaakrubrieken van Dimitri Reinderman voor HDC Media, Henk Prins voor het Reformatorisch Dagblad, Nick Maatman voor Dagblad van het Noorden / Leeuwarder Courant en Hans Ree in de Groene Amsterdammer.
Dimitri Reinderman | Henk Prins | Nick Maatman | Hans Ree & Hans Böhm
21 juni: Een lastige beslissing voor de VAR
Bij het schaken is er geen officiële VAR, maar als er videobeelden zijn kan een arbiter deze wel raadplegen. Maar ook met beelden erbij kan een beslissing lastig zijn. Een recent incident bij het WK rapid voor teams is een illustratie daarvan. Het ging om een geval van aanraken is zetten. Deze regel zegt dat een speler die een stuk aanraakt indien mogelijk daarmee moet zetten (of het stuk moet slaan).
Het betrof een partij van Anish Giri. In de stelling van diagram 2 greep hij tot twee maal toe met zijn hand naar het paard naar e3, met de bedoeling dat naar d1 te spelen. Het antwoord 39.Le2 beviel hem echter niet (al blijft zwart goed staan na 39…De3) en daarom koos onze landgenoot voor het betere 38…Lxh4. Zijn tegenstander stopte de klok met de claim dat Giri het paard had aangeraakt. Omdat Chessbase India de partij opnam kon de arbiter de beelden bekijken. Hij wees vervolgens de claim af: op het kleine scherm waarop hij keek was niet duidelijk een aanraking te zien. Maar in reacties op de YouTubevideo Anish Giri’s Touch to Move Controversy in London wijzen veel mensen erop dat als je inzoomt, te zien is dat het paard heel lichtjes beweegt. Het lijkt dus dat het paard toch aangeraakt was. Het is wel zo dat de regels zeggen dat een aanraking die overduidelijk per ongeluk is, niet telt. Dit geldt echter voor gevallen zoals het omgooien van een stuk met je elleboog, niet voor gevallen als dit. Overigens had de beslissing geen grote invloed op de uitslag: ook met een paardzet had Giri waarschijnlijk wel gewonnen.
Aldiyar Ansat – Anish Giri
1.e4 d6 2.d4 Pf6 3.Pc3 g6 4.Le3 Lg7 5.Pf3 0–0 6.Dd2 a6 7.0–0–0 b5 8.e5 b4 9.Pe2 Pg4 10.Dxb4 Pxe3 11.fxe3 Lg4 12.h3 Lxf3 13.gxf3 c5 14.Da3 Pc6 15.f4 cxd4 16.exd4 Tc8 17.h4 dxe5 18.dxe5 Db6
Wit staat een pion voor, maar zwart heeft compensatie dankzij de open lijnen richting de witte koning.
19.Th3 a5 20.Kb1 Tfd8 21.Thd3 Txd3 22.cxd3 Pb4 23.Db3 a4! 24.Dxa4 Pd5
Nu zou het na 25.Db3! ongeveer gelijk staan. In de partij gaat zwart van twee pionnen achter naar twee pionnen voor.
25.Tc1? Txc1+ 26.Kxc1 De3+ 27.Kb1 Dxd3+ 28.Dc2 Df3! 29.Dc1 Pe3 30.Pg1 De4+
Slaan op f1 wint ook, maar snel berekenen of zwart de a-pion kan tegenhouden is lastig.
31.Ka1 Pc2+ 32.Kb1 Pe3+ 33.Ka1 Dxf4 34.Ld3 Lxe5 35.Pe2 Df3 36.a3 Kg7 37.Dc5 Lf6 38.Pc3
Hier was 38…Pf5 ook goed.
38…Lxh4 39.Ka2 Lf6 40.a4 Pd1!
Nu is deze zet wel sterk.
41.Pxd1 Dxd3 42.Pc3 h5 43.a5 h4 44.Pb5 h3 45.Dc6 h2 46.Pc7 Dd2 47.a6 Dxb2 mat
Partij in viewer:
28 juni: Praten, mag dat?
Mag je praten tijdens een partij? Ja, “Ik bied remise aan” mag, maar hoe zit het als je rondloopt en een bekende tegenkomt? In de praktijk zijn er best veel schakers die dan iets zeggen als “Hé, hoe gaat het?” of “Hé, hoe sta je?” Het zou wel heel ongezellig zijn als je zo’n vier uur lang moet zwijgen en geen sociaal contact mag hebben, zo vinden veel spelers. Maar anderen storen zich weer aan het gepraat. Als je tegenstander b.v. praat met een veel sterkere speler en/of in een andere taal kan dat verdacht overkomen. En is het sowieso niet tegen de regels om met anderen te praten? Dat niet per se.
Wat niet mag is het hinderen van de tegenstander door “het maken van lawaai of het anderszins laten klinken van geluiden in het spelersgebied.” Ook gebruik maken van “enigerlei aantekening, informatiebron of advies” mag niet, noch “praten over of zich bemoeien met een partij”. Maar zonder hinder praten over het weer? Het lijkt niet verboden. Als het over de partij gaat, dan wel, en dat is moeilijk controleerbaar.
Persoonlijk ben ik ervoor om (niet hinderlijk) gepraat bij gezelligheidstoernooien toe te staan, maar bij serieuze toernooien niet. Maar het onderscheid is soms lastig. Zo werd afgelopen weekend het HSG Open gehouden in Hilversum: het telde mee voor de FIDE-rating, dus een serieus toernooi, maar ongetwijfeld deden er ook veel gezelligheidsschakers mee. Naar wat ik heb begrepen werd er (in ieder geval in het begin) nauwelijks op gelet en kwamen daar verschillende klachten over binnen. Ik zou het zelf bij een toernooi als dit toch niet toestaan.
Twee spelers eindigden met 5.5 uit 6 bovenaan bij dit toernooi, GM Benjamin Bok en IM Nico Zwirs. De laatste is op jacht naar de grootmeestertitel en kan de verdiende ratingpunten goed gebruiken. Zijn tegenstander in de laatste ronde was de verrassing van het toernooi. De jonge Utrechter (geboren 2010) had eerder een IM en twee FM’s verslagen, maar Zwirs bleek te sterk in een partij waarin beiden vol op de aanval speelden.
Nico Zwirs – Lode de Jong
1.e4 c5 2.Pf3 d6 3.d4 cxd4 4.Pxd4 Pf6 5.Pc3 a6 6.Le3 e5 7.Pb3 Le7 8.Tg1 b5 9.g4 Lb7 10.Df3 b4 11.Pd5 Pxd5 12.exd5 0–0 13.0–0–0 a5 14.Pd2 Dc7 15.Ld3 Pd7 16.g5 a4 17.Tg4!
Dreigt niet alleen slaan op b4, maar erger nog ook slaan op h7 gevolgd door Th4+ en Dh5.
17…f5!?
Creatief, het ‘gewone 17…g6 18.Txb4 a3 had zwart compensatie gegeven.
18.Lxf5 g6?
Maar dit verliest. Na 18…Txf5! 19.Dxf5 Lxd5 blijft de stelling spannend.
19.Le6+ Kg7 20.Dh3 Pb6
20…h5 21.gxh6+ Kh7 22.Txg6!
21.Lxb6 Dxb6 22.Dh6+ Kh8 23.Th4
Het mat op h7 is niet te dekken, daarom gaf zwart op.
Partij in viewer:
20 juni:
Vorige maand op de 12e mei overleed grootmeester Vlastimil Hort. Hort was in de jaren 1970 een van de beste spelers ter wereld. Hort werd geboren op 12 januari 1944 in Kladno, in het toenmalige Tsjecho-Slowakije. Hij leerde schaken op vijfjarige leeftijd in een ziekenhuis, waar een zorgzame arts met hem speelde. Zijn grote talent werd al snel duidelijk. Op 16-jarige leeftijd werd Hort voor het eerst geselecteerd voor het Tsjechoslowaakse nationale team voor de Schaakolympiade van 1960. In 1965 kende de FIDE hem de titel van grootmeester toe. Hort werd al snel een van de beste spelers ter wereld en werd geselecteerd voor het wereldteam in de legendarische wedstrijd USSR vs. Rest of the World in 1970. Op het hoogtepunt van zijn carrière stond Hort in 1977 op de zesde plaats van de wereld, naast Mikhail Tal en Lev Polugaevsky. Hort was een kandidaat voor het Wereldkampioenschap. In 1977 had hij de pech om te verliezen van Boris Spassky nadat hij op tijd had verloren in een winnende positie in een cruciale wedstrijd. Hort had Spassky, die ziek was, eerder een time-out gegeven omdat hij de wedstrijd niet wilde winnen vanwege de ziekte van zijn tegenstander. In 1979 verliet Hort, net als veel andere spelers, Tsjecho-Slowakije en vond een nieuwe thuis in de Duitsland.
Hij won zes keer het Tsjechoslowaaks schaakkampioenschap en drie keer de Duitse. Tussen 1960 en 1992 nam Hort deel aan veertien schaakolympiades: elf keer voor Tsjecho-Slowakije en drie keer voor Duitsland. Op de Schaakolympiade van 1972 in Skopje won hij de individuele zilveren medaille en een schoonheidsprijs voor onderstaande partij. Hij behaalde ook een zilveren medaille met het Tsjechoslowaakse team op de Olympiade van 1982 in Luzern. In de loop van zijn carrière won Hort meer dan tachtig toernooien.
Werner Hug – Vlastimil Hort
1.c4 Pf6 2. Pf3 e6 3. g3 b6 4. Lg2 Lb7 5. 0-0 Le7 6. d4 0-0 7. Pc3 Pe4 8. Pxe4 Lxe4 9. Lf4 d6 10. Dd2 Pd7 11. Tfd1 h6 12. Pe1 f5 13. Lxe4 fxe4 14. Dc2 Pf6 15. f3 g5 16. Le3 De8
De stelling is volgens de computer in evenwicht. Mijn taxatie is dat zwart wat actiever staat en ruimte kan maken op de koningsvleugel voor een aanval.
17. Kg2 Dh5 18. h3 Dg6 19. Tac1 Tf7 20. fxe4 g4 21. h4 e5 22. Dd3 Pxe4 23. Pc2 Taf8
De zwarte activiteit op de f-lijn is beslissend.
24. Lg1 Lxh4!
Een lopertje geven voor de aanval en de doorbraak is niet moeilijk voor wereldtopper Hort.
25. gxh4 Tf3 26. Pe3 Tg3+ 27. Kh1 Tf2
Slotstand is een plaatje waard:
Er dreigt 28. … Th3 en daar is niets tegen te doen, op 28. Lxf2 beslist 28. … Pxf2+ 0-1.
Partij in viewer:
27 juni:
Afgelopen zaterdag bracht ik een bezoek bij het Databalk Schaakfestifal in Arnhem. De Arnhemse schaakvereniging ASV had naast enkele snelschaaktoernooien, twee simultaans, ‘schaken tegen de Beer’, analyseren met meesters en zes lezingen op het gevarieerde programma. Stands van het Max Euwe Centrum en de computerschaakvereniging Nederland (CSVN) was een mooie aanvulling. Ik was vooral geïnteresseerd in de lezingen en woonde er twee bij. Van professor Van den Herik vernam ik de voorspelling dat het schaakspel nog niet in 2035 zal zijn weerlegd, maar in 2055. De computer beheerst nu alle stellingen met acht stukken op het bord, Van den Herik verwacht dat de computer dan alle stellingen met 32 stukken kan oplossen en dus ook de beginstelling.
Helaas was Jan Timman ziek, de eindspelstudies van Jan werden nu door Erwin l’Ami uitgelegd. Legende Jan TImman was wereldtopper in schaken, maar is ook een zeer actief componist in eindspelstudies. Ik had het voornemen om van een van de vertoonde studies in mijn rubriek op te nemen. Jan Timman won met deze studie een eerste prijs in een Duits toernooi, twee jaar geleden.
Eindspelstudie Jan Timman.
Wit begint en wint. Een natuurlijke stelling, in de zin dat hij lijkt op iets dat in een gewone partij had kunnen voorkomen.
1. Th4 Pe4 2. Dd5 Tb7 3. Pe5 Dxb2 4. De6+ Kb8 5. Pc6+ Ka8
Nu komt de zet die de studie zijn schoonheid geeft. 6. Df6!!
Wit zet de dame op een veld waar die op drie manieren kan worden geslagen, maar na 1…Dxf6 2. Ta3+ of 1…Txf6 2. Th8+ of 1…Pxf6 2. Ta4+ gaat zwart mat.
6…Pf2+ Nog de meest hardnekkige verdediging. 7. Kh2 Pg4+ 8. Kg3 f4+ 9. Dxf4 Txf4 Ook nu heeft wit maar één winnende zet, een echo van zijn zesde zet. 10. Th8+
Na alle andere zetten zou wit verliezen. 10. … Dxh8 11. Ta3+ Ta7 12. Txa7 mat.
Van een trouwe lezer van deze rubriek kreeg ik driezet 1048. Het probleem past wel in deze rubriek. Succes met het oplossen, bespreking volgt onder enkele weken.
21 juni: De Witte Tornado
Het bijzondere aan open toernooien is dat amateurschakers in de eerste ronden de kans krijgen om het tegen grootmeesters op te nemen. Meestal gaat het mis, maar als het dan toch lukt, dan heb je vaak een verhaal voor het leven! Kunnen clubschakers ineens uit het niets grootmeesters verslaan? Het lukte Roel Donker bij het Limburg Open.
Donker staat door zijn herkenbare verschijning bij zijn schaakclub in Meppel al meer dan een decennium bekend als ‘De Witte Tornado’. In Limburg was hij te zien in een t-shirt van Killer Chess Training, om een duidelijk signaal aan zijn tegenstanders te geven dat hij druk aan het oefenen is. Al dat oefenen lijkt zijn vruchten af te werpen. In de eerste ronde moest grootmeester Thomas Beerdsen eraan geloven, waarna Donker pas in de derde ronde werd afgeremd door de Belgische veteraan Mikhail Gurevich. Tot de slotronde had Donker een toernooi prestatie rating die in een negenrondig toernooi goed zou zijn geweest voor een grootmeesternorm. Met een overscore van liefst drie punten pakt hij in één klap liefst 60 ratingpunten.
Zijn beste partij speelde Donker in de zesde ronde tegen een Nederlandse meester.
Rick Lahaye – Roel Donker
1.Pf3 d5 2.g3 g6 3.Lg2 Lg7 4.0–0 e5 5.d3 Pc6 6.c3
Persoonlijk ben ik geen fan van zo’n openingsaanpak met de witte stukken. Je haalt de tegenstander weliswaar uit de voorbereiding, maar je oefent verder ook helemaal geen druk uit. De zwartspeler grijpt nu met enkele thematische zetten langzaam het initiatief.
6…a5!
Het is in deze structuur wenselijk om een opstoot van de witte b-pion te voorkomen.
7.Pbd2 Pge7 8.Dc2 0–0 9.e4 Te8 10.Te1 h6!
Zeer professioneel. In dit rustige stellingstype heeft zwart geen haast. Het idee is dat de natuurlijke loperzet …Le6 wordt voorbereid doordat wit de optie om Pg5 te spelen wordt ontnomen.
11.a4 Le6 12.exd5 Pxd5 13.Pc4
13…Pdb4!?
Dit was een thema in al alle partijen van Donker: met creatief spel probeerde hij praktische problemen voor zijn tegenstanders te creëren. Onder druk maken ook sterke schakers regelmatig fouten. Donker wordt hier spoedig beloond voor zijn inventiviteit.
14.cxb4 Pxb4 15.Db3?
Dit is geen gelukkig veld voor de dame. Na iets als 15.Db1 Pxd3 16.Dc2! Pb4 had de partij onmiddellijk in remise kunnen eindigen. In de partij kan zwart echter het stuk met rente terugverdienen.
15…Dxd3 16.Dxd3 Pxd3 17.Pe3?! e4!
De pointe. Zwart is niet geïnteresseerd in die toren, maar probeert eerst een belangrijke verdediger te verjagen.
18.Lf1 Pxc1! 19.Taxc1 exf3 20.Txc7 b6
Na alle verwikkelingen behoudt zwart een pion voorsprong, terwijl bovendien een zeer krachtig loperpaar heeft. Ook andere witte pionnen dreigen nu van het bord te vallen.
21.b3?! Lxb3 22.Tb1 Le5 23.Tb7 La2 24.Td1
24…Tad8!
Opnieuw een professionele beslissing. Zwart geeft een pion terug om al zijn stukken te activeren.
25.Txd8 Txd8 26.Txb6 Td2 27.Tb5 Lc3 28.h4 h5 29.Tc5 Lb4 30.Tc8+ Kg7 31.Lb5 Lb3 32.Lc6 Ta2 33.Lxf3 Le1! 34.Pd1 Lxa4 35.Tc7 Lxd1!
Ongelijke lopers vergroten de remisemarge vaak aanzienlijk. Maar twee pluspionnen zijn meestal alsnog voldoende voor de winst. Zwart tikt het soepel uit.
36.Lxd1 Lxf2+ 37.Kg2 Lb6+ 38.Tc2 Txc2+ 39.Lxc2 f5 40.Kf3 Kf6 41.La4 Kf7 42.Lb5 Lc7 43.La4 Le5 44.Lb5 Lb8 45.La4 g5 46.hxg5 Kg6 47.Le8+ Kxg5 48.Ld7 Lc7 49.Le8 h4 50.gxh4+ Kxh4 0–1
Als Donker zo doorgaat kan hij zijn kandidaat-meestertitel binnenkort inruilen voor een hogere titel.
Partij in viewer:
28 juni: Pionneneindspelen
Een aantal weken geleden contrasteerden we in deze rubriek het schaakspel met het damspel. Veelal wordt gesteld dat de charme van het schaakspel afkomstig is van de unieke wijze waarop de verschillende stukken bewegen over het bord. Maar is die diversiteit van materiaal nodig om complexiteit en schoonheid te creëren? Ook met beperkt materiaal zijn de mogelijkheden eindeloos. Laten we eens een blik werpen op het pionneneindspel.
Pionneneindspelen zijn in de praktijk verrassend schaars. Sterke schakers proberen eenvoudig verloren eindspelen immers koste wat het kost te voorkomen. Mocht er toch eentje op het bord dreigen te komen, dan wordt tijdig opgeven. Zo winnen de meeste pionneneindspelen met één enkele pluspion bijvoorbeeld eenvoudig.
Toch blijkt dat zelfs binnen pionneneindspelen ongelofelijk veel complexiteit kan ontstaan. Er werd weleens gezegd dat onder een grootmeesters een impliciete afspraak heerst om helemaal geen pionneneindspelen te spelen – ze zijn te ingewikkeld!
Er zijn veel schaakwebsites waarop je tactiek en rekenvaardigheid kan trainen met puzzels. Het is opvallend dat een aanzienlijk deel van de puzzels met de hoogste ratings bestaan uit pionneneindspelen. In veel pionneneindspelen draait het namelijk niet om patroonherkenning, maar om uiterst nauwkeurig rekenwerk. Juist in dit aspect laten veel schakers het afweten. Mensen zijn niet gemaakt voor dit type rekenwerk, waarbij je nauwelijks kunt vertrouwen op intuïtie. Op iedere zet zijn er meerdere kandidaatzetten, waardoor je al snel een boom bouwt met een enorme hoeveelheid vertakkingen.
Laten we eens zo’n uitdagend pionneneindspel erbij pakken. U kunt de volgende stelling als een uitdagende trainingsopgave beschouwen. Zet gerust een schaakbord op en beweeg de stukken om de taak eenvoudiger te maken. De stelling is afkomstig uit het beroemde werk Dvoretsky’s Endgame Manual, dus wees gewaarschuwd!
B. Neuenschwander, 1985
Laten we de verschillende kandidaatzetten afzonderlijk doorlopen.
A) Het voor de hand liggende 1.Kf5? blijkt niet juist te zijn. Zwart speelt 1…Kh6! Als wit nu de oversteek maakt met 2.Ke5 dan blijkt zwart tegelijkertijd te promoveren na 2…Kg5 3.Kxd5 Kxg4 4.Kc6 f5 5.d5 f4. Ook een poging om zwart in tempodwang te brengen werkt niet: 2.Kf4 g6! 3.hxg6 Kxg6 4.Ke5 Kg5 en zwart heeft voldoende tegenspel.
B) 1.Kh4!? is een poging om slim te zijn. Helaas werkt het niet. Zwart creëert tegenspel met 2…g6! De beste poging is nu 2.Kg5 waarna zwart taai antwoordt met 2…Kg7! Als wit nu ruilt op g6 en Kf4 speelt, dan gooit zwart de deur op slot met …Kf6. Ook een poging om de zwarte koning af te leiden is niet bevredigend: 3.h6+ Kh7 4.Kf6 Kxh6 5.Kxf7 Kg5 6.Ke6 Kxg4 7.Kxd5 Kf4 8.Ke6 g5 en het zwarte tegenspel is opnieuw afdoende voor remise.
C) Dus resteert 1.Kf4! Nu faalt 1…g6 op 2.Ke5 en na 1…f6 2.Kf5 Kh6 3.Ke6 Kg5 4.Kf7! Kxg4 5.Kxg7 dringt wit beslissend binnen via de achterdeur. Taaier is 2…Kh6 waarna 2.Kf5! zwart in tempodwang brengt. De koning kan geen terrein prijsgeven, dus kritiek is 2…f6. Dit geeft echter wel veld f6 prijs. Toch blijkt de winstvoering nog niet triviaal. 3.Ke6 Kg5 4.Kf7! Kh6 Zo houdt zwart de boel nog net bij elkaar. Hoe boekt wit vorderingen? De sleutel is het verrassende 5.Ke7!! Door opnieuw een driehoekje te draaien moet zwart nog meer terrein prijsgeven. 5…Kg5 6.Kf8! Kh6 7.Kf7 Kh7 8.Ke6 Kh6 9.Kxd5 Kg5 10.Ke6 en wit wint. Een bord gevuld met twee koningen en zes pionnen. Wie had gedacht dat dit zoveel complexiteit kan bieden?
Lees de rubriek van Hans Ree in De Groene Amsterdammer op: https://www.groene.nl/auteur/hans-ree (voor niet-abonnees alleen op vrijdag van verschijning gratis)
Hans Böhm plaatst zijn rubriek voor de Telegraaf op zijn eigen website: https://www.hansbohm.com/2013/?cat=13
Op 12 januari 1944 lag Kladno in het toenmalige Protectoraat Bohemen-Moravië.