Balbezit, blauwe zetten en schadelijk materiaal

Anand ging in de zesde partij ten onder aan schadelijk materiaal. De zevende partij werd remise na 32 blauwe zetten. En de achtste partij kreeg als predicaat: ‘Carlsen speelt op balbezit, het publiek mort’. Lezers van enkele regionale kranten in de Randstad worden al de hele match getrakteerd op bijzondere verslagen van een toevallige redacteur die alle ins en outs kent.

Wim van der Wijk (rechts) kreeg in 2012 bij HSG de Spit Prestatiebeker, een prijs voor prestaties buiten het bord. Die kreeg hij voor het mede-opstellen van het beleidsplan en het meeschrijven aan en eindredigeren van het boek ‘Mat in de Mediastad’, over de Hilversumse schaakgeschiedenis. De andere co-auteur had de beker al in 1993 gekregen en je kunt de Spit Prestatiebeker geen twee keer krijgen. (foto: René Olthof)

Wim van der Wijk begon zijn journalistieke loopbaan bij De Gooi- en Eemlander als ‘redacteur binnen- en buitenland’. Aanvankelijk was ik onder de indruk van de omvang van zijn vakgebied, maar toen ik iets meer van journalistiek wist, begreep ik dat hij juist over een heleboel dingen niet mocht schrijven. Sport, Economie, Amusement en diverse andere aandachtsgebieden hebben hun eigen pagina’s. Wat er overblijft, als de echte liefhebbers hun stukken hebben geschreven, valt in het restbakje ‘binnen- en buitenland’. Als compensatie mocht hij van 1988 tot 1996 wel de schaakrubriek schrijven. Na acht jaar vond hij dat hij alles in de schaakwereld wel gezien had en vroeg hij of ik die taak wilde overnemen, wat ik met plezier deed.

De Gooi- en Eemlander ging een samenwerkingsverband aan met het Noord-Hollands Dagblad, Haarlems Dagblad en Leidsch Dagblad, onder de naam Hollandse Dagblad Combinatie (HDC Media). Daar zat een logische gedachte achter. Het heeft geen zin om in Hilversum iets anders over Syrië of de Filippijnen te schrijven dan in Haarlem. Hetzelfde geldt voor tal van Nederlandse onderwerpen. Vanaf dat moment kregen de deelnemende kranten kant-en-klare pagina’s aangeleverd van het hoofdkantoor in Alkmaar. Het grote doel was natuurlijk bezuinigen en het leidde tot diverse ontslagronden. Velen die daaraan ontkwamen, werden wel overgeplaatst. Wim, die in het Gooi woont en in Hilversum werkte, moest eerst in Haarlem werken en later in Alkmaar. Daar is hij nu meer bezig met redigeren en het samenstellen van pagina’s dan met schrijven.

Schaakberichten

Wat heeft dit alles met schaken te maken? Wel, lezers van deze kranten zullen zich vaak afvragen waarom ze niets over grote schaakevenementen lezen. Dat komt dus doordat ook voor Hilversum, Haarlem en Leiden de beslissing daarover in Alkmaar genomen wordt. Daar wacht de sportafdeling op berichten die van het persbureau ANP komen en dat stelt momenteel voor wat betreft de WK-match niet veel voor. Maar Alkmaar heeft Wim van der Wijk. Die heeft formeel niets te zeggen over de sportredactie, maar zit er toevallig wel tien meter vandaan. Toen hij vorige week vroeg of er weer niets over schaken was binnengekomen, zeiden zijn collega’s dat ze dat ook wel jammer vonden. Altijd maar voetbal, wielrennen en schaatsen, er zijn toch zo veel meer sporten! Maar zelf hadden ze daar helaas geen verstand van. Nou, zei Wim, dan flans ik in de lunchpauze wel even een stukkie in elkaar. Dat hij jarenlang in HSG 2 heeft gespeeld en nu dus in HSG 1, dat was bij de collega’s wel bekend. Ze noemen hem nog net geen grootmeester, maar binnen een paar dagen had Wim de bijnaam ‘onze man in Chennai’.

Na de eerste twee korte remises legde Wim uit dat we ons nog niet ongerust hoeven te maken:

“Voor het grote publiek wellicht een saai begin van de WK-strijd. Voor de fijnproevers zijn het de gebruikelijke inleidende beschietingen. Vergelijk het maar met een tennisser die de eerste ballen met een veilige marge over het net slaat, om even aan de tegenstander en de omstandigheden op de baan te wennen. Of met een schaatser die op de tien kilometer eerst met het ijs in gesprek gaat, alvorens er volle bak in te vliegen. Afwachten hoort erbij in zo’n tweekamp. Het wachten is op de eerste halve of hele misstap waardoor er tekening in de strijd komt, en het gevecht tussen Jager en Prooi volledig losbarst.”

Vervolgens maakte Wim de lezers deelgenoot van de betekenis van de Berlijnse Muur, vooral bekend uit de match Kasparov-Kramnik in 2000:

“Het betekende het einde van de heerschappij van Kasparov als schaakvorst. Hij liep zich te pletter tegen de Berlijnse Muur uit het schaakspel.”

Over de actualiteit:

“Beide spelers zijn nu een keer ontsnapt, de eerste beslissing hangt in de lucht.”

Die beslissing kwam er, in de vijfde partij. Aanvankelijk leek de partij weer op remise af te stevenen, maar:

“Op de 45e bezweek Anand onder de druk, in een stand die toen nog volgens de meedenkende computers op internet remise te houden was. Na deze blunder liet Carlsen zijn prooi niet meer los in een toreneindspel met twee randpionnen.”

Wim voorspelde dat Anands secondanten intussen bezig waren met het inspecteren van de Berlijnse Muur, op zoek naar mogelijke zwakke plekjes in Carlsens verdediging.

“Magnus Carlsen wordt de nieuwe wereldkampioen schaken. Niemand die er nog aan twijfelt, of je moet in wonderen geloven.”

Carlsen had zijn tweede winstpartij volgens Wim bereikt met zijn specialiteit: initiatieven van de tegenstander neutraliseren in het middenspel, toeslaan in het eindspel. Over dat eindspel:

“Zaterdag won Carlsen in het eindspel met een duivels winstplan waarmee hij zijn tegenstander opzadelde met schadelijk materiaal. Een fraaie schaakterm, bedacht door Nederlandse schaakpedagogen en een inspiratiebron voor schaakcomponisten die er prachtige studies op baseren.”

Anands b- en c-pion stonden hem in de weg:

“Anand ging ten onder aan een paradox: de aanwezigheid van twee op zich kerngezonde pionnen die helaas voor hem op het verkeerde moment op de verkeerde plaats stonden: bezit als dodelijke ballast.”

Navraag bij Wim leert dat ‘schadelijk materiaal’ zijn favoriete schaakterm is, opgedaan in een training door Jop Delemarre bij HSG en afkomstig uit de Stappenmethode en dus (?) bedacht door Cor van Wijgerden.

Hierop heb ik per mail een mini-onderzoekje gedaan.

Jop Delemarre omschrijft ‘schadelijk materiaal’ als ‘materiaal dat beter niet op het bord kan zijn’. Hij begrijpt Wims enthousiasme voor dit leuke thema en schrijft de term toe aan Van Wijgerden en de Stappenmethode.

Herman Grooten bevestigt dat laatste, maar voegt eraan toe dat Van Wijgerden de term al eerder heeft gebruikt, namelijk in 1981 in het boek ‘Eindspel 3’, een bewerking van de klassieke eindspelboekjes van Euwe. Grooten geeft aan dat hij in een artikel hier op Schaaksite een heel leuk voorbeeld heeft gegeven van een pion die je niet moet slaan, hoewel dat op het oog wel voor de hand ligt. Grooten heeft in 1980 nog training gehad van Van Wijgerden, waarbij dit thema ook aan de orde kwam.

Cor van Wijgerden bevestigt dat hij de term in zijn eindspelboekje uit 1981 heeft geïntroduceerd. Maar het is mogelijk dat hij zich door een reeds bestaande term heeft laten inspireren.

Over schaakjargon gesproken, wat zijn nou weer blauwe zetten? Wim in de krant:

“Dat is een van de kleuren waarmee de computer op internetsite Chessbomb de gespeelde zetten beoordeelt. Blauw staat voor de beste zet. Paars houdt in dat een speler niet de optimale voortzetting heeft gekozen, maar het hoeft nog geen grote fout te zijn. Een zet die rood kleurt, betekent: blunder. De computer ondersteunt de evaluaties met varianten. Dit stelt de schaakliefhebbers in staat de zetten van de grootmeesters beter te doorgronden. Maar het leidt ook niet zelden tot zelfoverschatting. Als de computer een zet een paars kleurtje geeft, is het voor velen een kleine moeite om op sociale media te roepen dat Anand of Carlsen er niks van begrijpt.”

Afbraakschaak, meent Wim.

“Carlsen deed hetzelfde als een voetbalelftal dat met nog een kwartier te spelen op voorsprong staat: de bal in de ploeg houden. Voor de toeschouwers niet om aan te zien, maar het leidt tot een wave op de tribune. Bij elk tikkie terug lekt tijd weg en komt de overwinning dichterbij. Feest in het stadion, feest op de bank thuis. In de schaakbeleving werkt dat iets anders, maar Carlsens strategie is begrijpelijk en juist, gezien de stand in de tweekamp. Hij heeft wereldkampioen Viswanathan Anand in de tang en dat wrijft hij zijn opponent op deze manier in. Superieur, bijna arrogant. De Noor gebruikte voor de hele partij nauwelijks meer dan een kwartiertje bedenktijd.”

Nou, dat is nog eens iets anders dan de ANP-kolommetjes.

Wordt hopelijk vervolgd.

Alleen geregistreerde gebruikers kunnen een reactie achterlaten.