Stukkenjagers 1 delft het onderspit in Delft

In de vierde ronde van de KNSB competitie mochten de stukkenjagers op bezoek bij DSC Delft 1. Vooraf wisten we al dat dit een zware kluif zou gaan worden. Ze stonden weliswaar onder ons in de rangschikking, maar ze hadden wel een licht ratingoverwicht.

Erik Dignum (vooraan) en Erwin Kalle op de eerste twee borden van De Stukkenjagers (foto Ilja Kalle)

Ondanks dat het er niet zo goed uitzag op onze bovenste borden duurde het toch erg lang voordat de eerste score viel. Erik Dignum had op bord 2 een tegenstander met een veel hogere rating, namelijk Dennis Ruijgrok. Dit zorgde ervoor dat Erik het solide probeerde aan te pakken. Toen de tegenstander volle kracht vooruit ging, voelde Erik zich genoodzaakt om een dame te offeren tegen twee lichte stukken. Deze materiaalverhouding bleek wel erg gunstig voor Dennis waardoor Erik de handdoek in de ring moest werpen.

Erwin Kalle had het op bord 1 nog zwaarder met zo’n 350 rating minder tegen Chiel Oosterom. Hij kwam met een paar zwaktes uit de opening. Chiel maakte hier handig gebruik van en speelde de partij goed uit.

Lees meer >

Recensie: A Startling Chess Opening Repertoire New Edition – Baker & Burgess

Op mijn deurmat plofte al een tijdje geleden een boek van uitgeverij Gambit uit Londen met de volgende lange titel: A Startling Chess Opening Repertoire New Edition van Chris Baker en Graham Burgess. De ondertitel belooft veel: A turbocharged modern update of a popular repertoire. Het is duidelijk dat dit boek een nieuwe, geüpdate versie is van een eerder boek, dat een aantal keer is herdrukt. Zoals bekend gaat het zo met veel openingsboeken. Op het moment dat het boek verschijnt is het op sommige punten al weer verouderd. De moderne openingstheorie schrijdt razendsnel voort, overal over de wereld worden partijen gespeeld die veelal in een grote database terecht komen en waarvan veel spelers gebruik kunnen maken. De moderne toernooischaker gaat gewapend met laptop naar toernooien en behalve dat hij gebruik maakt van de database, kan hij met sterke engines checken of de varianten die hij wil spelen wel deugen. Daarnaast een boek biedt echter nog meer hulp!

Om even een idee te geven van wie de auteurs zijn. De één, Chris Baker, is een internationale meester uit Engeland met een enorme schat aan schaakervaring op club- en weekendtoernooi-niveau. De eerste editie van A Startling Chess Opening Repertoire vestigde zijn reputatie als schrijver en bleek buitengewoon populair, meerdere keren herdrukt. Bekroonde auteur Graham Burgess is een Fide-meester en een voormalig kampioen van de Deense regio Funen. In 1994 vestigde hij een wereldrecord voor marathon snelschaken.

Als ik de wervingstekst op de site van de uitgever mag geloven, hebben beide auteurs in dit boek de lezer een hoop werk uit handen genomen. Hun varianten zijn niet alleen gecheckt met de nieuwe generatie computerprogramma’s gebaseerd op neurale netwerken, zoals we kennen van Alpha Zero. Ook heeft een “openingsexpert en uitgever met een schat aan ervaring bij het maken van repertoires” dit boek verder uitgewerkt. Een kleine blik op de drie directeuren van Gambit Publications Ltd levert het volgende lijstje op: GM Dr. John Nunn, GM Murray Chander en FM Graham Burgess. Het ligt voor de hand dat behalve co-auteur Burgess, één van de twee grootmeesters in de staf meegeholpen heeft om dit boek te updaten. Dat geeft het in elk geval een stevige basis. Jammer dat er niet wordt vermeld wie zich daadwerkelijk met dit boek heeft bemoeid…

Het is tijd om een indruk te geven wat de beide auteurs voor ogen stond toen zij het eerste boek schreven in 1998. Na wits 1.e2-e4 worden in principe alle mogelijke openingssystemen onder de aandacht gebracht, tot het Olifantengambiet toe! De auteurs wijken graag zo snel mogelijk af van de hoofdvarianten omdat clubschakers volgens hen dan door teveel theorie moeten ploeteren om zich bepaalde systemen eigen te maken. Burgess geeft de lezer van te voren nog het volgende mee: “So, what is the spirit of this repertoire? I see it as ‘we want to be dangerous’. We shall force the opponent to display good knowledge and decision-making at the board”.

Een paar stereotiepe voorbeelden die ik uit dit boek gefilterd heb:

1) Repertoire tegen 1… e5
Hiervoor wordt gekozen voor de opzet van de Max Lange Aanval. Die komt als volgt op het bord:
1. e4 e5 2. Pf3 Pc6 3. Lc4 Pf6 4. d4 exd4 5. O-O

Lees meer >

Begrijp wat u doet: Het Russisch

 

Hieronder treft u de volgende aflevering van de rubriek “Begrijp wat u doet”. In deze serie worden, speciaal voor clubschakers, achtergronden belicht van de ‘grote openingen’ zoals het Spaans, het Siciliaans, het Damegambiet, het Konings-Indisch enzovoort. De artikelen verschenen eerder in Schaakmagazine het blad van de KNSB, de Nederlandse schaakbond.

Soms kom ik bij een presentatie die ik geef iemand tegen die mij heel specifiek vraagt of ik een bepaalde opening aan de orde zou willen stellen. Mijn wedervraag is dan: “Welke opening zou dat moeten worden dan?” Natuurlijk kan ik niet zomaar op elke vraag ingaan. Maar als er een openingssysteem aan de orde gesteld wordt dat in de grootmeesterpraktijk regelmatig gespeeld wordt, wil ik een dergelijk verzoek wel eens honoreren. Dat is nu het geval bij de Russische opening. Die komt op het bord na de volgende zetten:

1.e4 e5 2.Pf3 Pf6

Alexander Petrov

Met deze zet is het Russisch ontstaan. Internationaal gezien heeft het de naam ‘The Petrov Defence’ meegekregen, genoemd naar de Russische speler Alexander Petrov (1794–1867) die evenals Carl Jaenisch het systeem heeft gepopulariseerd. De opening heeft – wellicht ten onrechte – de naam dat hij saai en inspiratieloos is en dat de zwartspeler uitsluitend op remise uit is. Het klopt wel dat er veel remises vallen, maar gelukkig zijn er genoeg scherpe varianten. Met deze aanpak vermijdt zwart veel gespeelde openingen als het Spaans, het Italiaans of het Schots. Het is voor witspelers niet makkelijk om hier voordeel tegen te halen.

3.Pxe5

Nu zwart de pion niet gedekt heeft, slaat wit hem maar meteen van het bord. Hij stelt meteen een valstrik die vooral in partijen van kinderen op het bord kan komen. Andere mogelijkheden zijn 3.Pc3 Pc6 dat meestal een overgang naar het Italiaans Vierpaardenspel oplevert. Ook is 3.d4 Pxe4 4.dxe5 d5 een variant die ook onder grootmeesters redelijk vaak gespeeld wordt. Zo werd er aan het eind van vorig jaar nog een interessante rapidpartij Harikrishna-Yu mee gespeeld.

3…d6

Het witte paard moet eerst teruggejaagd worden, alvorens zwart de pion op e4 ongestoord kan nemen. Zwart kan op dit moment overigens beter van de pion op e4 afblijven:

3…Pxe4?! 4.De2
en nu is
4… De7
relatief de beste mogelijkheid. Bij kinderen zie je regelmatig 4…Pf6?? 5.Pc6+ met damewinst op het bord komen.
5.Dxe4 d6 6.d4 dxe5 7.dxe5
En wit heeft een pion meer, maar er zijn grootmeesters die hier heil in zien voor zwart. In een partij Sergeev-Afromeev, 2006 kwam zwart zelfs tot winst! Het gekke is dat wit niet zoveel lijkt te hebben aan zijn pluspion. In een partij Ye-Ni, 2004 liet de witspeler echter zien hoe de witte stelling wellicht aangepakt zou kunnen worden.

Lees meer >

Vachier Lagrave en Liren Ding spelen finale in Londen Classic

In Londen vinden momenteel de finales van de Grand Tour 2019 plaats. Dit groots opgezette evenement, onder de naam ‘London Chess Classic’ worden, behalve deze finales ook de nodige evenementen georganiseerd die de moeite waard zijn. Als u een kijkje neemt op de toernooisite ziet u vanzelf hoe de organisatoren geld noch moeite hebben gespaard om het schaakspel onder de aandacht te brengen. In dit verslag beperk ik mij tot de twee halve finales die vandaag werden afgerond.

Om te beginnen mag het prijzenfonds van $350.000 als een mooie beloning van een intensief schaakjaar worden gezien. De deelnemers, Magnus Carlsen Maxime Vachier Lagrave, Ding Liren en Levon Aronian nemen het in tweekampen tegen elkaar op. Voordat we inhoudelijk op deze confrontaties ingaan, is het nuttig om uit te leggen hoe de tijdverdeling in de verschillende disciplines zou zijn als ook de puntentelling.

Bij de partijen volgens het klassieke tempo kregen de spelers 130 minuten voor de hele partij plus 30 seconden ‘delay’(vertraging) per zet vanaf zet 1. Voor de rapid- en de blitzpartijen kregen de spelers respectievelijk 25 minuten + 10 seconden delay en 5 + 3 voor de vluggertjes. De score bij de eerste discipline was 6 punten voor een overwinning, 3 punten voor een gelijkspel en 0 punten voor een verlies. Bij het rapid gold 4 punten voor een overwinning, het vluggeren zou 2 punten per winst opleveren.

Carlsen en Vachier Lagrave vochten een geweldig spannende tweekamp uit, de andere twee waren eigenlijk na de twee rapidpartijen al klaar. In de reguliere partijen had Aronian, die aangaf dat hij kampte met een jetlag van India, de partijen allebei op remise weten te houden. Maar in de twee rapidpartijen sloeg Ding hard toe. In twee uitmuntend gespeelde aanvalspartijen, sloeg hij eerst met wit en daarna met zwart door de koningsstellingen van Aronian. De Armeniër zou nu alle vluggertjes moeten winnen om gelijk te maken. Maar die illusie was na één blitzpartij al verdwenen. De remise betekende dat Ding al in de finale zat. Ze moesten nog wel voor het publiek de andere partijen afwerken. Daar won Ding er eerst twee, voordat Aronian toch nog de eretreffer kon maken.

Lees meer >

Jeugdclubcompetitie beslist

Dit najaar werd in vier weekenden de Jeugdclubcompetitie (JCC) gespeeld. Afgelopen zaterdag vonden in Rotterdam de laatste ronden plaats van de diverse competities. Zo speelt de jeugd in drie Meesterklassen op leeftijd (AB, C en D) en tevens wordt er door de KNSB een Promotiecompetitie voor de A-jeugd georganiseerd. En dan was er nog het NK voor E-teams (t/m 10 jaar) dat op één dag werd gehouden, tegelijkertijd met de oudere jeugd op hun eerste speeldag op 14 september. De RSB tekende voor de organisatie van dit enorme evenement en men had daartoe het ‘Podium aan de Maas’ uitgezocht als speellocatie.

Het team van titelverdediger De Stukkenjagers (rechts op de foto), voorheen de STB (foto Ilja Kalle)

Gezegd moet worden dat dit fraaie gebouw allure heeft. Mooie geoutilleerde zalen met keurige tafels en stoelen geeft natuurlijk extra cachet als er geschaakt moet worden. Toch krabden enkele teamleiders zich op de eerste dag achter de oren over de veiligheid van de kinderen tijdens al deze toernooien. Niet alleen puilden alle zalen uit, maar ook moest het gehele deelnemersveld én de teamleiders, ouders en andere aanhangen voortdurend heen en weer door het vrij krappe trappenhuis. Er was door de organisatie wel aangegeven waar de vluchtroutes waren bij eventuele calamiteiten, maar de continue ‘volksverhuizing’ door het gebouw gaf de nodige zweetdruppels te zien bij veel mensen. Zeker op 14 september toen het buiten bloedheet was, bleek het binnen nog erger te worden, ook omdat er nauwelijks geventileerd werd. Het laatste weekend was het koud buiten, maar binnen bleek het nog altijd een soort tropische atmosfeer te kunnen worden.

Niettemin moet gezegd worden dat de organisatie alles tot in de puntjes had verzorgd en er alles aan probeerde te doen om spelers en aanhang het zo mogelijk naar de zin te maken. Tijd om eens te kijken naar de verschillende toernooien.

Lees meer >

Carlsen wint Tata Steel India, maar bijt in het zand tegen Ding

Ondanks alle verontrustende berichten over de stand van zaken bij Tata Steel, blijft er onder de vlag van het staalbedrijf in januari ons roemruchte toernooi voorlopig behouden. Werknemers uit IJmuiden en omstreken zullen ditmaal misschien met gemengde gevoelens het schaaktoernooi tegemoet treden. Maar wellicht zullen ze nog meer verbaasd zijn dat er de afgelopen dagen in India, ook gedeeltelijk gesponsord door Tata Steel, ook een toernooi plaatsvond met een riant prijzengeld. Collega Dimitri Reinderman heeft u al helemaal bij gepraat over de eerste drie dagen waarop het rapidtoernooi plaatsvond.

Ik zal proberen u bij te praten over de laatste twee dagen waarop het snelschaak-evenement plaatsvond. Om te beginnen maar meteen even de eindstand van het blitztoernooi te geven:

Carlsen speelde redelijk maar hij kon ditmaal zijn stempel niet helemaal drukken op de discipline waar hij ooit wereldkampioen in was.

Lees meer >

Begrijp wat u doet: de Caro Kann

Hieronder treft u de volgende aflevering van de rubriek “Begrijp wat u doet”. In deze serie worden, speciaal voor clubschakers, achtergronden belicht van de ‘grote openingen’ zoals het Spaans, het Siciliaans, het Damegambiet, het Konings-Indisch enzovoort. De artikelen verschenen eerder in Schaakmagazine het blad van de KNSB, de Nederlandse schaakbond.

 

Veel spelers hebben problemen om agressief ingestelde spelers die 1. e4 openen van het lijf te houden in de opening.

Lees meer >

Stukkenjagers 1 wint nipt van UVS 1!

Afgelopen week was het alweer tijd voor de derde wedstrijd in de KNSB competitie. Stukkenjagers 1 mocht het dit keer opnemen tegen UVS 1 uit Nijmegen. Een op papier vrij sterke tegenstander met gemiddeld gezien licht rating overwicht.

 

De match begon dit keer niet op een zaterdag, maar op woensdag. Er werd dus een partij vooruit gespeeld en Stefan mocht proberen de score te openen. Het bleek een erg lange en spannende partij te worden, waarbij zijn tegenstander net na de opening met handig spel voordeel wist te creëren. Het leek even helemaal fout te gaan toen er met zware stukken op het bord een koning van Stefan op d4 terecht kwam, maar toen zijn tegenstander het niet afmaakte kreeg juist Stefan weer kansen! Na veel zetten in het dame- en later het pionneneindspel maakte zijn tegenstander dan toch een foutje en werd het eerste punt voor Stukkenjagers gescoord, 1-0!

Op zaterdagmorgen werd er zoals bij iedere thuiswedstrijd eerst weer samen ontbeten, dit keer bij De Carrousel. Met een goed gevulde maag mocht de rest van het team proberen het goede voorbeeld van Stefan te volgen.

Als eerste was César op bord 7 klaar. Hij trof Joost Retera, een sterke speler, waarbij in de opening meteen een interessante stelling op het bord kwam. Na 13 zetten besloot César eens te kijken wat de reactie was op een remiseaanbod en dit aanbod werd aangenomen, een nette remise tegen een op papier toch behoorlijke tegenstander. 1,5-0,5.

Lees meer >

Schaakgeschiedenis in vogelvlucht 21: Boris Spassky

Deze rubriek is gemaakt voor schaaksite.nl en is terug te vinden onder het kopje ‘Schaakhistorie’.

Omdat het schaakspel een eeuwenoud spel is, dat naar schatting al 3000 jaar oud is, lijkt het mij gepast om een serie korte artikelen te presenteren, waarin de schaakgeschiedenis voor het voetlicht wordt gebracht. In de vorige aflevering hebben we het gehad over Tigran Petrosian. In deze nieuwe aflevering zullen we het hebben over Boris Spassky (Geboren in 1937).

Lees meer >

Begrijp wat u doet: De moderne verdediging (deel 2)

Hieronder treft u de volgende aflevering van de rubriek “Begrijp wat u doet”. In deze serie worden, speciaal voor clubschakers, achtergronden belicht van de ‘grote openingen’ zoals het Spaans, het Siciliaans, het Damegambiet, het Konings-Indisch enzovoort. De artikelen verschenen eerder in Schaakmagazine het blad van de KNSB, de Nederlandse schaakbond.

 

We bespreken de tweede (en tevens laatste) aflevering over de Moderne verdediging. In deze rubriek gaan we uit van een opstelling waarin wit met drie pionnen op c4, d4 en e4 het hele centrum in handen neemt. We komen hierdoor meer in de banen van de 1. d2-d4-openingen terecht.

1. e4 g6 2. d4 Lg7 3. c4 d6

Zwart neemt een opstelling in zoals we kennen uit het Konings-Indisch. Maar opnieuw zal hij de ontwikkeling van Pg8 willen uitstellen. De belangrijkste reden hiervoor is dat zwart hoopt dat er snel een pionnenketen ontstaat (met pionnen van wit op d5 en e4 tegen die van zwart op d6 en e5). Hij wil dan direct …f7-f5 kunnen spelen gevolgd door …Pg8-f6. Ten opzichte van het Konings-Indisch zou hij dan twee zetten uitsparen. Heel interessant is als zwart meteen probeert het centrum aan te vallen met 3…Pc6 Het is zwarts bedoeling om straks met …e7-e5 te proberen een paard op d4 te nestelen. Wit moet nu kiezen hoe hij pion d4 gaat dekken. 4. Pf3 Indertijd had men de indruk dat het witte paard hier wel eens verkeerd zou kunnen komen te staan omdat het snel door …Lc8-g4 kan worden gepend. Zwart zou dan zijn plan om een paard op d4 te krijgen vrij eenvoudig kunnen doorzetten. [Lange tijd werd 4. Le3 beschouwd als de belangrijkste voortzetting op de zwarte aanpak. 4…e5 5. d5 Pd4 6. Pe2 c5 maar zwart heeft hier natuurlijk weinig te klagen met zo’n mooi paard op d4 (Yagupov-Kasimdzhanov, 1998).] [Minder principieel is 4. d5 omdat zwart dan na 4…Pd4 een paard op d4 heeft kunnen plaatsen. 5. Pe2 c5 is wel oké voor zwart.] 4…e5 Zwart moet het nu wel zo spelen, maar hier kleven wat nadelen aan. [Als zwart nu besluit om eerst 4…d6 te spelen om te kunnen werken met …Lc8-g4 is hij net te laat.

Lees meer >