Nederlandse teams vechten als leeuw(inn)en

Na zes ronden mogen alle teams in de Olympiade even op adem komen. En zoals te doen gebruikelijk is het de avond vóór de rustdag tijd voor de traditionele “Bermuda Party”. We zullen er niet over uitwijden wat voor feest daar gevierd wordt…

Laten we ons beperken wat zich in de ronden vier tot en met zes op de borden van onze Nederlandse teams heeft afgespeeld.

Anish Giri en Jan Smeets (foto Lennart Ootes)

 

VIERDE RONDE
We pikken voor de Nederlandse teams de draad op vanaf ronde vier. Na de grote uitslagen van beide teams kon het niet anders of er stond een topteam op het programma. De heren namen het op tegen Israël, de dames tegen Polen.
Israël is van oudsher een land met veel Russische emigranten. Die kunnen meestal wel een potje schaken en hoewel het Eloverschil substantieel in het voordeel van onze mannen was, ging het toch mis. Bij drie remises ging Erwin l’Ami onderuit en kreeg Oranje een nederlaag te slikken.
Bij de dames was het Eloverschil fors in het voordeel van Polen en dat bleek in de uitslag. Met maar liefst 3,5-0,5 liep ons team tegen een zeperd op. Enige lichtpuntje was Eline Roebers die op bord 1 de sterke Kashlinskaya (2505) mooi op remise hield.

VIJFDE RONDE
Dan moest de vijfde ronde de ommekeer worden. En dat werd het ook. De heren namen vreselijk revanche door Canada met een 4-0 nederlaag terug te wijzen. Het kwaliteitsoffer dat Giri bracht tegen Eric Hansen, toch geen zwakke speler, mocht er wezen.
Maar ook de anderen lieten hun tanden zien. Zowel Jorden van Foreest als Max Warmerdam (die een uitstekende score heeft!) wonnen met zwart op voorbeeldige versie hun partijen. Benjamin Bok laat in deze Olympiade zien dat hij zijn eindspeltechniek flink opgevijzeld heeft. Hij belandt regelmatig in een remise-achtig eindspel dat hij op een of andere wijze toch naar zijn hand weet te zetten. Dit keer was het ook remise, maar gelukkig greep de zwartspeler mis waardoor Benjamin mocht afwikkelen naar een gewonnen pionneneindspel.
De dames herstelden zich ook van hun afstraffing in de vorige ronde. Peng won op slinkse wijze een kwaliteit en schoof dat verder keurig uit, maar helaas ging ditmaal Machteld van Foreest onderuit. Omdat Rosa Ratsma ook in de problemen kwam (twee pionnen achter, maar wel aanval), eindigde deze partij plotseling in een remise door herhaling van zetten. Aan onze eerste-bord-speelster, Eline Roebers, de zware taak om met zwart de tegenstander te verslaan. Dat werd een marathonzitting waarin Eline in het middenspel materiaal had geofferd voor het initiatief. Uiteindelijk ontstond er een eindspel van toren plus twee pionnen voor twee lichte stukken van wit. Dat was voordelig voor Eline maar bepaald niet makkelijk. En op een gegeven moment was het voordeel even verwaterd maar dat was in een fase waarin de witspeelster het ook allemaal niet meer wist. Uiteindelijk kwam het verdiende punt met de twee matchpunten dan toch binnen.

Lees meer >

Nederlandse teams presteren uitstekend

In India is de Olympiade in Chennai inmiddels drie ronden onderweg. Behalve de twee Nederlandse teams met hun coaches zijn er diverse andere landgenoten in India bij het toernooi betrokken.

Zo speelt Peter van den Brink voor Aruba en zijn Loek van Wely en Jop Delemarre de coaches van respectievelijk Italië en Trinidad & Tobago.

Jorden tegen Jordan

En natuurlijk mogen we onze eigen webmaster, Lennart Ootes, niet vergeten. Hij maakt tussen zijn werkzaamheden door foto’s die wij graag zullen tonen op Schaaksite, zodat u van afstand de sfeer een beetje kunt proeven. Zo zijn alle foto’s in dit verslag van hem afkomstig. Over coaches gesproken. Oud Sovjetspeler Mikhail Gurevich, woonachtig in België, is de captain van het Caribische Barbados ook al zo’n exotische gebeurtenis.

Lees meer >

Olympiade van start

Gisteren werd de eerste ronde gespeeld van de schaakolympiade. Dit toernooi is evenwel al meer dan twee jaar niet gehouden vanwege de wereldwijde coronacrisis. Maar het is mooi dat er weer fysiek geschaakt kan worden.

De Nederlandse captains, GM Jan Smeets en IM Jeroen Bosch (foto Lennart Ootes).

Het hele evenement zou oorspronkelijk in Rusland worden gehouden, maar door de inval in Oekraïne is het toernooi daar weggehaald vanwege de boycot. India stelde zich vrij snel kandidaat om de organisatie over te nemen en dit land slaagde erin om in slechts 4 maanden het toernooi op te tuigen. Dat is uiteraard een fenomenale prestatie. Grote afwezigen zijn overigens Rusland (boycot) en China (corona).

Nederland heeft zowel bij de heren (wordt officieel het “Open” genoemd) als bij de dames ingezet op een mix tussen ervaring en jong talent. De beide coaches, respectievelijk GM Jan Smeets en IM Jeroen Bosch zijn er om hun equipes zo goed mogelijk aan de start van elke ronde te krijgen. Zij gaven acte de présence bij de opening (zie foto).

Hun missies begonnen allebei in de eerste ronde met de maximale scores. In beide wedstrijden kwam Nederland met 4-0 bovendrijven. De heren leidden Jordanië naar de slachtbank, terwijl de dames veel te sterk waren voor Jamaica. Het is overigens goed dat onze dames geen sprintwedstrijd hoefden af te leggen tegen ditzelfde land :).

Hierbij alvast de uitslagen uit ronde 1:

Lees meer >

Begrijp wat u doet 74: Het Cochrane Gambiet (tegen het Russisch)

Hieronder treft u de volgende aflevering van de rubriek “Begrijp wat u doet”. In deze serie worden, speciaal voor clubschakers, achtergronden belicht van de ‘grote openingen’ zoals het Spaans, het Siciliaans, het Damegambiet, het Konings-Indisch enzovoort. De artikelen verschenen eerder in Schaakmagazine het blad van de KNSB, de Nederlandse schaakbond.

 

Soms word je als witspeler geconfronteerd met een opening waarvan je van te voren denkt: “Daar zit ik nou niet op te wachten”. Ik denk dat menig witspeler na 1.e4 e5 2.Pf3 Pf6 dit gevoel herkent. De Russische verdediging staat als uiterst ‘taai’ te boek waartegen het erg lastig is om spel te maken voor wit. Dan is het interessant als er zich al op de vierde zet een alternatief aandient, waarmee onmiddellijk de knuppel in het hoenderhok kan worden gegooid.

Dimitri Reinderman (foto Harry Gielen)

Het Cochrane Gambiet, waarin wit op de vierde zet heel brutaal een paard offert, is – zeker voor clubschakers – een uitstekende speelwijze die het zwarte spel probeert te ontregelen. In ruil voor het paard krijgt wit twee pionnen plus aanvalskansen terug. Met een mooie mobiele pionnenmassa in het centrum heeft hij zonder meer genoeg compensatie. Als er dan ook nog twee Nederlandse grootmeesters zijn (collega Dimitri Reinderman en Daniël Stellwagen plus de voormalige wereldkampioen Veselin Topalov het ook durfde te spelen tegen Vladimir Kramnik!) die hier brood in zagen, kunnen we stellen dat dit een uitstekend wapen kan zijn tegen het Russisch!

 

Het Cochrane gambiet

1. e4 e5 2. Pf3 Pf6
Het Russisch kennen we in het buitenland als ‘The Petrov Defence’, genoemd naar de Russische speler Alexander Petrov (1794-1867) die het systeem heeft gepopulariseerd. De opening staat bekend als een taai en moeilijk te bestrijden systeem dat door veel witspelers wordt gehaat.
3. Pxe5 d6

Het witte paard moet eerst teruggejaagd worden, alvorens zwart de pion op e4 ongestoord kan nemen. Het is bekend dat het meteen terugslaan op e4 3…Pxe4?! niet zo goed is voor zwart. Na 4. De2 De7 Dat is relatief de beste mogelijkheid. [Vooral niet 4…Pf6?? 5. Pc6+ met damewinst.] 5. Dxe4 d6 6. d4 dxe5 7. dxe5 en wit heeft een pion meer, hoewel dat niet alles zegt. Omdat zwart tijd verliest met deze pionzet, heeft wit plotseling een interessante extra mogelijkheid die als verrassingswapen zeer effectief kan zijn.
4. Pxf7!?

Daar gaan we dan! Als je al op zet vier met een wit paard op f7 mag slaan, zou je die kans toch niet voorbij laten gaan? Dit wordt het Cochrane-gambiet genoemd. John Cochrane was een negentiende-eeuwse Schotse schaakmeester.

Lees meer >

Recensie: The Chess Scalpel – 32 Master Games Dissected

Inleiding

Zenón Franco (*1956) is een Paraguayaanse grootmeester. In het boek The Chess Scalpel bespreekt hij partijen volgens het model ‘bedenk de zet’. Dit houdt in dat de lezer een stelling voorgeschoteld krijgt, raadt wat de beste zet is en vervolgens controleert of hij het goed had. Soms worden enkele kandidaatzetten als meerkeuze gegeven, soms moet de lezer de zet zelf bedenken. Voor elke goede zet die de speler raadt, krijgt hij een aantal punten. Per partij telt de lezer alle behaalde punten op en leest af hoe sterk hij gespeeld heeft. Zo staan 40-45 punten bijvoorbeeld voor een rating tussen de 2400 en 2500, en alles daarboven is van grootmeesterniveau. Na elke zet geeft de auteur uitleg en analyse van de gespeelde zet, waarbij alternatieve zetten soms ook punten kunnen opleveren.

 

Boeken van dit type zijn zeldzaam. In Franco’s eerdere boek Chess Self-Improvement (2005) kiest hij voor een soortgelijke opzet. Een ander voorbeeld is de rubriek De lezer aan zet in Schaakmagazine.

 

Opbouw

De opbouw is overzichtelijk. De geanalyseerde partijen zijn onderverdeeld in vier hoofdstukken: aanval, aanval en verdediging, positioneel spel/structuren, en eindspel. De eerste drie hoofdstukken bevatten negen partijen en het laatste vijf. Dit onderscheid is niet waterdicht, zoals de auteur toegeeft. Aan het einde van elke partij volgt een opsomming van de belangrijkste lessen en de schaalverdeling. Voor elke partij zijn immers niet evenveel punten te vergeven, vandaar dat de verhoudingen per partij steeds anders zijn.

 

Lees meer >

KANDIDATEN R5: Vier remises maar niet zonder strijd

In Madrid doen de kandidaten voor de wereldtitel nog altijd verwoede pogingen om tot uitdager van de wereldkampioen uitgeroepen te worden. Het zou zelfs kunnen dat de winnaar van het Kandidatentoernooi zomaar ineens een tweekamp om de wereldtitel met de nummer twee van het toernooi mag spelen als Magnus Carlsen zich terugtrekt. Ligterink schreef in de Volkskrant dat Carlsen beter zijn intenties vóór dit toernooi kenbaar had gemaakt. In meerdere interviews heeft de Noor zich er al over uitgelaten dat hij het niet meer ziet zitten om in een zenuwslopende tweekamp zijn wereldtitel te verdedigen.

Liren Ding miste de grootste kans van de vijfde ronde (foto toernooisite)

Vooralsnog lijkt het erop dat de twee vorige uitdagers van Carlsen, Ian Nepomniachtchi en Fabiano Caruana zich hiervoor hard maken. Zij staan ongedeeld één en twee (met respectievelijk 3½ en 3 punten). Het achtervolgende trio bestaande uit Hikaru Nakamura, Richard Rapport en Jan-Krzysztof Duda staat op 50% en de door Carlsen gewenste tegenstander, Alireza Firouzja, bungelt samen met de nummer drie van de wereld Liren Ding en Teimour Radjabov helemaal onderaan, allen met 2 punten. Het is duidelijk dat alles nog wel dicht bij elkaar zit en dat had in deze ronde ook heel anders kunnen zijn. Om te beginnen had Nakamura riante winstkansen tegen Nepomniachtchi en op een bepaald moment misschien zelfs beslissend voordeel. Hetzelfde gold voor Ding die met zwart zijn tegenstander Radjabov naar de rand van de afgrond had gemanoeuvreerd. Maar beide kanshebbers gingen niet nauwkeurig genoeg te werk om de tegenstander ook daadwerkelijk over de rand te duwen en aalglad als die waren, slaagden zij erin om het vege lijf te redden. De andere twee partijen eindigden ook in remise waarbij gezegd moest worden dat die tussen Caruana en Rapport een gevecht was op het scherp van de snede dat in een zetherhaling eindigde. De andere partij tussen Firouzja en Duda viel in de categorie “correcte remise”!

 

NAKAMURA – NEPOMNIACHTCHI

Foto FIDE/Stev Bonhage

FIDE/Maria Emelianova/Chess.com

Lees meer >

Hoogspanning in Rijswijk bij het NK t/m 12 jaar

Na een pauze van twee jaar (vanwege corona) werd het afgelopen Hemelvaartsweekend in Rijswijk weer het Nederlands Jeugdkampioenschap t/m 12 jaar gehouden. Maar de mensen van de Haagse Schaakbond, onder de bezielende leiding van toernooidirecteur Ted Barendse, slaagden er opnieuw in om een prachtig toernooi te houden, waar geen wanklank gehoord werd. Zoals te doen gebruikelijk vond het evenement plaats in Don Bosco, waar naast het toernooi zelf veel gelegenheid is voor vertier van de deelnemers. Er was dit jaar één lastige bijkomstigheid, namelijk dat een grote zaal, waar traditiegetrouw de bar te vinden was, op de laatste speeldag niet beschikbaar bleek te zijn. Die was al verhuurd aan een andere groep, zodat men “verbannen” werd naar de gang en naar andere krochten in het gebouw. Zelf weet ik als schaakouder dat het soms niet meevalt een plekje te bemachtigen aan een tafel met een stoel, maar dit jaar was dat geen probleem omdat men mij had “gebombardeerd” tot toernooicoach. Zo had men mij voorzien van een grote tafel met een schaakbord en de nodige stoelen. Als een speler klaar was met zijn partij kon hij/zij aanschuiven om die partij te laten analyseren. Het duurde meestal niet lang of er stonden binnen de kortste keren hele drommen kinderen rondom het analysebord en aangezien iedereen wel van een grapje houdt, leidde dat vaak tot grote hilariteit. Toernooidirecteur Ted kwam op een gegeven moment melden dat deze taferelen bij voorkeur achterin de zaal gehouden moesten gaan worden, aangezien we iets te dicht bij een afscheiding tussen de speel- en analysezaal zaten waardoor de lachsalvo’s door de spelers gehoord konden worden. Enfin, op deze manier kon ik het toernooi redelijk goed volgen en zag ik vele interessante (goede én minder goede) zetten voorbij komen.

 

De traditionele groepsfoto met alle deelnemers

Lees meer >

Het gelijk van aartspessimisten en rasoptimisten

Groep 1B was dit langgerekte seizoen het tegenoverstelde van een Poule des Doods. Met HWP Sas van Gent en Zuid Limburg veilig opgeborgen in de Meesterklasse en het twééde team van Paul Keres in de poule droomden bijna alle teams ervan om, als het meezat, omhoog te vallen naar het Walhalla. Bij ons vochten de aartspessimisten en rasoptimisten om voorrang. Het ging van ‘we kunnen zomaar degraderen’ tot ‘als we goed beginnen tegen BSG, ligt de weg naar de Meesterklasse open’. Gevolgd door hard gelach.

 

Het kampioensteam van De Stukkenjagers uit Tilburg. Achteraan v.l.n.r. Constantijn Beukema en Tommy Grooten, in de rij ervoor Herman Grooten, César Becx, Sam en Luuk Baselmans en Peter Huibers. De voorste rij: Nick Bijlsma, Erwin Kalle en Sjoerd van Roon (foto Ilja Kalle).

Dat verstomde meteen tot een hard gelag: tegen BSG, qua rating net als wij een van de laagst geplaatste teams, gingen we meteen het schip in. De tweede klasse gloorde in de verte, maar gelukkig herstelden we ons via zeges op Krimpen aan den IJssel, UVS en het veel sterker geachte DSC Delft. De praatjes namen weer toe, maar kregen een knauw toen we terecht verloren van Blerick en tegen Paul Keres 2 niet verder kwamen dan 5-5. Die formulering geeft goed weer aan wat voor moodswings we ten prooi vielen: ‘niet verder kwamen dan’, het klinkt bijna arrogant want ook PK 2 heeft een hoger ratinggemiddelde dan wij.

Over moodswings gesproken: als we in ronde 7 van Spijkenisse zouden verliezen zag ik – met de ratingkleppers Vianen/DVP en LSG 2 nog voor de boeg – het lijk al drijven richting divisie 2. Degraderen uit de eerste klasse met 7 matchpunten, het is me al eerder overkomen, met De Wolstad begin jaren tachtig, na een start van 7 uit 4. Onze captain Hans Moors liet toen in Schakend Nederland optekenen dat ‘dat nietige cluppie uit Tilburg best eens voor een verrassing zou kunnen zorgen. Let maar eens op!’. De volgende ronde verloren we met 9,5-0,5 van Den Haag, later nog met 9-1 van ESV, niet heel verwonderlijk dat we aan het eind wat bordpuntjes te kort kwamen. Een klassieker van een jinx, en dit trauma ligt ten grondslag aan mijn nog steeds snel opborrelende degradatiezorgen.

 

Uiteraard – sorry! – wonnen we van Spijkenisse. Twee ronden voor het einde al veilig! Maar verrek, een blik op de stand leerde dat alle titelpretendenten leken te passen, de vergelijking met de strijd om de achtste plaats in de voetbal-Eredivisie drong zich op.

De onvolprezen teamleider Nick Bijlsma (links aan het bord) tegen Wim Heemskerk in de laatste partij (foto Ilja Kalle)

Met nog twee à drie wedstrijden te gaan… ho, stop, dit moet ik even kwijt. De KNSB heeft mijns inziens uitstekend werk verricht tijdens de coronacrisis, met duidelijke en frequente communicatie over de veelheid aan steeds wisselende scenario’s. Complimenten! Enige smet op het blazoen is dat de inhaaldatum voor ronde 6 ná de datum van de ‘laatste’ ronde is geprikt. Dat geeft de teams die indertijd – gedwongen of… bewust – niet speelden een enorm voordeel. Er had in onze groep zelfs een situatie kunnen ontstaan dat een wedstrijd tot grote tevredenheid van beide teams op 5,5-4,5 zou eindigen, goed voor respectievelijk promotie en handhaving. Moet je niet willen, toch?

 

Na uitgebreide bestudering van de stand was duidelijk dat alleen Krimpen aan den IJssel minder verliespunten had dan wij. Maar ja, die hadden dan weer drie kansen om dat enige broodnodige verliespunt te pakken, elk nadeel hep se voordeel. Als dat hun zou lukken hadden wij aan twee keer winnen voldoende om…

Lees meer >

Masterclass strategie in Wageningen update

MASTERCLASS STRATEGIE

Komende maandagavond 30 mei  vindt in het clubgebouw van schaakvereniging Wageningen een masterclass over strategie plaats gegeven door IM Herman Grooten. Ongeveer 2,5 uur training plus uitgebreide kleurenreader. Geïnteresseerden kunnen zich via dit aanmeldformulier opgeven vóór 28 mei voor € 25,-. Na deze datum wordt het inschrijfgeld met € 5,- verhoogd. Voor meer informatie kijkt u in dit bericht of klikt u op de Flyer-Masterclass-Strategie(Wageningen).

UPDATE: Er is nog plaats voor mensen die willen meedoen!

Lees meer >

Masterclass strategie op een visuele manier

De opening is achter de rug en hoe nu verder? Dit probleem zal de meeste clubschakers bekend in de oren klinken. Voor de hand liggende vervolgvragen zijn dan “naar welke kenmerken moet ik kijken?” en “hoe formeer ik een plan?” Eigenlijk draait alles om strategische inzicht. Maar hoe ontwikkel of verbeter je dat?

 

Het is leuk om clubschakers te laten kennismaken met een wat meer visuele aanpak van het strategisch denken. Aan de hand van partijen en illustratieve voorbeelden wordt er met deze aanpak een nieuwe impuls gegeven om het strategische denken te verbeteren. Een tweetal voorbeelden waarin deze visuele aanpak een beetje zichtbaar wordt:

 

Diagram 1 Diagram 2

Voor slechtzienden en mensen die kleurenblind zijn:
– de witte paarden op b6 en d6 zijn groen gemarkeerd.
– alle zwarte stukken op de onderste rij zijn rood gemarkeerd.

Voor slechtzienden en mensen die kleurenblind zijn:
– de witte loper op f1 en paard op g6 evenals de zwarte dame op a7 zijn groen gemarkeerd
– de zwarte loper op f8 en toren op h7 zijn rood gemarkeerd
– de witte torens op b1 en h1, dame op d1 zijn geel gemarkeerd evenals de zwarte toren op a8 en loper op g8.

Het eerste diagram stamt uit een partij van de toen 13-jarige Robin Swinkels op een clubavond. De slotstelling laat zien dat hij het grootmeesterlijke inzicht al snel in zich had.
Het tweede diagram komt uit een partij Vachier Lagrave – Ding Liren, 2013 waarin de Franse grootmeester de koningsvleugel “op slot zette” met h4-h5! Hoewel wit twee pionnen achterstaat, haalde hij toch veel later het punt binnen omdat zwart zijn slechte stukken niet meer wist te bevrijden.

Dit soort voorbeelden laat ik in trainingen zien aan spelers zien. Met kleurtjes probeer ik de goede en zwakke punten in een stelling aan te geven waarbij ik vooral de activiteit van de stukken uitdruk in kleuren.

Lees meer >