Schaakhistorie (7): Zonetoernooi Nijmegen: sport en politiek (1960)
Nederland en de KNSB hebben altijd een grote rol gespeeld bij de organisatie van het wereldkampioenschap. Er werden hier nogal wat zonetoernooien gespeeld, een interzonetoernooi, een kandidatentoernooi (plus één op Curacao) en diverse kandidatenmatches. Op een van de zonetoernooien rust een smet, dat van 1960 bij Nijmegen.
Zo erg, dat het moest worden overgespeeld in Tsjechoslowakije.
Een zonetoernooi was, na de nationale kampioenschappen, internationaal de eerste stap in de WK-cyclus. Er vonden er in Europa altijd diverse plaats. Na Hilversum 1947 (het eerste zonetoernooi in de geschiedenis) en Wageningen 1957 vond er in 1960 één plaats in het dorpje Berg en Dal bij Nijmegen. De Nijmeegse club Strijdt met Beleid verleende wat medewerking, die zich volgens Jan van de Mortel in het SMB-jubileumboek uit 1998 beperkte tot het uitlenen van materiaal en het doorgeven van de zetten per telex. Het toernooi ging een beetje langs het verenigingsleven heen. Dat gaat tegenwoordig wel anders. Denk aan de Tata-dagen buiten Wijk aan Zee, waar de plaatselijke schaakclubs enorme publiciteitssuccessen van maken. Maar goed, daar gaat het nu niet om.
Reisdocumenten
Probleem was dat de Oost-Duitser Wolfgang Uhlmann in zijn land geen geldig uitreisdocument kreeg. Het ging om een ‘temporary travel document’, dat in ons land bekendstond als een ‘groen paspoort’. De Nederlandse autoriteiten konden Uhlmann daarop ook geen visum geven. Binnen de NAVO was besloten dat Oost-Duitsers niet konden worden toegelaten zonder zo’n groen paspoort. De Koude Oorlog woedde volop.
In het bondsblad werd zeer gedetailleerd verslag gedaan van de onderhandelingen tussen KNSB-bestuurders en de regering. De minister van justitie wilde wel toestemming geven (zei hij), maar ging daar niet over. De minister van buitenlandse zaken hield zich aan de NAVO-afspraak. De schaakbonzen mochten zelfs bij de excellentie op audiëntie komen, maar dat haalde niets uit.
Er werd van alles geprobeerd. Uhlmann kreeg een schriftelijke toezegging voor een visum van het Nederlandse consulaat-generaal in West-Berlijn, maar dat bleek geen afdoende reisdocument. Er waren plannen om de partijen per telex te spelen of de partijen op een boot buiten de territoriale wateren te laten spelen. Het liep allemaal op niets uit.