De Van Geet opening III

De Van Geet opening: 1. Pc3 III

Onlangs werd bekend dat Dick van Geet is overleden. Hij was een interessante persoonlijkheid wiens naam onlosmakelijk lijkt te zijn verbonden met de openingszet 1. Pc3. De successen die Van Geet ermee boekte en het boekje dat hij erover schreef, was voor een aantal clubschakers voldoende aanleiding om deze obscure paardzet zelf ook in de praktijk te brengen. Vandaar dat ik besloot om hieraan in het dagblad Trouw een soort miniserie te wijden. Het leek me een mooi moment om die nu uit de vergetelheid te trekken. Hieronder de enigszins aangepaste en geactualiseerde tekst.

Dit is een nieuwe aflevering in de serie over openingsvarianten met dit keer – op speciaal verzoek – voor de derde maal aandacht voor de Van Geet opening die ontstaat na 1. Pc3. In de vorige afleveringen (zie Van Geet I en Van Geet II) heb ik enkele ideeën achter de originele partijopzet van de Nederlandse meester Dick van Geet, naar wie deze opening genoemd is, behandeld. In deze derde aflevering ga ik in op het variantencomplex dat ontstaat na 1. … c5. Met zijn eerste zet hoopt zwart de strijd in de banen van het Siciliaans te leiden. Hij krijgt daarin gelijk als wit direct met de zet e2-e4 op de proppen komt, maar zoals Van Geet in zijn inleiding van het bij New in Chess uitgegeven boekje over deze opening zelf opmerkt: "e2-e4 is geen ontwikkelingszet; met deze pionzet maakt wit slechts de ontwikkeling van de stukken mogelijk." In vrijwel alle varianten van de Van Geet opening houdt wit vast aan dit principe. Hij ontwikkelt eerst zijn paarden en begint daarna pas met pionzetten te werken. En in het complex dat in deze rubriek besproken wordt, speelt wit slechts e2-e4 op een voor zwart ongunstig moment. Na de eerste zetten vervolgt wit met 2. Pf3 waarna er de volgende splitsing ontstaat:

Lees meer >

De L is van Lasker

Het Schaakalfabet is een serie geschreven door de ons helaas vroeg ontvallen Huub van Dongen, oorspronkelijk geschreven voor het Brabantse jeugdblad Minorpromotie, waarin alle letters van het alfabet aan beroemde schakers, schaaktermen of andere schaakcuriositeiten worden gekoppeld.

Zoveel krachtpatsers als bij de K zijn er bij de L niet. Maar ook de keuze tussen lolbroek en leeuwenhart is niet gemakkelijk. De lolbroek is Sam Loyd, geboren in 1841 in Philadelphia, overleden in New York in 1911. Hij bedacht honderden schaakproblemen (meestal lastig, altijd leuk) en duizenden wiskundige raadsels, puzzels en spelletjes. Hij was op dat gebied echt een onovertroffen genie. Maar in deze serie moet hij plaatsmaken voor Emanuel Lasker. Want Lasker is misschien wel de grootste aller tijden.

Dr. Emanuel Lasker is geboren op kerstavond in 1868 in Berlinchen, een gehucht in een prachtig natuurgebied in het noordoosten van Duitsland. Hij stierf in 1941 in New York, gevlucht uit Europa waar hij als zoon van een rabbi, al was hij nog zo beroemd, geniaal en vreedzaam, voor zijn leven moest vrezen.

Lasker was wereldkampioen van 1894 tot 1921. Zevenentwintig jaar lang. Hij won de titel door de eerste officiële wereldkampioen Wilhelm Steinitz verpletterend te verslaan. Hij verloor de titel aan Capablanca, die we al bij de C hebben ontmoet. Maar hij heeft een behoorlijk excuus: er werd gespeeld in Havanna en hij kon absoluut niet tegen het tropische klimaat. En bovendien had hij er zo langzamerhand genoeg van altijd maar wereldkampioen schaken te blijven. Want hij wilde zo verschrikkelijk veel meer.

Lasker was doctor in de wiskunde en de filosofie. Hij schijnt baanbrekende algebraïsche ontdekkingen op zijn naam te hebben, maar hij schreef ook dikke filosofische boeken, die nu staan te verstoffen in universiteitsbibliotheken. Het bordspel Laska, dat zowel op dammen, schaken als go lijkt, is bedacht door Lasker en was voor de Tweede Wereldoorlog behoorlijk populair in Duitsland en Nederland. Bovendien schreef Lasker toneelstukken, die vaak met veel succes werden opgevoerd, en boeken over bridge en skat. Maar wat hij ook deed, hij bleef gewoon de schaakwereldkampioen. Hij kwam er niet onderuit. Hij was gewoon de beste. Dat was zijn lot.

Al als elfjarig jongetje, toen hij met zijn grotere broer Berthold in Berlijn mocht gaan wonen om wiskunde te studeren, moest Lasker schaken om geld te verdienen. Berlijn was een grote wereldstad. Er was van alles te doen en er liepen volop grote meneren rond die in de café’s om geld wilde spelen. Een mooie bijverdienste voor de kleine Emanuel. Hij werd steeds sterker en toen hij in 1888 met een honderd procent score het kampioenschap van het Kaiserhof Café op zijn naam schreef, kreeg hij zo’n reputatie dat hij voor het eerst werd uitgenodigd voor internationale toernooien.

Lees meer >

Quinten Ducarmon scoort IM-norm

De Zeeuw Quinten Ducarmon (zie foto bron onbekend) slaagde er de afgelopen week in om een internationaal meesterresultaat te behalen. Dat lukte hem in het Spaanse plaatsje Utebo, dat vlakbij Zaragoza ligt. Spanje ontpopt zich de laatste jaren steeds meer als een bloeiend schaakland. Er worden veel toernooien georganiseerd. Ducarmon meldt dat het hier ging om een van de vele gesloten titelkampen.

Deze werd georganiseerd door de heer Diego Del Rey. Omdat een groep waarin titelnormen behaald kunnen worden gebaat is bij buitenlandse deelnemers, komen er regelmatig uitnodigingen binnen in ons land. Een maand geleden waren ook al Etienne Goudriaan en Stefan Beukema actief op Mallorca. Eerstgenoemde scoorde toen ook al een IM-norm. Het verslag hiervan treft u hier aan.

Lees meer >

Gespot 40: “Remise? Pas op, als ik … f5-f4 kan spelen, krijg je geen remise meer!“

Bij het grasduinen in schaakboeken, het doorbladeren van schaaktijdschriften, het surfen op het internet, het bekijken van schaakfilmpjes valt het oog wel eens op interessante stellingen, bijzondere voorvallen, geniale zetten en grappige blunders. In deze rubriek wil ik u die graag voorleggen.

Bent u ook iets tegengekomen? Laat het ons weten.


Een belangrijke uitgangsstelling in de Leningradervariant van het Hollands ontstaat na de volgende zetten (zie diagram): 1. d4 f5 2. g3 Pf6 3. Lg2 g6 4. Pf3 Lg7 5. O-O O-O 6. c4 d6 7. Pc3 De8

Een van de specialisten voor zwart is de Oekraïner Vladimir Malaniuk (zie foto, bron onbekend). Hij beheerst de Leningrader tot in de puntjes en hij heeft er de nodige mooie aanvalspartijen mee op zijn naam staan. Over hem is een aardige anekdote bekend. Zo speelde hij in een toernooi in de laatste ronde tegen iemand die op Elo wat zwakker was dan hij. Voor de partij ging Malaniuk naar hem toen om remise voor te stellen in een paar zetten. De tegenstander antwoordde dat hij daar weinig voor voelde, waarschijnlijk ook omdat hij het Hollands nogal dubieus vond. Malaniuk reageerde met de laconieke opmerking dat deze zeker niet wist dat zwart een gevaarlijke aanval met … f5-f4 aan zijn broek zou krijgen. Hij zei er vervolgens bij: "Pas op, als ik … f4 kan spelen, krijg je geen remise meer!"

Lees meer >

Begrijp wat u doet: Benoni 1

Rubriek in Schaakmagazine

Lees meer >

De K is van Karpov en Kasparov

Schaakalfabet van Huub van Dongen

Lees meer >

De Van Geet opening II

De Van Geet opening: 1. Pc3 II

Onlangs werd bekend dat Dick van Geet is overleden. Hij was een interessante persoonlijkheid wiens naam onlosmakelijk lijkt te zijn verbonden aan de openingszet 1. Pc3. De successen die Van Geet ermee boekte en het boekje dat hij erover schreef, was voor een aantal clubschakers voldoende aanleiding om deze obscure paardzet zelf ook in de praktijk te brengen. Vandaar dat ik besloot om hierover in het dagblad Trouw een soort miniserie te wijden. Het leek me een mooi moment om die nu uit de vergetelheid te trekken. Hieronder de (wat aangepaste en ietwat geactualiseerde) tekst.

Dit is de tweede aflevering in een korte serie over de Van Geet-opening die ontstaat na 1. Pc3. In de eerste aflevering heb ik enkele ideeën achter de originele partijopzet van de Nederlandse meester Dick van Geet, naar wie deze opening genoemd is, behandeld. In deze tweede aflevering ga ik in op het variantencomplex dat ontstaat na 1. … d5 . Na de logische zettenreeks 2. e4 d4 3. Pce2 e5 4. Pg3 ontstaat de volgende uitgangsstelling.

Hoewel zwart enig ruimte-overwicht in het centrum heeft gecreëerd, kleeft er ook een duidelijk nadeel aan het vroegtijdig oprukken van de zwarte d-pion: de diagonaal a2-g8 is lelijk verzwakt. Met Lf1-c4 wil wit zijn loper op deze diagonaal posteren en daarna met d2-d3 zijn ontwikkeling voltooien om in een later stadium van de partij met f2-f4 spel te zoeken op de koningsvleugel. Tevens hoopt wit het paard van g3 via de velden f5 of h5 in de strijd te werpen.

Lees meer >

Duitser Henrichs grote verrassing bij ENCI-toernooi in Maastricht

In het zesde ENCI-toernooi, het Limburg Open zijn na zeven ronden twee spelers met zes punten uit zeven partijen bovenaan geëindigd.

Dat de Poolse grootmeester Grzegorz Gajewski (2622), als tweede geplaatst, zoveel punten wist te behalen, mocht geen verrassing heten. Dat was het wel voor de Duitse meester Thomas Henrichs (2483) (zie foto toernooisite), die zich tevens ook tot de Kampioen van Limburg mocht kronen, aangezien hij woonachtig is in Geleen.

De voorlaatste ronde stond Henrichs nog alleen op kop met een drietal achtervolgers, te weten Yuri Solodovnichenko (2570), de hierboven genoemde Grzegorz Gajewski en onze eigen landgenoot en grote favoriet in het toernooi, Ivan Sokolov (2680). De Oekraïner en de Pool mochten in de slotronde onderling gaan uitvechten wie van hen nog voor een grote prijs zou gaan, Henrichs diende Sokolov van het lijf te houden, zowaar geen eenvoudige opgave. Na een obscure opening ontstond er een ware koffiehuispartij waarin de meest vreemde zetten werden gespeeld. De variant bleek al eens eerder op het bord geweest tussen wereldtoppers, Sokolov kwam in elk geval met een nieuwtje. Uiteraard wilde hij graag een winstpoging wagen, maar Henrichs verdedigde zich uitstekend en toen er dingen mis dreigden te lopen bij de zwartspeler, bood die maar snel remise aan.

Lees meer >

Master Class: Een scherp openingsrepertoire

Veel clubschakers worstelen met openingen. De moed zinkt menigeen snel in de schoenen bij het bestuderen hiervan omdat men al snel in het duister tast omtrent de achterliggende ideeën. In mijn lange ervaring als trainer (zie foto Coen Mekers) heb ik een methode ontworpen om redelijk snel en effectief een openingsvariant onder de knie te krijgen. Belangrijkste hulpmiddel: gezond verstand, een goede database en een goed openingsboek.

Lees meer >

Weer een anticlimax

De voorlaatste partij in de tweekamp om de wereldtitel tussen titelverdediger Anand en uitdager Gelfand is opnieuw in een puntendeling geëindigd. Dit keer was het eindelijk Anand die zijn tegenstander in de opening wist te verrassen. In een Nimzo-Indiër haalde hij op de achtste zet een heel oude zet (8… Ld7!?), een idee van Bronstein, van stal. Zijn tegenstander ging daarna flink in de denktank, een teken dat dit voor hem niet bekend was. Anand heeft nu nog één keer wit en dan mag hij proberen om de naderende tiebreak te vermijden.

Lees meer >