Anish: ‘Je geniet van je winst, maar kijkt onmiddellijk naar het volgende toernooi’
Een interviewtje met Anish Giri bij de recente presentatie van het komende Tata-toernooi:
Uitspraken over blijven dromen (je moet niet altijd realistisch zijn begrijp ik, poëtisch, licht paradoxaal gezegd wel). Dat je na 35e achteruitgaat.
Over genieten van een prestatie en verder kijken – ik denk dat velen dit herkennen, ook buiten de (top)sport; ik in elk geval wel.


Geldt het achteruit gaan alleen voor de wereldtop of ook op lager niveau? LSG speelt al jaren met een redelijk stabiele formatie in de meesterklasse, Amstelveen is gedegradeerd maar ook daar veel vijftigers.
Caesar, tja. Hier kunnen we vele bomen over opzetten. Ik vind wel dat ik achteruit ga hoor. Qua schaken dan he. Haha, gebbetje.
Nee daar mag wel wat journalistiek onderzoek aan worden gewijd. Sybolt Strating bv had recentelijk een fide rating van 2354 en dat is de hoogste sinds 2003. Edwin van Haastert had in 2001 een piekrating van 2458, de hoogste van de afgelopen 20 jaar.
Ik kan me herinneren dat Timman (dacht ik, vraag me niet naar een bron) ooit schreef of zei dat je tot je 45e sterker werd. Maar dat was in een tijd dat schaken nog geen 48-urige werkweek (als het meezit) kende, althans voor de meerderheid van topspelers. Ik vermoed dat de meeste oudere toppers tegenwoordig geen zin meer hebben om nog dagelijks op openingsvarianten te blokken. Vroeger was er gewoon minder theorie, en ik vermoed dat het aantal verschillende openingen dat men indertijd speelde, gemiddeld een stuk kleiner was dan tegenwoordig.
Maar dit geldt natuurlijk in sterk aflopende mate minder voor de lagere niveaus; het belang van theoriekennis wordt daar steeds minder.
Het schaken gaat volgens mij niet alleen om geheugen. Concentratie, visualisatie, beslis proces, energie en conditie spelen allemaal een rol denk ik. Al die zaken worden, naast geheugen en ambitie ook allemaal wat minder op hoger leeftijd kan ik uit ervaring zeggen. Alleen er is meer tijd om eraan te werken ;-).
Van professor A.D. (“Adé”) de Groot komt de benadering dat je moet denken aan twee curven. De ene is die van de schaakervaring het toenemen van het verstand. Als je gezond blijft kan die curve tot in de ouderdom blijven stijgen. De tweede curve is die van het vermogen om te kunnen rekenen. Die curve loopt eigenlijk al vrij snel naar beneden. Waar die twee curven elkaar kruisen zou ongeveer de optimale speelsterkte liggen. De Groot ging ervan uit dat dit voor de meeste topschakers ergens tussen hun 35e en 40e jaar zou zijn. Het is voorstelbaar dat dit inmiddels wel iets naar beneden bijgesteld kan worden, omdat informatie sneller (op jongere leeftijd) beschikbaar is. De eerste curve stijgt nu sneller dan vroeger, maar dooft dan ook iets eerder uit.
Timman vandaag in het Parool. Daar kan je het allemaal lezen wat ouder worden met je doet.
Vandaag een wintertaling gespot! Lijkt me veel belangrijker voor het belang van ons welzijn.
Moedig voorwaarts!