15 juni 2014 20:21 Herman Grooten
Bij het grasduinen in schaakboeken, het doorbladeren van schaaktijdschriften, het surfen op het internet, het bekijken van schaakfilmpjes valt het oog wel eens op interessante stellingen, bijzondere voorvallen, geniale zetten en grappige blunders. In deze rubriek wil ik u die graag voorleggen.
Bent u ook iets tegengekomen? Laat het ons weten.
Het getal 64 is een magisch getal voor een schaker. Omdat een van de grootste schaakgenieën, Bobby Fischer, op 64-jarige leeftijd overleed, leek me dat ik hem in deze rubriek aan bod moest laten komen. Omdat Fischer natuurlijk bijzonder vaak is besproken, viel het me in eerste instantie niet mee om te bedenken welk aspect ik van zijn rijke schaakcarrière aan bod zou willen laten komen.
Desondanks was ik er toch snel uit. In mijn boekenkast prijkt het bijzonder interessante boek ‘Fischer en zijn voorgangers’ van onze enige Nederlandse wereldkampioen, Max Euwe.
Daarin neemt Euwe de taak op zijn schouders om Fischer met al zijn voorgangers te vergelijken. In dit quasi wetenschappelijke onderzoek belicht hij een groot aantal wereldkampioenen, hun sterke en zwakke punten, hun typische stijl en vergelijkt die met Fischer. Zo laat hij topprestaties van de eindspelvirtuoos José Raúl Capablanca zien en relateert die met magnifiek gevoerde eindspelen van de Amerikaan. Heel interessant is de vergelijking tussen Alexander Aljechin en Fischer. Ik citeer:
Lees meer >