Grootmeesterlijke inbreng
Onder het artikel over de tweede ronde kwam gisteren een reactie binnen van grootmeester Erwin l’Ami (zie foto Jos Sutmuller) naar aanleiding van mijn analyse van de partij tussen Arlette van Weersel en Tiziana Barbiso. Altijd leuk als een sterke schaker een kritische blik werpt op een analyse.
Ik besprak het eindspel waarin Arlette met wit het voordeel van het sterke paard tegenover de ‘slechte’ loper had verworven. Ik was daarover wat te optimistisch en ik moet L’Ami gelijk geven om dit oordeel wat te temperen. Hoewel er twee pionnen op de verkeerde kleur waren vastgelegd, was deze loper op d5 nog wel behoorlijk actief. Zonder torens is de stelling wel gewonnen voor wit, zoals ik al eerder liet zien. Ik ging er eigenlijk voetstoots vanuit dat wit de torens zou kunnen ruilen, omdat Arlette met haar 36. Ke2 de mogelijkheid 37. Tf1 in de stelling had gebracht. Als zwart niet zou ruilen, zou wit de f-lijn in handen krijgen. L’Ami laat echter terecht zien dat zwart met 36… Ta7! hoe dan ook de torens op het bord moet houden. Tegelijkertijd staat hij klaar om ooit met … a6-a5 tegenspel over de a-lijn te zoeken. Ik heb de meeste van zijn varianten ingevoerd en bekeken. Uiteraard kan ik de grootmeester op (bijna) niets betrappen. Toch hoop ik nog iets aan deze analyse te kunnen toevoegen, waarmee wit een winstpoging kan wagen. Hieronder een compilatie.
Lees meer >