Schaakgeschiedenis in vogelvlucht 11: Richard Reti
Omdat het schaakspel een eeuwenoud spel is, dat naar schatting al 3000 jaar oud is, lijkt het ons gepast om een serie korte artikelen te presenteren, waarin we de schaakgeschiedenis voor het voetlicht willen brengen. In de vorige aflevering hebben we het gehad over de rebel Aron Nimzowitsch. Een van de’hypermodernen’, zoals zij toen genoemd werden, was Richard Reti (1889 – 1929).
Nadat Nimzowitsch met zijn ideeën het establishment omver probeerde te gooien, was het logisch dat deze hypermoderne gedachtegang weerklank zou krijgen. De Oostenrijker Richard Reti werd een van de belangrijkste exponenten van deze stroming binnen de schaakwereld. Hij groeide op in Wenen, waar hij in het bekende Café Central zijn uitzonderlijke begaafdheid voor het schaken toonde. Reti studeerde aanvankelijk wiskunde maar maakte zijn studie niet af omdat hij gegrepen werd door het schaakspel. Hij was een meester in het blindschaken en boekte grote successen in toernooien te Rotterdam (1919) en Göteborg (1920) die hij beide op zijn naam schreef.
Reti bedacht voor wit een openingssysteem dat tot op de dag van vandaag zijn naam draagt: de Reti-opening. In navolging van Nimzowitsch ging hij ervan uit dat de lopers allebei op de lange diagonaal ontwikkeld moesten worden en dat het opspelen van de centrumpionnen beter uitgesteld kon worden. De hoogst originele manoeuvres brachten hem vele successen en ook de hedendaagse grootmeester doen nog steeds hun voordeel met zijn gedachtegoed.
Reti behoorde tot de schakers die schaken als een kunstvorm beschouwden en in zijn boek Die neuen Ideen im Schach (1922) zegt hij dat schaken en kunst veel gemeen hebben. Hij stierf, nauwelijks 40 jaar oud, aan roodvonk in een ziekenhuis in Praag. Een van zijn mooiste overwinningen boekte hij op de onverslaanbaar geachte Cubaan Capablanca, de latere wereldkampioen.
Lees meer >